JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Paulus in Lystre

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus in Lystre

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Zingen:
Psalm 86 : 5
Psalm 87 : 3 en 4
Psalm 46 : 4 en 6
Psalm 135 : 3 en 9
Psalm 67 : 2 en 3
Psalm 22 : 14
Psalm 115 : 1, 2, 3 en 8
Psalm 135 : 3, 9 en 10

Lezen: Handelingen 14: 1-20

Kerntekst "En verkondigden aldaar het Evangelie." (Hand. 14 : 7)


Kijk, daar lopen twee mannen over de weg. Ze lopen snel door. Het lijkt of ze haast hebben om weg te komen.
Wie zijn deze mannen en waarom haasten ze zich zo en wat gaan ze doen?
Het zijn Paulus en Barnabas. Ze zijn door de Heere geroepen om het evangelie te verkondigen onder de heidenen. Het zijn zendelingen.
Paulus en Barnabas hebben een lange reis gemaakt naar Klein Azië. Om daar te komen moesten ze eerst met een schip overvaren. Daarna zijn ze lopend verder gegaan. Zo kwamen ze in heel veel plaatsen. De plaats waar ze nu vandaan komen heet Iconium. Paulus en Barnabas waren daar naar de synagoge gegaan. Heel veel Joden en heidenen kwamen luisteren toen Paulus vertelde wie Christus is. Veel mensen kwamen tot bekering. Na een poosje werd dat anders. De Joden werden boos omdat Paulus vertelde over de Heere Jezus en omdat er zoveel mensen tot bekering kwamen. Ze wilden niets met de Heere Jezus te maken hebben. Ze vertelden allemaal boze dingen over Paulus en Barnabas. liet was zo erg dat de twee knechten van de Heere bijna gestenigd werden. Toen zijn Paulus en Barnabas gevlucht. En daarom lopen ze nu zo snel. Ze hebben Iconium verlaten en zijn nu op weg naar Lystre.

In Lystre wonen geen Joden, alleen heidenen. En een mooie stad is het ook niet. De mensen die er wonen zijn arme en eenvoudige mensen. In de stad staat een afgodstempel, waar de mensen stieren offeren. En in deze stad gaan Paulus en Barnabas nu het Evangelie, het Woord van God vertellen.

Maar kijk eens...
Aan de kant van de weg zit een man.
Aan de kant van de weg zit een man. Deze man kan niet lopen. Hij is kreupel. Hij heeft nooit kunnen lopen. Hij is zo geboren. Wat erg!
Terwijl hij daar zit, luistert hij naar Paulus die over de Heere Jezus vertelt. Paulus vertelt dat de Heere Jezus de Zoon van God is en dat ook hij Hem moeten leren kennen. Deze man gelooft dat de God van die twee mannen hem beter kan maken!

Kijk, Paulus komt naar hem toe en kijkt hem aan. Ziet Paulus het verlangen in de ogen van die kreupele man? Paulus weet dat deze man gelooft dat God hem beter kan maken. Dan roept Paulus met duidelijke stem: "Sta recht op uw voeten". En... o kijk nu toch eens! De kreupele man springt overeind en staat op zijn voeten. Hij kan lopen! Wat een wonder! De mensen zijn verbaasd! Hoe is dit mogelijk! Wat gebeurt hier?! "O", roepen ze, "onze goden zijn op aarde gekomen! De goden zijn de mensen gelijk geworden! Onze goden zijn neergedaald!" De hele stad is in rep en roer. "Vlug, haal de priesters, haal offerdieren. De goden zijn op aarde gekomen. Jupiter en Mercurius zijn afgedaald!" Jupiter, zo wordt Barnabas genoemd. Jupiter was een oppergod. En Paulus wordt Mercurius genoemd. Ja, de mensen in Lystre kennen nog wel het oude verhaal hoe heel vroeger Jupiter en Mercurius ook eens op aarde waren gekomen, verkleed als zwervers. Bijna niemand wilde de zwervers in huis hebben. De goden waren daar zo boos om geworden, dat ze bijna heel Lystre verwoest hadden...
Maar nü zullen ze anders ontvangen worden. Ze zullen geëerd worden. Kijk, daar komen de afgodenpriesters al. Ze hebben ossen bij zich. Die ossen hebben allemaal een mooie krans om hun nek hangen. Deze ossen zullen geslacht worden als offer voor de goden. De mensen schreeuwen van opwinding. Ze drommen allemaal om Paulus en Barnabas heen.
"Jupiter en Mercurius! Jupiter en Mercurius! Onze goden zijn naar de aarde gekomen. Breng ze offer." "Opzij mensen, opzij, want de priesters komen eraan. O goden, wij willen u offeren!" Gedrang, geroep en geschreeuw. Paulus en Barnabas horen het wel, maar begrijpen niet wat de mensen roepen omdat die in hun eigen taal spreken. Maar als de priesters met offerdieren aankomen, begrijpen ze wat er eigenlijk aan de hand is. De mensen denken dat ze goden zijn! O wat erg! Kunnen ze hen duidelijk maken dat ze zich vergissen? Dat zij niet de goden Mercurius en Jupiter zijn?
Voor de verbaasde ogen van de mensen scheuren Paulus en Barnabas hun kleren als teken van verdriet. Paulus en Barnabas zwaaien wild met hun armen en roepen dat de mensen stil moeten zijn en naar hen moeten luisteren. "Luister mannen, luister alstublieft! Luister mannen van Lystre."
Het lukt hen maar net om boven het geschreeuw van de mensen uit te komen. Langzaam wordt het stiller.
"Mannen, waarom doen jullie deze dingen? Wij zijn geen goden. Wij zijn Jupiter en Mercurius niet. Wij zijn maar gewone mensen, net als jullie. We willen jullie juist vertellen datje tot de levende God bekeerd moet worden en niet meer de afgoden moet dienen en hen offers brengen. Mannen van Lystre, wij zijn knechten van de levende God, Die ons gestuurd heeft. Dat is de ware God, Die hemel en aarde en zee gemaakt heeft. Dat is ook de God die altijd voor jullie gezorgd heeft, ook al kenden jullie Hem niet. Hij is goed voor jullie geweest. Hij gaf regen. Hij gaf jullie eten. Bekeer u toch tot Hem, de enige ware en levende God." Zo vertellen Paulus en Barnabas over de Heere. Het dringt tot de mensen door dat Paulus en Barnabas geen goden zijn. De priesters gaan weer terug met hun ossen. De mensen gaan weer naar huis. Het klinkt hen na: "de enige ware God... Hij heeft altijd voor jullie gezorgd... bekeer je tot Hem!"
De mensen uit Lystre hadden verschillende goden die zij dienden. Welke God dien jij?

Het is een poos later. Dit gevaar is voorbij maar... een nieuw gevaar dreigt. Wat gebeurt er? Er zijn Joden uit andere plaatsen gekomen, waar Paulus en Barnabas al geweest zijn. Ook uit Iconium. Ze hebben gehoord dat beide mannen in Lystre zijn. Snel reizen ze ook naar Lystre en stoken de mensen op. "Luister niet naar hen hoor! Die Paulus en Barnabas zijn niet te vertrouwen. Geloof het niet als ze zeggen dat Christus alleen je zalig kan maken. Ze vertellen leugens!"
Wat erg wat deze mensen over Paulus en Barnabas vertellen. Want alleen de Heere kan hen zaligmaken! En... luisteren de mensen uit Lystre naar die Joden? Ja. Ze geloven wat de Joden zeggen. Weg met die leugenaars!
O kijk eens... daar gaat al een steen door de lucht. Meer stenen volgen. Ze raken Paulus. Hij valt neer op de grond. Daar ligt hij. O, het lijkt wel of Paulus niet meer leeft! Hij beweegt niet meer. De mensen grijpen Paulus beet en slepen hem buiten de stad en gooien daar zijn lichaam neer. Paulus leeft niet meer, denken ze. Daar zijn ze vanaf.

Is dan alles voor niets geweest? Zijn Paulus en Barnabas naar Lystre gestuurd om daar te sterven? Is daar hun mond gesnoerd, zodat ze nooit meer over de Heere Jezus kunnen vertellen? Heeft de duivel dat toch z'n zin?
Kijk, een paar mannen lopen naar Paulus toe om te kijken wat ze voor hem kunnen doen. Ze denken dat Paulus niet meer leeft. Het zijn een paar mannen uit Lystre die door de Heere bekeerd zijn. - Zie je wel dat het allemaal niet tevergeefs is geweest! De Heere Zelf zorgt ervoor dat steeds meer mensen Hem leren kennen. - Ze kijken naar Paulus. Leeft hij nog? Ja, hij beweegt en... staat op. Wat een wonder! Paulus leeft! Wat zijn z'n vrienden blij. Ook dit is een wonder van de Heere. De Heere neemt de pijn weg en geeft Paulus zijn krachten weer terug. Samen gaan ze terug naar de stad.
Maar omdat het daar erg gevaarlijk is voor hen, verlaten Paulus en Barnabas de volgende dag de stad. Ze gaan naar de stad Derbe om ook daar het Evangelie te verkondigen.

En wij? Wat doen wij met het Woord van de Heere dat we elke dag horen? Er zijn maar twee wegen die wij kunnen kiezen: óf voor de Heere óf tegen de Heere. Geloven wij het Woord van God of verwerpen wij Zijn Woord? Vergeet niet dat de Heere ons hart vraagt, elke dag opnieuw!

Aantekeningen bij de tekst 

vers 9, welke de ogen op hem houdende en ziende dat hij geloof had om gezond te worden: het geloof hetwelk de man schijnt ontvangen te hebben uit de preken van Paulus en de wonderbaarlijke genezingen van anderen. Paulus heeft in hem gezien of door goddelijke ingeving of door enige tekenen die hij daarvan in hem bespeurde.
vers 11, de goden: Jupiter en Mercurius, de koning en de boodschapper van de goden
vers 13, aan de voorpoorten gebracht had: het huis waar Paulus en Barnabas logeerde, om die daar te offeren.
vers 15, en verkondigen ulieden dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren: ijdele dingen - dat zijn de afgoden - die niets zijn.
vers 18, weerhielden nauwelijks de schare: ze konden de schare maar nauwelijks op andere gedachten brengen.
vers 20, Doch als hem de discipelen omringd hadden: dit waren discipelen uit Lystre, om hem te begraven of om hem te verlossen van het verder geweld der vervolgers.

Achtergrondinformatie

Paulus
De belangrijkste biografische gegevens van deze grote heidenapostel zijn voldoende bekend. Hier wijzen we slechts op enkele schriftgegevens.
a. Direct bij zijn bekering op weg naar Damascus heeft hij van de Heere Jezus de opdracht ontvangen om onder de heidenen te werken. (Hand. 26 : 17 "Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot dewelke Ik u nu zende"). Ook tot Ananias had de Heere al over dit werk gesproken. (Handelingen 9 : 15 "... deze is Mij een uitverkoren vat om Mijn Naam te dragen voor de heidenen"). Toen Paulus kort na zijn bekering in Jeruzalem in de tempel bad, zag hij in een vertrekking van zinnen de Heere Jezus, en ook nu krijgt hij de opdracht: "Ik zal u ver tot de heidenen afzenden" (Handelingen 22 : 21). Zie ook hoe Paulus zijn bekering samenvat in Galaten 1 : 15 en 16.
b. De Heere heeft Paulus ook door middel van een bijzondere openbaring onderwezen wat betreft de plaats van de heidenen in het heilsplan Gods. We lezen hierover in Eféze 3 : 3-6 "De heidenen zijn medeërfgenamen en van hetzelfde lichaam en mededeelgenoten van Zijn belofte" (vers 6). Dit noemt Paulus een verborgenheid "welke in andere eeuwen de kinderen der mensen niet bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard" (vers 5). Dit is voor de eerste christengemeente inderdaad een verborgenheid geweest, zie bijvoorbeeld hoe Petrus zich tegenover de broeders rechtvaardigen moet vanwege zijn omgang met de heidenen (Hand. 11).

Barnabas
Barnabas was een Leviet, afkomstig uit Cyprus; hij heette oorspronkelijk Joses, maar hij kreeg de bijnaam 'Barnabas', dat uitgelegd wordt als 'zoon der vertroosting'. In Handelingen 4 : 37 wordt meegedeeld, dat hij een akker had verkocht en het geld aan de voeten der apostelen gelegd had. Hij is het geweest, die Paulus in de kring der apostelen gebracht heeft (Hand. 9 : 27), en later met Paulus samenwerkte in Antiochië. Van een bijzondere roeping om speciaal onder de heidenen te gaan werken, lezen we bij Barnabas niet.

Deze twee, Paulus en Barnabas, waren door de Heere afgezonderd tot de dienst van de evangelieverkondiging (Handelingen 13 : 2 "Zondert Mij af, beide Barnabas en Saulus, tot het werk waartoe Ik hen geroepen heb"). Ze zijn dus niet op eigen houtje gegaan, maar door de Heere Zelf geroepen, en daarna ook door de gemeente van Antiochië gezonden. De gemeente van Antiochië is de eerste geweest, waarvan we lezen, die daadwerkelijk en doelgericht het zendingswerk ter hand heeft genomen. Ze waren gehoorzaam aan de opdracht van de Heere Jezus: "Gaat heen, in de gehele wereld, predikt het evangelie aan alle creaturen" (Markus 16 : 15).

Tijd
De gebeurtenissen uit Handelingen 14 vinden plaats gedurende de eerste zendingsreis van Paulus. Vrij algemeen wordt aangenomen, dat deze viel in de jaren 46 tot 48 na Christus.

Plaats Lystre is een stad in Lycaonië, dit is een landschap, dat ligt in het midden van Klein Azië. Het grenst aan Cilicië, de streek waar Paulus geboren is. De grenzen van Lycaonië zijn niet duidelijk aan te geven en zijn ook niet steeds dezelfde. Lystre was een hooggelegen Romeinse garnizoensstad, ongeveer 38 km. ten Zuidwesten van Iconium. In Lystre had men tweeërlei soort bevolking: de inheemse Lycaoniërs en de Romeinse soldaten en kolonisten. Er werd dus zowel het Lycaonisch als het Grieks en Latijn gesproken. Mogelijk heeft Paulus later aan de gemeenten van Lystre en Derbe een brief geschreven: de brief aan de Galaten. De benaming Galatië kwam namelijk zowel voor als aanduiding van een landschap, naast andere landschappen, zoals Lycaonië, als ook als aanduiding van een Romeinse provincie, waarin naast het landschap Galatië ook andere landschappen vielen, zoals Pisidië en Lycaonië. (Vergelijk bij ons Groningen: zowel stad als provincie.) Als Paulus met Galatië de Romeinse provincie bedoeld heeft, dan richt hij zich mogelijk tot de gemeenten van Derbe en Lystre.

Jupiter
Dit is de Latijnse naam voor de Griekse god Zeus. Het was de belangrijkste god van de Romeinen. Ter ere van hem waren prachtige tempels gebouwd, onder andere in Rome en Athene. Mensen die zijn gunst zochten brachten hem geschenken, offers en kransen. De diensten werden geleid door priesters.

Mercurius
De Latijnse naam voor de Griekse god Hermes. Hij was de boodschapper van de goden. De mensen van Lystre dachten dat Paulus Mercurius was, omdat hij het woord - in de ogen van de toeschouwers in opdracht van Barnabas - voerde.

De Zendingsreis
De opdracht en voorspelling uit Handelingen 9 : 15 en 16 komen tot vemilling. Paulus spreekt reeds voor vorsten. Joden en heidenen en hij moet reeds lijden om om Christus' naam. De zendingsrede in Antiochië toont ons hoe hij door het Woord de genezing in Lystre, en hoe door de daad het Koninkrijk van God verkondigde.
Deze reis is niet een stipte uitvoering van een tevoren nauwkeurig opgezet en uitgewerkt plan, maar zij laten zich leiden door de Heilige Geest, die tot hen spreekt door middel van de omstandigheden. Telkens gebeuren er onverwachte dingen, die een ongedachte wending brengen in hun plannen. 

Antwoorden bij de praatvragen

1. a. De discipelen gingen, nadat de Heere Jezus naar de hemel was gevaren, voor Hem werken, dichtbij en ver weg. Hoewel de leer die zij brachten volkomen tegengesteld was aan de geest van de wereld, hoewel zij veel tegenstand kregen, waren de discipelen niet bang en zij schaamden zich er ook niet voor. Hier zien we dat God krachtig met hen meewerkte, door het Woord te bevestigen met tekenen die erna kwamen. Die tekenen waren het genezen van zieken, maar ook de bekering van heel veel mensen.
b. Dat de Heere altijd bij Zijn volk is. Dat Hij zendelingen uitzendt om Zijn Woord te verkondigen. Dat dit vruchten zal dragen. Het Woord werd verweg verkondigd. Paulus was dus ook een zendeling. Ook kregen ze veel met tegenstand te maken, Paulus werd zelfs gestenigd. Maar Paulus en Bamabas waren niet bang, want God was bij hen. Er werden tekenen gedaan: een man die kreupel was werd genezen en er werden veel mensen tot God bekeerd.
c. Dat het Woord van God krachtig is en over de hele wereld verkondigd moet worden. Dat de Heere met Zijn Woord ook tot ons komt! Hij heeft gezorgd dat de Bijbel ook in ons land kwam, dat er dominees zijn die Zijn Woord verkondigen. De Heere doet wonderen. Hij zorgt elke dag voor ons.

2. Verschillen:
Handelingen 3                                                   
De kreupele man vroeg om aalmoes          
het volk loofde God nadat de man genezen was
"in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel"
Handelingen 14
de kreupele man geloofde dat de Heere hem kon genezen
het volk maakte van Paulus en Barnabas goden omdat zij de man genezen hadden 
 "sta recht op uw voeten" 

Overeenkomsten Handelingen 3 en Handelingen 14:
- het gaat om een kreupele man die vanaf de geboorte kreupel was
- ze konden meteen lopen
- het is beiden een wonder dat de Heere deed door middel van twee discipelen / zendelingen

3 a. Bij de Heere Jezus. In Lukas 20 werd de Heere Jezus geloofd vanwege al de krachtige daden die zij gezien hadden (vers 37) "Gezegend is de Koning Die daar komt in den Naam des Heeren!" Niet lang daarna werd er geroepen "Kruist Hem, kruist Hem! Weg met Dezen" (Lukas 23).
b. In Johannes 16 : 33 staat: "In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen."
4 a. Alles waarop wij ons betrouwen stellen.
b. Dat wij Hem alleen dienen en vrezen en van Hem alleen alles verwachten, (aan het eind van vraag 94 wordt hierop ingegaan).
5 a. Zendelingen zijn mensen die het evangelie brengen bij heidenen.
b. Door de Heere God
c. Ga in op wat de kinderen vertellen
d. De profeten, de Heere Jezus, de discipelen 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2002

Mivo -12 | 32 Pagina's

Paulus in Lystre

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 2002

Mivo -12 | 32 Pagina's