JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Verhaal voor de kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verhaal voor de kinderen

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit verhaal is een samenvatting van het boek 'Een klein meisje in een groot land' geschreven door Christine Huneer. Het is een verkorte versie van 'De vrouw met het boek' van MA. Mijnders-van Woerden. De hoofdpersoon is Gladys Alward, de vrouw met het boek Met minder dan tien dollar op zak, maar gewapend met haar geloof, gaf Gladys Alward moedig gehoor aan Gods roeping om zendelinge te worden in China. Als u één van beide boeken hebt gelezen, kunt u deze schets gebruiken voor een vrije vertelling voor de kinderen op de club

Een kleine vrouw in een groot land

Gladys Aylward is een jong meisje. Vaak is ze verdrietig om hoe ze er uit ziet. Ze heeft heel steil zwart haar wat ze alleen in twee stijve vlechten kan dragen. Als ze in de spiegel kijkt, denkt ze steeds verdrietig: 'Waarom ben ik zo klein en waarom is mijn haar zo steil en zwart?' Ze wil er eigenlijk niet over denken. Ze duwt haar verdriet weg door altijd druk te praten en mensen na te doen. Gladys geniet ervan als ze andere mensen aan het lachen kan maken.

In die tijd komt het plan in haar op om toneelspeelster te worden. Ze droomt van het idee dat de mensen haar geweldig zullen vinden als ze eenmaal op het podium zal staan. Toch gaat het anders dan ze denkt...

Als Gladys zeventien jaar is, wordt ze kamermeisje in Londen. Iedere dag maakt ze in een hotel de bedden op en de kamers schoon. In de grote wereldstad zijn veel theaters en feesten. Het licht en de muziek lokt Gladys om feest te vieren. Ze doet vrolijk mee en ze vergeet haar opvoeding. Ze leest niet meer uit de Bijbel, ze bidt niet meer en ze gaat niet meer naar de kerk..

Op een avond loopt Gladys op straat. Opeens voelt ze een duw. Een paar meisjes duwen haar door een deur en... ze komt in een kerk terecht. Zomaar onverwachts. Een paar vriendelijke mensen wijzen haar een plaatsje. Gladys denkt: 'Ik zal niet luisteren'. Ze boort nauwelijks wat de dominee zegt, maar dan opeens dringen wel een paar woorden tot haar door:

'Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad' (2 Corinthe 5: 10)

Die woorden slaan met kracht bij Gladys naar binnen. Het wordt onrustig in haar hart. De woorden uit de preek over het komende oordeel vergeet ze niet meer. Ze voelt wel dat het niet goed met haar zal zijn als de Heere haar gaat oordelen. Ze weet: 'Ik leef in de zonde en zo kan ik niet sterven'.

Na veel bidden krijgt ze rust. Er gebeurt een wonder in haar leven. Gladys ont- vangt het geloof van God. Ze mag geloven dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden; óók de zonde van Gladys.

Gladys gaat niet meer naar de feesten in Londen.

Op een keer zit Glady te lezen. Ze leest een artikel over China, een land waar miljoenen mensen wonen die nog nooit van de Heere Jezus hebben gehoord. Gladys heeft het er vaak over met mensen. Ze hoopt dat er mensen zijn die als zendeling naar China willen gaan, om de mensen daar te vertellen over de Heere Jezus. 'Waarom ga je zelf niet?!' zegt haar broer op een gegeven moment boos. 'Je zit altijd maar te zeuren over China.'

In Gladys hart is een verlangen om naar China te gaan...

Gladys meldt zich bij een zendingsbureau. Ze wil uitgezonden worden naar China. Maar de mensen van het bureau denken dat het leren van de Chinese taal veel te moeilijk is voor Gladys. Gladys is verdrietig. Wordt ze nu boos? Nee, ze pakt haar Bijbeltje en gaat er in lezen. Genesis 12 slaat ze open: 'Ga uit uw land en uit uw maagschap naar het land dat Ik u wijzen zal...'. Het zijn de woorden die de Heere eens tot Abram sprak. Gladys weet nu zeker dat ze geroepen wordt naar China te gaan. Ze vertrouwt erop dat de Heere haar Zelf in China zal brengen.

Ondertussen werkt Gladys hard en leeft ze heel zuinig. Ze heeft al 47 pond bij elkaar gespaard...

Op een dag valt er een brief bij Gladys door de brievenbus. Een brief uit China! Een oude zendelinge, mevrouw Lawson, zoekt een jong meisje die haar komt helpen. Gladys had daar van gehoord en mevrouw Lawson geschreven. Nu krijgt ze een brief terug dat ze welkom is! Het geld wat ze heeft gespaard is genoeg voor de reis. De weg naar China ligt open...

De reis is héél lang, maar de Heere gaat met haar mee. Veilig komt Gladys aan in Yang Chen. Van mevrouw Lawson krijgt ze chinese kleren. Als ze die aantrekt, lijkt ze net een chinese vrouw! Gladys is ontroerd. Nu weet ze waarom de Heere haar klein liet blijven en haar van dat steile zwarte haar heeft gegeven. Gladys is nu één van het volk.

Mevrouw Lawson is van plan een herberg te openen. Yang Chen ligt aan een route waar veel kooplui met ezels voorbij komen. Als de ezeldrijvers nu in de herberg overnachten, wil de oude zendelinge proberen de mensen op deze manier met het Evangelie in aanraking te brengen.

Gladys moet proberen de ezeldrijvers naar binnen te krijgen, maar hoe moet ze dat doen? Ze moet proberen de eerste ezel van de ezelkaravaan bij de kop te grijpen en naar binnen te trekken. Gladys vindt het moeilijk, maar al gauw komen de ezeldrijvers uit zichzelf naar de herberg. Ze worden er goed verzorgd én... ze krijgen gratis verhalen uit de Bijbel te horen.

Gladys leert nu snel de Chinese taal en ook de dialecten van de ezeldrijvers.

Op een gegeven moment is Gladys alleen overgebleven in de herberg. Mevrouw Lawson is gestorven. Gladys krijgt een verlangen ook de vrouwen en meisjes van het land te bereiken met het Evangelie. De Heere weet dat ook en op een wonderlijke wijze verhoort Hij haar gebed.

De chinese regering komt met een nieu- we wet. Als er in China meisjes worden geboren, moeten hun voetjes heel strak worden verbonden. Dan groeien de voetjes, niet. Mannen in China vinden het namelijk mooi als de vrouwen kleine voeten hebben. Maar de Chinese regering wil niet langer dat dit gebeurt. Daarom hebben ze een nieuw wet gemaakt. De voeten van de meisjes mogen niet langer worden gebonden. Gladys wordt door de plaatselijke overheid van Yang Chen aangesteld om in alle bergdorpen de nieuwe wet bekend te maken en de voeten van alle meisjes te controleren. Ook krijgt ze toestemming om onderweg de mensen de bijbelse boodschap te vertellen.

Met een muildier en twee soldaten trekt Gladys het noordelijke bergland in. In elk dorp moeten alle mensen zich verzamelen op het dorpsplein. Als Gladys daar komt, begint ze te zingen. Ook leest ze een stukje uit de Bijbel. Dan maakt ze de nieuwe wet bekend. Daarna gaat ze met de mensen mee de huizen in. Geen huis slaat ze over. Overal controleert Gladys de voeten van de meisjes en vertelt ze de mensen uit Gods Woord. Zo wordt door Gladys het Evangelie in China verspreid.

Gladys voelt zich vaak alleen. Ze bidt tot de Heere en vraagt om iemand waarmee ze kan praten.

Als ze op een keer op reis is, ziet ze langs de kant van de weg een kind. Het kind is helemaal verwaarloosd. Zo erg, dat Gladys wel ziet dat het kind snel zal sterven. Voor negen stuivers mag Gladys het kind kopen. Dat doet ze. Weetje hoe ze het kind noemt? Ninepence; dat betekent negen stuivers.

Een paar maanden later vindt Ninepence een jochie op straat. Ze neemt hem mee naar de herberg.

Overdag speelt dat jochie op straat. Daar krijgt hij vriendjes. Hij neemt zijn vriendjes mee naar de herberg en zo krijgen alle verlaten kinderen een plaatsje in de herberg Gladys. Ook de kinderen die ze onderweg tegenkomt als ze de voeten van de meisjes gaat controleren. Voor al die kinderen is Gladys een echte moeder. Ze verzorgt ze met liefde. De kinderen noemen haar Ai Weh Toh: zij die ons liefheeft. Het is gezellig vol in de herberg van Yang Chen.

Maar het blijft niet gezellig. Er is oorlog gekomen met Japan. Yang Chen wordt gebombardeerd. Honderden mensen zijn in doodsgevaar. Ze liggen te kreunen onder het puin. Ook de herberg wordt getroffen. Gladys wordt onder de puinhopen vandaan gehaald. Snel zoekt ze tussen de brokstukken haar eerstehulpkoffertje. Gladys gaat een hulpdienst opzetten. Met wat verband en een flesje jodium trekt ze door de stad. Ze verzorgt de gewonden mensen en ze zorgt ervoor dat alle mensen worden weggehaald.

Gladys neemt zich voor als laatste uit de stad vertrekken. Maar voor ze vertrekt, knielt ze eerst nog neer tussen het puin van de herberg. Ze voelt zich zo zwak en hoe moet ze nu al die mensen helpen? Terwijl ze op haar knieën ligt, kijkt ze nog eens de herberg rond. Dat was een kamertje en dat... de muur er tussen is weggevallen... Daar staat nog een stukje muur...

Gladys blijft naar de muur staren... Wat ziet ze daar? Er hangt nog een stuk van een kalender. Haar oog valt op de tekst die op de bladzijde staat: 'En het zwakke der wereld heeft God uitverkoren opdat Hij het sterke zou beschamen'.

Op dat moment voelt Gladys zich zo maar sterk worden. Ze gelooft dat het waar is wat daar staat. Ze staat op en met nieuwe kracht vertrekt ze richting Pe Chuang.

Gladys blijft een paar maanden in Pe Chuang. Vanuit Pe Chuang trekt ze de omringende dorpen in. Daar treft ze allemaal vluchtelingen: mensen die voor de oorlog op de vlucht zijn. Gladys leest de vluchtelingen voor uit de Bijbel. Ook bidt ze met de gewonden. Er zijn boerderijtjes die door Japanse soldaten zijn bezet. Maar ze verbieden Gladys niet te spreken over dood en leven, zonde en straf en hoe nodig het is vergeving van zonden te ontvangen.

Terwijl ze haar werk doet, bespioneert Gladys de Jappen. Ze geeft van alles door aan het Chinese Nationalistische leger.

Een Japanse officier voelt zich persoonlijk aangesproken als Gladys vertelt over de slechtheid van de mens. De officier wordt woedend op de kleine vrouw. Wie heeft haar over zijn leven verteld? Het is alsof ze alles van hem weet. Gladys leest hem voor uit de Bijbel; het boek waarin God alles van de mens beschreven heeft. De Japanse officier leert veel van Gladys. Ze wijst hem op de Heere Jezus die juist voor schuldige en zondige mensen als hij op aarde is gekomen. De officier neemt een Bijbel mee. Hij wil ook anderen vertellen van de Heere Jezus.

Het is een tijdje later. Er wordt geklopt aan de deur van het huis van Gladys. Als Gladys gaat kijken ziet ze in de poort van haar huis een bedelaar staan. Ze ziet wel dat de man erg ziek is. Gladys kijkt nog eens goed. Ziet ze het goed? Het lijkt wel... Is hij het? Opeens herkent ze in de man de Japanse officier.

Door zijn eigen soldaten is hij geslagen, gemarteld en uitgehongerd. Waarom? Omdat hij geloofde in God en Zijn Woord. Alles hebben zijn soldaten hem afgenomen, maar het geloof niet. Dat kan niet. Gladys heeft hem nog jaar verzorgd. Toen is hij toch overleden.

Na de oorlog wordt de herberg van moeder Gladys weer opgebouwd.

Steeds meer weeskindertjes worden opgenomen in de herberg. Er zijn er al meer dan honderd.

In Shensi is ook een weeshuis geopend. Als Gladys hoort dat de regering voor dat weeshuis geld geeft om de kinderen te verzorgen, gaat ze een brief schrijven. Ze vraagt Gladys of een aantal kinderen uit haar weeshuis in Shensi kunnen komen. De kinderen zijn welkom en onder leiding van een evangelist vertrekt de eerste groep kinderen. Maar er komen al weer zoveel andere kinderen naar moeder Gladys, dat de herberg al snel weer vol is met honderd kinderen.

Inmiddels hebben de Japanners de spionage van Gladys gemerkt. Ze zoeken haar...

En Gladys? Weet ze er van? Is ze bang? Gladys weet het, maar ze wil niet vluchten. Tot ze in haar Bijbel in Jeremia 49 leest: 'Vlucht, zwerf snel heen, woon in diepe plaatsen'.

Gladys voelt zich klein en zwak in eigen kracht, maar sterk in het geloof vertrekt ze met de ruim honderd kinderen uit Yang Chen.

Dan begint een lange zware tocht. Ze gaan door de bergen en over de paadjes waar de ezels lopen. Zo trekt moeder Ai Weh Tóh met haar kinderen over de berghellingen en over bergruggen. De kinderen beginnen enthousiast aan de tocht, maar al gauw zijn ze erg moe. Vooral de meisjes krijgen last van hun pijnlijk vergroeide voetjes, 's Nachts slapen ze met z'n allen langs de kant van de weg of in de holen van de bergwanden. De meeste dorpen waar ze doorheen trekken zijn stil en verlaten. Soms vinden'ze nog wat eten. En als ze nog eenzame en verlaten kinderen tegenkomen, gaan die met hen mee op de lange verre reis.

's Avonds zijn de kinderen moe van het lopen op de hobbelige bergpaden, maar 's morgens als de zon opkomt, zingen ze er weer vrolijk op los. Toch worden de kinderen steeds gauwer moe en ze verzwakken door de honger. Na een dag of tien kunnen ze alleen nog maar vermoeid verder sukkelen. Ook Gladys voelt zich zwak. Ze heeft al twee dagen niets gegeten en om beurten draagt ze steeds één van de kleine kinderen. Als ze moeten schuilen voor een zware onweersbui duwen de kinderen elkaar huilend en dreinend weg om maar dicht bij moeder Ai Weh Töh te zijn. Ai Weh Tóh smeekt of de Heere wil laten zien dat Hij hun God en hun Helper is. Ze gelooft dat er bij de Heere uitkomsten zijn, zelfs tegen de dood. En gesterkt door het geloof trekt ze weer met haar kindertjes verder.

Als ze eindelijk vermoeid en verzwakt bij de Gele Rivier aankomen, ziet Gladys al gauw dat er geen veerboot meer is om hen over te varen naar Vrij China, waar het andere weeshuis is. Een achtergebleven boer vertelt dat er niemand de rivier meer over mag steken. Wat een teleurstelling. Wat moeten ze nu?

Moeder Gladys laat al de kinderen alleen. In de eenzaamheid gaat ze bidden. God kan Zijn beloftes toch niet verbreken? Haar geloofsvertrouwen wordt zwaar beproefd.

Drie dagen en nachten blijven ze aan de rivier. Opnieuw komt de boer. 'Binnen een dag zullen de Japanners er zijn en alle achtergebleven vrouwen en kinderen in het grensgebied doden' vertelt hij. Vlucht terug, de bergen weer in.'

Eén van de grote meisjes, Sualan, schudt Gladys aan haar arm. Ze fluistert over het verhaal dat Gladys eens vertelde van Mozes bij de Rode zee: Achter hem en het volk van Israël waren de soldaten uit Egypte, naast hen de bergen en voor hen de zee. Toch kwamen ze allemaal veilig aan de overkant. 'Moeder', vraagt Sualan, 'Gelooft u dat dat toen écht gebeurd is?' Gladys knikt ja. Het staat in Gods Woord!

Sualan kijkt moeder Ai Weh Töh hoopvol aan: 'Dan kan dat nu toch ook gebeuren?' In vast vertrouwen zegt Sualan: 'God is en blijft dezelfde God.'

Dan bidt Gladys opnieuw. Ze smeekt de Heere of Hij aan de kinderen wil laten zien dat Hij de almachtige God is. Met sterke kracht krijgt ze in haar hart de woorden: 'Psalmzingt de Heere!'

Stil eens... wat hoor je daar? Heel in de verte? Psalmgezang. Uit honderd kindermonden klinkt langs de oever van de rivier de ene psalm na de andere.

Niet alleen de Heere hoort het, ook niet alleen moeder Gladys en de kinderen... In de buurt is ook een soldaat. Maar dat weten Gladys en de kinderen niet. De christensoldaat hoort het zingen en gaat op het geklank af... een tijdje later vindt hij moeder Gladys met de kinderen. Met zijn bootje vaart hij naar de overkant en komt weer terug. Hij komt terug met... een veerboot! De kinderen en moeder Gladys zijn gered!

Eén van de kleine kinderen zegt tegen Gladys: 'De Heere heeft vast gezien dat we te moe waren om te lopen. Toen heeft Hij geen pad gemaakt maar een boot gestuurd.'

Er is een stil dankgebed in het hart van de uitgeputte Gladys. God heeft Zijn be- lofte vervuld.

Als ze allemaal aan de overkant zijn, knielen ze met zijn allen voor de Heere neer. Gladys kan van zwakte niet meer spreken. Eén van de grote jongens dankt de Heere voorZijn wonderlijke bescherming op de verre reis. Alle kinderen hebben gezien dat de Heere almachtig is.

Als de kinderen vragen hoe het is afgelopen, kan gezegd worden dat alle kinderen die veilig aan de overkant zijn gekomen, zijn ondergebracht in een vluchtelingenkamp.

Om te lezen...

Voor kinderen van 8-12 jaar

De volgende twee boekjes geven een aardig beeld van het leven van kinderen in China: het schoolgaan, het meehelpen in het gezin en de omgang met Gods Woord en christenen.

* Achter een gesloten deur door C.M. de Putter-Dekker Soefong woont in Shanghai, een grote Chinese stad. Haar vader heeft een restaurant en staat heel goed bekend, vooral nadat hij de politie geholpen heeft bij het arresteren van een paar misdadigers.

Soefong komt in contact met christenen die (verboden) samenkomsten houden en de Bijbel onderzoeken. Thuis durft ze er niet over te praten, totdat Gods Woord ook voor Soefongs ouders het belangrijkste in hun leven blijkt te zijn! Een kleine pocket van 73 bladzijden.Uitgave: 'De Banier' Utrecht.

* De verscheurde kinderbijbel van Chi-Pin door C.M. de Putter-Dekker

Dit boekje is een vervolg op Achter een gesloten deur'. Chi-Pom, het jongere broertje van Soefong heeft een plan voor de juffrouw op school, dat echter zeer ongunstig afloopt en ernstige gevolgen heeft voor de huisgemeente. Een kleine pocket van 78 bladzijden. Uitgave: 'De Banier' Utrecht

Vanaf 10 jaar

* De vrouw met het boek door MA Mijnders-van Woerden

Een heel bekend boek dat de jeugd van een engels meisje beschrijft dat niet meer naar de kerk wilde gaan. Op wondere wijze kwam zij tegen haar zin in een kerkdienst. Wat daar gebeurde en de verandering die de prediking van die avond in haar jonge leven bracht, is in dit boek duidelijk beschreven. Haar roeping om naar China te gaan, haar leven vol zorgen en Gods wonderbare leiding. Een levensgeschiedenis van een eenvoudige zendelinge. Het boek telt 327 bladzijden.

* Het verboden boek door L. Ippel-Breedveld

Dit boek beschrijft het leven van de Chinese zendeling Robert Morrison. Eeuwenlang was China gehuld in een diepe duisternis. Het licht van het Evangelie was in dit grote land nog niet doorgedrongen. Voor vreemdelingen was het land hermetisch afgesloten. In het begin van de 19e eeuw lukt het Robert Morrison China binnen te dringen. Met onvermoeide ijver heeft deze zendeling het Woord van zijn Zender vertaald en verbreid. Vaak verkeerde hij in levensgevaar en leed hij ontberingen. Op boeiende wijze wordt in dit boekje het leven van deze zendingspionier beschreven.

* Toen de honger kwam door A. Brand

Een boek (voor moeilijk lezende) kinderen over de hongersnood in China. Daarin gaat het om de strijd van een jongen die moet kiezen voor de Heere of voor de afgoden. De strekking van het boek sluit goed aan bij het bijbels thema van de actie. Het boek is niet meer leverbaar, maar nog wel verkrijgbaar bij (school-)bibliotheken.

Voor u als leidinggevende om meer te weten over de geschiedenis van china en het leven van christenen daar zijn

Om meer te weten over de geschiedenis van China en het leven van christenen daar zijn de volgende twee boeken aan te raden om te lezen:

* Als het regent in de bergen door Eileen Crossman

Een nieuwe biografie van James O. Fraser die als student op 22-jarige leeftijd tot bekering kwam. Zijn gemakkelijke, luxe leven met in het vooruitzicht een schitterende carrière verruilde hij voor China. Hij kreeg een leven vol ontberingen, maar temidden van de Lisus, een volk in Zuid-west-China mag hij die ene Naam verkondigen, waarvan ze nog nooit hebben gehoord: Jezus Christus. Het boek beschrijft hoe door persoonlijke, geestelijke strijd en de verkondiging van Gods Woord de christelijke gemeenten groeiden. Overal waar Gods Woord wordt verkondigd, roept dat weerstand op. Maar God is en blijft overal Dezelfde.

Uitgave: Overzeese Zendingsgemeenschap, Amsterdam

* Gelouterd Goud door Ralph Toliver

Een familiekroniek van het gezin Lie in China. Het beschrijft hun belevenissen vanaf 1949, de stichting van het communistische China. Vanaf die tijd zou voor de familie Lie het leven nooit meer hetzelfde worden. Wat ze in de tijd van de culturele revolutie hebben meegemaakt als gezin wordt op een aangrijpende wijze beschreven.

Het boek is een uitgave van Pro Mission in samenwerking met de Overzeese Zendingsgemeenschap (OZG) Zeist. Vanuit hun achtergrond kan het boek gelezen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Mivo -12 | 44 Pagina's

Verhaal voor de kinderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Mivo -12 | 44 Pagina's