JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Opvoeden zonder vooroordelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opvoeden zonder vooroordelen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jonge kinderen zijn nog onbevangen en zonder vooroordelen. Toch zien ze op jonge leeftijd ook al verschillen en gaan ze daar van lieverlee ook waardeoordelen aan geven. We gaan hier in op de cognitieve ontwikkeling van kinderen en wat dit betekent voor het omgaan met verschillen, met als voorbeeld het omgaan met verschillen in huidskleur.

Ik en de ander

God maakte ons niet om voor onszelf te leven. Kinderen groeien op in een gemeenschap met verschillen: in leeftijd, vaardigheden, ras, enzovoorts. Samenleven en omgaan met verschillen: dat is iets wat kinderen moeten leren. Wie ben ik en wie is de ander? Ergens rond hun tweede verjaardag ontdekken kinderen dat ze zelf iemand zijn. Dat is goed merkbaar, want de peuter krijgt een eigen wil. Tussen het tweede en het vierde jaar leren kinderen dat ze een jongen of een meisje zijn en voelen ze zich zo (sekserol-identificatie). Dit proces verloopt onbewust, maar zodra een kind dit beseft, zal hij zich daarnaar gedragen. Peuters denken helemaal vanuit zichzelf en menen dat iedereen zo denkt. Ze zien zichzelf als middelpunt en kunnen zich niet in een ander verplaatsen. Het redeneren over het denken van andere mensen is nog moeilijk. Voor een peuter is ‘waar’ wat hij denkt of ziet.

Tot vijf of zes jaar zijn kinderen egocentrisch. Ze redeneren vanuit hun eigen standpunt, ze gaan uit van zichzelf. Doordat kinderen naar school gaan, worden ze geconfronteerd met andere leefwerelden. Dit vermindert het egocentrisme. Een kleuter is in staat duidelijke emoties van anderen (zoals boosheid of blijdschap) te herkennen en gaat ook beter begrijpen waarom deze emoties getoond worden. Het rollenspel is iets dat kinderen op deze leeftijd veel doen. Het draagt eraan bij dat ze zich in anderen kunnen verplaatsen en een rol aan kunnen nemen. Tussen de vijf en acht jaar leert een kind relativeren, het ontdekt de andere kant van de medaille. Kinderen kunnen ook de minder duidelijke emoties, zoals schaamte of trots, begrijpen. Ze kunnen zich wat beter verplaatsen in hoe anderen tegen dingen aankijken en kunnen beter de gedachtegang van anderen volgen. Kinderen in deze leeftijd worden zich steeds meer bewust van hun plaats tegenover anderen. Basisschoolkinderen zijn volop bezig met het vormen van vriendschappen. Het belang daarvan staat onomstotelijk vast. Het ontwikkelen van een hechte vriendschap stelt kinderen meer open voor andermans gevoelens.

De denkkracht van pubers neemt enorm toe. Dat stelt hen in staat om kritisch en afstandelijk naar hun sociale omgeving te kijken. Dat doen ze meestal tamelijk zwart-wit. De mening van vrienden en personen die ze bewonderen (van vlogger tot predikant) lijkt daarbij het meest doorslaggevend. Toch pikken ze veel op van de gesprekken die thuis gevoerd worden, ook de manier waarop er over anderen gepraat wordt.

 

Huidskleur en vooroordelen

Hoewel de hersenen steeds meer in staat zijn om verschillen tussen mensen niet als negatief te beoordelen, toch komen er (vaak onbewust) bij kinderen racistische gedachten voor. Al vanaf dat ze drie maanden zijn, zien kinderen verschillen in huidskleur. Op de kleuterleeftijd gaan kinderen hier ook waardeoordelen aan koppelen. De vraag is, hoe ze deze ontwikkelen. Uit studies blijkt, dat deze waardeoordelen niet altijd een relatie hebben met die van de ouders. Ook wanneer die zich niet negatief uitlaten over andere huidskleuren, kunnen kinderen mensen toch oordelen op basis van hun huidskleur. Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor. In de eerste plaats de verstandelijke ontwikkeling van een kind. Kinderen maken de wereld voor zichzelf overzichtelijk door die in te delen in categorieën. Ze gaan daarbij vooral uit van wat ze zien. Daarbij worden, om duidelijkheid te creëren, de verschillen tussen de groepen groter gemaakt en de verschillen binnen de groepen kleiner. Ze veronderstellen dat mensen die op één vlak op elkaar lijken (bijvoorbeeld huidskleur of geslacht) ook op andere gebieden hetzelfde zijn. Dit ‘hokjesdenken’ is er ook nog op latere leeftijd en het speelt vaak onbewust een rol bij de gedachten die over anderen worden gevormd.

Verder speelt de omgeving van een kind een rol. Kinderen leren door ervaringen. Als een kind op school alleen blanke leerkrachten ziet, maakt het voor zichzelf de associatie tussen ‘leerkracht’ en ‘blank’. Het geld voor de zending of voor ontwikkelingshulp gaat meestal in een bus met daarop mensen met een getinte huid. Bij een kleurpotlood dat ‘huidkleurig’ wordt genoemd zullen de meeste kinderen denken aan een blanke huidskleur. Impliciet worden er door de omgeving en onze maatschappij op die manier heel wat boodschappen meegegeven aan een kind. Dat geldt op het gebied van huidskleur, maar natuurlijk ook voor andere gebieden.

 

Wat doen tegen vooroordelen?

Verschillen tussen mensen zijn er. Hoe help je een kind hier goed mee om te gaan?

• Wees je bewust van de omgeving waarin je kind opgroeit en welke invloed die heeft op de denkkaders van je kind. Wat is ‘normaal’ en wat wijkt daarvan af? Wat leert je kind impliciet over mensen die verschillen van hemzelf? Een omgeving met veel diversiteit biedt meer leer- en gespreksmomenten dan een homogene omgeving.

• Wees je bewust van je eigen denkkaders en hoe je daaruit handelt. Je kind ziet jou omgaan met anderen, op straat, in de winkel, in de kerk, bij de school. Stroken je eigen denkkaders met die van de Bijbel, of spelen onbewust bepaalde superioriteitsgevoelens mee ten opzichte van mensen die je als ‘minder’ beschouwt?

• Erken en benoem de verschillen die er tussen mensen zijn, maar generaliseer niet. Ken elk mens zijn eigen waarde toe.

• Herken vooroordelen. Maakt je kind een onhandige opmerking of uit het een vooroordeel, negeer het dan niet. Het is juist een goede kans om hier aandacht aan te geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019

Eigenwijs | 24 Pagina's

Opvoeden zonder vooroordelen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019

Eigenwijs | 24 Pagina's