Het gezin als kleinste kerk
‘Kinderen moet je kinderlijk behandelen’
Dit jaar herdenken we 500 jaar reformatie. De CGO (Cursus Godsdienstonderwijs) besteedde daarom dit voorjaar een leergang van vijf avonden aan de reformatie. Een van deze avonden had als thema ‘De reformatie en huisgodsdienst’. Of zoals lector Ds. W.A. Zondag het verwoordde: de reformatie en de kleine kerk. Het gezin is de kleinste kerk, een samenkomst van mensen die de Heere willen eren en dienen.
De praktijk van de huisgodsdienst wordt ingevuld door de mannen van de Nadere Reformatie. Zo beschrijft Willem Teellinck het in zijn ‘Huysboeck’ en Jacobus Koelman in zijn boek: ‘De plichten der ouders in kinderen voor God op te voeden’. Maar ook de mannen van het eerste uur, Luther en Calvijn, hadden aandacht voor de godsdienstige vorming van hun kinderen.
De mooie tuin
Luther vond dat je kinderen op een kinderlijke manier moet behandelen en benaderen. Dat zie je terug in deze brief die hij zijn 4-jarige zoon Hansje stuurde:
Aan mijn geliefde zoon
Hansje Luther te Wittenberg,
Genade en vrede in Christus! Min geliefde zoon, het doet me plezier te vernemen dat je goed je best doet bij je leren en dat je ijverig bidt. Ga zo door, mijn zoon, en als ik thuiskom, zal ik een leuk cadeautje voor je meebrengen van de markt.
Ik weet een aardige, mooie en vrolijke tuin waar veel kinderen zijn, die gouden jasjes dragen. Zij rapen lekkere appels, peren, kersen, en gele en blauwe pruimen onder de bomen; ze zingen, springen en zijn gelukkig. Zij hebben ook leuke paardjes met gouden teugels en zilveren zadels. Ik vroeg de eigenaar van de tuin van wie die kinderen waren. Hij antwoordde: “Dit zijn de kinderen die graag bidden, studeren en niet ondeugend zijn.” Toen zei ik: “Beste man, ik heb ook een zoon, hij heet Hansje Luther. Mag hij ook in de tuin komen, zodat hij ook die lekkere appels en peren kan eten, en op deze leuke paardjes rijden, en spelen met deze kinderen?” De man antwoordde: “Als hij ook graag bidt, leert en niet ondeugend is, mag hij ook de tuin ingaan, en Lippus en Jost ook. En als ze allemaal samen hier zijn, krijgen ze ook fluiten, trommels, luiten en allerlei snaarinstrumenten. Ze mogen ook spelen en schieten met kleine kruisbogen.” En hij liet me daar een schitterend grasveld zien in de tuin, helemaal klaargemaakt om op te stoeien, waar veel gouden fluiten en trommels en mooie zilveren kruisbogen hingen. Maar het was nog zo vroeg in de morgen dat de kinderen nog niet gegeten hadden, daarom kon ik niet wachten op hun spel. Ik zei dus tegen de man: “Beste man, ik zal vlug weggaan en mijn lieve zoon Hansje hierover schrijven, dan zal hij zeker flink leren, ijverig bidden en lief zijn, zodat hij ook in deze tuin kan komen. Maar hij heeft een tante Lena, die moet hij meebrengen.” “Dat zeker,” zei de man, “ga maar en schrijf hem dat.”
Daarom, lieve zoon Hansje, leer en bid ijverig, en zeg tegen Lippus en Jost dat zij ook moeten leren en bidden; dan zullen jullie samen in de tuin komen. Hiermee beveel ik je aan in de bewaring van de lieve Heere. Groet tante Lena, en geef haar een kusje van mij.
Je liefhebbende vader,
Martin Luther
Voor het hele huis
Ik heb een gesprek met een van de CGO-bezoekers, Corine Kuijt-de Bruin. Corine is getrouwd met Hennie en moeder van twee kinderen van zes en zeven jaar oud. Wat haar vooral aanspreekt, is dat het hele huis bij de huisgodsdienst betrokken werd.
Zo ging dat in Engeland. Voor Bijbellezen, gezamenlijk bidden en zingen werd tijd vrijgemaakt. Corine maakte dit ook zelf mee toen zij op bezoek was bij christenen in Engeland. “Voordat wij ’s avonds naar huis gingen, werd er eerst gezamenlijk gebeden. Het Evangelie gaat iedereen aan. Dat wil de Heere ook zegenen.”
Buigen onder het Woord
Corine vindt het positief dat de christenen in de tijd van Calvijn in Genève vaak samen kwamen. “Het bezoeken van de zondagse samenkomst was het minimale. Ze hadden de behoefte om gevoed te worden door het Woord. Sommige dingen waren hetzelfde als in onze tijd. Ook toen moesten mensen vermaand worden en hadden ze onderwijs nodig. Je moet zo’n tijd als de reformatie ook niet idealiseren, het hart van de mensen is hetzelfde gebleven.”
Het viel haar ook op dat het voor de mensen in die tijd een grote overgang was van de roomse naar de protestantse godsdienst. “Ze moesten leren niet hun eigen wil te volgen, maar te buigen onder het Woord. Ze waren niet gewend om de Bijbel te betrekken bij hun dagelijkse leven. Dat is ook voor ons belangrijk: wat betekent de Bijbel voor mij, voor ons gezin, voor ons leven? Je moet buigen onder het gezag van het Woord.”
Bijbelteksten leren
Voor zichzelf neemt Corine mee dat het gebed een grote plaats moet krijgen. “Ik wil alles in gebed bij de Heere brengen.” Luther noemde daar concrete aandachtspunten voor, zoals bidden aan de hand van de opbouw van het ‘Onze Vader’. Dan is je bidden meer op de Heere gericht, in plaats van het alleen maar opsommen van onze gebeds- en dankpunten. Het hebben van parate kennis noemt Corine als aandachtspunt voor haar gezin: “Dus niet ‘ik zoek het wel even op’, maar teksten uit het hoofd leren.” Ze merkt dat kinderen in de schoolperiode veel moeten leren, onder andere de psalmversjes. “In de vakantieperiode wil ik daarom met de kinderen Bijbelteksten gaan leren.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2017
Eigenwijs | 24 Pagina's
