JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Hoe concreter, hoe beter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe concreter, hoe beter

“Je kunt ook je tijd geven”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alle vier zijn ze lid van de JeV ‘Sola Scriptura’ in Boskoop. Ze zijn 17 jaar, studeren en hebben een baantje op zaterdag en in de vakanties. Sharon Huurman, Caroline de Pater, Niels Blijleven en Arien van Ginkel hadden voor EigenWijs een gesprek met L. van der Maas, algemeen secretaris van het deputaatschap Bijzondere Noden.

Schokkende beelden van armoede en oorlog zijn dagelijks aan de orde. Media staan bol van het nieuws uit de wereld. Ook jongeren maken op deze manier kennis met de nood in de wereld. Sharon: “Je hebt alleen een beeld van hoe het in Nederland is. Terwijl het op veel plaatsen in de wereld anders is.”

 

Geven aan een goed doel, wanneer doe je dat?

Arien: “Het is natuurlijk goed om te geven, maar je hebt met alleen een zaterdagbaantje niet veel geld over. Het meeste gaat gewoon op aan de dingen die je nodig hebt.” Caroline: “Ik geef altijd aan het kindje dat we met de JeV hebben geadopteerd.” Dat doen de anderen ook. Maandelijks dragen de Boskoopse JeV-leden enkele euro’s bij.

Niels: “Ik geef ook bij acties op school of op de JeV. En natuurlijk bij de collecte. Maar niet vooraf gepland.” Van der Maas haakt hierop in: “Ik begrijp dat het dus dichtbij moet komen en dat je je persoonlijk aangesproken moet voelen?” Sharon: “Ja, dat klopt. Als iemand iets vertelt over een goed doel, zie je vaak dat het nodig is.”

 

Kies je bewust voor een bepaald doel?

Arien: “Daar kijk ik wel naar. Afgelopen zomer werd er bij het kampproject van de Jeugdbond geld opgehaald voor vervoermiddelen in Siberië. Ik dacht: zouden ze die voertuigen niet gewoon kunnen laten sponsoren? Ik geef dan liever iets voor vervolgde christenen.”

Sharon: “Ik vind het ook belangrijk dat het een christelijk doel is. Dan weet je dat je geld goed wordt besteed.” Van der Maas: “Ik denk dat er ook nog een andere kant is. Het deputaatschap voor Bijzondere Noden wil helpen in situaties waar materiële nood is. Maar we hebben ook oog voor de geestelijke nood van deze mensen. We letten erop dat ook op dat gebied hulp wordt geboden.”

Arien: “Een doel moet ook concreet zijn. Als het iets is waarvoor duizenden euro’s nodig zijn, denk ik: helpen die paar euro’s van mij wel?”

Van der Maas: “Je wilt dus dat je bijdrage iets betekent voor een ander?” Daar zijn de jongeren het over eens. Hoe concreter en kleiner het doel, des te meer spreekt het aan. Caroline: “Natuurlijk is er ook geld nodig voor administratie en dergelijke. Maar ik geef mijn geld liever aan de mensen zelf.”

 

Denk je dat de Bijbel richtlijnen geeft voor het geven aan anderen?

Arien: “In de Bijbel worden de tienden genoemd. Maar dat is in onze situatie niet haalbaar.” Sharon: “Er staat ook in de Bijbel dat je met je hart moet geven. Zoals de weduwe die een penning in de schatkist van de tempel gooide.” Caroline: “En er staat dat het zaliger is te geven dan te ontvangen.” Arien: “Maar wat je geeft, hoeft niet altijd geld te zijn. Dat kan bijvoorbeeld ook je tijd zijn.”

Van der Maas: “Spelen richtlijnen die je van thuis uit meekrijgt ook een rol?” Sharon: “Je neemt natuurlijk wel veel van thuis over. Zoals je ouders het doen, doe je het ook.” Caroline: “Mijn ouders stimuleren me wel om te geven aan anderen. Maar ze laten me er vrij in hoeveel ik geef en waaraan ik geef.” Arien: “Je ouders hoeven ook niet alles tegen je te vertellen.”

 

Als je straks een baan krijgt en gaat verdienen, zouden jullie dan met je ouders of met vrienden willen praten over hoeveel je geeft?

Arien: “Dat is mijn eigen keuze. Wat mijn vrienden geven is hun zaak.” Niels: “Je mag dat ook niet vergelijken. De één heeft heel andere inkomsten dan de ander en kan meer opbrengen voor een goed doel.” Sharon: “Je moet niet aan anderen laten merken hoeveel je geeft.” Caroline: “Het gaat er niet om wat andere mensen geven, maar je moet voor jezelf bepalen wat je kunt geven.”

Van der Maas: “Vinden jullie dat je een bepaald percentage van je inkomen voor een goed doel moet bestemmen?” Caroline: “Het gaat niet zozeer om een percentage. Het gaat er meer om hoe je geeft.”

 

Kun je ook op een andere manier helpen?

Sharon: “In onze gemeente hebben we een kerkelijke hulpdienst. Zij helpen mensen bijvoorbeeld bij de huishouding of bij andere dingen die ze zelf niet kunnen.” Niels: “Als je zestien wordt, krijg je een brief. Daarbij zit een formulier waarop je aan kunt kruisen wat je voor anderen kunt doen en wanneer je daar tijd voor hebt.” Arien: “Deze hulpverlening gaat altijd door. Je kunt zo echt iets voor een ander betekenen.” Sharon: “Het is fijn als je merkt dat andere mensen je hulp waarderen.” Niels: “Als je gevraagd wordt, doe je gemakkelijker mee dan wanneer je ergens uit jezelf op af moet stappen.”

 

Wat doet Bijzondere Noden om jongeren bij het werk te betrekken?

Van der Maas: “We hebben niet iets specifiek voor jongeren. Wel kunnen mensen met een laag budget – dat zouden ook jongeren kunnen zijn – voor bijvoorbeeld drie euro per maand of per kwartaal een project steunen. Donateurs krijgen jaarlijks informatie over de stand van zaken.

Ook sturen we jaarlijks in september een brief naar alle jeugdverenigingen, met het aanbod een avond te komen verzorgen. Daar krijgen we best respons op. Behalve dat het inkomsten oplevert, zorgt het vooral voor betrokkenheid.

Het is leuk om te merken dat jongeren kritisch meedenken. Eens kreeg ik op een avond de vraag: ‘Waarom moet Bijzondere Noden tussen ons en het doel in staan? We kunnen toch ook rechtstreeks geven?’ Dat zet je weer aan het denken: wat is onze toegevoegde waarde en hoe leggen we dat aan mensen uit?”

 

Waarom is het belangrijk dat jongeren betrokken zijn bij het werk van Bijzondere Noden?

Van der Maas: “Er worden in samenwerking met de Jeugdbond ook werkvakanties georganiseerd. Je ziet dat er voor jongeren een wereld opengaat als ze kennismaken met een andere cultuur. Ze kijken verder dan hun eigen omgeving en willen zich graag inzetten voor de mensen bij wie ze te gast zijn. Na zo’n vakantie volgen er vaak nog allerlei acties om geld in te zamelen. Maar de bewustwording vind ik het grootste winstpunt.”

Arien: “Maar die bewustwording is toch niet te meten?” Van der Maas: “Niet helemaal, maar je ziet toch dat zo’n werkvakantie jongeren verandert. Ze zien dat arm zijn niet automatisch betekent dat mensen ongelukkig zijn. Ze kunnen veel leren van de levensinstelling van deze mensen.”

 

Voel je je bij wereldrampen meer betrokken bij de nood in de wereld?

Niels: “Als er een ramp gebeurt, voel ik me wel meer betrokken bij de nood van anderen. Dan maak ik iets over voor dat doel.” Caroline: “Je komt het dan steeds tegen in de krant en in de media.” Van der Maas: “Wij raken wel gewend aan beelden in de media over de nood in de wereld. Het moet steeds prikkelender worden, willen wij ervan onder de indruk zijn.” Sharon: “Een voorbeeld is de campagne van Stop Aids Now, die vond ik indruk maken.” Arien: “Net zoals je hoort dat iedere dertig seconden een kind aan malaria sterft. Dat grijpt je wel aan.”

 

Zou de betrokkenheid van jongeren kunnen verbeteren?

Van der Maas: “We willen graag de betrokkenheid van jongeren vergroten. Daarbij lopen we wel tegen beperkingen aan. Jongeren zijn heel visueel ingesteld en maken gebruik van moderne media. Wij kunnen niet van alle media gebruik maken. Daarom kiezen we voor een benadering via de jeugdverenigingen.

Verder willen wij jongeren die voor hun studie een stage in het buitenland willen doen, helpen bij het vinden van een geschikte stageplek. Hoewel Bijzondere Noden dit verder niet begeleidt, kunnen wij hiervoor wel onze contacten gebruiken. Het is zo waardevol!”

Sharon: “Je hebt zelf alleen een beeld van hoe het in Nederland is. Terwijl het op veel plaatsen in de wereld anders is.” Van der Maas: “Maar op andere plaatsen werkt God ook. Hij is een God van de hele aarde. En het is belangrijk dat wij geld geven, maar het is niet de enige manier om iets voor anderen te kunnen doen. Vergeet vooral het gebed niet. Mensen in nood hebben ons gebed hard nodig.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2010

Eigenwijs | 24 Pagina's

Hoe concreter, hoe beter

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2010

Eigenwijs | 24 Pagina's