JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

God alleen overgebleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God alleen overgebleven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van zijn zesde tot zijn zesentwintigste jaar heeft hij op twintig verschillende adressen gewoond. Hij voelde zich in zijn jeugd alleen en verdwaald. Pas jaren later heeft de Heere hem laten zien waarom hij deze weg moest gaan. Meneer Z. Klaasse uit Lieren laat ons meelezen in zijn levensboek.

1947 

“Het jaar dat ik geboren werd. Mijn ouders waren nog geen jaar getrouwd, toen stierf mijn vader. Ik was zelf nog maar zes weken oud. In de jaren daarna heb ik mijn moeder nooit zien lachen.” Meneer Klaasse laat een foto zien van een Zeeuwse vrouw in klederdracht, ernstige blik in haar ogen, klein jongetje aan haar hand. “Ze was een ernstige vrouw, bezorgd om de toestand van haar ziel. Ze wist dat ze niet oud zou worden. Ze probeerde mij een godsdienstige opvoeding te geven. Omdat zij de kost moest verdienen, ging ik op mijn vierde naar een algemene christelijke school in Biggekerke. Ze leerde me dat ik alleen moest kunnen staan. Als andere kinderen, bijvoorbeeld, een werkje gingen maken over Sinterklaas, dan mocht ik niet mee doen. Ik vond dat soort dingen helemaal niet erg. Je moet je niet te veel door de mening van anderen laten beïnvloeden.

Mijn moeder las eens na het eten over de tekst aldaar zal wening zijn en knersing der tanden, die tekst is me mijn hele leven bijgebleven. Hij sneed door mijn ziel, het deed me zo’n pijn als ik eeuwig buiten God zou moeten vallen. Ik ben daar ook lang mee blijven worstelen. Ik las wel eens bekeringsverhalen over mensen bij wie hun leven totaal veranderde. Ik kende dat helemaal niet.”

1953

“Mijn moeder had een hersentumor en stierf eind van dit jaar. Ik weet nog dat ze met de ziekenauto is weggebracht. Een ander moment dat ik me nog levendig voor de geest kan halen, is het moment dat ik op de dag van de begrafenis werd opgetild om in de kist te kijken. Ik had toen eigenlijk maar één wens: dat ik naast mijn moeder had gelegen. Nadat mijn moeder gestorven was, heb ik zó de liefde van mijn moeder gemist. Ik liet niemand in mijn hart toe en kon nergens met mijn vragen terecht. In de gezinnen waar ik ondergebracht werd, was ik doorgaans niet welkom.”

1958

“Als je alleen op de wereld overblijft, dan denk je dat je alleen bent. Toen ik elf jaar was, nam familie me mee naar de kermis in Goes. Ik wilde niet, maar ik kon me niet verzetten, ik moest mee. Ik vond het verschrikkelijk en had het zó benauwd! We moesten hals over kop de kermis verlaten, omdat er een ongeluk was gebeurd bij de botsauto’s. Wie had me toen gered? Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen? Je kunt dénken dat je alleen ben, maar ik kwam er pas jaren later achter dat ik toen helemaal niet alleen was.”

1964

“Toen ik zestien jaar was, kwam ik van de mulo en moest ik van mijn voogd gelijk gaan werken. Hij had het liefst gewild dat ik gelijk na de lagere school ging werken, maar, met tegenzin van zijn kant, mocht ik toch de mulo afmaken. Ik wist niet wat ik daarna moest gaan doen. Er waren al verschillende mensen aan de deur geweest met de vraag of ik bij ze wilde komen werken. Tot er op een dag een man aan de deur kwam die vroeg of ik bij het Kadaster in Middelburg wilde komen werken. Ik heb deze keuze toen aan de Heere voorgelegd. Een mens kan soms merken dat het gebed verder gaat dan het plafond. Dit was zo’n moment. Ik kreeg vrijheid van de Heere om daar te gaan werken. Ik was daar zo op mijn plek, dat ik nu nog steeds één dag in de week voor het Kadaster werk. Ik kan het moeilijk loslaten, hoewel mijn hart in de dienst des Heeren ligt.”

1965

“Je moet leren om bang te zijn van je eigen verlangens en wensen. Toen ik achttien was, hield ik van een meisje en ik had aan de Heere gevraagd: ‘Ik ben alleen, wilt U me een vrouw geven in Uw gunst?’ Ik wilde alleen trouwen met een meisje dat de Heere vreest. Ik had een meisje ontmoet en in de kerk was ze ontroerd tijdens de bediening van het avondmaal. Ik dacht dat ze wat voor me was. Maar de Heere zweeg, hij gaf geen antwoord op mijn gebed en ik begreep wat Zijn zwijgen betekende: dat was een ‘nee, Ik wil het niet’. Dat maakt je bang voor je eigen gevoelens en wensen. Je kan door je eigen verlangens bedrogen worden.”

1968

“Ik was twintig jaar en woonde allang niet meer in Zeeland, maar ging daar, tijdens een familiebezoek, op zondag naar de kerk in Meliskerke. De preek die toen gelezen werd, kan ik nog uit mijn hoofd opzeggen. Het was een preek van dominee J.W. Kersten en in die preek werden woorden gegeven aan de gevoelens in mijn hart. Ik hoorde in die preek dat het juist de weg van God is om alles af te breken, dat Hij de mens moet uitschudden, net zolang tot je maar één ding over hebt: de Heere Jezus als je Borg. Met de ouderling die die preek las, heb ik toen het eerste geestelijke gesprek gehad sinds het overlijden van mijn moeder. Tot zijn sterven is hij een goede vriend geweest.”

1972

“Op mijn vierentwintigste werkte ik in Den Haag bij het Kadaster. Ik zat in de kost bij een vrouw met een mooie boekenkast. Ik haalde daar op een avond een boekje uit van dominee J.P. Paauwe. Gelijk het eerste woord van die preek greep me aan. Het was een dringende nodiging tot Christus. Paauwe heeft mij het verschil geleerd tussen bidden en bidden, bekering en bekering, geloof en geloof. Het verschil is de algemene werking van de Geest en de zaligmakende werking van de Geest. Dit sloeg zo naar binnen. De zaligheid ligt alleen in Christus, je hebt een Borg nodig voor je schuld. Steeds als ik weer wat las, ontviel er weer wat van me en er bleef niks over. Maar als je als mens denkt dat er niks van je is overgebleven, dan is er nog best heel veel overgebleven. Dan is er nog een gevoel dat je iets kan kwijt raken. Alles moet je ontvallen tot God alleen overblijft. Als er werkelijk iets van God in je ziel is, heb je God lief omdat Hij God is.”

Afgelopen jaren

“Nu ik ouder ben, denk ik wel eens terug aan mijn leven. Dan loop ik mijn leven langs met de Heere. Ik ben in mijn jeugd drie keer op straat gezet. Ik vroeg aan de Heere: waarom was dat? Ik kreeg antwoord: Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. Ik ben geen man die leeft bij ingevingen van teksten en versjes, maar die woorden daalden in mijn ziel. Het was zo’n wonder dat de Heere tegen me zei dat ik niet van deze wereld was, terwijl ik zo ontzettend werelds bén.”

2019

“Ik ben nu tweeënzeventig. Bij mij zijn alle deuren dicht, ik heb geen behoefte aan God, geen behoefte aan gebed, alles is dicht en onbekeerd. Maar plotseling als alle deuren dicht zijn, komt Hij binnen, als je het nooit meer ver wacht. Dan zegt Hij: ‘Vrede zij u. Hier ben Ik. Je kon Mij wel missen, maar Ik kan jou niet missen’. Hij zorgt er dan eerst voor dat ik Hem ook niet meer kán missen. Hij zorgt daarvoor! Anders gebeurt het niet! De Heere werkt van boven naar beneden. Daar vind je juist de hoop! Je hoeft het niet van jezelf te verwachten. Met Hem kom je nooit beschaamd uit.”


Naam: Z. Klaasse

Woonplaats: Lieren

Leeftijd: 72 jaar

Gezin: getrouwd, twaalf kinderen (twee wonen nog thuis), 35 kleinkinderen

Leest graag: preken van ds. J.P. Paauwe, J.C. Philpot en ds. J.W. Kersten

Karaktereigenschap: Zegt waar het op staat.


Verder praten

met je vrienden, thuis of op JV:

ʾ In wat voor gezin groei jij op?

ʾ Hoe verliep jouw levensreis? Noem eens twee hoogtepunten en twee dieptepunten.

ʾ “De Heere werkt van boven naar beneden. Daar vind je juist de hoop! Je hoeft het niet van jezelf te verwachten. Met Hem kom je nooit beschaamd uit.” Wat doet dit citaat van meneer Klaasse met jou?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2020

Daniel | 32 Pagina's

God alleen overgebleven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2020

Daniel | 32 Pagina's