JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanwijzingen voor het gebruik

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daniël

Aanwijzingen voor het gebruik:

Bijgaand ontvangt u de speciale actie-Treffer over Daniël. Het Bijbelboek Daniël is genoemd naar de profeet, die tijdens de hele ballingschap aan het hof van Babel diende. Hij is al op jonge leeftijd, samen met andere jongens, weggevoerd uit Jeruzalem naar Babel.
Toen Daniël naar Babel werd gevoerd had hij ongeveer dezelfde leeftijd als de jongeren, waar deze Treffer voor bedoeld is. Hierdoor staat Daniël dicht bij de jongeren.
Daniël kreeg in zijn leven met veel verleidingen te maken. We lezen dan ook hoe hij en zijn vrienden, door Gods genade, hierin staande mochten blijven. Daniël en zijn vrienden moesten steeds een keuze maken. Ook de +12 jongeren moeten steeds een keuze maken bij de dingen die op ze af komen. Deze Treffer wil handreikingen doen om daar met elkaar over na te denken.
Heel het Bijbelboek Daniël is vol van de botsing tussen Gods Rijk en het wereldrijk. In ieder hoofdstuk komt dat thema terug. Steeds zien we die strijd met geweld en met list, die altijd weer de ondergang van Gods Rijk op het oog heeft. Maar die strijd loopt steeds weer op een nederlaag uit en tenslotte op de ondergang van het rijk van wereld en satan. Maar de Heere heeft het laatste woord en Hij geeft aan Zijn volk de overwinning.

Actie ‘Toekomst voor de kerk’: Een Treffer over Daniel past bij de actie voor het jeugdwerk.
Daniel, die als jongere middenin een wereld stond die God niet kende. Daniel en zijn vrienden kwamen alleen te staan toen ze Gods geboden wilden naleven.
Deze Treffer sluit af met een laatste pagina over de actie. Toch wordt het thema van de actie heel de Treffer door behandeld: Blijven onze jongeren staande, ook in de toekomst?

Doel:
Met deze Treffer over “Daniël” willen we de jongeren leren dat:
− Ze de geschiedenissen uit het boek Daniël kennen
− Ze alleen door Gods kracht en genade staande kunnen blijven bij verleidingen die op hen afkomen
− Macht en geld waardeloos zijn in tegenstelling tot Gods Koninkrijk
− Alleen belijden met de mond niet genoeg is, het gaat om het hart
− Het gebed veel kracht doet
− De actie ook voor hen is

Lezen:
− U kunt een keuze maken uit Daniël 1-6
− 1 Petrus 4 : 12-19
− 1 Petrus 1 : 3-9
− Jeremia 25 : 1-14

Zingen:
Psalm 4 : 4, Psalm 141 : 4,9 en 10, Psalm 145 : 5 en 6, Psalm 68 : 10 en 16, Psalm 34 : 4, Psalm 91 : 5 en 8, Psalm 97 : 4.

Programmasuggesties:

Ideeën voor +12 groep
− Opening
− Interactieve introductie: woordveld maken op bord of flap over de vraag: Waaraan denk je als je het woord “verleidingen” hoort
− inleiding in verhaalvorm over één van de verhalen van Daniël
− Pauze
− Bespreek in groepjes de vragen bij het verhaal
− Denk met elkaar na hoe je de actie verder vorm wilt geven in de gemeente
− sluiting

Ideeën voor +14 groep
− Opening
− Interactieve introductie: zie ideeën van de +12 groep
− Een paar jongeren doen een korte inleiding over de verhalen uit deze Treffer
− Pauze
− Beantwoord in groepen de verschillende vragen op de pagina’s 3 t/m 7, 10 en 11
− Laat ieder groepje een activiteit bedenken voor de actie
− Sluiting

Toelichting op de vragen en opdrachten:

Toelichting bij pagina 3
Blz. 3 handelt over de vrienden aan het hof van Nebukadnezar.
Deze vrienden zijn ongeveer net zo oud als de jongeren waar deze Treffer voor geschreven is. Daniël en zijn vrienden houden vast aan datgene wat ze uit hun opvoeding hebben meegekregen. Ze willen hun leven aan de Heere wijden.
Vraag 1:Weiger jij ook wel eens iets te doen, omdat je je aan bepaalde regels wilt houden?
Jongeren zullen soms ook geroepen worden om te weigeren met iets mee te doen. Er zullen in de gezinnen regels zijn waar ze zich aan moeten en willen houden. Ze zullen dan wel eens ergens “nee” tegen moeten zeggen. Te denken valt aan kleding, vrije tijds besteding.
Vraag 2: Wat kun je van Daniël leren?
Uit de reactie van Daniël is te leren dat het uit zijn hart voortkomt. Het is dus niet alleen uit traditie of iets dergelijks, hij wíl ook niet anders. Daar gaat het om. Het gaat niet om uiterlijk vertoon, maar het gaat om de gezindheid van ons hart.
Vraag 3: Door welke 3 dingen wil Nebukadnézar dat de jongens hun achtergrond vergeten? (Zie Daniël 1 : 5 en 7)
Nebukadnezar geeft de jongens andere namen. Ook krijgen ze ander eten. En ze krijgen onderwijs.
Je naam zegt iets over je afkomst; Nebukadnezar hoopt dus dat de jongens door de verandering van hun naam, hun afkomst sneller zullen vergeten.
Ze krijgen ander eten. Het is eten van de tafel van de koning, het beste van het beste. Het is een poging om de jongens te vervreemden van hun achtergrond enhen gelijk te schakelen met de wereld om hen heen. De jongens zouden door het eten van onrein voedsel hun plaats onder Gods volk verliezen.
Het onderwijs moet de vrienden informeren over de gang van zaken in Babel en de heidense gewoonten. Dit in de hoop dat ze hun joodse achtergronden vergeten en ingeburgerd raken in de heidense godsdienst.
Vraag 4: Hoe laat jij iets uit je opvoeding aan anderen zien?
is voor iedere jongere weer anders. Probeer ze met elkaar in gesprek te laten gaan over dingen die wij vanzelfsprekend vinden, maar die voor een buitenstaander niet vanzelfsprekend hoeven te zijn. Er kan gedacht worden aan kleding, gebed. Maar ook over gewoonten in het gezin. Dan komen weer de regels uit het gezin naar voren

Toelichting bij pagina 4 en 5
Deze bladzijden handelen over de dromen van Nebukadnezar. Op blz. 4 gaat het over de droom zoals die in Daniël 2 beschreven staat. Dit is de droom over het beeld dat door de steen verbrijzeld wordt. Op blz. 5 gaat het over de droom in Daniël 4. Dit is de droom van de boom. De wijzen van Babel kunnen de dromen niet uitleggen. Maar Daniël mag met Gods hulp deze dromen uitleggen. Deze dromen wijzen allebei naar de vergankelijkheid en betrekkelijkheid van aardse rijkdom en macht. Niets blijft er ook over van al het aardse geluk, van al onze koninkrijken, van onze hobby’s, van alles waar we in opgaan en waar we voor geleefd hebben. Maar Gods Rijk zal in eeuwigheid bestaan.
Bij het beeld van de voeten en de tenen moeten we ons realiseren dat met dat beeld de hele periode tussen het Romeinse Rijk en de wederkomst wordt bedoeld. Hier hebben we dus te maken met een typering van onze eigen tijd.
Vraag 1: Vertel in eigen woorden welke droom Nebukadnézar gedroomd heeft, zoals je die leest in Daniël 2 : 31-35.
Nebukadnezar heeft in zijn droom een groot beeld gezien. Dit beeld maakte een geweldige indruk op hem. In dat ene beeld worden de glans en de schittering van de koninkrijken van deze wereld getekend.
Dan komt er een steen van een berg af. Een steen die zonder handen was afgehouwen. Die steen rolde tegen de voeten en enkels van dat beeld en dat viel in stukken. Er bleef niets van over.
Vraag 2: Wat deed Daniël toen God hem de droom uitgelegd had?
Nadat de Heere het gebed van Daniël verhoord heeft, gaat Daniël de Heere danken. Probeer de jongeren er op te wijzen dat wij zo vaak vergeten te danken als de Heere het gebed verhoort.
Vraag 3: Wat zou er met het rijk van Nebukadnézar gebeuren?
Daniël wijst Nebukadnezar er op dat de Heere alles aan hem geschonken heeft. Maar dat het rijk niet overeind blijft. Er moet plaats gemaakt worden voor een volgend rijk.
Vraag 4: “Daarom hebt gij gezien dat uit den berg een steen zonder handen afgehouwen is geworden”(Daniël 2 : 45)
a. Wie wordt met deze steen bedoeld? (Jesaja 28 : 16, Ps. 118 : 16-22)
b. Waarom heeft het Koninkrijk van God toekomstperspectief?
Met die Steen wordt de Heere Jezus Christus bedoeld. Zonder handen is Hij van de berg afgehouwen. Daar wordt mee bedoeld: daar is geen mensenhand aan te pas gekomen, dat is een Goddelijk werk. Hij komt van boven: Hij heeft de hemelse heerlijkheid verlaten. Dit Koninkrijk komt niet ná de andere koninkrijken, maar het is er al terwijl die anderen nog regeren.
Die Steen is van Boven gekomen. Hij vernietigt de koninkrijken van deze wereld. Zijn Koninkrijk is gekomen en Zijn Koninkrijk breidt zich uit.
Die Steen zal straks de wereld vervullen. Dan zal de hele aarde vol zijn van de kennis van Hem. Zijn Koninkrijk blijft tot in alle eeuwigheid.
Vraag 5: a. Wat is de reactie van Nebukadnézar op de uitlegging van deze droom? (zie vers 46 – 48)
b. Wat vind je van deze reactie?
Nebukadnezar wil Daniël aanbidden en hem offers laten brengen.
Nebukadnezar is even onder de indruk. Hij erkent de waarheid en de grootheid van de Heere. Hij roemt met zijn mond de Heere, maar innerlijk verandert er niets.
Vraag 6: De boom werd groot en sterk (Daniël 4 : 11) Waarom wordt het beeld van een boom gebruikt om een machtig rijk aan te duiden? (Ezechiël 31 : 3)
In de Bijbel wordt ons leven vergeleken met een boom. Maar deze boom wordt afgehouwen. Een boom wijst op grootheid, heerlijkheid en macht. De boom is groot. Iedereen ziet hem en het is een lust voor het oog om hem te zien.
Vraag 7: Schrik jij wel eens van wat Gods Woord tot je zegt?
Bespreek met elkaar dat je wel eens onder de indruk kunt zijn van een preek of iets dergelijks. Bespreek met de jongeren wat de Bijbel met ze doet, als ze bijv. zelf in de Bijbel lezen.
Vraag 8: Wat is de betekenis van deze droom?
Daniël legt de droom uit. Die boom bent u! Daniël beschrijft de heerlijkheid van het koninkrijk van Nebukadnezar. Zijn grootheid is zo dat zij reikt tot aan de hemel. U bent zo groot geworden, dat u de aandacht trekt van alles en iedereen. Uw heerschappij is tot aan het einde van de aarde. Van al die heerlijkheid blijft niets over. Maar God zal nog geen voleinding met Nebukadnezar maken. Hij houwt hem wel af, Hij snoeit wel, maar nog niet tot het uiterste. De boom staat er nog, de wortels zijn nog intact.
Vraag 9: In Daniël 4 : 27 past Daniël zich aan, aan degene tegen wie hij spreekt. Wil jij in de preek aangesproken worden op je eigen situatie? Wat zou de dominee dan moeten zeggen of behandelen?
Er kan met elkaar gesproken worden over de manier van aanspreken in de prediking. Ga met de jongeren in gesprek hoe ze graag in de prediking benaderd zouden willen worden. Maar bespreek ook wat nodig is in de prediking: de prediking moet eerlijk en evenwichtig zijn. En er moet voor iedereen gepredikt worden.
Vraag 10: Ook in het laatste vers van dit hoofdstuk lezen we dat hij nu duidelijk wist wat God met hoogmoedigen doet. Wat zegt hij daar?
Er staat in Daniël 4 : 37: “Hij is machtig te vernederen degenen, die in hoogmoed wandelen.” Nebukadnezar zegt dat alle knie zich voor Hem zal buigen. Dit is een troost voor Gods volk. Maar ook een waarschuwing en roep tot bekering. God laat het beest een tijd zijn gang gaan. Maar de dag komt dat het rijk van de wereld ondergaat en Babel verwoest wordt.
Vraag 11: Het spreekwoord zegt: “Hoogmoed komt voor de val”. Wat wordt daarmee bedoeld?
Hiermee wordt bedoeld dat ondergang en ellende de onvermijdelijke gevolgen van trotsheid zijn. Wie een hoge dunk heeft van zijn eigen kwaliteiten gaat ten onder.

Toelichting bij pagina 6 en 7
Op deze pagina’s staat de geschiedenis van de drie vrienden van Daniël in de brandende oven van Nebukadnezar centraal. De strijd tussen het Rijk van God en het rijk van de wereld is het centrale thema.
Vraag 1 en 2: Welke verleidingen komen op jou af? Wat is jouw reactie hierop?
Op de jongeren komen veel dingen af, waartegen ze “nee” zouden moeten zeggen. Op school zullen ze ook “nee” moeten zeggen bij bijv. klassenavond. Er valt ook te denken aan het kijken van DVD’s, zaterdagavond besteding enz. enz. Het is belangrijk om met de jongeren te spreken over hun reactie hierop. Doen ze mee met hun vrienden of zouden ze wel anders willen, maar weten ze niet hoe?
Vraag 3: Het orkest staat gereed. Straks zal de muziek gaan spelen. Dan zal iedereen voor het beeld knielen. Wat een reactie zal dat zijn bij het horen van de muziek. Waar kan de satan nu muziek voor gebruiken?
Muziek kan de stille tijd verdringen, nooit meer rust om je heen, maar altijd muziek. Muziek kan ook heel sluipend de jongeren in bezit nemen. Muziek moet ter ere van God gebruikt worden. Is dat met alle muziek zo die de jongeren luisteren.
Vraag 4: Wat zou jij doen als je voor de keuze van de drie vrien den stond?
De drie vrienden stonden voor de keuze om te knielen voor het beeld of in de oven geworpen worden. Ze moesten kiezen. Vraag of de jongeren of zij zo voor hun geloof uit zouden durven komen, zoals de drie vrienden dat deden.
Vraag 5: Wat zou je ervan gevonden hebben als de jongens even gebogen hadden?
Als ze geknield hadden, hadden de vrienden God verloochend. Ze willen alleen Hem gehoorzamen en dienen. Ze vertrouwden ook op Gods almacht.
Vraag 6: “En de gedaante des vierden is gelijk eens zoons der goden”(Daniël 3 : 25)
Wie wordt met die vierde persoon bedoeld?
De kanttekeningen zeggen: “gelijk een zoon van God; dat is, voortreffelijk schoon, uitstekende in schoonheid, alsof hij niet van menselijke, maar van goddelijke afkomst was. Deze engel heeft God de Heere deze drie mannen bijgevoegd tot hun troost en tot verlichting en verkwikking, opdat zij in het midden des vuurs en der vlam niet bezwijken zouden. Sommigen menen dat het de Heere Christus zelf geweest is, die deze jongelingen verschenen is.”
De uitleggers verschillen van mening over de vraag wie die vierde persoon is geweest. Sommigen denken dat het een engel is geweest. Anderen menen dat het de Heere Christus zelf in het vuur was. Een ding is zeker: door die Engel Gods, Jezus Christus, is er voor de jongens behoud in het vuur.
Vraag 7: Hoe zou het komen dat juist soms in moeilijke omstandigheden de nabijheid van de Heere zo sterk ervaren wordt?
Juist in zulke omstandigheden kun je je zo afhankelijk van de Heere voelen. Je voelt dan dat je in jezelf onmachtig bent, tot niets in staat. Er is alleen hulp van de Heere te verwachten.

Toelichting bij pagina 8 en 9
We willen even aandacht geven aan het schrift op de muur. Vermoedelijk zijn het vijf letters geweest: M M T P P.
Het woordje ‘Mené’ staat er twee keer. Dit krijgt dus grote nadruk. God heeft de dagen van Babel geteld en geconstateerd dat de tijd, die aan Babels heerschappij gesteld was, ten einde is.
De Heere telt niet alleen, hij weegt ook. Dat zegt het woordje ‘Tekéél’. Het gaat nu niet over het koninkrijk, maar over de koning Belsazar zelf. Hij komt om te wegen of Hij vrucht mag vinden aan onze levensboom. En als dat niet het geval is, zoals bij Belsazar?
Dat zegt het laatste teken. Daniël leest: ‘Pharsin’. Dat is het meervoud van het woord, dat hij in de uitlegging noemt: ‘Peres’, vandaar die dubbele P. ‘Peres’ betekent: gebroken, gedeeld, aan stukken. Zo handelt God met Babel en Belsazar. Hij gooit ze weg, Hij werpt ze in het vuur.
Het woordje ‘Peres’ laat overigens ook zien dat Bijbelse profetie een dubbele betekenis kan hebben. ‘Peres’ heeft namelijk ook te maken met Perzië. Vandaar dat Daniël de lijn ook in die richting door kan trekken.

Toelichting bij pagina 10 en 11
Vraag 1a: Vergelijk jouw leven eens met dat van Daniël. Wat zijn overeenkomsten en wat zijn verschillen?
Met elkaar kan gesproken worden over het leven van Daniël. De jongeren kunnen hun leven met het leven van Daniël op verschillende punten vergelijken. Te denken valt aan de getrouwheid hoe ze hun werk doen, hun eerlijkheid, hun gebedsleven, alleen in het midden van klasgenoten of collega’s.
Vraag 1b: Wat kun je hier van Daniël leren voor je school of je werk?
Daniël is een voorbeeld voor ons allemaal wat betreft zijn eerlijkheid en trouw, maar ook wat betreft zijn gebed. Om zo getrouw ons werk te doen, maar ook in die afhankelijkheid van de Heere te leven.
Vraag 2: Door zijn leven wekt Daniël de woede en de jaloezie van zijn ondergeschikten op. Kun je de jaloezie van de vorsten en stadhouders begrijpen?
Jaloezie is misschien wel te begrijpen. Darius gaf Daniël de hoogste positie, maar Daniël overtrof de anderen ook in wijsheid, inzicht en beleid. Maar jaloezie is nooit goed te praten.
Vraag 3: Ben jij ook wel eens jaloers? Wat doe jij dan?
Inventariseer de reacties van de jongeren. Jaloezie komt vaak voort uit een begeerte of uit eerzucht. De reactie hierop kan heel verschillend zijn. Er zullen jongeren zijn die proberen zullen dat gene te bemachtigen waarop ze jaloers zijn. Het kan ook dat jongeren proberen de begeerte aan de kant te schuiven. Of dat ze er juist verdriet van hebben als ze zien wat er in hun hart leeft.
Vraag 4: Welk plan bedenken de vorsten en stadhouders? En wat was hun bedoeling hiermee?
Ze bedenken met elkaar dat er een nieuwe wet gemaakt moet worden. De vorsten laten het voorkomen alsof ze deze nieuwe wet willen, zodat koning Darius alleen alle eer zal krijgen. Niemand mag in dertig dagen iets van een god of mens vragen, dan alleen van de koning. Wie wel iets aan een ander vraagt zal in de leeuwenkuil geworpen worden.
Vraag 5: Wat betekent “naar de wet der Meden en der Perzen”?
Een wet van Meden en Perzen mocht niet herroepen worden, deze stond dus vast.
Opdracht: Praat met elkaar over je gebedsleven. Waar bid jij? Hoe bid jij? En wat bid jij? Vergelijk ook jouw gebedsleven met Mattheüs 6 : 5-15.
Voor sommige jongeren zal het misschien moeilijk te zijn om hier over te spreken. Geeft aan dat het om persoonlijke dingen gaat, maar dat het wel goed is om hier met elkaar over na te denken.
Bidden is spreken en omgaan met God. Het gebed is de levensadem van de ziel.
Dat geeft aan het bidden al een heel bijzonder karakter. Calvijn zegt: “Het gebed is en zekere samenspreking der mensen met God, waardoor zij, het heiligdom des hemels binnengegaan zijnde, Hem over Zijn beloften in eigen persoon aanspreken”.
De eerbied voor God komt bijv. naar voren in de woordkeus, maar ook in de houding. We kunnen alleen maar in ootmoed en nederigheid bidden. Knielen is daar al een voorbeeld van. Onze houding kan ons helpen om ons op het gebed te concentreren.
Ook het hardop uitspreken van het gebed kan helpen om ons op het gebed te richten.
Er moet niets tussen God en ons inzitten, waardoor het gebed verhinderd wordt. Eerst moeten onze gedachten tot rust zijn.
Overdenk vooraf wat je wil gaan zeggen in je gebed.
Er kunnen ook zonden zijn waardoor het gebed niet verder komt.
Laat niets en niemand je tegenhouden of storen als je gaat bidden. Sluit je deur als je in gebed gaat. Zorg voor een plaats waar je alleen met de Heere kan zijn. Zoek een vaste en geschikte tijd voor je gebed, maak ook tijd voor je gebed.
Zo mag je met al je noden naar de Heere gaan. Wees dan ook eerlijk tegenover God, zeg wat er in je hart leeft.
In Mattheüs 6 wordt het “onze Vader” ook aangehaald. Al onze gebeden moeten op dat gebed gericht zijn. Het gaat om de zaken die hierin genoemd worden, natuurlijk mag dat met andere woorden.

Literatuur:
− Geopende vensters – Ds. D.J. Budding
− Daniël, profeet van het rijk van God – Ds. J. Westerink

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2007

Treffer | 16 Pagina's

Aanwijzingen voor het gebruik

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2007

Treffer | 16 Pagina's