…door Simeon en Anna

Het gaat in deze Bijbelstudie om het getuigenis van twee mensen die uitzagen naar de komst van de Messias en Hem met hun eigen ogen mochten zien. Het gaat over Simeon en Anna. De komst van dit Kind was hen beloofd. Van Simeon staat er nadrukkelijk dat hij de dood niet zien zou, voordat hij de Christus gezien zou hebben.

Lukas 2 : 25-38

25 En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem.
          Wat wordt  daarmee bedoeld?
26 En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zoude, eer hij den Christus des Heeren zou zien.
27 En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen;
28 Zo nam hij Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide:
29 Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord;
30 Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien,
31 Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken:
32 Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel.
33 En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.
          Ik kan wel begrijpen dat ze verwonderd waren. Dit hadden ze natuurlijk niet verwacht!
34 En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israel, en tot een teken, dat wedersproken zal worden.
35 (En ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden.
36 En er was Anna, een profetesse, een dochter van Fanuel, uit den stam van Aser; deze was tot groten ouderdom gekomen, welke met haar man zeven jaren had geleefd van haar maagdom af.
37 En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, God dienende nacht en dag.
          Ging ze dan nooit weg  uit de tempel?
38 En deze, te dierzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks den Heere beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.

Lees het onderstaande Bijbelgedeelte eens goed door. Je ziet er verschillende opmerkingen bij geplaatst. Doe dit zelf ook.

Je kunt dat ook doen door de volgende tekens er tussen te zetten:
? - waar je wat over wilt vragen.
! - wat je aanspreekt, wat je mooi vindt.
x - wat je niet begrijpen kunt.
-> - waar je nog wel eens over door zou willen praten

Simeon

(Luk 2 : 25-35)

1a. Vertel in je eigen woorden wat er in dit gedeelte over het leven van Simeon gezegd wordt. (zie Lukas 2 : 25)
1b. Wordt dit getuigenis, dat zij rechtvaardig en godvrezend waren van meer mensen gegeven? Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat dat betekent. (Zie Genesis 7 : 1, Job 1 : 1, Markus 6 : 20, Lukas 1 : 6, Handelingen 10 : 22)
1c. Lees Prediker 7 : 20: ‘Er is geen mens rechtvaardig op aarde.’ Hoe kan dan toch van al die mensen uit vraag 1b gezegd worden dat ze rechtvaardig zijn?
1d. Wat betekent het dat de Heilige Geest op hem was? (vers 25) Zie ook 1 Korinthe 3 : 16.

2a. Welke belofte had de Heere Simeon gegeven? (vers 26) En wat deed Simeon met wat de Heere hem had beloofd?
2b. Geeft de Heere nog wel eens zulke beloften?
2c. Zoek Numeri 23 : 19 er eens bij. Wat heeft dit te maken met Simeon?

3. Probeer eens in je eigen woorden te zeggen wat vers 30 betekent. Wat is het ‘Uw zaligheid gezien?’

Anna

(Lukas 2 : 37-38)

vers 37: “…dewelke niet week uit de tempel, met vasten en bidden, God dienende nacht en dag.”

4a. Welke uitspraak spreekt jou het meest aan? En waarom?
• Het is wel mooi om zoals Anna te leven, maar ik kan niet zoveel tijd aan de dingen van God geven als zij.
• Als wij door de week kerk hebben, probeer ik altijd tijd vrij te maken om te gaan.
• Op het leven van Anna kun je wel jaloers zijn!
• Ik ben vaak veel drukker met de dingen van nu, van de aarde als met het dienen van God.
4b. Is het nodig om naar de kerk te gaan om te geloven of kan dat ook wel buiten de kerk? (zie ook Romeinden 10 : 14)

5a. Wat houdt het in dat Anna de Heere beleden heeft?
5b. Hoor jij die belijdenis nu nog wel eens? Zo ja van wie?

6. Anna sprak van Hem tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.
6a. Waarvan verlost Christus Zijn volk?
6b. Naar wie is Anna toegegaan toen zij de Messias had ontmoet?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen