JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De profeet Amos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profeet Amos

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijziging voor het gebruik

In deze schets over het boek Amos kan onmogelijk op alles worden ingegaan. Slechts datgene wat Amos typeert zullen we nader bezien.

Het is wel goed, je eerst bezig te houden met het verschijnsel van de profetie en de profeten zélf, voor je je aandacht gaat richten op de profeet Amos. In de literatuurvermelding komen we daar nog even op terug. Ook verdient het grote aanbeveling om het gehele boek(je) Amos eerst door te lezen. Toch niet te veel moeite? Je gaat het geheel dan wat beter overzien en al lezend vraag je je af, welk uitgangspunt je zult zoeken.

1. Uitgangspunt

We kiezen dit in hfdst. 5 Het beste kunnen we, aan het begin van de avond, dit hoofdstuk samen met elkaar lezen, vóór we de inleiding horen. De inleiding zelf zal ongeveer moeten inhouden:

a) tijd en situatie waarin Amos leefde,

b) persoonlijke gegevens van Amos,

c) de inhoud van zijn profetieën, wat vooral betekent een nadere „uitleg” van hfdst. 5 mét andere gegevens uit Amos.

2. Tijd en situatie

Hfdst. 1 : 1 geeft een vrij nauwkeurige tijdsaanduiding. Jerobeam wordt genoemd; dit is Jerobeam II, de vorst van Israël die ± 760 vóór Christus regeerde over het tienstammenrijk, ook wel Noordrijk of kortweg Efraim genoemd.

Ook is sprake van een aardbeving in dit vers; deze wordt in Zach. 14 : 5 ook genoemd.

De profeten zijn meestal niet los te denken van de politieke situatie, waarin ze leven. In Juda zit Amazia, later opgevolgd door Uzzia op de troon; in het noordelijke rijk Jerobeam II. Deze laatste wordt algemeen geacht de flinkste koning te zijn die het Noordrijk heeft voortgebracht.

Als je 2 Kon. 14 : 23-29 leest, valt je dit nog niet zo erg op, al is het er wel uit op te maken (welk vers?) Er is in zijn tijd rust en vrede, wat al spoedig welvaart en rijkdom meebrengt. Dat had hij niet aan zijn politieke slimheid te danken. Al had hij zijn tijd mee, de voorspoed van zijn land is een gevolg van de bijzondere bemoeienis van God (2 Kon. 14 : 25- 27). De macht van Egypte was al geruime tijd afgezwakt; Syrië, een geduchte vijand voor Jerobeams voorgangers, kan niet meer die kracht ontwikkelen van vroeger, omdat het maar al te bezorgd is over de opkomst van de nieuwe wereldmacht Assyrië. Voorlopig echter liggen Juda en Israël nog te ver weg van Assyrië om zich nu al zorgen te maken. Het volk is maar al te blij zich nog eens in de oude rijkdom te kunnen verheugen. De weelde neemt hand over hand toe. De rijken worden steeds rijker, maar .... door uitbuiting van de armen! Zo’n welvaart kan niet anders dan een schijnwelvaart zijn. Men wil uit „dankbaarheid” ook nog wel religieus zijn. In het noordrijk zijn er tenminste al 2 heiligdommen: te Dan en te Bethel. De dienst aan Jahweh meende Jerobeam I al via de gouden kalverendienst te kunnen betrachten. Men viert de drie grote feesten die Juda gehandhaaft heeft, lustig mee, maar .... op een eigen wijs!

3. Persoonlijke gegevens

Amos is „maar” een eenvoudige boer. Veeherder en moerbeivijgenkweker. Hij komt uit Tekoah, ± 10 km. ten zuiden van Jeruzalem. Zijn moerbeivijgenbomen zijn waarschijnlijk in Jericho’s omgeving te vinden, want bij Tekoah is de bodem daarvoor te schraal.

De Heere kan in Zijn dienst ieder gebruiken, die Hij daarvoor bekwaam maakt. Dat blijkt duidelijk bij Amos. Want daar gaat deze boer op Gods bevel naar Bethel. Daar spreekt hij de boodschap van God op zijn wijze uit. Ook als profeet blijft Amos boer. De welgedane dames van Samaria noemt hij bijv. koeien van Bazan (4 : 1). Je ziet ze als het ware waggelen!

Maar op een gegeven ogenblik komen de moeilijkheden. Lees hfdst. 7 maar eens na. Het slot van het derde visioen doet voor Amazia, de priester van het rijksheiligdom te Bethel, kennelijk de deur dicht: ,,lk zal tegen Jerobeams huis opstaan met het zwaard” (7 : 9). Dat is hoogverraad. Weg, jij profeet, de grens over! Ga je praatjes maar in Juda ophangen, eet daar maar profetenbrood. Na deze spottende taal van Amazia gaat Amos heen. Nog eenmaal echter wijst hij overduidelijk het oordeel aan: (vs 17).

„Israël zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd”.

4. Amos' boodschap

Om hier beter zicht op te krijgen, bekijken we hfdst. 5 wat nader. Al lezend merk je al gauw dat dit hoofdstuk uit vier gedeelten bestaat:

a) Zoekt Mij, niet Bethel, vs 1-6,

b) rechtsverkrachting en haar oordeel, vs 7-17,

c) de dag des Heeren, vs 18-20,

d) het tekort van een uiterlijke vormendienst, vs. 21-27.

Het kan niet de bedoeling zijn, tekst voor tekst, woord voor woord, na te gaan.

Enkele opmerkingen:

— Bethel zit de profeet Amos hoog. Hij heeft (4:4) al eerder ironisch de mensen opgewekt om naar Bethel te gaan en daar lustig te overtreden, zoals een onderwijzer soms kan zeggen: ga maar door met knoeien! De Heere doorziet het vrome spel dat in Dan, in Bethel en in Gilgal plaats vindt en laat het door Amos verkondigen. Men brengt offers genoeg, men zingt en speelt, maar men vindt er God niet in en men bedoelt er God ook niet mee. Een gouden kalf, een baalsbeeld is immers niet gelijk te schakelen met Jahweh, Israëls God?

Toch, ondanks de oordeelsaankondiging, is de mogelijkheid tot bekering nog niet afgesloten; integendeel, er wordt nadrukkelijk gewaarschuwd zich tot God te wenden.

Waar?

Een heel zware grief heeft Amos tegen de manier waarop het recht „gehandhaafd” wordt in Israël. Hij wordt niet voor niets de profeet van het recht genoemd. In de poort werd recht gesproken, werd beraadslaagd, werden belangrijke belissingen genomen. De poortruimte was zoveel als raadhuis en gerechtsgebouw tegelijk. Ze veranderen het recht in alsem, bitterheid (5:7), terwijl het recht van God zoek is. Het recht wordt vertrapt; de armen worden uitgebuit, de rijken wordt altijd gelijk gegeven ten koste van de minder bedeelden. Amos gloeit van verontwaardiging. Waar vind je in zijn boek hetzelfde hameren op het recht? Zoek deze plaatsen eens op.!

Onvoorstelbaar is het eigenlijk, dat juist de mensen die Amos zo hardhandig moet aanpakken, de mond vol hebben over de dag des Heeren. Ze stellen zich deze dag kennelijk voor als een lichtend ideaal, maar Amos verstoort hun mooie dromen: „Hij zal duisternis wezen en geen licht” (5:18). Het klaaglied dat de profeet zingt is een dodenlied over een ten dode opgetekend volk (5:16)

— Tenslotte barst de toorn van God los over de schijngodsdienst. Met „Ik” uit vs 21 wordt n.l. niet Amos, maar de Heere Zelf bedoeld. Zelf neemt Hij als het ware het woord: „Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbodsdagen niet rieken” (vs 21). Het lijkt alsof God Zijn eigen instellingen afvalt en wegwerpt. Men heeft Amos ook wel vijandschap tegen de cultus, de eredienst aangewreven. Dan hebben we het echter niet juist begrepen. Er klinkt hier één machtig, fel bewogen protest tegen de dode vormendienst, de onwaarachtigheid, de schijnheiligheid van een verworden godsdienst, die alles dienstbaar maakt aan eigenwillige godsdienst. De schijn is wel aanwezig, maar van het wezen van de dienst van God heeft men niets verstaan, Het recht wordt bovendien vertrapt. God hoort liever een eerlijke rechtsspraak dan het getier van de tempelliederen in Bethel.

5. Opdrachten

Als je werkelijk het boek Amos hebt doorgelezen, heb je hem verschillende malen hetzelfde horen zeggen, alleen op een andere manier. Probeer ook die gedeelten, die sterke overeenkomst met passages uit hfdst. 5 vertonen, in je onderwerp te betrekken. Maak bij behandeling van hfdst. 5 gebruik van een goede bijbelcommentaar.

6. Literatuur

Algemeen:

Israëls profeten - Prof. Dr. B. J. Oosterhof, Baarn z.j.

Amos:

Kent gij uw bijbel? deel 3 - A. K. Straatsma, Amsterdam 1949.

Profetenspiegel - Ds Chr. W. J. Teeuwen Kampen, z.j.

Korte verklaring, De kleine profeten I

Dachsel of Henry op betreffende plaatsen.

7. Gespreksvragen

1. Amos = lastdrager. Zie je verband tussen de naam en de persoon?

2. Zie je rondom je heen (begin bij jezelf!) ook veel schijngodsdienst?

3. Is het zonde om rijk te zijn? Waarom wel of waarom niet? En hoe moet je Matth. 19 : 24 opvatten?

4. Welke betekenis heeft het visioen met het paslood (7:7- 9)?

5. Zou Amos iets met het socialisme van nu te maken willen hebben?

6. Kun je samenvattend zeggen, wat de boodschap van Amos is?

8. Enkele wenken

Je kunt op verschillende manieren de stof in deze schets aanbieden. Enkele mogelijkheden:

— één inleider (ster) behandelt de punten 1, 3, 4 en 5 van deze schets,

— twee leden doen dit, waarbij de een de punten 1, 3 en 4 voor zijn rekening neemt en de ander punt 5.

— iemand houdt een inleiding over de punten 1, 3 en 4, terwijl punt 5 met elkaar besproken wordt aan de hand van Amos 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Salvo | 86 Pagina's

De profeet Amos

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Salvo | 86 Pagina's