JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De verborgen bron

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verborgen bron

48 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Deze schets verschijnt in het kader van de jeugdactie die in het voorjaar van 1998 door de Jeugdbond georganiseerd wordt. De actie heeft als thema 'De verborgen Bron' en richt zich op zending en hulpverlening in China en Cambodja.
China, een groot en bekend land. Toch is veel niet bekend. Want hoe zit dat precies met Mao, met de 'Culturele Revolutie', met de (vervolging van) christenen in China?
Cambodja, een verscheurd land. Minder bekend dan China, maar de nood is er groot. Na jaren van oorlog en dictatuur probeert het land weer op te krabbelen. Actuele berichten laten zien dat dit nog niet zo makkelijk is. Hoe kun je hulp bieden aan zo'n land? Kunnen we daar ook het Woord brengen?
De schets geeft een indruk van de beide landen. Aandacht wordt geschonken aan land en volk, de geschiedenis, christenen in China en Cambodja, hulpverlening en ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast gaat de schets in op de bijbelse gedachte 'De verborgen Bron', naar aanleiding van Jeremia 17 : 5-8.
In een kort bestek komt veel aan de orde. Daarom is er over beide onderwerpen een aparte brochure verschenen (zie p. 33). Daarin wordt alles verder uitgediept.

Geef de actie aandacht!

Naar aanleiding van de actie kunnen diverse verenigingsavonden ingevuld worden. Er is veel werkmateriaal voorhanden. Op p. 33 in de schets komt dit nog aan de orde. Het is aan te bevelen ten minste twee verenigingsavonden over de actie te houden.
- 'De verborgen Bron' kan vanuit verschillende Bijbelgedeelten belicht worden: Exodus 17 : 6, 1 Korinthe 10, Psalm 1, Jeremia 17, Johannes 4, Openbaring 22.
Wanneer je 'De verborgen Bron' als halfjaarthema zou nemen, heb je al genoeg bijbelse stof...
- Vanuit de thematiek rond de actie kunnen diverse onderwerpen aan de orde komen: werelddiaconaat, verhouding Woord en daad, wereldgodsdiensten, verdrukte kerk, staande blijven in een anti-christelijke maatschappij, enz.

Hieronder volgen nog enkele programmasuggesties. Deze twee avonden zouden in het kader van de actie in ieder geval gehouden kunnen worden.

De verborgen Bron in China 
• Opening - bv. Jeremia 17 
• Inleiding 'De verborgen Bron in China' - n.a.v. mivoschets & China-brochure  
• Pauze 
• Actieklankbeeld - Zie pag. 33 
• Hoe gaan we actie voeren?
• Sluiting     

Hulp aan een verscheurd land 
• Opening - bv. Johannes 4
• Inventarisatieronde -  'Kun je ontwikkelingshulp bieden zonder het Evangelie te brengen?' 
• Inleiding 'Hulpverlening in een verscheurd land' - n.a.v. mivoschets & Cambodja-brochure 
• Pauze 
• Verwerking - n.a.v. p. 32
• Sluiting  

1. Hoe China zo geworden is

China is een land dat tot de verbeelding spreekt. De mysterieuze cultuur, de Chinese Muur -het enige menselijke bouwwerk dat vanaf de maan zichtbaar moet zijn- en de Verboden Stad in Peking zijn er voorbeelden van. Ook in de krant is er regelmatig iets te lezen over de politieke en de godsdienstige situatie in China.

Het Chinese communisme, de éénkind politiek en het dwarszitten van (christelijke) dissidenten is regelmatig in het nieuws.
Maar, om het China van nu enigszins te kunnen begrijpen, is het nodig de veelbewogen geschiedenis van China in grote lijnen te belichten.

Begin van deze eeuw
China is een land met een veelbewogen geschiedenis. Eeuwenlang wordt China geregeerd door verschillende keizers. Aan het begin van deze eeuw is daar verandering in gekomen. Men schudt het keizerlijke juk van zich af.
Onder invloed van de Russische Revolutie in 1917 komen in China twee partijen van de grond: de Nationalistische Partij (Kwomintang) en de Communistische Partij. In de loop der jaren komen deze partijen steeds meer tegenover elkaar te staan.
Het wordt een langslepend conflict, maar uiteindelijk overwinnen de communisten.


Ruth Li (21) sprak ik na afloop van een bijbellezing in de gemeente van ds. Lamb te Guangzhou. Ruth vertelde me dat ze op de middelbare school in aanraking was gekomen met leerlingen die haar van de Bijbel vertelden.

"Deze leerlingen vertelden dat ze elke dag uit de Bijbel lazen en ze spraken er met ons over. Ze vertelden dat de Bijbel niet alleen een boek voor buitenlanders is zoals ons altijd gezegd wordt. In de Bijbel is voor elk mens waar ook in de wereld de boodschap van vrede te vinden. We spraken er vaak over en ik werd steeds meer verlangend om er meer van te weten. Ik was heel blij toen ik een eigen Bijbel kreeg."

Hoe reageerden je ouders daarop?
"Eerst waren ze er niet zo blij mee. Mijn ouders zijn allebei lid van de communistische partij. Mijn vader is professor aan een technische universiteit. Mijn moeder is docent Engels aan een middelbare school. Mijn vader zegt dat hij atheïst is. Mijn moeder gelooft wel in God, maar ze gaat niet naar de kerk. Toen ik naar de kerk ben gegaan is er thuis vaak over gesproken. Mijn ouders willen echter hun positie niet prijsgeven. Ze kunnen hun baan alleen houden als ze lid blijven van de communistische partij. Ze hebben echter geen argumenten tegen de Bijbel. Ze kunnen mij niet overtuigen. Ik ben er van overtuigd dat ze niet gelukkig zijn."

Wie is de Heere Jezus voor jou?
"Hij is de Zoon van God en mijn Zaligmaker."

J.H. Mauritz in gesprek met Ruth Li


90% van de inwoners van China zijn 'echte' Chinezen. Ze leven vooral in het dichtbevolkte gebied aan de kust tussen de Gele Rivier en de Jang Tse. Hier zijn wel veertig steden met meer dan een miljoen inwoners!
10% woont in de woeste bergen en woestijnen. Ze zijn daar behoorlijk zelfstandig en hebben hun eigen taal en cultuur.
De verschillen tussen de echte Chinezen en de anderen zijn bijna net zo groot als tussen Chinezen en Nederlanders. Chinezen vinden alle niet-Chinezen barbaren en hebben altijd geprobeerd om hun land tegen hen te beschermen.
Vandaar dat ze vroeger de grote Chinese Muur hebben gebouwd. De Chinese Muur loopt precies langs het gebied van de Mongolen.


Het communisme
In 1949 is China officieel communistisch geworden. Van 1949 tot 1976 heeft Mao Zedong de macht in handen. Deze periode is in hoge mate bepalend geweest voor het huidige China.
Gedurende de eerste jaren van de Volksrepubliek verandert er veel ten goede. De regering lijkt humaan in plaats van wreed, correct in plaats van corrupt, de belastingen zijn laag, de boeren worden gesteund, grootgrondbezit wordt aangepakt. Verder lijkt de nieuwe aanpak veel op de keizerlijke bureaucratie, wat voor veel Chinezen herkenbaar en aanvaardbaar is.
Tegelijkertijd worden echter alle 'vijanden' van het Chinese communisme massaal vervolgd: intellectuelen, land-heren, industriëlen, handelaars, christenen, Nationalisten en andere anticommunisten.
ledereen die afwijkt van de leer van Mao of daar vragen bij stelt, wordt bekritiseerd en door de vaak hevige druk van de groep weer op het 'rechte spoor' gebracht. Men wordt gedwongen 'dwalingen' te erkennen en zichzelf te verguizen. Dit gaat niet zelden met geweld gepaard. Gewone mensen die, om welke reden dan ook, afwijken van de massa worden soms voor hun leven getekend.

Mao vond dat de bevolking in een voortdurende staat van opwinding gehouden moest worden. Op deze wijze moest de produktie en de welvaart worden verhoogd, bleef de macht bij de massa en konden alle vijanden van het systeem geëlimineerd worden.
Twee belangrijke bewegingen zijn er in de loop van de jaren geweest, 'De Grote Sprong Voorwaarts' en 'De Culturele Revolutie'.


China in vogelvlucht
Levensverwachting:   70 jaar
Alfabetisme:   27%, vrouwen 38% (1990)
Bnp per inwoner:   490 dollar (1993)
Bevolking:   1.200,2 miljoen (1995)
Bevolkingsgroei:   1,3% (1990-1999)
Oppervlakte:   9.571.300 km2
Hoofdstad:   Beijing, 5.769607 inw.fl 990)
Religies:   Confucianisme, (mahajna)- boeddisme en daoïsme wijdverbreid, 20 min. moslims, 5 min. protestanten, 4 min. katholieken, lamaïsme in Tibet en Binnen-Mongolië
Export:   51,6 miljard dollar (1990)
Import:   58,6 miljard dollar (1990) 31 per 1000 (1992)
Zuigelingensterfte:   31 per 1000 (1992)


De grote sprong voorwaarts (1958-1960)
Deze massabeweging moest China binnen vijftien jaar op het ontwikkelingsniveau van Groot-Brittannië bren-gen door een gigantische, geconcentreerde inspanning van het volk. Om dit te bereiken werd bijvoorbeeld de hele bevolking ingeschakeld om staal te produceren. Voor dit plan, dat duidelijk niet door economen of staalproducenten was bedacht, werden overal hoogoventjes gebouwd. Alles wat van ijzer was, werd omgesmolten. Zelfs het ijzeren huisraad van de gewone burger werd gebruikt Het leven in die jaren draaide om staalproductie.
De Grote Sprong liep op een groot fiasco uit. Doordat de hele bevolking bezig was met het maken van staal, waren er onvoldoende mensen voorhanden die de oogst binnen konden halen. Grote hoeveelheden landbouwproducten zijn toen verloren gegaan.
Dit is de voornaamste oorzaak geweest van de grootste hongersnood die in deze eeuw heeft plaatsgevonden. Het totale aantal slachtoffers van de Grote Sprong Voorwaarts wordt geschat op 20 tot 40 miljoen mensen.

De culture revolutie (1966-1976)
Mao gebruikte voornamelijk middelbare scholieren en studenten om als 'Rode Gardisten' het volk onder controle van de Partij te brengen.
ledereen moest 'anderen' in de gaten houden. Zwaaiend met het Rode Boekje van Mao reisden de Gardisten door het hele land om de Culturele Revolutie te prediken en te bevechten.
Golven van kritiek en terreur overspoelden het land. Er mocht geen verschil meer in rang zijn. Iedereen moest de ander aanspreken als kameraad.
Het maakte niet uit of die ander nu directeur of schooljongen was.
Intellectuelen werden vervolgd, leraren en professoren werden gedwongen af te treden. Zelfs partijleden en ministers werden onder kritiek gesteld.
Velen werden ten onrechte vervolgd en voor 'heropvoeding' tot dwangarbeid op het platteland veroordeeld.
Het belangrijkste resultaat van deze tien jaar van hysterie was misschien wel dat de bevolking haar vertrouwen in de Partij en haar leiders verloor. De Culturele Revolutie bracht velen in ernstige psychische problemen.
Talrijke mensen die vervolgd waren, leden later aan een post-concentratiekampsyndroom en vele anderen aan achtervolgingswaanzin.

Moderniseringen
Na de Culturele Revolutie sterft Mao.
Niet lang daarna komt Deng Xiaoping aan de macht. Onder zijn leiding zijn hervormingen doorgevoerd onder de noemer 'De vier moderniseringen'.
Deze moeten de landbouw, de industrie, het leger en de wetenschap en technologie ingrijpend hervormen en modernisering. De Culturele Revolutie had ervoor gezorgd dat er maar weinig mensen meer waren met een opleiding. Zij waren vermoord of hadden een programma voor 'heropvoeding' doorlopen op het platteland, in totaal zo'n 20 miljoen intellectuelen.
De jongeren waren niet eens aan een opleiding begonnen.
Er is dringend behoefte aan kennis om de modernisering van de landbouw, de industrie en defensie te ondersteunen. De universiteiten stromen weer voi, terwijl grote aantallen briljante jongeren naar buitenlandse universiteiten worden gestuurd om kennis te maken met de laatste stand van de moderne wetenschap. Verder ontstaat een grote behoefte aan onderwijs in de Engelse taal, dè sleutel voor deelname aan internationale handel en industrie.
Met het aan de macht komen van Deng vindt ook op politiek niveau een herbezinning plaats. Het moderniseringsbeleid en de opleving van de economie moeten ervoor zorgen dat het aanzien van de Partij en het vertrouwen van de bevolking weer toeneemt. In de loop der jaren hebben de economische en politieke hervormingen inderdaad effect gehad. De welvaart is gestegen en de rust is weergekeerd.

Harde lijn
Toch blijft China een Chinees-communistisch land, waarin weinig tot geen ruimte is om er andere ideeën op na te houden. Vele honderden 'dissidenten' zitten nog in de gevangenis of in strafkampen. Christenen die zich niet aansluiten bij de officiële 'Drie-Zelfkerk' worden dwarsgezeten en regelmatig vervolgd. Demonstraties van mensen die verdergaande hervormingen en meer democratie willen, worden bloedig de kop ingedrukt.
Een bekend en berucht voorbeeld van deze harde lijn is het bloedbad op het Tian'nmenplein (het Plein van de Hemelse Vrede) in Peking. In de nacht van 3 op 4 juni 1989 werden massale studentendemonstraties bloedig neergeslagen, waarbij een onbekend aantal dodelijke slachtoffers viel.

Een kind politiek
Aan het eind van de jaren zeventig komt de overheid met een nieuw beleid. Echtparen dienen een contract aan te gaan met de overheid waarbij ze zich verplichten tot het krijgen van slechts één kind. Men is bang dat de bevolking anders te hard zal groeien.
Straks is het niet meer mogelijk om voor iedereen voldoende voedsel te produceren. In 1994 concludeerde men namelijk dat het bevolkingscijfer van 1,2 miljard al was bereikt. Eigenlijk had dat pas in het 2000 het geval moeten zijn. Het beleid is er nu op gericht om de bevolking in 2000 niet groter te laten worden 1,3 miljard. De uitvoering van dit beleid leidt tot verschrikkelijke dingen. Bij vrouwen met één kind wordt een spiraaltje ingebracht. Wie in verwachting is van een tweede kind, moet zich laten aborteren. En wie twee of meer kinderen heeft, wordt gesteriliseerd.
Bovendien wordt aan het krijgen van jongetjes meer waarde gehecht dan aan meisjes.
Veel ouders vinden het daarom erg moeilijk wanneer hun eerste kindje een dochter is. Ze zien dan vaak geen andere uitweg dan het kind aan de kant van de weg te vondeling te leggen.
Is het eerste en enige kind echter wel een jongen dan wordt het kind behoorlijk verwend. Er wordt wel gesproken over 'kleine keizertjes'. Zij worden door hun ouders sterk gestimuleerd om te studeren.
De laatste tijd is er sprake van dat het één-kind-beleid weer iets soepeler wordt. In sommige omstandigheden mogen ouders wel twee kinderen hebben.

Economische vooruitgang
Ondanks het communisme en conservatisme gaan de economische hervormingen door en streeft China naar de vorming van een socialistische markteconomie. Voor samenwerking met het buitenland - onmisbaar voor de ecomonische vooruitgang - zijn speciale gebieden van China opengesteld, Speciale Economische Zones.
Hier is ruimte voor internationale handel en bedrijven. Sinds de teruggave van de Britse kroonkolonie Hong Kong op 1 juli 1997 is ook Hong Kong daarbij gekomen.
Het westerse bedrijfsleven wordt vooral aangetrokken door de gigantische Chinese afzetmarkt en de lage-lonenindustrie. Op deze wijze probeert China aan de ene kant haar eigen (communistische) karakter vast te houden en aan de andere kant de vruchten te plukken van de internationale handel en industrie.
Deze politiek heeft ook schaduwzijden: het verschil tussen arm en rijk wordt zeer snel groter, de werkloosheid stijgt explosief en de ernstige vervuiling van het milieu zal in de toekomst grote economische en menselijke schade tot gevolg hebben.

2. Christenen in China

William Burns, Hudson Taylor, Morrisson en 'de vrouw met het boek' zijn bekende namen uit de Chinese zendingsgeschiedenis. Het zijn mensen die in de vorige eeuw naar China gegaan zijn om daar de boodschap van het Evangelie te verbreiden. Ze moesten heel wat doen om zich de taal eigen te maken. De Chinese taal is een moeilijke taal. Er zijn wel 40.000 (!) karaktertekens (in plaats van 26 letters).

Niet alleen de taal zorgt voor moeilijkheden. Ook de cultuur kent zijn eigenaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan de vrouwen en meisjes die hun voeten strak moeten verbinden, zodat ze niet kunnen groeien. Vastgeroeste ideeën over minderwaardigheid van vrouwen zijn ook door de boodschap van het Evangelie niet in één keer van tafel geveegd. De bereikbaarheid van de kleine dorpjes in de bergen laat nogal wat te wensen over. Kortom, het dienen in Gods Koninkrijk ging niet gemakkelijk. Maar de Heere heeft gewerkt. De bovengenoemde zendelingen hebben vruchten op hun werk mogen zien. Er is een kerk gegroeid.
Toen echter de communisten steeds meer de macht in handen kregen, werd het voor de christenen niet makkelijker. Iets wat niet overeen kwam met de ideeën van de regering had geen bestaansrecht. De invloed van buitenlanders was al helemaal niet goed. Alleen wat uit China zelf komt, is goed. In 1951 moeten alle buitenlanders het land uit. Ook de zendelingen (opvolgers van de bovengenoemde pioniers) zijn toen gegaan.
De kerk mag nog wel bestaan, maar dan alleen onder toezicht van de regering. Alle kerken moeten zich laten registreren. Zo ontstaat er een geregistreerde Rooms Katholieke en een geregistreerde protestantse kerk, die de Drie-Zelf-Kerk genoemd wordt. (Drie Zelf staat voor drie keer zelf: zelfbestuur, zelfverkondiging en zelffinanciering.) Dit lijkt heel wat, maar er worden ook een aantal regels afgekondigd waaraan een kerk moet voldoen:
- Er mag niet gesproken worden over de schepping en de wederkomst van Christus.
- Geen enkele vorm van kinder- of jeugdwerk is toegestaan, jongeren onder de 18 jaar mogen geen lid zijn van de kerk.
- Er mag geen contact zijn met buitenlandse kerken.
- Men mag niet evangeliseren.
- Er mogen geen samenkomsten worden gehouden zonder toestemming van de overheid.

Voor vele christenenen in China is dat onacceptabel. Er is dan ook een groot aantal huisgemeenten ontstaan. In kleine groepjes komen ze in het geheim bij elkaar. Soms op een zoldertje, ergens anders in een schuurtje, of ook wel in het bos. Meestal wordt er niet, of heel zachtjes gezongen. Altijd moet men alert zijn op mensen die spioneren, of op geheime afluisterapparatuur.
Tijdens de Culturele Revolutie (van 1966 tot 1976) is de vervolging het ergste geweest. Iemand die er openlijk voor uitkwam christen te zijn, werd als 'contra-revolutionair' betiteld. Zonder verder aantoonbare redenen werden mensen naar een heropvoedingskamp gestuurd. Daar moesten ze heropgevoed worden door arbeid. Ook het door de stad lopen met een bord voor je buik 'Ik ben een contra-revolutionair' was een mogelijke conseguentie.
Vooral voorgangers werden gevangen gezet.

Tegenwoordig is de vervolging minder erg dan tijdens de Culturele Revolutie. Er zijn geen heropvoedingskampen meer. Maar nog steeds worden christenen opgepakt en zitten er voorgangers in de gevangenis vanwege hun geloof. Evangelisatie is nog steeds verboden, Bijbels en met name gereformeerde theologische werken zijn uiterst schaars. En dat, terwijl er een grote honger naar het Woord van Cod is.

Afgelopen zomer vertelde een vrouw van een voorganger het volgende:
"Mijn man is vijf dagen geleden opnieuw door de politie gearresteerd en meegenomen naar de gevangenis. Ze hebben tegen hem gezegd dat hij te trots was en ongehoorzaam aan de overheid. Hij heeft namelijk geweigerd om eenmaal per maand voor te gaan in een Drie-Zelf-Kerk. In plaats daarvan ging hij voor in vijf verschillende huisgemeenten, die in totaal door zo'n 200 mensen bezocht worden. Ik vermoed dat iemand van de Drie-Zelf-Kerk hem verraden heeft. Ze mogen hem niet, omdat hij niet met hen samen wil werken. Mijn man heeft aan degenen die hem arresteerden gevraagd: 'Is mijn misdaad dat ik het Woord van God op een rechte wijze probeer te verkondigen? Want het is zeker niet mijn bedoeling om ongehoorzaam te zijn aan de overheid!'"

Gezien de moeilijke omstandigheden waarin de kerk van China verkeert, is het een groot wonder dat deze kerk nog bestaat. Het is duidelijk dat de christenen in China niet in eigen kracht staande kunnen blijven. De Heere Zelf bouwt Zijn kerk in China, dwars door de moeilijke omstandigheden heen.


J.H. Mauritz:
We vroegen Ruth of het mogelijk zou zijn om met haar mee te gaan naar de huiskerk waar ze 's zondags heen gaat. Ruth beloofde ons dat te zullen vragen aan de leider van de gemeente. 's Zondagsmorgens belde ze ons in het hotel om te zeggen dat de broeder die verantwoordelijk is voor de gemeente het niet aandurfde om buitenlanders te ontvangen. De gemeente komt in het geheim bijeen. De voorganger wilde de leden niet in gevaar brengen.
's Zondagsavonds hoorden we bij ds. Lamb dat zijn gemeente (in Guangzhou) minder gevaar loopt omdat deze gemeente bekend is bij de overheid. Vanwege de vele buitenlandse contacten durft men hiertegen niet zoveel te beginnen.


Het aantal christenen wordt geschat op meer dan vijftig miljoen, vooral ontstaan vanwege de enorme gerichtheid op de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Overal waar het maar enigszins mogelijk is, sticht men nieuwe huisgemeenten.
Afhankelijk van de regionale of plaatselijke overheid zijn deze huisgemeenten ondergronds of openbaar. De centrale regering kan onmogelijk controleren of alle regeringsbesluiten worden uitgevoerd in een bepaald gebied. Ook al is de kerk illegaal, de overheid kan huisgemeenten gedogen en christenen de vrijheid geven om samen te komen.

Er zijn echter wel voorbeelden bekend waarbij dit tolerante beleid omsloeg.
Voorgangers werden dan opgepakt, kerken gesloten en Bijbels verbrand. Moeilijker ligt het met theologisch onderwijs. Dat is in heel China gevaarlijk. Evangelisten en predikanten komen vaak slechts korte tijd bij elkaar om theologisch onderwijs te ontvangen. Ook wordt vaak 's nachts lesgegeven. Daarnaast moet het onderwijs aan jongeren onder de achttien jaar in het geheim gebeuren.
Omdat theologisch onderwijs met grote omzichtigheid moet gebeuren is de theologische kennis, met name met betrekking tot het reformatorische gedachtegoed, schaars.
Dwalingen gaan de Chinese huisgemeenten dan ook niet voorbij. Ook charismatische invloeden zijn aanwijsbaar. Dwangmatige genezingsbijeenkomsten en een ongezonde nadruk op geestesgaven komen voor. Verder zijn ook moderne theologische invloeden merkbaar.
De behoefte aan theologische lectuur is daarom zeer groot.
Tegen de druk van de overheid in, ondanks weinig theologisch kader, ondanks de verleiding van het materialisme, raken ouderen en vooral ook longeren in China overtuigd van de waarheid van Gods Woord. Ze putten uit een Bron die voor de communisten verborgen is. Voor mensen moeten ze oppassen. Van hen hoeven ze geen hulp te verwachten. Dat is veel te gevaarlijk. Maar wanneer ze hun vertrouwen op de Heere mogen stellen, dragen ze veel vruchten: er gaat veel van hen uit, de kerk groeit en bloeit. Tegen de verdrukking in.

Hoe wij deze christenen de helpende hand willen bieden, kun je lezen in de beschrijving van de projecten op p. 34. Ook de brochure 'De verborgen Bron in China' besteedt er ruim aan.


Andere godsdiensten
In China kunnen we spreken van drie oude en bepalende godsdiensten: het confucianisme, het taoïsme en het boeddhisme.
Confucianisme - De overheersende traditie in het oud China. Het zijn de leefregels van Confucius (551 - 479 v. Chr.) over gehoorzaamheid en eerbied aan de ouders en aan de regering. De leer van Confucius is gebaseerd op de idee van medemenselijkheid en correcte omgangsvormen. Deugden als rechtschapenheid, gerechtigheid en loyaliteit spelen een belangrijke rol. Voorouderverering is in het confucianisme erg belangrijk. Voor deze godsdienst bestaat momenteel weer veel aandacht.
Taoïsme - Het taoïsme is in veel opzichten tegengesteld aan het confucianisme. Het confucianisme probeert mensen te volmaken binnen de wereld. Het taoïsme keert de samenleving liever de rug toe. Het taoïsme bestaat uit ideeën over een goed leven, waarin je niets mag begeren en waarbij je probeert één te zijn met de natuur. Deze ideeën zijn opgesteld door Lao Tse (ongeveer 600 v. Chr.).
Boeddhisme - In de eerste eeuw kwam het boeddhisme uit India naar China. In het boeddhisme gaat het niet om de verering van een goddelijk of menselijk per soon.Veel belangrijker dan de persoon van Boeddha i de leer (dharma). Deze leer is tijdloos en niet veranderend. (Meer hierover kun je lezen op pagina 21)

De drie godsdiensten beïnvloeden elkaar over en weer. Men zou zelfs kunnen stellen dat elke godsdienstige Chinees (behalve de christenen) een mengsel van de drie godsdiensten aanhangt.


Verwerking

Maoïsme
a. Wat is je indruk van het gedachtegoed van Mao? Positief, negatief? Motiveer.
b. Geef, naar aanleiding van bovenstaande uitspraken, enkele kenmerken van het gedachtegoed van Mao.
c. Kun je ook goede elementen noemen van het maoïsme?
d. Welke bijbelse argumenten kun je inbrengen tegen het maoïsme?

De kerk in China
a. Kun je lid zijn van een Drie-Zelf-Kerk?
b. Noem zowel voor- als nadelen van het lid zijn van de Drie-Zelf-Kerk.
c. Hoe zouden niet-geregistreerde christenen reageren wanneer je lid werd?
d. Denk aan de omstandigheden tijdens de Culturele Revolutie. Zou jij christen blijven wanneer je vervolgd werd?
e. Waarom worden christenen eigenlijk vervolgd of dwarsgezeten?
f. Wat heb je nodig om staande te blijven?
g. Hoe zou het komen dat de kerk in China - ondanks de moeilijke omstandigheden - groeit?
h. Is het mogelijk dat de Heere de kandelaar van Zijn Woord verplaatst naar China?
i. Waarom is theologische lectuur zo noodzakelijk?
j. Waarom zouden Chinezen reformatorische lectuur nodig hebben? Past dat wel in hun cultuur?


Enkele uitspraken van Mao uit zijn Rode Boekje

Revolutie is geen etentje met gasten, niet het schrijven van een verhandeling of het schilderen van een schilderij, geen borduurwerkje; revolutie kan niet zo elegant zijn, zogemakkelijk en bedaard, niet zo verfijnd van uiterlijk en inhoud, (...).
Revolutie is oproer, een gewelddadige actie van een klasse, die een andere klasse omverwerpt.

Elk lid van de Communistische Partij moet deze waarheid begrijpen: 'Uit de loop van het geweer komt politieke macht.'

Wij moeten bescheiden en voorzichtig zijn, waken tegen hoogmoed en geprikkeldheid, en het Chinese volk met alle gaven van hoofd en hart dienen.

De centrale taak en de hoogste vorm van revolutie is het grijpen van de macht met de wapens en het oplossen van problemen door middel van oorlog.

De Acht Punten van Aandacht zijn als volgt:
1. Spreek vriendelijk en wellevend.
2. Betaal eerlijk voor alle aankopen.
3. Geef terug wat je geleend hebt.
4. Vergoed alle aangerichte schade.
5. Sla geen mensen en scheld ze niet uit.
6. Beschadig geen te velde staand gewas.
7. Misdraag je niet tegenover vouwen.
8. Mishandel geen krijgsgevangenen.

Wij moeten onze eigen gelederen zuiveren van alle vormen van zwak en incompetent denken.


3. De verborgen Bron

De titel van de actie "Een verborgen Bron" is ontleend aan een bijbelse gedachte. De verborgen Bron is de Heere Zelf. Om staande te blijven in deze wereld - in China en Cambodja, maar ook in Nederland - is een verborgen leven met de Heere noodzakelijk. In tijden van moeite wordt dan op de Heere vertrouwd en worden van Hem krachten ontvangen.

We kunnen voor de gedachte van de verborgen Bron verschillende plaatsen in de Bijbel aanwijzen. Eén daarvan is Jeremia 17 : 5-8.
Om de woorden die Jeremia gesproken heeft over de verborgen Bron beter te kunnen begrijpen, moeten we eerst iets meer weten over de tijd waarin Jeremia leefde.

De tijd waarin Jeremia leefde
Toen Jeremia tot profeet geroepen werd, verkeerde het tweestammenrijk Juda in een moeilijke positie. Juda lag namelijk tussen drie grote rijken die onderling oorlog voerden.
Aan de ene kant was er het machtige wereldrijk Assyrië. Assyrië had het tienstammenrijk veroverd en weggevoerd. Ook Juda was door dit rijk veroverd. Juda was niet weggevoerd, maar het moest wel veel belasting betalen.
Aan de andere kant lag Egypte. Egypte was ook door Assyrië veroverd, maar het kwam daartegen in opstand en werd vrij. Juda lag nu tussen twee grote rijken in: Egypte en Assyrië.
Het grote rijk Assyrië werd echter ook nog van een andere kant bedreigd:
vanuit het oosten vielen de Babyloniërs het rijk aan. Deze strijd werd door de Babyloniërs gewonnen.
Nu werden de Egyptenaren bang dat de Babyloniërs over hen zouden gaan heersen. Ze gingen daarom de strijd aan tegen Babel. Om bij de Babyloniërs te komen, moesten zij echter door Juda trekken. Josia, de koning van Juda, probeerde hen tegen te houden maar werd verslagen en gedood. Door dit verlies hoorde Juda nu bij Egypte. Egypte verloor echter de oorlog tegen Babel en zo kwam Juda ook in handen van de Babyloniërs.
In het begin merkte Juda daar niet zoveel van. Er was in Juda echter een belangrijke partij die zich niet aan Babel wilde onderwerpen, maar aansluiting en hulp zocht bij Egypte.
Hiervoor werd Juda verschillende keren gestraft, omdat de Heere het niet goed vond dat het op Egypte vertrouwde. Tenslotte werd ook Juda naar Babel weggevoerd en Jeruzalem verwoest.
Jeremia heeft dit alles meegemaakt. Hij is profeet geweest toen Josia, Joahaz, Jojakim, Jojachin en Zedekia koning waren over Juda.

De opdracht van Jeremia
Toen Jeremia tot proleet geroepen werd, regeerde de godvrezende koning Josia. Deze was acht jaar toen hij koning werd over een land, waar de afgodendienst welig tierde. In josia's hart was echter de vreze des Heeren gelegd, en hij deed er dan ook alles aan om de afgodendienst uit te roeien. Na Josia werd zijn zoon Joahaz koning van Juda. Over Joahaz staat geschreven: "En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN." De andere koningen in de tijd van Jeremia zijn in zijn goddeloze voetsporen verder gegaan. Ook het volk diende de afgoden weer. De verandering in de tijd van koning Josia was alleen een uiterlijke verandering. De Heere vraagt echter een verandering van het hart.

In deze situatie wordt Jeremia geroepen om de woorden van de Heere, zijn God te brengen. Eerst wil Jeremia dat niet; hij vindt zichzelf te jong. Ook later heeft Jeremia er regelmatig moeite mee om Gods woorden van straf en oordeel aan het volk door te geven. Daar zijn twee redenen voor:
1. Jeremia behoort zelf ook tot het volk en hij heeft zijn eigen volk lief.
2. Er zijn veel valse profeten die het tegenovergestelde beweren. Zij zeggen dat het allemaal wel mee zal vallen.

Jeremia 17 : 5-8
De profetie in Jeremia 17 : 5-8 heeft Jeremia uitgesproken in de tijd van een van de goddeloze koningen. In Jeremia 17 lezen we dat Jeremia eerst het volk duidelijk de waarheid moet zeggen. Hij wijst hen op hun zonden. De herinnering hieraan kan niet zomaar weggeveegd worden. Ook de Heere Zelf zal het niet vergeten. Hij zal hen er voor straffen. Ze zullen weggevoerd worden en ze zullen hun vijanden moeten dienen. Dat zal hun straf zijn omdat ze hun vertrouwen niet op de Heere hun God gesteld hebben.
Met twee voorbeelden maakt de Heere, door de mond van Jeremia duidelijk wat het verschil is tussen degene die zijn vertrouwen op mensen stelt en degene die zijn vertrouwen op God stelt.

Gelijkenis 1 - de onvruchtbare struik
Op een woeste en droge plaats in de woestijn staat een dorre struik. In de Statenvertaling staat "heide in de wildernis". Verklaarders geven aan dat er een kale struik mee bedoeld wordt.
Hoe diep de wortels van de plant ook gaan, er is geen water te vinden. Er zit geen voedsel in de grond om van te leven. De bodem is totaal onvruchtbaar. Regen en zon veranderen hier niets aan. En na verloop van tijd weet de struik niet beter. Hij moet overleven zonder voedsel. Het blijft een miezerige plant die nooit in bloei raakt en dus geen vruchten zal dragen.
Zo is het met iemand die zijn vertrouwen op mensen stelt: hij zal geen vruchten dragen. De Heere zegt: 'Hij is vervloekt.'

Gelijkenis 2 - de boom met de verborgen bron
Aan de oever van de rivier staat een boom. Deze boom heeft zijn wortels diep geworteld. De uiteinden van de wortels reiken tot aan de rivier. Daar is altijd water en voedsel te krijgen. Ook wanneer de zon erg fel is. Want ook wanneer het heet is, heeft deze boom groene bladeren. Het lijkt wel alsof deze boom niet lijdt onder de hitte. En als het een jaar niet regent, draagt deze boom ook vruchten. Het lijkt wel alsof deze boom de omstandigheden van buiten niet voelt. Deze boom heeft een geheim: een verborgen bron. Al zijn de omstandigheden nog zo slecht, deze boom wordt gevoed, via verborgen ondergrondse wortels, door het water van de rivier. Daardoor zal deze boom altijd vruchten dragen.
Zo is het ook met ieder die zijn vertrouwen op de Heere stelt. Zo iemand zal altijd vruchten dragen, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn. Hij heeft een verborgen leven met de Heere. Vanuit de Bron van levend water wordt hij blijvend gevoed en zal hij steeds vruchten dragen.
Het is zonde wanneer we alleen ons vertrouwen op mensen of dingen stellen. De Heere wil dat we alleen in Hem geloven en Hem vragen wat Hij wil dat wij zullen doen. Ook als het ons moeilijk wordt gemaakt om de Heere te volgen, bijvoorbeeld als vervolging of verdrukking komt. Maar, er is een 'verborgen' Bron Die kracht en sterkte geeft: de Heere Jezus. Wie Hem zoekt, zal Hem vinden. Dat heeft Hij Zelf beloofd (Spreuken 8 : 17, Mattheüs 7 : 7). Door het licht van Gods Geest is die Bron dan niet langer verborgen.
'Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt en wiens vertrouwen de HEERE is.'


Verwerking

Bijbelstudie
a. Lees voor jezelf de onderstaande verzen (Jeremia 17 : 5-8). Vul binnen de aangegeven haakjes een '?' in als je het woord of zinsdeel dat ervoor staat niet met eigen woorden kunt weergeven en 'I' als je dat wel kunt.
5. Zo zegt de HEERE: Vervloekt (...) is de man, die op een mens vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt (...), en wiens hart van de HEERE afwijkt (...)!
6. Want hij zal zijn als de heide in de wildernis (...), die het niet gevoelt, wanneer het goede komt (...); maar blijft in dorre plaatsen in de woestijn, in zout en onbewoond land (...).
7. Gezegend daarentegen is de man, die op den HEERE vertrouwt, en wiens vertrouwen de HEERE is (...)!
8. Want hij zal zijn als een boom die aan het water geplant is (...), en zijn wortelen uitschiet aan een rivier (...), en gevoelt het niet wanneer er een hitte komt (...), maar zijn loof blijft groen (...) en in een jaar van droogte zorgt hij niet (...), en houdt niet op van vrucht te dragen.

b. Wissel in een groepje uit welke woorden je wel in eigen woorden kunt weergeven en welke niet. Probeer met elkaar de vraagtekens op te lossen. Gebruik eventueel de Kanttekeningen of een verklaring.
c. Formuleer met elkaar de centrale boodschap van dit Schriftgedeelte.
d. Breng de overgebleven vraagtekens ter sprake tijdens de plenaire bespreking.


 

4. Cambodja, een verscheurd land

Wie aan Cambodja denkt, denkt aan geweld, corruptie, willekeur en uitzichtloosheid. Dit land heeft eeuwenlang zóveel te lijden gehad, dat alles aan de buitenkant overschaduwd wordt door ellende en geweld.

Toch, ook in Cambodja is er een verborgen Bron waar mensen uit putten.
Niet zo zichtbaar, maar in Cambodja zijn mensen die hun vertrouwen niet op zichzelf of anderen, maar op de Heere stellen.

Mevr. G. van Bruggen vertelt:
Later ontmoette ik, deels in het geheim (nog onder het communistisch regime), een politieman, die ook christen was. Ik sprak toen nog heel slecht Cambodjaans. We communiceerden via de woorden van bekende geestelijke liederen, die we allebei kenden. Hij in het Cambodjaans, ik in het Engels. We bemoedigden elkaar, en zongen en baden samen.

Cambodja ligt sinds de 15e eeuw ingeklemd tussen Thailand (vroeger Siam) en Vietnam. Deze ongelukkige ligging is een bron van conflicten. Als buffer tussen Thailand en Vietnam is Cambodja eeuwenlang geteisterd door invasies en veroveringen. Alleen in de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw beleefde Cambodja als Franse kolonie een periode van betrekkelijke rust. Na 1953 werd Cambodja onafhankelijk en kende het een tijd van welvaaart onder Prins Norodom Sihanouk tot 1970. Door een staatsgreep van de minister van Defensie, Lon Nol, werd de rust doorbroken. De burgeroorlog die volgde, kostte vele duizenden slachtoffers. Tegenover elkaar stonden de aanhangers van Lon Nol en de Cambodjaanse communisten, de Rode Khmer. Uiteindelijk behaalden de Rode Khmers in het voorjaar van 1975 de overwinning.

De Rode Khmer
De Rode Khmer probeerde in korte tijd het hele land te hervormen tot een communistische heilstaat, net zoals Mao dat in China probeerde met de "Grote Sprong Voorwaarts" en de "Culturele Revolutie". De gevolgen waren vreselijk. Steden werden van de ene op de andere dag volledig leeggehaald. Het land werd herschapen in een immens arbeidskamp en de bevolking werd te werk gesteld in landbouwcoöperaties.
De mensen moesten 12 tot 14 uur per dag werken aan bevloeiingskanalen en rijst en andere producten verbouwen.

Ik wacht op mijn beurt om te gaan werken, ik wacht op mijn beurt om meegenomen en gedood te worden, net als een beest dat doet. Ik neem me niets voor.
Als mij verteld wordt dat ik een kanaal moet graven, dan graaf ik. Ik stel er geen vragen over. Ik werk drie jaar dag en nacht in een team, vooral aan dat kanaal.
Ik graaf dag en nacht. Ik vraag niets, ik denk niets. Ik denk alleen aan wat ik te eten kan vinden. Velen die rondom mij werken, sterven of worden vermoord.
Als het kanaal 20 kilometer lang is, 20 meter breed en 2 meter diep, voeren ze een Noord-Koreaanse pomp aan en pompen het water uit de rivier in het kanaal. Het water stroomt 2 of 3 kilometer heen, maar dan stroomt het weer terug naar de pomp. Ik negeer het".
Meas Nee

De belangrijkste leider bleek Pol Pot te zijn van wie tot dan toe nog vrijwel niemand had gehoord. De naam van Pol Pot is voor altijd verbonden aan een terreurregime dat slechts vier jaar aan de macht is geweest. Velen stierven in die vier jaar aan ondervoeding en ziekten. Dit regime heeft de dood van tenminste 2 miljoen mensen - een kwart van de bevolking - veroorzaakt.
Na oplopende spanningen met de communistische regering in Vietnam, brak een oorlog tussen de twee landen uit. De Cambodjanen werden onder de voet gelopen en de Vietnamezen hebben van 1979 tot 1989 Cambodja bezet.
Na 1989 werd geprobeerd de intussen onderling rivaliserende Cambodjaanse groepen weer bij elkaar te brengen.
Dit waren de zittende, door de Vietnamezen gesteunde regering van Hun Sen, de volgelingen van Sihanouk, de groep van Son Sann en de Rode Khmers. Het overleg tussen deze partijen mislukte en de burgeroorlog laaide weer op.

Tussen hoop en vrees
De burgeroorlog woedde in alle hevigheid tot in 1991 de vier strijdende partijen, onder druk van de internationale gemeenschap, in Parijs een accoord sloten. Zij stemden er in toe de oorlog te stoppen, hun troepen te ontwapenen en de Verenigde Naties toe te laten om voor 18 maanden hun land te besturen. Aan het eind van die periode zouden vrije verkiezingen gehouden worden. In maart 1992 ging deze operatie van start. Het optreden van UNTAC (United Nations Transitional Authority in Cambodia) had maar gedeeltelijk succes. Onder zware veiligheidsmaatregelen vonden de verkiezingen plaats in mei 1993. Er werd op basis van de uitslagen een coalitieregering gevormd tussen de partij van Hun Sen en de aanhangers van Sihanouk. Deze geforceerde coalitie had een allesbehalve stevige basis.
De Rode Khmer bleef ondertussen een guerilla voeren vanuit de noord-westelijke delen van het land.
Er werd een nieuwe grondwet opgesteld. Cambodja werd weer een koninkrijk met Sihanouk aan het hoofd. Zijn zoon Ranariddh werd samen met Hun Sen regeringsleider.
Dit tweetal verdroeg elkaar nauwelijks en was voortdurend in een min of meer openlijke strijd gewikkeld. Dit duurde tot zomer 1997 toen Hun Sen, Ranariddh en zijn aanhangers verjoeg en de macht in eigen handen nam.
Weer werd de buitenlandse hulp opgeschort die zo hard nodig is in dit zwaar geteisterde land.
In 1998 zijn verkiezingen gepland, waar vooral het Westen veel van verwacht.
De Cambodjanen kan het niet meer schelen wie er aan de macht is, als de partijen maar ophouden met oorlogvoeren en roven.

5. Het boeddhisme

Cambodja is een boeddhistisch land. Overal in het and zijn Boeddha-beelden te vinden. Het sociale leven wordt erdoor beheerst. Wat moeten we ons bij het boeddhisme voorstellen?

Gautama groeide op als een prins. Op 29-jarige leeftijd werd hij door een innerlijke kracht gedreven zijn uiterlijke pracht vaarwel te zeggen en koos hij voor het bestaan van een dakloze heilige man. Zijn beslissing kwam voort uit een verlangen naar hogere dingen.
De eerste zes a zeven jaar nadat hij het huis verlaten had, leefde hij een zeer streng ascetisch leven. Hij vastte bijvoorbeeld zo zeer dat zijn haar uitviel Een belangrijk keerpunt in zijn leven was de vaststelling van de lage geestelijke waarde van zijn extreem ascetisch leven.
Daarom koos hij voor een rustige methode van meditatie ondereen vijgeboom.
Hier vond zijn verlichting plaats, de beslissende ervaring in zijn leven. (zie kader 'De vier edele waarheden') Na het ervaren van deze verlichting begon Cautama te preken en hij kreeg al snel enkele discipelen die hem volgden in zijn dakloos leven en missionaire dienst.
Het leven van deze groep werd gekenmerkt door meditatie, bedelen en zending.

Gautama is beter bekend geworden onder de naam Boeddha (Verlichte).
De meeste deskundigen zijn het er over eens dat hij de stichter is van het boeddhisme. Rond 560 voor Christus is hij in Noordoost-lndia geboren en hij stierf toen hij tachtig jaar oud was.
Het boeddhisme verspreidde zich niet alleen in India, maar ook in de landen daar om heen.
In Cambodja is het boeddhisme de nationale en officiële religie geworden. 88 % van de bevolking is boeddhist.


Geboorte, sterven en wedergeboorte
In het boeddhisme gaat men er vanuit dat een mens na zijn sterven in een ander leven terugkomt. Afhankelijk van zijn positieve of negatieve verdiensten (karma) van dit leven zal hij in zijn volgende leven een betere of slechtere positie toebedeeld krijgen. De eigen persoonlijkheid van iemand is dan niet zo belangrijk, want die gaat toch voorbij. We noemen deze opvatting de reïncarnatie-leer.


De leer van boeddha
In het boeddhisme gaat het niet om de verering van een persoon. Boeddha is geen god en ook geen door god gezonden middelaar. De persoon van Boeddha is dan ook niet zo belangrijk, maar veel meer zijn leer (dharma). In deze leer is een aantal centrale begrippen of wetten terug te vinden.

Boeddha ontdekte vier edele waarheden.
1. Het leven wordt gekenmerkt door lijden. Geboorte is lijden, ziekte, dood, pijn, wanhoop, alles is lijden. Ook het niet bereiken wat je begeert, is lijden.

2. De oorzaak van het lijden is de begeerte. Begeerte is alles waar de mens naar verlangt en streeft: gezondheid, genoegens, macht en bezit.

3. Er is een mogelijkheid om het lijden op te doen houden, namelijk door het opheffen van de begeerte. Dat wil zeggen dat iemand los komt van het aardse. Hij kan het nirwana bereiken. Het nirwana of de verlichting is een toestand waarin iemand vrij is van aardse begeerten. Hij houdt ook niet vast aan een eigen 'ik', want ook dat is vergankelijk en veroorzaakt lijden. Hij is los van zijn eigen verlangens. Wanneer iemand de toestand van het nirwana bereikt, wordt hij na zijn dood niet meer opnieuw geboren. Het nirwana is het einde.

4. De weg naar het nirwana is het drie- of achtvoudige pad, een soort stappenplan om de niwana te bereiken. Deze weg naar het heil lijkt veel op yoga, wat een onderdeel is van het hindoeïsme.

Kloosters en monnken
Het klooster is de centrale plaats voor ontmoeting van de Cambodjanen. De armen worden er opgevangen en de kinderen krijgen er onderwijs. Het klooster is dan ook niet alleen een religieus, maar ook een sociaal centrum.
Het Pol-Pot-regime vond dit maar overbodig. Er werd een eind gemaakt aan de godsdienstuitoefening.
Monniken mochten hun saffraan-gele pijen niet meer dragen. Velen verdwenen spoorloos of werden geëxecuteerd. Tempels werden verwoest of voor andere doeleinden gebruikt. De laatste jaren is het boeddhisme echter weer duidelijk terug gekomen in de Cambodjaanse samenleving. Het leven van elke dag wordt beheerst door allerlei facetten van het boeddhisme. Bij bijzondere gebeurtenissen buigen de mensen voor de monniken.
Ze hebben veel eerbied voor hen en voor hun werken van liefdadigheid.

Boeddhisme en christendom
Zelfdiscipline, dienstbaarheid, ijver, matigheid en nederigheid zijn hoogwaardige normen in het boeddhisme.
Ook meditatie en gebed staan hoog aangeschreven. Het aardse leven is vergankelijk, dus hecht men er niet teveel waarde aan.
Dit zijn bekende klanken voor christenen. Ook in het christendom staan deze waarden hoog aangeschreven, zijn meditatie en gebed belangrijk en mag je niet helemaal opgaan in het aardse leven. Komt het leven van boeddhisten en christenen dan toch op hetzelfde neer?
Ook de boeddhistische Cambodjanen stellen deze vraag wanneer ze in aanraking komen met christenen.
Dominee Koy antwoordde hierop het volgende:
"Boeddhisten leven inderdaad volgens een aantal goede regels. Dat zijn vaak dezelfde geboden als die van de christenen. Het grote verschil is echter dat de boeddhisten door het houden van deze geboden iets toe kunnen voegen aan hun eigen heil (karma). Zij zijn daarom in het naleven van hun geboden sterk gericht op zichzelf. Christenen leven naar de geboden uit dankbaarheid. Zij kunnen daardoor niet volmaakt worden.
Maar het houden van de geboden is gericht op de A(a)nder. Uit liefde houdt een christen zich aan de regels."
Boeddhisten moeten zichzelf verlossen. Christenen zoeken hun zaligheid buiten zichzelf, in de Heere Jezus Christus.


Verwerking

a. Wat is het meest wezenlijke verschil tussen het boeddhisme en het christendom?

b. Zie je ook overeenkomsten?

c. In de vier edele waarheden van Boeddha komt het woord 'begeerte' veel voor.
Het doel is om de begeerte in het leven op te heffen. Het christelijke 'Gij zult niet begeren' lijkt daar veel op.
Waarin verschilt hier het christendom van het boeddhisme ?

d. In het boeddhisme vervaagt de grens tussen mens en God. Kun je dit uitleggen?

e. Op welke manier zou je een boeddhist met het Evangelie in aanraking brengen?

f. Waarom zou de reïncarnatie-gedachte juist in een tijd waarin velen niet meer geloven in hemel en hel zo'n aantrekkingskracht hebben?

g. Waarom is het geloof in reïncarnatie een egoïstisch geloof?


6. Zijn er christenen in Cambodja?

Cambodja is een boeddhistisch land. Maar zijn er dan helemaal geen christenen in dit land? Ja, toch wel.

"In 1987 ben ik tot bekering gekomen.
Mijn neef uit Phnom Penh kwam op bezoek. Hij had een Bijbel bij zich en vertelde mij daarover. Het heeft mij zo geraakt dat ik mocht buigen voor de Heere. Vanaf die tijd mag ik Hem dienen. Ik ben op zoek gegaan naar andere christenen in ons dorp (Prey Chhor). Ik heb twee mensen gevonden en in Kompong Cham vond ik er nog drie. We zijn vaak samen gekomen om te bidden en om het Evangelie ook aan anderen door te geven.
Dominee Koy uit Cambodja.

Op dit moment is slechts 0,6 % van de Cambodjaanse bevolking christelijk, ten opzichte van 88% boeddhisten. In dit hoofdstuk wordt de geschiedenis van het christendom onder de loep genomen.

Protestantisme
In het begin van deze eeuw kwam de eerste protestantse zending in het land. Dit was de CAMA-zending uit Amerika. Tot de Tweede Wereldoorlog hebben zij de boodschap van het Evangelie in Cambodja verspreid.
Ondertussen vertaalden ze de Bijbel in het Khmer (de taal van de Cambodjanen). In 1 953 kwam de eerste bijbelvertaling in het Khmer uit. In 1953 kwam Sihanoek aan de macht. Aanvankelijk was hij pro- Amerikaans, maar in 1965 sloeg dat om. Alle Amerikanen moesten het land uit. Ook alle Amerikaanse zende-lingen vertrokken. Dat betekende tegelijkertijd een moeilijke periode voor de christenen.

Na de val van Sihanoek in 1 970 kwamen de Amerikanen terug. In die tijd zijn er ook weer christelijke kerken ontstaan. Er werden grote massale evangelisatie-campagnes opgezet. Dit was en is de manier van evangeliseren van de Amerikanen. De boodschap van het Evangelie werd daardoor soms verward met 'het vertoon van dollars' of met andere Amerikaanse invloeden zoals corruptie en het verlies van de nationale identiteit. Het christendom werd gezien als een buitenlandse godsdienst.
In 1975 kwam Pol Pot aan de macht. Hij verbood alle godsdiensten, zowel de 'buitenlandse' christelijke godsdienst als het boeddhisme uit Cambodja zelf. Veel christenen werden vermoord of vluchtten naar Thailand. In Thailand ontstonden grote vluchtelingenkampen waar grote kerken opbloeiden. Er zijn maar enkele christenen die deze periode in Cambodja overleefd hebben.
In 1979 kwam er aan de regering van Pol Pot een eind. De eerste tien jaar bleef Cambodja echter nog afgesloten voorde buitenwereld. In deze periode waren er nog slechts enkele huisgemeenten in Cambodja te vinden.
Daarna kwam een aantal nieuwe zendingsgenootschappen het land binnen, zoals de Assemblies of God en andere pinkstergemeenten. Hét doel van deze zendingsgenootschappen was: kerken stichten. Ze hielden daarbij soms (te) weinig rekening met de Cambodjaanse cultuur en met de Cambodjaanse christenen. De taal maakt het extra moeilijk om direct contact te hebben. Cambodjaans is een moeilijke taal om te leren en er zijn maar weinig Cambodjanen die een buitenlandse taal spreken.

Christenen nu
Tot voor kort werden de christelijke zendingsorganisaties niet door de overheid erkend als zending.
Christelijke hulpverleners werden echter wel erkend. Voorbeeld hiervan zijn de ZOA en Tearfund. Sinds 1993 verlenen zij hulp aan de Cambodjanen.
Door hun werk kunnen zij ook getuigenis afleggen van hun motivatie om dit werk te doen.
Uit het werk van de oorspronkelijke CAMA zending is de Evangelische Cambodjaanse Kerk ontstaan. Deze kerk is door de overheid erkend en heeft ongeveer 70 gemeenten. De zendingwerkers van CAMA helpen deze kerken verder op weg.


Met enkele van deze oorspronkelijke Cambodjaanse christenen is de kinderarts mevrouw Van Bruggen in aanraking gekomen.
Dominee Koy: De politieke situatie in die tijd was niet makkelijk. Elke vorm van godsdienst werd verboden. We moesten alles in het geheim doen.
Ik had een hoge rang bij de politie. Toen degenen die boven mij geplaatst waren er achter kwamen dat ik christen was geworden, heeft het departement van de politie mij in het publiek beledigd en mijn onderscheidingen van mij afgenomen. Men heeft mij meegenomen en de gevangenis laten zien. Men heeft mij gewaarschuwd dat ik op moet houden met mijn geloof in Jezus. Ik was verdrietig, maar ik leefde daardoorookdichtbijde Heere. Later heeft mijn chef mij verteld dat als ik het vertellen over Jezus en het geloof links liet liggen, de regering mij een hogere rang dan voorheen zou geven.
Maar ik heb tegen hem getuigd dat Jezus mij reeds verschillende keren in mijn leven gered had; ook op oorlogsvelden en ook tegen de soldaten van Pol Pot.
Eén keer was ik gevangen door de soldaten van Pol Pot en toch ben ik bevrijd. Mijn vrienden dachten dat ik al dood was, want niemand overleefde gevangenname door Pol Pot. Maar dankzij de hulp van God hebben mensen uit het dorp mij kunnen bevrijden.
Daarna reed ik in een auto die op een mijn liep die precies onder mij ontplofte. De auto was totaal vernield maar ik was zonder gevaar. Ik was niet eens gewond. Hierdoor weet ik heel zeker dat de Heere mij beschermd heeft en dat Hij een bedoeling met mijn leven heeft."


7. Ontwikkelingssamenwerking

We leven in een wereld van grote verschillen, Er is een rijke westerse wereld, een minder rijke tweede wereld en een straatarme derde wereld. Je hebt rijke geïndustrialiseerde landen en ontwikkelingslanden. Op het wereldtoneel blijven ontwikkelingslanden economisch achter, terwijl hun bevolking (enorm) groeit.

Maar liefst 70 % van de wereldbevolking woont in ontwikkelingslanden!
Rijke landen worden dan ook vaak rijker, terwijl arme landen in de loop van de jaren vaak nog armer worden.

Ontwikkelingssamenwerking
Rijke landen geven veel geld uit aan ontwikkelingssamenwerking.
Nederland loopt voorop. Momenteel wordt 0,8 % van ons Bruto Nationaal Product hieraan uitgegeven. Dat was in 1997 bijna 6 miljard gulden. Naast de overheid zijn er in Nederland en in andere westerse landen ook grotere en kleinere particuliere organisaties die hulp bieden.
Westerse landen hebben er belang bij om geld voor ontwikkelingssamenwerking te geven. Daarmee kunnen bijvoorbeeld verschillen tussen arm en rijk verkleind worden en kunnen conflicten voorkomen worden. Verder hebben westerse landen er groot belang bij dat ze gebruik kunnen blijven maken van de vele delfstoffen uit de ontwikkelingslanden. Denk alleen maar aan de olie in het Midden-Oosten. En natuurlijk is er ook wel een algemeen besef dat armen geholpen moeten worden.

Cambodja als ontwikkelingssland
Cambodja geldt als één van de armste landen ter wereld. Het is een land in ontwikkeling en wederopbouw na een lange tijd van oorlog. De geweldadige geschiedenis van het land, met name de laatste 25 jaar, hebben het compleet geruïneerd. Oorlogsschade, verwaarlozing en wanbeleid op het gebied van de landbouw eisten hun tol. Miljoenen landmijnen maken veel gebieden onbegaanbaar en eisen nog bijna dagelijks slachtoffers.
Het land krijgt bijna geen kans om te herstellen, mede door de voortdurende strijd tussen verschillende groepen.
Cambodja wordt ook meer en meer het doorvoerland voor drugs en andere handelswaarvan maffiabendes.
Zelfs vrouwen en kinderen worden verhandeld, ten behoeve van de prostitutie in het Westen. Verzetsgroepen èn overheid delen in de winst.
De meeste scholen, ziekenhuizen en klinieken zijn vervallen en verwoest.
Onder het regime van Pol Pot zijn vele onderwijzers, doctoren en intellectuelen vermoord. Ondanks buitenlandse hulp zijn het onderwijs en de gezondheidszorg die klap n.og lang niette boven. Maar er is méér verwoest. Niet alleen heeft het land geweldige materiele verliezen geleden, de mensen, de Cambodjanen zelf zijn lichamelijk en/of geestelijk geschonden. Wanneer er hulp geboden wordt, is dit gegeven een uiterst belangrijk uitgangspunt.

Buitenlandse hulp
Er zijn veel buitenlandse hulporganisaties in Cambodja actief. Vanuit de Verenigde Staten, Japan, Korea, Australië en Europa wordt hulp geboden die echter lang niet altijd effectief is. Helaas verzanden veel goedbedoelde projecten na verloop van tijd door wanbeleid, corruptie of doordat men bij de hulp onvoldoende rekening houdt met de situatie waarin de mensen verkeren. Veel ontwikkelingsgeld gaat zo verloren.
Vanuit Nederland wordt onder andere door de stichtingen Tear Fund en ZOA hulp geboden en sinds enkele jaren ook door de stichting "De Brug".
Hebben wij als christenen ook een taak als het gaat om hulpverlening in Cambodja en andere ontwikkelingslanden?
Mr. dr. J.T. van den Berg, tweede kamerlid van de SGP verwoordt het zo: "Het is in de eerste plaats onze Bijbelse plicht om de naaste in nood te helpen waar dat nodig en mogelijk is".
Ontwikkelingssamenwerking is dus in de eerste plaats ereplicht, christenplicht.
Ir. J. Lock, directeur van Woord en Daad, vindt dat ontwikkelingswerk niet los van het getuigenis kan plaatsvinden. Dat getuigenis vormt immers de diepste overtuiging van de christen-ontwikkelingswerker. Daar kom je eerlijk voor uit: "Hij of zij zal in zijn dienstbetoon altijd terugverwijzen naar de liefde die hij of zij als dagelijks gegeven ervaart".
Neutrale ontwikkelingssamenwerking bestaat niet. Zij die zeggen dat te bieden, hebben immers ook hun uitgangspunten. Ontwikkelingshulp is voor hen vaak doel in zichzelf. "Op die manier en daardoor is ontwikkelingshulp vaak niet meer dan verspreiding van een heel aardse religie. Ze heet materialisme. Ze loopt dood in deze wereld".

8. Diaconaat: opdracht van de kerk

Het diaconaat is wezenlijk onderscheiden van de ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkelingshulp is gericht op de verbetering van de economie en de politieke situatie van een land. Het diaconaat is daarentegen in de eerste plaats gericht op de mens en zijn noden.

Ontwikkelingshulp gaat meestal uit van de overheid of semi-overheidsorganen.
Het diaconaat vindt zijn wortels in het ambtelijk werk van de kerk. Voor het diaconaat is Christus' eigen dienstwerk het uitgangspunt. In de drie ambten van de Heere Jezus komt dit duidelijk naar voren. Christus leert als Profeet, Hij regeert als Koning, maar bewijst ook als Priester Zijn barmhartigheid. De prediking van het Woord vloeit daarbij voort uit Christus' profetisch ambt. De regeermacht van de ouderling is verbonden met Zijn koninklijk ambt en het werk van de diakenen - het diaconaat - met Zijn priesterlijk ambt.

Diaconaat is een taak van de plaatselijke gemeente en van grotere kerkelijke verbanden. Daarom kent bijna elk kerkgenootschap wel een deputaatschap voor het diaconaat. De Gereformeerde Gemeenten kennen het Deputaatschap tot Hulpverlening in Bijzondere Noden.
Dat wil overigens helemaal niet zeggen dat er geen plaats is voor het particulier initiatief, voor het uitoefenen van christelijke barmhartigheid door interkerkelijke organisaties. Woord en Daad en andere bekende organisaties zijn daar goede voorbeelden van.

Buitenlandse noden
Het diaconaat richt zich in eerste plaats op de binnenlandse noden.
Doordat er de laatste decennia geen grote rampen zijn gebeurd en de economie is blijven groeien, zijn we in staat ook in het buitenland hulp te verlenen.
Bij dit diaconale werk moet er ruimte zijn om het Evangelie te brengen. Het formulier voor bevestiging van diakenen zegt dat het diaconale werk niet alleen met uiterlijke giften, maar ook met "troostrijke redenen uit het Woord Gods" gepaard moet gaan.
De mogelijkheden in het boeddhistische Cambodja voor de verbreiding van het Evangelie zijn beperkt, maar via het deputaatschap Bijzondere Noden en de lokale stichting Spie-en spant men zich in om toch het Evangelie aan de mensen door te geven. Zo grijpt ds. Koy, de voorzitter van Spie-en, alle gelegenheden aan om het Evangelie te verspreiden.
Bij een grote centrumschool is een bibliotheek gebouwd. Daar mogen christelijke boeken worden neergelegd. Ook bij zijn kerk zal uit de actiegelden een christelijke bibliotheek worden ingericht. En dat terwijl er in Cambodja na al het oorlogsgeweld bijna geen bibliotheken meer te vinden zijn. Bij de door Spie-en gebouwde scholen wordt geprobeerd om de kinderen met het Evangelie in aanraking te brengen.

De reikwijdte van het diaconaat
De diaconale hulp mag niet beperkt zijn tot alleen geestverwante christenen. De ware Diaconos (de Heere Jezus) heeft Zich in Zijn dienst niet beperkt tot vrienden. De diaconia beperkt zich niet alleen tot de huisgenoten des geloofs. De grens wordt bepaald door de grens die God Zélf stelt aan de liefde waarmee Hij in Christus mensen zoekt en aan het liefdegebod dat Hij ons geeft, "jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen." (1 Tim. 5 : 15) Wie onze naaste is heeft de Heere jezus duidelijk uitgelegd in de bekende gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Calvijn verklaart de diepe betekenis van deze gelijkenis als volgt:
"De hoof dzaak van deze gelijkenis is dat ieder mens die ons het meest vreemd is, onze naaste is. Omdat Cod alle mensen onderling aan elkaar heeft verbonden, opdat zij elkander helpen." Calvijn noemt dan ook het hoofddoel van de gelijkenis dat we de verwantschap niet tot onze vrienden of bloedverwanten beperken, maar uitstrekken moeten tot de hele mensheid.
Zo moet ook in Cambodja hulp geboden worden om de vreselijke rampen van de afgelopen 30 jaar te boven te komen. Door Woord en daad te combineren kan het goede voor de naaste gezocht worden (1 Tim. 5 : 15). Het gaat dan niet alleen om het goede in materiële zin, maar juist ook om het goede in geestelijke zin.
In de beschrijving van de projecten (p. 34) en in de brochure 'Cambodja, hulp aan een verscheurd land' wordt hier verder aandacht aan besteed.

Verwerking

Overeenkomsten en verschillen
a. Wat is het verschil tussen ontwikkelingssamenwerking en diaconaat?
b. Wat is het verschil tussen christelijke hulpverlening en diaconaat?
c. Kun je ergens hulpverlenen zonder de Bijbel ter sprake te brengen?

Diaconaat
a. Waar wordt in de Bijbel over diaconaat gesproken?
b. Noem enkele voorbeelden van diaconaat in onze tijd.
c. Wat is het doel van diaconaat 'over de grenzen'?|
d. Mag diaconaat zich alleen uitstrekken tot geestverwante christenen? Noem voor- en tegenargumenten.
e. Welke plaats heeft het diaconaat in jouw gemeente?
f. Vind jij het diaconaat net zo belangrijk als de Woordverkondiging? Waarom?
g. Wat kun jij zelf aan diaconaal werk doen
• in je eigen gemeente?
• in Nederland?
• buiten Nederland?

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Mivo +16 | 36 Pagina's

De verborgen bron

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Mivo +16 | 36 Pagina's