JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Engelen rond de geboorte van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Engelen rond de geboorte van Christus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De engelen worden weleens de "randfiguren van de heilsgeschiedenis" genoemd. Rond de geboorte van Christus lezen we telkens weer van het optreden van engelen.

Het Lukas-evangelie is het evangelie dat de meest uitvoerige beschrijving geeft van de gebeurtenissen rond de geboorte van Christus. In het eerste hoofdstuk wordt geschreven over de voorbereiding van Zijn geboorte, waarna het tweede hoofdstuk vertelt van Zijn geboorte.

Zacharias (Luk 1: 5-25)

Na een korte inleiding begint Lukas te vertellen van een bejaard echtpaar. Zowel de man, Zacharias, als de vrouw, Elisabeth, zijn van priesterlijke afkomst. Zij leven volgens de geboden van God en overeenkomstig Zijn wil. Dit echtpaar draagt een stil verdriet in hun hart. Ze hebben namelijk geen kinderen. Wel hebben ze God vele malen gevraagd om een zoon, maar God heeft hun gebeden niet verhoord en nu zijn ze oud.

Zacharias is priester. Op zekere dag gaat hij naar de tempel om zijn priesterlijke taak uit te voeren. Terwijl hij hiermee bezig is, verschijnt er een engel. Zacharias schrikt bij het zien van het hemelse wezen. De engel stelt hem echter gerust en zegt: "Uw gebed is verhoord". Hij zal vader worden van een zoon. De engel vertelt Zacharias dat hij deze zoon Johannes (= de Heere is genadig) moet noemen en dat deze Johannes de weg voor de Messias zal bereiden. De profetie van Maleachi zal door hem in vervulling gaan. "Ziet, Ik zend ulieden de profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des Heeren komen zal. Hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met de ban sla" (Mal. 4: 5 en 6).

Deze toezegging is zö wonderlijk en heerlijk, dat Zacharias het niet kan geloven. In ongeloof vraagt hij een bevestiging: "Waarbij zal ik dat weten?"

Om aan alle onzekerheid een eind te maken, doet de engel twee dingen: hij maakt zichzelf bekend en hij geeft een teken.

Maria (Luk. 1:26-38)

Nadat de engel Gabriël aan Zacharias verschenen is, wordt hij naar Nazareth gestuurd. In dat plaatsje woont Maria. Ze is nog jong en het leven ligt nog voor haar. Ze is verloofd met een timmerman, Jozef. Na de verschijning aan Zacharias, komt de engel naar Maria en begroet haar met de woorden: "Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen". Maria is niet geschrokken, maar wel ontroerd over zijn woorden.

Ze begrijpt zijn woorden niet zo goed en terwijl ze er over nadenkt, stelt de engel haar gerust en vertelt haar dat ze een Zoon zal krijgen. Duidelijk zegt hij haar dat de Messias uit haar geboren zal worden. Maria is nog ongetrouwd en ze vraagt hoe zij moeder van een kind kan worden, terwijl ze nog geen man heeft.

Geen ding is onmogelijk bij God. Hij wijst haar op het feit dat Elisabeth ook een kind zal krijgen, ook al is zij oud. Maria vraagt niet, zoals Zacharias om een teken. Ze zegt: "Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord". Ze onderwerpt zich aan Gods Woorden.

Jozef (Matth. 1:18-25)

Maria is verloofd met Jozef. Een verloving stond in Israël vrijwel gelijk met een huwelijk. Het verbreken van een verloving betekende bijna altijd hetzelfde als echtbreuk. Als Jozef ziet dat Maria in verwachting is, moet hij een beslissing nemen. Volgens de wet moet zij gestenigd worden (Deut. 22: 23). Dat wil Jozef niet. Hij zou haar ook "heimelijk" kunnen verlaten en op deze wijze laadt hij dan de schuld op zichzelf (Lev. 20: 10). 

God zorgt echter voor Zijn volk en stuurt een engel naar Jozef. De engel verschijnt hem in een droom. In deze droom vertelt hij dat Maria een Zoon zal krijgen die ontvangen is van de Heilige Geest. Om de mogelijke twijfel bij Jozef weg te nemen, zegt de engel het volgende. In de eerste plaats beveelt hij Jozef om deze Zoon Jezus te noemen, want "Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonde". Iets waartoe God alleen in staat is, geen mens kan de zonden wegnemen. In de tweede plaats herinnert hij Jozef aan de profetische woorden van Jesaja: "... een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten". Immanuël betekent "God met ons". Maria is het middel waardoor deze woorden in vervulling gaan.

Als Jozef wakker wordt, ziet hij af van zijn plannen en doet hij zoals de Engel des HEEREN hem bevolen heeft en neemt Maria tot zich. Hij is bereid om haar bij te staan, ook in de smaad en vernedering die zij samen zullen moeten verduren van de mensen uit hun omgeving.

De herders (Luk 2:8-20)

In een stal in Bethlehem is de beloofde Messias geboren. Geen feest is er, geen aankondiging door mensen dat de Christus geboren is, terwijl het volk al jaren had gehoopt op Zijn komst. Toch zorgt de Heere voor Zijn eer. Hij kondigt Zelf dit gebeuren aan, niet aan de koning of aan hooggeplaatste mensen, maar aan een aantal herders in het veld.

Deze herders houden de wacht over hun schapen. Opeens verschijnt een engel aan hen. Ze worden omstraald door licht, geen aards licht, maar de heerlijkheid des Heeren omschijnt hen. Deze hemelse heerlijkheid doet hen vrezen.

Nadat de engel hen gerust gesteld heeft, vertelt hij dat hij een boodschap van grote blijdschap voor hen heeft. De inhoud hiervan is dat de Zaligmaker geboren is. Hij is de Christus, de Heere. De engel geeft ze geen opdracht om dat Kindje te gaan opzoeken. Wel krijgen ze een teken. Dit teken houdt in dat Hij in een kribbe, in een voederbak, zal liggen en in doeken gewikkeld zal zijn.

Onmiddellijk na de boodschap van de engel, zien de herders een hemelse schare (legerschare) engelen die God gingen prijzen, zeggende: "Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen".

Eerst loven de engelen God en bezingen Zijn heerlijkheid en eer. Daarna kondigen zij aan dat door de geboorte van dit Kindje vrede kan bestaan tussen God en mensen. Hij zal "de straf, die ons de vrede aanbrengt", op Zich nemen. Hij zal gestraft worden opdat zondaren door Hem volkomen vrede zullen krijgen bij God. Het derde deel van de lofzang houdt in dat God Zijn welbehagen aan mensen betuigt door de komst van dit Kindje.

Nadat de herders deze hemelse bood schap aangehoord hebben, gaan ze dit Kind zoeken. Als ze vertellen wat er is gebeurd, verwekt dat bij de mensen helaas alleen maar verwondering en geen geloof. De herders evenwel keren met blijdschap in hun hart terug naar de schapen.


Bijbelrooster

  • Luk. 1:5-22 De wegbereider
  • Matth. 11:7-19 Een profetie vervuld
  • Luk. 1:26-38 Mij geschiede naar uw woord
  • Luk. 2: 8-20 Dat u heden geboren is
  • Luk. 22: 39-46 in zwaren strijd
  • Matth. 28: 1-20 Vreest niet, want Hij is opgestaan
  • Mark. 16: 15-20 en Hand. 12: 6-11 Al is het dat...

"Laat ons opmerken, wie zij waren die hel eerst God verheerlijkten, toen de Christus geboren was. Het waren engelen en geen menschen, engelen die nooit gezondigd hadden en geen Zaligmaker behoefden, engelen dlo niet gevallen waren, en geen Verlosser en geen zoenbloed noodig hadden. Het eerste lied tot eer van "God geopenbaard in het vleesch" werd gezongen door "eene menigte van het hemelscho helrleger."

Laat ons dit opmerken. Het Is vol diepe geestelijke lessen. Het toont ons welke goede dienaars de engelen zijn. Alles wat hun hemelsche Meester doet, behaagt hun en boezemt hun belang in. Het toont ons welke heldere kennis zij bezitten. Zij weten welk eene ellende de zonde In de schepping gebragt heelt. Zij kennen de zaligheld des hemels, en hot voorregt van eene geopende deur daarvan. Boven alles, toont het ons de groote liefde en het medelijden, dat do ongelen met den armen verloren mensch gevoelen. Zij verheugen zich In hel heerlijke voorultzigt van vele zielen verlost en vele uit den vuurbrand gered te zien."

J.C. Ryle in: Uitleggende gedachten over het evangelie van Lukas, blz. 55-56


Gods Engelen

De herders hielden stilde wacht Bij Bethlehem in 't duister;
Maar voor Gods engel is 't geen nacht,
Hij draagt Gods licht en luister.
O vreest dan, herders, vreest dan niet,
Nu gij des Heeren glorie ziet;
Verheugt u saam,
Verhoogt Gods naam,
Halleluja!

Des Heeren engel daalt in 't veld
En doet de herders horen,

Wat nog aan niemand is verteld:
"Kind Jezus is geboren!"
O vreest dan, herders, vreest dan niet,
Nu God u grote blijdschap biedt,
Verheugt u saam,
Verhoogt Gods naam,
Halleluja!

Nu dalen al Gods engelen neer,
De vleugels uitgeslagen,
En zingen liederen tot Gods eer,
Van vrede en van welbehagen.
O vreest dan, herders, vreest dan niet,
Maar hoort aandachtig naar hun lied;
Verheugt u saam,
Verhoogt Gods naam,
Halleluja!

H. Pierson

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's

Engelen rond de geboorte van Christus

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1995

Mivo +16 | 24 Pagina's