JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Historische Achtergrond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Historische Achtergrond

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om het boek "Nehemia" goed te kunnen begrijpen, is kennis van de historische achtergronden belangrijk. Daarvoor moet teruggegrepen worden op de eerste wegvoering van een deel van het volk Israël in ballingschap.

Als we letten op deze historische gegevens, dan blijkt dat God mensen gebruikt om Zijn plan te volbrengen. De Heere gebruikt de omliggende volken om Zijn volk op de plaats te brengen, die Hij wil. Zo wordt ook de politiek van het Assyrische en van het Babylonische rijk gebruikt om Israël in ballingschap weg te voeren.

Het Assyrische beleid

Het Assyrische rijk was een machtig rijk. Assyrië beschikte over een permanent en professioneel leger. Dit machtige rijk strekte zich uit van India tot Egypte.

In het rijk bevonden zich verschillende volken. Dit maakte het vrij moeilijk om de eenheid in het rijk te bewaren. Tiglat-Pileser III (745-727) heeft zijn rijk grondig gereorganiseerd om uiteindelijk het overzicht over de volken in de hand te houden.

Tiglat-Pileser stichtte zogenaamde 'vazalstaten'. Een vazalstaat was een staat die bezet was door Assyrië, maar waar de bevolking beperkt zelfbestuur ontving. Het onderworpen volk was beperkt in de mogelijkheden om een eigen politiek beleid te voeren, aangezien alles onder de macht van het Assyrische rijk plaatsvond. De bevolking van zo'n vazalstaat moest hoge belastingen betalen aan Assyrië.

Was er sprake van een opstand in de vazalstaat, dan stuurden de Assyrische machthebbers het leger om het opstandige gebied te bezetten. Het leger ging dan grondig aan het werk en liet een spoor van vernieling achter. De koning van het bezette gebied werd van de troon gestoten en een pro-Assyrisch iemand uit zijn familie kreeg de leiding over de vazalstaat. De leider van de opstand probeerde men veelal om het leven te brengen en de grote steden in het opstandige gebied werden geplunderd en met de grond gelijk gemaakt. Om te voorkomen dat er een nieuwe opstand zou komen, werd de elite van de bevolking (de leidinggevende mensen) naar Assyrië weggevoerd. Vertoonde de bevolking van de vazalstaat dan nog tekenen van weerstand tegen het Assyrische rijk, dan kwam er opnieuw een militair ingrijpen. De regerende vorst werd afgezet en vervangen door een Assyrisch gouverneur. Het gebied werd uitgekamd en delen van de bevolking werden naar Assyrië gebracht. De Assyriërs brachten mensen uit andere delen van het rijk naar deze ontvolkte gebieden. Men had daar twee motieven voor. In de eerste plaats was er het motief om te voorkomen dat het gebied onbevolkt zou worden. In de tweede plaats wilden de Assyriërs op deze wijze de nationaliteitsgevoelens van de onderworpen volken breken door vermenging met andere volken te stimuleren.

Het tienstammenrijk

Het beleid van Assyrië wil de Heere gebruiken om Zijn volk te kastijden. In 2 Kon. 15:17 lezen we dat Menahem koning wordt over Israël. "En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN: hij week al zijn dagen niet af van de zonden van Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël zondigen deed". De Assyrische koning Pul (ook wel Tiglat Pileser genoemd), wil met zijn legers het tienstammenrijk bezetten. Menahem wil bloedvergieten voorkomen en geeft zich vrijwillig over. Door belasting te betalen (duizend talenten zilverlingen = 33.000 kg. zilver!) onderwerpt hij zich aan de macht van Assyrië. Zo wordt het tienstammenrijk een vazalstaat van Assyrië.

2 Kon. 15: 23 verhaalt ons dat de zoon van Menahem, Pekahia, koning wordt in Israël. Na twee jaar vindt er in de vazalstaat een kleine opstand plaats. Pekah, een hoofdman , vermoordt de koning Pekahia en gaat zelf op de troon zitten (2 Kon. 15: 25).

De gevolgen blijven niet uit. Tiglat Pileser stuurt zijn leger naar de vazalstaat om het onderworpen volk grondig aan te pakken. Verschillende steden neemt hij in en hij voert verschillende mensen weg naar Assyrië (2 Kon. 15: 29).

Opnieuw vindt er echter een opstand plaats. De koning Pekahia wordt vermoord door Hosea (de zoon van Ela). Deze Hosea grijpt naar de kroon (2 Kon. 15: 30). Opnieuw trekken de Assyriërs het tienstammenrijk binnen . Hosea wordt gevangen genomen (2 Kon. 17:4). Heel Israël wordt weggevoerd naar Assyrië (2 Kon. 17: 6) en nieuwe volken worden naar Israël gevoerd (2 Kon. 17: 24).

Hoe duidelijk blijkt uit deze geschiedenis de politiek van het Assyrische rijk. Tevens zijn de Assyrische vorsten een instrument in de hand van de Heere Die Zijn volk bezoekt omdat zij Hem niet hebben gediend. Telkens deden zij hetgeen kwaad was in de ogen des Heeren.

Het tweestammenrijk

Het tienstammenrijk was weggevoerd, maar het tweestammenrijk niet. Hoe was de situatie in Juda? Juda werd geregeerd door koning Jotham. "In die dagen begon de HEERE in Juda te zenden Rezin, de koning van Syrië, en Pekah. de zoon van Remalia" (2 Kon. 15: 37). De opvolger van Jotham was Achaz.

Achaz "deed niet dat recht was in de ogen des Heeren zijns Gods" (2 Kon. 16: 2). Achaz ging naar Tiglat Pileser met het verzoek of hij hem zou willen verlossen uit de hand van Syrië (2 Kon. 16: 7). Daarmee onderwierp Achaz zich aan het machtige Assyrische rijk. Zo werd ook het tweestammenrijk een vazalstaat van Assyrië.

Het Assyrische rijk heeft twee eeuwen bestaan. In 612 voor Christus werd het Assyrische leger door koning Nabopolassar van Babel bij Ninevé verslagen. Het Assyrische rijk kwam ten val. De meeste onderworpen volken werden automatisch onderdaan van Babel. Zo ook de vazalstaat Juda, het tweestammenrijk.

De Babyloniërs voerden hetzelfde politieke beleid als de Assyriërs. Ook zij stuurden een militair leger naar de vazalstaat wanneer er sprake was van opstand. Tevens voerden zij dan een deel van de bevolking weg.

Koning Jojakim werd een knecht van Nebukadnezar, koning van Babel (2 Kon. 24: 1). In hetzelfde vers lezen we: "Daarna keerde hij zich om, en rebelleerde tegen hem". Het ging niet goed in de vazalstaat Juda. Koning Jojachin neemt de plaats in van zijn vader. In zijn tijd belegert Nebukadnezar, de koning van Babel, de stad Jeruzalem. Nebukadnezar neemt de koning Jojachin gevangen, plundert de tempel en voert het volk weg naar Babel.

Het doel van zo'n eerste wegvoering is om verdere opstand te voorkomen. Het was vooral de 'elite' van de bevolking die werd weggevoerd. Ook Daniël en zijn vrienden werden in deze tijd naar Babel gebracht.

Jojachins oom, Zedekia, werd aangewezen als koning van Juda. Negen jaar lang bleef hij onderdanig aan de koning van Babel.

Verschillende keren heeft men geprobeerd hem over te halen om tegen de koning van Babel in opstand te komen. Hij weerstond echter deze oproepen. Uiteindelijk verzette hij zich dan toch tegen de koning van Babel. De gevolgen bleven niet uit.

Nebukadnezar stuurde zijn leger naar Jeruzalem en belegerde de stad. Na anderhalf jaar belegering werd de stad in 576 v. Chr. ingenomen. In 2 Kon. 25 lezen we hoe het Babylonische leger Jeruzalem heeft verwoest. Er was in de tempel behoorlijk geplunderd.

De bevolking van Juda werd naar Babel weggevoerd.

Slechts een klein deel van de bevolking van Juda bleef achter. Het waren voornamelijk landarbeiders. Over hen stelde de koning van Babel een regeerder aan, namelijk Gedalia. Zoals de Heere het machtige Assyrische rijk had gebruikt om het tienstammenrijk in ballingschap te voeren, zo heeft de Heere de Babyloniërs gebruikt om Zijn plan met het tweestammenrijk te volbrengen. Voor Israël en Juda was de ballingschap een gevolg van het dienen van de afgoden en het loslaten van de dienst des Heeren.

Het Perzische rijk

Onder leiding van koning Kores, ook wel Cyrus genoemd, versloegen de Meden en Perzen het machtige Babylonische rijk. Er ontstond een nieuwe wereldmacht, namelijk het Perzische rijk. De politiek van koning Kores was geheel anders dan de politiek van het Assyrische en Babylonische rijk. De Assyriërs en de Babyloniërs waren erop uit om de onderworpen volken uit te persen door hun hoge belastingen te laten betalen.

Bij opstand werden de vazalstaten op wrede wijze gestraft en een deel van het volk werd in gevangenschap weggevoerd.

De politiek van het Perzische rijk was anders. De Meden en Perzen behandelden de onderworpen volken met respect. Geen wreedheid, maar respectvol omgaan met de andere volken tekenden het politieke beleid van het Perzische rijk. In de organisatie van het rijk veranderde niet veel. Het enige verschil was dat de volken geen belasting meer aan Babel betaalden, maar aan de Perzische koning.

In het maatschappelijk leven gaf koning Kores het volk veel vrijheid. Ook op religieus terrein geeft de nieuwe heerser het onderworpen volk veel vrijheden. Wetten die de vrijheid van meningsuiting beperkten, werden ongeldig verklaard. Koning Kores probeerde zijn onderworpen volken te vriend te houden. Zo vierde hij met de Babyloniërs het nieuwjaarsfeest en vereerde daarmee de Babylonische god Marduk als oppergod. Kwam hij bij de Joden, dan erkende hij de HEERE als de God van de Joden. Hij liet alle afgodsbeelden en heilige voorwerpen, die door de Babyloniërs naar Babel waren gevoerd, terugbrengen naar het land waar ze vandaan kwamen. In dit beleid paste ook het feit dat de Joden toestemming kregen om Jeruzalem te herbouwen. Kores wilde de Joden voor zich winnen en gaf hen een grote mate van zelfstandigheid, zowel op godsdienstig als op sociaal niveau. Jeruzalem was voor de Joden een belangrijke plaats. Daar stond de tempel, daar vond de

Daar stond de tempel, daar vond de dienst des Heeren plaats. Jeruzalem was het centrum van het Jodendom. Kores heeft de Joden toestemming gegeven om terug te keren naar Jeruzalem. Hij gaf in 538 v. Chr. de opdracht om de tempel te herbouwen (zie Neh. 1).

Koning Kores stond de Joden ook om politieke redenen toe om Jeruzalem te herbouwen. Vanuit Jeruzalem was het een kleine afstand naar Egypte. Als Kores de Joden voor zich kon winnen, zouden ze hem wellicht meehelpen om Egypte bij zijn rijk in te lijven.

Zo gebruikte de Heere de koning van het machtige Perzische rijk als een nietig instrument in Zijn hand om een overblijfsel van Zijn volk uit de ballingschap te laten terugkeren (Ezra 1: 2-4).

De terugkeer

Je zou misschien verwachten dat het volk Israël na de officiële toestemming van koning Cyrus of Kores, het zogenaamde 'edikt van Cyrus', massaal terug zou keren naar het beloofde land. Dat gebeurt echter niet. Integendeel, er vertrok slechts een betrekkelijk kleine groep.

De bevolking van het vroegere tienstammenrijk Israël was door de Assyriërs weggevoerd naar gebieden rond de Kaspische Zee (tegenwoordig liggen hier enkele onafhankelijke staten van de vroegere Sowjet Unie). Dit gebied ligt ver van Mesopotamië, waar het tweestammenrijk naar toegebracht was. Algemeen wordt aangenomen dat de joden van het tienstammenrijk zijn vermengd met de lokale bevolking. Van deze 10 stammen is voor zover bekend nooit een terugkeer geweest.

Maar ook grote delen van het tweestammenrijk Juda ondernamen de terugreis niet en bleven in Babel wonen. Volgens schattingen waren er ongeveer 500.000 joden in Babel. Daarvan trekken er ruim 42.000 terug. De konklusie is dat ongeveer 10% van de totale joodse bevolking in Babel in 538 v. Chr. naar het land van hun vaderen vertrok. Het was maar een kleine groep men

Het was maar een kleine groep mensen die onder de leiding van een zekere Sesbassar (volgens de kanttekenaren wordt deze man ook Zerubbabel genoemd) Jeruzalem bereikte.

Ze waren arm hoewel zij van de achterblijvende Joden het nodige hadden meegekregen voor de reis. De belangrijkste bagage vormden de oude tempelschatten die bij de verwoesting van de tempel door Nebukadnezar naar Babel waren gevoerd. Koning Kores had bepaald dat de tempelschatten aan de Joden teruggegeven moesten worden. Ten diepste betekende dat: de HEERE zorgde ervoor dat deze geheiligde voorwerpen weer teruggebracht werden naar de nieuwe tempel. De terugkomst van het volk Israël in hun land wordt door de lokale bevolking niet op prijs gesteld. Al snel ontstaan er konflikten. Op allerlei mogelijke manieren probeerde de plaatselijke bevolking de herbouw van de tempel te belemmeren. De plaatselijke bevolking wordt daarin gesteund en aangemoedigd door twee perzische ambtenaren Sanballat en Tobia (Ezra 4-6). Daarbij komt dat het politieke beleid vanuit Babel onder de opvolger van koning Kores tijdelijk minder gunstig voor de joden is geweest.

Het gevolg is wel dat de herbouw van de tempel zestien jaar stil ligt. We lezen daarover in de profeten Haggaï en Zacharia. Zij hebben het volk Israël aangespoord om het er niet bij te laten zitten.

Na deze zestien jaar komt de herbouw in het jaar 520 echter weer op gang. Inmiddels is koning Darius in Babel aan de macht gekomen. Vijf jaar later, in 515 'het zesde jaar van koning Darius' kan de herbouwde tempel in gebruik genomen worden.

Periode na de herbouw van de tempel

Over de gebeurtenissen in de periode direkt nè de herbouw van de tempel weten we weinig. Er zijn op dat moment twee plaatsen waar -Joden wonen. In Jeruzalem woont een kleine groep, namelijk zij die de tempel herbouwd hebben. Maar het overgrote deel woont nog gewoon in Babel. In deze tijd speelt in Babel de bekende geschiedenis van koningin Esther.

In deze geschiedenis probeert hoveling Haman het joodse volk uit te roeien We kennen zijn listige voorstel aan koning Ahasveros. Zijn opzet was bijna gelukt. Wat zou er in dat geval gebeurd zijn met de kleine groep mensen die te Jeruzalem woonden? Ze woonden in een vijandige omgeving. Er was geen stadsmuur, er waren geen poorten. De kleine groep zou door een grote overmacht onder de voet gelopen zijn. Zou men daarbij de nieuwe tempel gespaard hebben? Maar Gods weg is anders geweest, Hij heeft ook hier de geschiedenis geschreven. Omdat God Zijn beloften altijd waar maakt.

Ezra en Nehemia

Van de periode na 458 v. Chr. is weer meer bekend. In het jaar 458 wordt de schriftgeleerde Ezra door koning Arthasasta naar Jeruzalem gezonden (Ezra 7). Zeven koninklijke raadsheren begeleiden hem. De delegatie onder leiding van Ezra heeft de opdracht financiële steun in Jeruzalem te brengen. Koning Arthasasta heeft geld ter beschikking gesteld voor de joden in Jeruzalem. Ook was er een inzameling geweest onder de nog in ballingschap wonende Joden. Deze middelen mag de delegatie gaan overdragen.

Daarnaast heeft Ezra nog een aantal taken. Zo voert hij de oude joodse wetten weer in. De joodse wet wordt in Juda weer de nationale grondwet (Ezra 7: 25 - 26). Verder wordt de tempeldienst weer in ere hersteld. Ongeveer dertien jaar na de komst van Ezra (in 445 v. Chr.) wordt een tweede delegatie naar Jeruzalem gezonden. Deze delegatie wordt door de koning gestuurd op verzoek van de joodse hoveling Nehemia. Nehemia wordt door de koning tijdelijk als stadhouder van Jeruzalem aangesteld. Hij krijgt de opdracht om de stad Jeruzalem te versterken onder andere door de muren opnieuw op te trekken. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de bestuurlijke taken van Nehemia in Jeruzalem en maatregelen die hij in het belang van zijn volk heeft genomen.


Globale inhoud van het boek Nehemia

A. De geschiedenis van Nehemia, de schenker van Arthasasta (Neh. 1 - 7).

1. Nehemia's gebed nadat hij hoort van de droevige toestand in Jeruzalem.

2. Hij gaat met verlof van Arthasasta naar Jeruzalem (met geleide van de koning) in 445 v. Chr. Let op vs. 20.

3. Een lijst met bouwers van Jeruzalems muren.

4. Sanballat en Tobia trachten de bouw te verhinderen; Nehemia wapent het volk.

5. Nehemia verlicht de schuldenlast van de armen.

6. Verschillende samenzweringen van Sanballat en Tobia tegen Nehemia.

7. Nehemia vindt de lijst van de teruggekeerden onder Zerubbabel en Jesua (vgl. Ezra 2).

ES. Enkele bijzonderheden (Neh. 8-13).

8. Ezra leest het volk de wet voor en doet het Loofhuttenfeest vieren.

9. Het volk houdt een boetedag (Let op het gebed!)

10. Een vernieuwing van het verbond met God; Schriftelijke bevestiging.

11. Verdeling van het volk in hun woonplaatsen.

12. Register van de priesters en levieten. Tevens een beschrijving van het feest bij de inwijding van de stadsmuur te Jeruzalem.

13. Na een verblijf van 12 jaar in Jeruzalem keert Nehemia naar Perzië terug. Tijdens een tweede verlof in Jeruzalem maakt hij een einde aan verschillende misstanden (ca. 430 v. Chr.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1994

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Historische Achtergrond

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 1994

Mivo +16 | 24 Pagina's