JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

2. Profetieën en hun vervulling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Profetieën en hun vervulling

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit hoofdstuk vind je een schematisch overzicht van profetieën uit het Oude Testament over het leven van de Heere Jezus. Tevens wordt een bewijsplaats gegeven uit het Nieuwe Testament waaruit blijkt dat de profetie in vervulling is gegaan.

Gen. 3:15 - En Ik zal vijandschap zett en tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.

Gen. 18:18 -Dewijl Abraham gewisselijk tot een groot en machtig volk worden zal, en alle volken der aarde in hem gezegend zullen worden? Zie ook: Gen. 12: 3.

Gen. 17:19 - En God zeide: Voorwaar, Sara, uw huisvrouw, zal u een zoon baren en gij zult zijn naam noemen Izak en Ik zal Mijn verbond met hem oprichten, tot een eeuwig verbond zijn zade na hem.

Num. 24:17 - Ik zal hem zien, maar nu niet; ik aanschouw Hem, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren.

Gen. 49:10 - De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt en Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.

Jes. 9:6- Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te ster-ken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.

Micha 5: 1 - En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.

Dan. 9: 25 - Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.

Jes. 7:14 - Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten.

Jer. 31: 15 - Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een klage, een zeer bitter geween; Rachel weent over haar kinderen; zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat zij niet zijn.

Hosea 11:1- Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte uitgeroepen.

Jes. 8: 23 en 9:1 - Maar [het] [land], dat beangstigd was, zal niet [gans] verduisterd worden; gelijk als Hij het in den eersten tijd verachtelijk gemaakt heeft, naar het land van Zebulon aan, en naar het land van Nafthali aan. alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk gemaakt, naar den weg zeewaarts aan [gelegen] over de Jordaan, aan Galilea der heidenen.

Het volk. dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen

Deut. 18:15- Een Profeet, uit het midden van u. uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God. verwekken; naar Hem zult gij horen.

Ps 110; 4 - De HEERE heeft gezworen. en het zal Hem niet berouwen Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

Jes. 53; 3 - Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen een Man van smarten, en verzocht in krankheid. en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.

Zie ook: Ps. 2:2.

Jes. 11: 2 - En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN.

Zie ook: Ps. 45: 7 en Jes. 11:3,4.

Zach. 9: 9 - Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen. Zie ook: Jes. 62:11.

Ps. 41:10-Zelfsdeman mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven.

Zach. 11:12- Want ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig zilverlingen.

Zie ook: Zach, 11:13.

Zach .11:13- Doch de HEERE zeide tot mij: Werp ze henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien ik waard geacht ben geweest van hen! En ik nam die dertig zilverlingen, en wierp ze [in] het huis des HEEREN, voor den pottenbakker.

Ps. 109: 7, 8 - Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde. Dat zijn dagen weinig zijn; een ander neme zijn ambt.

Ps. 27: 12 - Geef mij niet over in de begeerte mijner tegenpartijders; want valse getuigen zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast. Zie ook: Ps. 35:11.

Jes. 53: 7 - [Als] dezelve geeist werd. toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.

Zie ook: Ps. 38:13-14.

Jes. 50:6 - Ik geef Mijn rug dengenen, die [Mij] slaan, en Mijn wangen dengenen, die [Mij] het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.

Ps. 69: 5 - Die mij zonder oorzaak haten. zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.

Zie ook: Ps. 109:3-5.

Jes. 53:4-5 - Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld: de straf, die ons den vrede aanbrengt, wa; op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.

Zie ook: Jes. 53: 6 en 12.

Jes. 53:12 - Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.

Ps. 22:17 - Want honden hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven.

Zie ook: Zach. 12:10.

Ps. 22:7-9 - Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, [zeggende]: Hij heeft [het] op den HEERE gewenteld, dat Hij hem (nu) uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!

Ps. 69: 22 - Ja, zij hebben mij gal tot mijn spijs gegeven; en in mijn dorst hebben zij mij edik te drinken gegeven.

Ps. 22:9- Hij heeft [het] op den HEERE gewenteld, dat Hij hem [nu] uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij lust aan hem heeft!

Ps. 109:4 - Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was [steeds] [in] [het] gebed.

Zie ook: Jes. 53:12.

Zach. 12:10-Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als [met] de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.

Ps. 22:19 - Zij delen mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn gewaad.

Ps. 34: 21 - Hij bewaart al zijn beende ren; niet een van die wordt gebroken. Zie ook: Ex. 12:46.

Jes. 53: 9 - En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is.

Ps. 16:10 - Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie.

Zie ook: Matth. 16:21.

Ps. 68:19 - Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen (om] [uit] [te] [delen] onder de mensei ja, ook de wederhorigen om [bij] [U| te wonen, o HEERE God!

Gal. 4:4 - Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet.

Zie ook: Luk. 2 7 en Openb. 12: 5.

Hand 3: 25 - Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden

Zie ook: Matth. 1: 1 en Luk. 3: 34.

Matth ] 2 - Abraham gewon Izak, en lzak gewon Jaki>b ei i Jakol > geu|H Juda en zijn broeders

Zie ook Luk .3 34

Luk. 3: 34 - Den [zoon] van Jakob, den [zoon) van Izak den [zoon] van Abraham, den [zoon] van Thara, den [zoon] van Nachor

Zie ook: Matth. 1:2

Luk 3 33 - Der\ |zo<>ii] van Aminadab, den |zo<>n] van Aram den [zoon| van Esrom. den |z<»>n] van Fares, den [zoon] van Juda

Zie ook: Matth. 1 2 en 3.

Matth. 1:1 - Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.

Zie ook: Matth. 1:6.

Matth. 2:1 - Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, [gelegen] in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, [enige] wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.

Zie ook; Luk. 2; 4-7.

Luk. 2:1 en 2 - En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden. Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrië stadhouder was.

Zie ook: Luk. 2; 3-7.

Matth. 1:18 - De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.

Zie ook: Luk. 1: 26-35.

Matth. 2:16- Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en [enigen] afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen [waren], van twee jaren [oud] en daaronder, naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had.

Zie ook: Matth. 2:17 en 18.

Matth. 2:14- Hij dan opgestaan zijnde, nam het Kindeken en Zijn moeder tot zich in den nacht, en vertrok naar Egypte

Zie ook: Matth. 2: 15.

Matth. 4:12-16-AlsnuJezusgehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea; en Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum. gelegen aan de zee, in de landpale van Zebulon en Nafthali; opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja. den profeet, zeggende: Het land Zebulon en het land Nafthali [aan] [den] weg der zee over de Jordaan, Galilea der volken; het volk. dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en dengenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan.

Joh Li 14 - De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden Deze is waarlijk de Profeet. Die in de wereld komen zou.

Zie ook Joh. 1 45 en Hand 3 19-26

Hebr 6 20 - Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, [namelijk] Jezus naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid

Zieook:Hebr 5: 5,6 en Hebr 7:15- 17

Joh 1: 11 - Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen

Zie ook Joh 5 43 Luk 4 29. Luk 17 25 en Luk 23 18

Luk. 2 52 - En Jezus nam toe in wijsheid, en in giootte, en in genade bij God en de mensen

Zie ook Luk 4 18

Joh. 12:13,14 - Namen de takken van palmbomen, en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend [is] Hij, Die komt in den Naam des Heeren, [Hij], [Die] [is] de Koning Israels!

En Jezus vond een jongen ezel, en zat daarop, gelijk geschreven is.

Zie ook: Matth. 21:1-11 en Joh. 12: 12.

Mark. 14:10 - En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren.

Zie ook: Matth. 26:14-16 en Mark. 14: 43-45.

Matth. 26:15 - En zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren [penningen].

Zie ook: Matth. 27:3-10.

Matth. 27:6, 7 - En de overpriesters, de zilveren [penningen] nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen.

Zie ook: Matth. 27; 3-5 en 8-10.

Hand. 1:18 tot 20 - Deze dan heeft verworven een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen zijnde, is midden opgeborsten, en al zijn ingewanden zijn uitgestort.

En het is bekend geworden allen, die te Jeruzalem wonen, alzo dat die akker in hun eigen taal genoemd wordt Akeldama, dat is, een akker des bloeds. Want er staat geschreven in het boek der Psalmen; Zijn woonstede worde woest, en er zij niemand die in dezelve wone. En: een ander neme zijn opzienersambt.

Matth. 26:60-61 - En hoewel er vele valse getuigen toegekomen waren, zo vonden zij [toch] niet. Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen.

Matth. 26:62-63 - En de hogepriester, opstaande, zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U? Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God?

Zie ook: Matth. 27:12-14.

Mark. 14: 65 - En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen.

Zie ook: Mark. 15: 17, Joh. 19: 1-3 en Joh 18:22

Joh. 15 23-25-Die Mij haat, die haat ' tok Mijn Vader Indien Ik de werken onder hen niet luid gedaan, die niemand ander s gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. Maar [dit] [geschiedt], opdat het woord vervuld worde, dat in hun wet geschreven is Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat.

Matth. 8: 16-17 - En als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot Hem gebracht, en Hij wierp de |l»>z|] geesten uit met den woorde, en Hij genas allen, die kwalijk gesteld waren opdat vervuld z< >u worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet zeggende: Hij heeft onze krankheden |op] [Zich] ger iomen, en onze [ziekten] gedragen

Zie ook: Rom. 4: 25 en 1 Kor. 15:3.

Matth. 27: 38 - Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker [zijde].

Zie ook: Mark. 15: 27-28 en Luk. 23: 33.

Joh. 20: 27 - Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.

Zie ook: Joh. 19:37 en Joh. 20:25 en 26.

Matth. 27: 39-40 - En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, en zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis.

Zie ook: Matth. 27:41-44 en Mark. 15: 29-32.

Joh. 19: 29 - Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond.

Zie ook: Matth. 27: 34 en 48.

Matth. 27:43 - Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem [wel] wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

Luk. 23: 34 - En Jezus zeide: Vader, ver- geef het hun; want zij weten niet, wat zij doen. En verdelende Zijn klederen, wierpen zij het lot.

Joh. 19: 34 - Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit.

Mark. 15: 24 - En als zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk wegnemen zou.

Zie ook: Joh. 19:24.

Joh. 19: 33 - Maar komende tot Jezus, als zij zagen, dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet.

Matth. 27: 57-60 - En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was. Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat [hem] het lichaam gegeven zou worden. En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. En legde dat in zijn rueuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen [tegen] de deur des grafs gewenteld hebbende ging hij weg.

Matth. 28: 9 - En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot [Hem] komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem.

Zie ook: Luk. 24: 36-48.

Luk. 24:50-51 - En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanie, en Zijn handen opheffende zegende Hij hen. En hetgest hiediie dis Hij hen zegende, dat Hij van hen s( heidde eni werd opgenomen in rlin heriM'l

Zie ook: Hand 1:9.


Hij zal geboren worden uit het zaad van een vrouw

Het beloofde zaad van Abraham

Het beloofde zaad van lzak

Het beloofde zaad van Jakob

Afstammeling van de stam van Juda

De opvolger van de troon van David

Plaats van geboorte

Tijd van geboorte

Geboren uit een maagd

Kindermoord

Vlucht naar Egypte

Zijn werk in Galilea

Als een profeet

Een priester naar de ordening van Melchizedek

Zijn afwijzing door de joden

Enkele eigenschappen

Zijn zegenrijke intocht

Verraden door een vriend

Verkocht voor dertig zilverlingen

Geld voor de akker des pottenbakkers

Judas ambt overgeno- men door een ander

Valse getuigen beschul- digen Hem

Stilte tijdens de beschuldigingen

Geslagen en bespot

Werd gehaat zonder oorzaak

Plaatsvervangend lijden

Gekruizigd temidden van zondaren

Handen en voeten doorboord

Bespotting en beschimping

Gal en edik gegeven

Het profetisch woord al spottend herhaald

Gebed voor Zijn vijanden

Zijn zijde doorstoken

Soldaten werpen het lot over Zijn mantel

Geen been gebroken

Begraven bij de rijken

Zijn opstanding

Zijn hemelvaart

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's

2. Profetieën en hun vervulling

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's