1. Calvijn en Genève
In juli van het jaar 1536 komt Johannes Calvijn aan in Genève. Hij is op doorreis van Frankrijk naar Straatsburg. Door de oorlog tussen Frankrijk en het Habsburgse rijk van Karei V wordt hij gedwongen een omweg te maken over Genève. Nog diezelfde avond wordt de komst van Calvijn verteld aan Willem Farel. Farel was de leider van de aanhangers van de hervorming in Genève. Direkt begeeft hij zich op weg naar het adres waar Calvijn voor die nacht zijn intrek heeft genomen. Farel gelooft vast dat Calvijn door God gestuurd is om te helpen bij de moeilijke strijd voor de hervorming in Genève.
In deze Zwitserse stad werd al sinds 1522 het Evangelie gepreekt en in 1535 had de stad zelfs officieel voor de hervorming gekozen. Maar dat was helaas vooral een politieke keus geweest, zodat de hervorming zich beperkte tot wat uitwendige veranderingen. De stad was namelijk in opstand gekomen tegen de hertog van Savoy. Deze adellijke machthebber had grote invloed in de stad via de bisschop, die optrad als zijn plaatsvervanger. Zo was in de strijd die ontstond Genève er toe gekomen om de bisschop uit de stad te verdrijven. Daarna had Genève toenadering gezocht tot het verbond van hervormde kantons. Ze ontving in de strijd vooral steun van de hervormde stad Bern. Deze politieke ontwikkeling bracht als vanzelf een begunstiging van de hervorming met zich mee. Zoals al opgemerkt beperkte de hervorming in Genève zich tot een uitwendige verandering. Een zware strijd wachtte ds. Farel en de zijnen nog om deze stad tot een innerlijke reformatie te brengen. Begrijpelijk dat hij zeer verheugd is over de komst van Calvijn, de toen al bekende schrijver van de "Institutie".
Eenmaal binnen op de kamer van Calvijn doet Farel dan ook een dringend beroep op hem. Maar Calvijn, die zich het meest aangetrokken voelt tot studeerkamerarbeid, schrikt terug voor deze zware taak. Hoe Farel ook aandringt, hij blijft weigeren. Tenslotte zegt Farel verontwaardigd tegen hem: "Als gij weigert u hier met ons aan het werk des Heeren te wijden, zal God u vervloeken!". Calvijn durft niet langer te weigeren en zegt "Ik gehoorzaam, ik zal blijven". Later schrijft hij hierover: "Het was mij, alsof God Zelf uit den hoge Zijn hand op mij gelegd had." Voortaan zal zijn naam en zijn levenswerk verbonden zijn met deze Zwitserse stad.
Veelzijdig geleerde
Wie is toch Johannes Calvijn, wiens bekwaamheid door Farel zo hoog wordt aangeslagen? Hij is in 1509 geboren in Noyon, een stadje in het. noorden van Frankrijk. Zijn vader, Gerard Cauvin, is er ambtenaar bij de bisschop. Hij wordt door zijn vader en moeder streng rooms-katholiek opgevoed en al jong wordt hij bestemd voor de geestelijke stand.
We weten bijvoorbeeld dat Calvijn al op twaalfjarige leeftijd de inkomsten van kapelaan genoot! Een ander moest dan natuurlijk het eigenlijke werk voor hem doen. Dit soort misstanden kwam in die dagen veel voor in de kerk. In zijn jeugd ontvangt Calvijn goed onderwijs. Door zijn omgang met de adellijke familie De Montmor krijgt hij samen met hun zonen privé-lessen op het kasteel. In 1523 gaat hij voor verdere studie naar de universiteit van Parijs. Hij gaat studeren voor het priesterambt en in deze periode maakt hij onder andere grondig studie van de kerkvaders. In opdracht van zijn vader moet hij echter deze studie afbreken. Waarschijnlijk heeft zijn vader ruzie gekregen met de geestelijkheid in Noyon. Zijn zoon mocht geen dienaar van de kerk meer worden. Zo trekt Calvijn in 1528 naar Orléans om rechten te gaan studeren. Enkele jaren later overlijdt zijn vader en Calvijn keert terug naar Parijs. Hij kiest opnieuw voor een andere studie, namelijk die van de letteren. Terecht kunnen we Calvijn dus typeren als een "veelzijdig geleerde".
"God boog mijn zin"
Tijdens zijn studentenperiode kwam Calvijn in aanraking met de ideeën van de hervorming. De gebeurtenissen rond Maarten Luther in Duitsland waren natuurlijk ook in Frankrijk bekend. Er waren in Parijs groepjes hervormingsgezinden die de geschriften van Luther bestudeerden. Dit alles is aan de student Johannes Calvijn niet onopgemerkt voorbijgegaan. We weten dat hij tijdens zijn tweede periode in Parijs de geheime samenkomsten van de hervormingsgezinden bezocht. Daardoor kwam hij tot het inzicht dat de kerk in veel opzichten dwaalde. Waarschijnlijk in de herfst van 1533 bracht God hem tot bekering. Het enige wat Calvijn, die altijd erg terughoudend was als het over zijn persoonlijke zieleheil ging, er later over schreef: "God boog mijn zin, die voor mijn leeftijd te zeer gehard was geworden, door een plotselinge bekering en bracht mij tot gehoorzaamheid."
"Leerboek van de Reformatie"
Kort hierna wordt Nicolaas Cop, de vriend van Calvijn, benoemd tot rector magnificus aan de Parijse universiteit. Het was gewoonte om bij aanvaarding van dit bestuursambt aan een universiteit een redevoering af te steken. Bij het opstellen van deze rede wordt Nicolaas Cop geholpen door Johannes Calvijn Zijn redevoering wordt een pleidooi voor de hervorming. Cop heeft onder andere gezegd: "God neemt ons aan, niet terwille van goede werken die wij zouden hebben gedaan, maar enkel en alleen terwille van Christus' verdienste...". Zowel Cop als Calvijn moeten Parijs ontvluchten om aan de vervolging te ontkomen. Spoedig wordt de vervolging in heel Frankrijk heviger en moet Calvijn uitwijken naar Bazel. Hier kan hij in alle rust studeren en schrijven. In maart 1536 verschijnt de eerste druk van zijn "Institutio Religionis Christianae" (Onderwijzing in de Christelijke Leer). Deze "Institutie" is van groot belang voor de hervorming. Men spreekt dan ook wel over "hét leerboek van de Reformatie". Nog in datzelfde jaar maakt de Franse koning bekend dat alle gevluchte ketters een half jaar de tijd krijgen om hun familiezaken af te handelen. Calvijn reist voor de laatste keer naar Noyon. Na afhandeling van zijn familiezaken begeeft hij zich op de terugweg om zich weer aan studie en schrijfwerk te kunnen wijden. En onderweg moet hij noodgedwongen over Genève reizen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989
Mivo +16 | 24 Pagina's
