2. De stokbewaarder
In de gevangenis
De stokbewaarder volgt het bevel op dat hij gekregen heeft: hij werpt Paulus en Silas in de "binnenste kerker", het middengedeelte van de gevangenis waar de zwaarste misdadigers hun plaats vinden. Bovendien zet hij hun voeten in een stok, het zware houten werktuig met gaten erin voor de voeten.
Alle pogingen om te ontsnappen zullen nu mislukken. Het zou onder deze omstandigheden heel begrijpelijk zijn, als Paulus en Silas in de put zouden zitten. Maar het tegendeel is het geval. Ze weten immers waarom hun dit lijden overkomt. Drukken ze niet hierin de voetstappen van hun Meester? Hij had het tegen Zijn discipelen gezegd: "Zij hebben mij vervolgd, zij zullen ook u vervolgen".
Daarom zoeken Paulus en Silas nu hun troost in het gebed. Als de gemeenschap met God genoten wordt, is het immers overal goed. Maar na het bidden beginnen ze ook nog te zingen. Zo blij zijn ze dat ze om Christus' Naam mogen lijden. Hun gebed en zang klinkt door de gevangenis en trekt de aandacht van de andere gevangenen, Hoe is het mogelijk: gegeseld en gevangen, en dan toch zingen!
Plotseling begint de aarde te beven; God gebruikt op dit moment één van de meest geweldige natuurverschijnselen om Zijn Majesteit te tonen. Hij staat voor Zijn eigen werk in en zal dat bevestigen en in stand houden. De aardbeving is zo zwaar dat alle deuren opengaan en de boeien van de gevangenen losraken.
Ook de stokbewaarder is wakker geworden door het schudden van de aarde. Als hij ziet wat de aardbeving teweeg heeft gebracht, grijpt hij naar zijn zwaard om zichzelf van het leven te beroven. Want met al die geopende deuren en losgeraakte boeien zullen de gevangenen ongetwijfeld gevlucht zijn. En dat zal hem zijn leven kosten. De enige manier om deze straf te ontgaan is zelfmoord. Hij wordt echter van deze daad weerhouden doordat Paulus hem toeroept dat alle gevangenen nog in de gevangenis zijn. Er is niemand gevlucht. Iedereen is blijkbaar zo onder de indruk van het gebeurde dat men niet eens aan vluchten denkt.
Dan vraagt de stokbewaarder om licht en gaat de gevangenis in. Onder de indruk van het hele gebeuren valt hij bevend Paulus en Silas te voet. Hij vraagt hen om raad want voor hem staat het vast dat al deze dingen gebeuren omdat zij in de gevangenis zitten.
Hij neemt hen mee buiten de gevangenis en stelt hen de vraag: "Lieve heren, wat moet ik doen om zalig te worden?" Hij was door het gebeurde niet alleen verschrikt, maar hij wil meer weten van de boodschap die Paulus en Silas brengen. Dan prediken Paulus en Silas hem het Woord Gods: Er is maar één Weg tot behoud, dat is Jezus Christus. Als de stokbewaarder in Hem gelooft zal hij zalig worden. De prediking van het Evangelie beperkt zich niet tot de stokbewaarder. Ook zijn huisgenoten horen de verkondiging van het Woord.
En, evenals bij Lydia, blijft de vrucht niet uit. Paulus en Silas brengen het Woord tot de oren van de mensen, maar de Heilige Geest opent hun harten zodat zij het verstaan. Het zaad valt in goede aarde! En het brengt vrucht voort!
De stokbewaarder begint de wonden te wassen en te verzorgen, die Paulus en Silas aan de geseling hebben overgehouden. Hij gaat hiermee direkt in tegen de romeinse overheid, maar de liefde tot God en Zijn knechten dringt hem daartoe. Zo begint deze romeinse ambtenaar het onrecht goed te maken, dat de apostelen was aangedaan.
Maar de stokbewaarder belijdt zijn geloof niet alleen met de daad, maar ook met de mond. Zijn geloofsbelijdenis wordt gevolgd door de doop. Ook zijn huisgenoten komen tot het geloof in de Heere Jezus en worden eveneens gedoopt. Dit alles gebeurt "terstond", zo onwederstandelijk - niet te weerstaan - is Gods genade.
Dan neemt de stokbewaarder Paulus en Silas mee naar zijn huis. Hij behandelt de gevangenen als geloofsgenoten. Hij maakt een maaltijd voor hen klaar, zodat Paulus en Silas weer op krachten kunnen komen. Maar boven alles uit klinkt in het huis van de stokbewaarder de lof lot God, Die zulke grote dingen heeft gedaan.
Waarzeggende geest (Gr.: Geest van Python)
Python is de naam van een draak, die volgens de griekse godenleer de bewaker was van het orakel van Delphi in Midden-Griekenland. De draak zou door Apollo, wiens priesteres later in Delphi orakels (= toekomstvoorspellingen) gaf, zijn gedood.
De naam Python werd in verband daarmee later gebruikt voor geesten die de toekomst voorspelden, evenals voor geesten die zich uitten (of althans geacht werden zich te uiten) in buikspreken.
Uit: Korte Verklaring der Heilige Schrift. De Handelingen der Apostelen, dr. F.W. Grosheide
In vrijheid
De nachtelijke aardbeving is ook aan de hoofdmannen niet voorbijgegaan. Bovendien hebben ze de arrestatie van Paulus en Silas nog eens kunnen overdenken en zo zijn ze tot de conclusie gekomen, dat het het beste is wanneer Paulus en Silas losgelaten worden. Ze zenden hun stadsdienaars naar de gevangenis met de boodschap om Paulus en Silas in vrijheid te stellen. Ze mogen reizen "in vrede", ze zullen door niemand meer lastig gevallen worden. Maar Paulus neemt hiermee geen genoegen. Hij vraagt rechtsherstel. Als ze zo zouden vertrekken zouden de mensen hen toch voor misdadigers aanzien, en dat zou tot oneer van Zijn Heere zijn. Nee, iedereen moet eerst weten dat zij eerlijke knechten van de hoogste Koning zijn. Scherp veroordeelt Paulus het feit dat de overheid hen in het openbaar heeft gegeseld en gevangen genomen, zonder dat men de zaak onderzocht had. Bovendien zijn Paulus en Silas romeinse staatsburgers, zodat men hen om die reden alleen al niet had mogen geselen. (Een romeins burger mocht namelijk niet worden gegeseld. Over het algemeen mocht er geen onterende straf op hem worden toegepast. Hij mocht ook niet ter dood worden veroordeeld, zonder dat hij zich had kunnen beroepen op de volksvergadering.) De stadsdienaars brengen de boodschap over aan de hoofdmannen. Als deze de aanklacht van Paulus vernemen, worden ze bang. Ze nemen tegenover Paulus een nederige houding aan en bekennen daarmee hun ongelijk. Ze verzoeken Paulus en Silas de zaak verder te laten rusten en de stad te verlaten.
Paulus en Silas voldoen aan dit verzoek maar gaan eerst nog naar het huis van Lydia. Daar vinden ze de gemeente bijeen. Ze vertellen wat de Heere allemaal gedaan heeft. Ze hebben niet voor niets gevangen gezeten. Het heeft hen persoonlijk nauw aan de Heere verbonden en het is voor anderen tot een eeuwige zegen geweest.
Zo wordt de gemeente vertroost en versterkt. Het werk Gods gaat door!
Hoofdmannen en stadsdienaars
Aan het hoofd van een kolonie stonden de hoofdmannen (praetoren). Zij werden bijgestaan door de stadsdienaars (lictoren). De lictoren droegen elk een bundel geselroeden met een bijl in het midden.
Naar gelang de hoofdman hoger in rang was, had hij meer stadsdienaars. De stadsdienaars droegen de roedenbundels voor de hoofdmannen uit. Het was een vast gebruik dat, wanneer een hoofdman met iemand in gesprek was, de stadsdienaar altijd tussen beiden in bleef staan.
De roedenbundels waren symbolen van macht. Zij bestonden uit een bundel olmen- en berkentakken met een leren riem vastgebonden. In de bundel was ook de steel van een bijl gebonden, met het staal naar buiten. Bij strafoefeningen dienden de roeden tot geseling, de bijl tot onthoofding van de veroordeelden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989
Mivo +16 | 24 Pagina's
