Bijbelstudie

1. a. Wat versta je onder gierigheid?

b. Wat wordt er bedoeld met het volgende tekstgedeelte: "...want het is niet in den overvloed gelegen dat iemand leeft uit zijn goederen" (Luk. 12:15)? Kanttekenaren: 'Want niet, in het overvloeien van iemand, is zijn leven uit zijn goederen".

2. Na zijn schoolopleiding was Chris snel aan de slag gegaan. Hij ging de handel in en dat beviel hem. "Jongen, jij bent net zo'n klein handelaartje" had zijn moeder gezegd toen hij kind was.

Na een paar jaar ondervinding opgedaan te hebben, ging hij in de avonduren aan auto's sleutelen. Dat leverde een extra zakcentje op wat Chris goed kon gebruiken.

Het ging goed met de bezigheid. Chris was een vakman en al snel groeide het aantal klanten met het gevolg dat hij voor zichzelf begon.

Na enkele jaren hard werken, bleek het bedrijf te klein te zijn. Na veel wikken en wegen, kocht hij een grote schuur die hij ombouwde tot garage.

a. Vind je het een verstandig besluit van Chris om een schuur te kopen om meer klanten te kunnen helpen?

b. Is er verschil tussen Chris en de situatie zoals die beschreven staat in Luk. 12:16-18?

"Eens rijken mensen land had wel gedragen; en hij overlegde bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen? Want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen. En hij zeide: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas en deze mijn goederen."

3. Het is laat wanneer Chris onder de auto vandaan kruipt en deze probeert te starten. Hij heeft een zware dag achter de rug. Trouwens dat was de laatste maanden niet anders geweest, 's Avonds kwam hij vaak moe thuis, las vervolgens de krant, werkte de financiële administratie bij of andere administratieve zaken die waren blijven liggen, en kroop daarna vaak vermoeid in bed.

Chris legt de sleutel van de auto in de kast en gaat snel naar huis. Thuis moet hij nog wat mensen bellen om te vragen wanneer zij de rekeningen zullen betalen. Dat vindt Chris geen plezierige klusjes. Bovendien is hij er vanavond niet voor in de stemming.

Na het lezen van de krant trekt Chris zijn jas aan en maakt een wandeling. Daar heeft hij deze avond behoefte aan. Even tot rust komen... en nadenken over hetgeen achter hem ligt...

Daar staat zijn garage... Het gaat goed met het bedrijf... Hoe zal het in de toekomst er aan toe gaan? De economie is gunstig, alles zit hem mee.

Ondanks de lichamelijke vermoeidheid die hem soms overvalt, ziet de toekomst er toch rooskleurig uit.

Hij loopt voorbij het kerkhof. Voorbij het kerkhof slaat hij linksaf. Ja, zo'n wandeling doet hem goed. Juist vandaag was hij zo moe... Tijdens de wandeling heeft hij weer frisse moed gekregen. Morgen gaat hij er weer tegenaan Chris heeft er zin in!

Hij is nog jong en heeft nu de leeftijd om te werken. Later zal hij tot rust komen en zorgen voor de nodige ontspanning. Eerst moet hij proberen er een aardig bedrijf van te maken.

a. Waarom noemt God de man uit Luk. 12:13-21 een "dwaas"?

b. Kun je Chris een "dwaas" noemen?

4. De gelijkenis van de "rijke dwaas" vertelt de Heere Jezus tegen de schare (zie Luk. 12:13). Daarna wendt Hij Zich tot Zijn discipelen en zegt: "Daarom zeg Ik u; zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding".

a. Mag je bezorgd zijn?

b. Wanneer kun je "onbezorgd" door het leven gaan?

5. Omschrijf in enkele zinnen de les die wij moeten trekken uit de gelijkenis van de "rijke dwaas" uit Luk. 12:13-21. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen