JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De hugenoten en de Nederlanden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hugenoten en de Nederlanden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het grootste deel van de vluchtende hugenoten kwam naar ons land. In de Republiek was hun gereformeerde godsdienst immers de heersende en bovendien bestond er in ons land ook ten opzichte van andere godsdiensten een grote mate van verdraagzaamheid. Zo kwamen van de uitgeweken predikanten er 363 naar de Nederlanden.

 

De grote ark van de vluchtelingen

Belangrijk is ook geweest dat ons land al voor de opheffing van het Edict van Nantes een aktieve wervingspolitiek voerde in Frankrijk. Zo werd in 1681 al een memorie opgesteld door de amsterdamse vroedschap waarbij aan toekomstige vluchtelingen allerlei rechten en privileges werden beloofd. Op grote schaal trachtte men in het geheim hieraan bekendheid te geven in Frankrijk.

Naast meeleven met de geloofsgenoten in de verdrukking speelde hier dus ook duidelijk een economisch motief mee! De bekwame franse ambachtslieden zouden voor een opbloei van vooral de textielindustrie kunnen zorgen. Zo beloofde men dat degenen die een ambacht wilden uitoefenen hiertoe gratis in de gelegenheid zouden worden gesteld. Ook in Leiden hield men zich al in 1681 met de vraag bezig: "welcke wegen ende middelen die dienstigste souden sijn om de manufacturiers van de gereformeerde religie uit Vranckryck vertreckende alhier ter stede aen te locken".

 


De vele relaties van de kooplieden werden gebruikt. Zij kregen het volgende verzoek bij hun reizen naar Frankrijk: 

"dat zij alom wilden schrijven het goed onthaal, dat men de nieuw overkomende meesters en knechts van meeninge was te doen, met goede apparentie van werk en aftrek voor dezelven alhier, en de overkomst zoo van meesters als knechts aan hunne correspondenten faciliteerden, met de voorrechten en douceurs die zij alhier te verwachten hadden, hun voor te stellen ..."


 

De Staten van Holland bepaalden zelfs dat de binnengekomen hugenoten voor twaalf jaar vrijgesteld zouden worden van belasting. Nergens zijn de gevluchte hugenoten dan ook zo goed opgevangen dan in de Nederlanden. Het meeleven met de geloofsbroeders uit Frankrijk was groot. Amsterdam bood hen onmiddellijk burgerrecht en een groot aantal huizen werd hen ter beschikking gesteld.

Dergelijke voorrechten ontvingen ze in de hele Republiek, waarbij met name het gewest Zeeland zich bij de opvang zeer royaal betoonde. Ook ontvingen de hugenoten op grote schaal naturalisatie zoals die toen bestond. We begrijpen nu waarom de franse filosoof en theoloog Pierre Bayle de Republiek typeerde als "de grote ark van de vluchtelingen".

Spoedig bleek dat voor de opvang van de vele berooide vluchtelingen grote sommen geld nodig waren. Daarom werden overal van staatswege kollektes uitgeschreven, waarbij met milde hand werd gegeven.

Zo werd in Amsterdam in 1683 tijdens één vasten- en bededag een opbrengst van ƒ 10.000 gehaald. Tevreden en dankbaar stelden de afgevaardigden op de Waalse synode in 1686 te Rotterdam dan ook vast dat heel protestants Europa met vreugde de troostrijke vrijgevigheid had gadegeslagen, welke in de Verenigde Provinciën jegens de franse vluchtelingen ten toon was gespreid.

 

De Waalse kerken

Vanwege het grote aantal franstalige vluchtelingen in ons land werd al op de Nationale Synode van Dordrecht in 1578 aan de Walen toegestaan een zelfstandige kerkorganisatie op te bouwen binnen het grotere geheel van de Nederlands Hervormde Kerk. Deze Waalse kerken kwamen op dezelfde grondslag te staan als de Hervormde kerk, namelijk de synode van Dordrecht 1618-1619.

Al in 1586 kregen Delft, Dordrecht en Haarlem hun Waalse kerken, en tot 1680 werden er in ons land 32 Waalse kerken opgericht.

Ook in onze tijd vinden we in een aantal plaatsen, als Amsterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht, Breda en Zwolle, nog Waalse kerken. Toen na de opheffing van het Edict van Nantes de stroom vluchtelingen groeide, kwam het weer tot nieuwe vestigingen. Het was ook vanuit deze Waalse kerken dat de eerste opvang werd geregeld voor de franse broeders.

De enorme groei van de plaatselijke Waalse kerken bracht problemen met zich mee. In Amsterdam was de kerk bijvoorbeeld veel te klein en schonk de vroedschap de Waals-Franse gemeenschap in 1686 een nieuw kerkgebouw aan de Prinsengracht.

De Waalse synode legde grote nadruk op zuiverheid in de leer. Zo bepaalde ze dat alle nieuw binnengekomen franse predikanten de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de besluiten van de Dordtse Synode moesten onderschrijven. En tweemaal per jaar moesten de plaastelijke kerkeraden een uitgebreid verslag uitbrengen aan de Synode over het gedrag van alle nieuwe franse predikanten.

De komst van veel nieuwe franse predikanten bracht ook een nieuwe preekstijl met zich mee. Bij velen van hen lag veel nadruk op de zuiverheid en schoonheid van stijl en taal. Vooral veel Nederlanders uit de kulturele bovenlaag gingen daarom graag ter kerke bij de Walen. Zo treffen we nog in de negentiende eeuw veel vooraanstaande réveilmensen, als bijvoorbeeld Groen van Prinsterer, aan in de Waalse kerk.

 


Het hugenotenkruis

Oorspronkelijk was het hugenotenkruis het geheime teken van de franse protestanten in de tijd van de geloofsvervolging. Nu is het een internationaal symbool van het protestantisme. Het bestaat uit drie delen:

1. Het maltezer kruis, het teken van de ridders van een geestelijke orde van Malta. Op de acht punten zitten acht parels, die volgens sommigen de acht zaligsprekingen aanduiden.

2. De lelie, het symbool van het franse koningshuis, het wereldlijke gezag, waaraan de hugenoten ondanks alles trouw wilden blijven.

3. Een neerdalende duif als symbool van de Heilige Geest. Tussen de vier armen van het kruis worden vier harten gevormd, die een symbool zijn voor 1 Joh.4:18: "Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's

De hugenoten en de Nederlanden

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1985

Mivo +16 | 24 Pagina's