JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

7. De geest van de jaren zeventig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

7. De geest van de jaren zeventig

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De situatie-tekening welke tot nu toe van de moderne literatuur werd gegeven, is niet volledig, doordat we nog slechts enkele hoofdmomenten gaven van de literatuur der jaren '50 en '60.

Er zijn inmiddels tal van schrijvers bijgekomen uit wier werk de geest spreekt van de jaren '70 en '80. Op dit moment laat de principiële voorlichting (bijvoorbeeld Slings' boek) ons in de steek, om de eenvoudige reden dat veel hiervan geschreven werd in een tijd dat de "nieuwste" literatuur nog bezig was te onstaan.

Nu we in de tweede helft van de jaren '80 zijn, kunnen we enkele contouren schetsen van de literatuur van het achter ons liggende vijftiental jaren. Ook in deze jaren is de literatuur de spiegel van haar tijd geweest.

Daarom is het goed, allereerst enkele aspecten van het achter ons liggende decennium te noemen. Hierbij is uitstekend te gebruiken het nummer van 22 dec. 1979 van de Haagse Post, dat uitkwam onder de titel: De jaren zeventig - Het Ik-tijdperk. Een belangrijk document, dat je eigenlijk niet kunt missen.

Een aantal opmerkingen eruit volgt hieronder:

• Er heerst sterk onbehagen na de opwindende jaren vanaf 1966. Het revolutionaire activisme uit die tijd lijkt met de opgerolde spandoeken verdwenen te zijn. De actievoerders van 10-12 jaar geleden zijn bestuurders geworden. Voormalig D'66- leider Hans van Mierlo:

"Wij zijn nu toe aan een wezenlijke correctie op het cultuurmodel. Dat wordt wezenlijk gevoeld, er is de erkenning van een grondfout in de cultuur die nu zo zichtbaar wordt dat je er nauwelijks mee kunt doorleven.  De vlucht naar Bhagwan, in de mystiek, in zelfonderzoek: wat bedoelen mensen met het vinden van "ik"? Dat is niet alleen een vingeroefening in egocentrie, dat is zoeken naar een verloren mensbeeld".

Volgens hem spreekt hieruit een protest tegen het rationalisme, dat de mens opsplitst in geest en stof. Juist daarom is er de hang naar de mystiek, naar het irrationele. De mens op zoek naar zijn identiteit, op zoek naar zichzelf! (blz. 12, 13).

• Tekenend zijn de uitspraken van een zekere Gerard van Beusekom die zijn "bevrijding" als volgt beleefde:

"Vanaf dat moment heb ik mijn eigen, wezenlijke behoeften pas goed leren kennen. Ik was er van toen af van overtuigd dat ik moest leren vooral van mezelf te houden en niet langer meer de sociale held uit te hangen. Mijn eigen ik is sindsdien op de eerste plaats gekomen: hoe negatief het ook klinkt: zelfbevrediging stond vanaf dat moment voorop. Ik wilde niet langer belangrijk en intelligent gevonden worden, maar lief" (blz. 35).

In dezelfde ego-sfeer ligt ook wat voormalig marketingexpert mr. drs. Peter Konijn over zichzelf te vertellen heeft. Hij verliet eind 1974 ons land om zich als metselaar in een Frans dorpje te vestigen. Nadat zijn vrouw van hem wegliep, is hij tenslotte weer naar Nederland teruggekeerd. Hij heeft een paar part-time banen, maar verder? "Ik doe niks meer. Kernenergie? Nee, nee, ik hou me er absoluut niet meer mee bezig. De kunst is, vind ik, dat je je niet meer prostitueert, geen vuile handen maakt. Je maakt 't voor jezelf uit, waar de grenzen liggen. Ieder moet maar zien wat-ie ervan kan maken, je hebt al fulltime bezigheid om buiten schot te blijven. Wat je overhoudt, is dat je zegt: "Leef nou maar zo zinvol mogelijk zelf" (blz. 39).

• Het gaat duidelijk om het vooropstellen van de eigen belangen. Persoonlijke vrijheid lijkt hoger te scoren dan wederzijdse verantwoordelijkheid. Schrijnend komt dat bijvoorbeeld uit in het toenemend aantal echtscheidingen. Typerend is een recente uitspraak: "Ik wil een relatie om het leuke. Zodra er spanningen komen, stop ik gewoon."

Trouwens, ook het moderne huwelijk zélf moet zijn tol betalen aan de "nieuwe vrijheid". Wat te denken, van de volgende "huwelijkse voorwaarden", typerend voor de moderne mentaliteit der jaren '70: "Alles wat verder van belang was hadden ze, vooruitlopend op de plechtigheid, ook al uitgestippeld: echtelijke rechten, onderhoud van de auto, gasten ontvangen (Bill tekende voor het maken van alle salades voor sowieso de zakelijke diners en voor de verzorging van het gehele etentje wanneer hij zijn vrienden uitnodigde), zelfs verlof voor goed gedrag hadden ze geregeld. Een subclausule gaf Martha het recht iedere winter een week te gaan skiën in Tahoe, in januari of februari, al naar gelang de sneeuwtoestand, terwijl Bill dan de was en de kinderen deed. Zij op haar beurt vond het goed dat Bill iedere zomer tien dagen door de Siërra's zou gaan trekken met zijn nieuwe aluminium-beframede rugzak, hoewel ze door een ambivalente formulering in het contract meningsverschil hadden over de vraag of zij nu wel of niet het huisvuil moest laten ophopen terwijl hij weg was" (blz. 46).

• Kenmerkend voor het ik-tijdperk is ook de enorme toename van mensen die psychische hulp nodig hebben. Het zijn meestal vage klachten. "Dokter, ik voel me niet happy, ik ben zo neerslachtig, ik weet niet wat er is, maar ... ik vind er niets meer aan, enz."

En we weten kennelijk de weg naar de psycholoog, de psychiater en de therapeut te vinden. Dezen leerden dat de mens zichzelf weer moest ontdekken, dat hij "zijn gevoel te pakken moest krijgen", enz. (blz. 55).

En als je dan jezelf begrijpt, ben je beter in staat anderen te begrijpen. Je behoeft dus jezelf niet weg te cijferen; je mag best voor jezelf, je eigen gevoelens en eigen mogelijkheden opkomen (blz. 78). Tenslotte, een onthullende tekening van het moderne interieur, mijns inziens zeldzaam typerend voor de jaren '70:

"In Holland staat een huis en het is in de jaren zeventig onherkenbaar verbouwd. Het kamerbreed tapijt en de schrootjes, spoedig kwamen de plavuizen - als 't moest van zeil - en de baksteenstrips. En er kwam een open haard, waarbij je 's avonds op je zitelement naar de vlammen kon staren, een glas Courvoisier in de hand, terwijl op de ingebouwde barbeque een entrecootje lag te grillen en op de achtergrond Randy Newman klonk - heel behaaglijk.

Misschien was er in die kamer ook een huisbar, maar zeker een audio-rack, spoedig gepromoveerd tot power-tower, waar de trotse eigenaar voor tweeduizend gulden de wow en de flutter uit had laten halen. Ik denk dat hij Adidas-schoentjes droeg, een vestje uit opa's tijd en een digitaal horloge, en licht geurde naar Paca Rabane. Tevreden keek hij rond in de leefomgeving, daar was tenminste zorg aan besteed, niet zomaar wat meubels neergekwakt, zoals je nog zoveel zag - die mensen leefden blijkbaar niet. Op de lage tafel lag z'n polstasje, het pakje nicotine-arme Roxy Dual stak eruit. Zijn vrouw lag al boven onder het donzen dekbed, ze had de draagbare kleurentelevisie nog even meegenomen, moest morgen weer naar haar part-time baan bij het uitzendbureau. Hij stelde zich al voor hoe hij haar kwiek in haar Honda zou zien stappen, naaldhakken, zwarte naadnylons, kokerrokje, dat was er weer helemaal in. Prima zag ze eruit, met zo'n glitterarmband en als broche zo'n nep-ijsco op de revers van het colbert met schoudervullingen.

Hij bleef nog wat mijmeren, bladerde verstrooid in de Volkskrant, Blokker - leuk.

De brainstorming van morgen zou pas om elf uur beginnen, zeg maar half twaalf. Zou hij op de andere tv-set een spelletje met zichzelf gaan tennissen of zou hij de sauna nog even aanzetten. Toch goed dat ze die gelijk met werkbalkon hadden laten inbouwen, zo hup uit een pakket. Alleen hadden ze het waterbed weg moeten doen, geen plaats meer voor. Ja, je moest toch wat. Gelukkig hadden ze die wilde groeituin om het huisje achter Zwaagwesteinde, ze kwamen er toch te weinig om 'm bij te houden. Mooi dat-ie dat voor een halve ton op de kop had kunnen tikken, oud-daglonerswoninkje, het moest wel flink opgeknapt, maar die makelaar had een mannetje geweten. 

Hoe lang was het nou geleden dat ze in Friesland geweest waren? Er kwam zo vaak wat tussen. Dat tweede vakantietje op Barbados, ongelooflijk, heel andere wereld. En windsurfen op de Koog, of zeilen met Boy in zijn Catamaran. Met de jongens van de zaak een toertje op de racefietsen en dan met het hele koor sukiyaki eten bij de Japanner.

Maar nou hij zijn Nikon had, met die motordrive, moesten ze toch eens wat plaatjes gaan schieten van de wilde tuin. Zou hij z'n vriendin nog bellen? Och nee, die zat toch in 't vrouwencafé" (blz. 86).


Opdracht Ga na in hoeverre dit milieu ook ons milieu is. Welke elementen herken je in je omgeving, welke niet?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's

7. De geest van de jaren zeventig

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Mivo +16 | 53 Pagina's