De Zaaier
(samenspraak bij het afscheid van een predikant)
Er liep een zaaier over 't land
in opdracht van zijn heer;
hij strooide daar met gulle hand
de beste tarwe neer.
U hebt bij ons Gods Woord gezaaid,
geliefde dominee;
de Heere, Die de vruchten maait,
gaf 't beste zaad u mee.
Maar ach, een deel van 't land was weg,
een platgetreden pad;
daar was geen grond, er kwam geen eg,
een vogel kwam... en at!
Zo viel veel kostbaar zaad ook hier
op harde hartegrond;
de satan was er daad'lijk bij
en weg was het terstond.
Een deel viel in een ondiep land,
het groeide snel en mooi;
maar in de zomerzonnebrand
verdorde het tot hooi.
Zo was men soms verheugd en blij
vond men uw preken goed,
maar bleef er ongebroken bij
en ver van Jezus' bloed.
Ook zag u soms iets van berouw
dan was uw hart verblijd;
maar 't was vaak als een morgendauw;
die blijft maar korte tijd.
Want werd de schone schijn beproefd,
dan bleek in nood en pijn,
die snelle vreugd of' kort berouw
een tijdgeloof te zijn.
Een ander deel van 't goede zaad
viel in het doorngewas;
het woekerende distelkwaad
verstikte het al ras.
Zo is 't het zorgen voor de tijd,
de zucht naar geld en goed,
't begeren van vergank'lijkheid,
wat 't zaaisel sterven doet.
Maar toch was er ook goede grond;
het omgeploegde land,
waar 't zaad een diepe aarde vond
en groeide tot een plant.
Zo was er hier ook hartegrond
die, door God toebereid,
't gezaaide Woord niet tegenstond,
maar waar het mi gedijt.
De planten groeiden door Gods gunst:
een lust voor 's landmans oog;
die wasdom was geen mensenkunst,
maar zegen van omhoog.
Ziet u nu terug, met zorg en zucht,
bedenk dan van uw werk:
uw zorg was 't zaad, maar niet de vrucht:
de Heere bouwt Zijn Kerk!
Niet ieder zaad was tegelijk
van kiem tot vracht gegroeid;
ook was de vrucht niet even rijk,
maar dat bleef ongemoeid.
Neem zo uw zorgen, dominee,
van wat er worden zal
van zaad en vrucht niet met u mee;
u weet noch tijd, noch tal.
Misschien ontkiemt er nog een zaad
en neemt de vrucht nog toe.
Bid God, Die boven alles staat,
opdat Hij wond'ren doe.
Hoe groot de vrucht van 't werken is,
wordt bij de oogst geschouwd;
dan blijkt, hoe het verdubbeld is,
ja zelfs tot honderdvoud.
Zo zingt, van wat u jaar op jaar
gezaaid hebt in de tijd,
de vrucht, toch eenmaal openbaar,
Gods lof in eeuwigheid.
Vragen en opdrachten
1. a) Waarom gaan we eigenlijk naar de kerk?
b) Waarom ga jij eigenlijk naar de kerk?
2. Luister je gemakkelijker naar een gelijkenis dan naar een preek? Zo ja, waarom?
3. Hoe krijg je "oren om te horen"?
4. Als je een groot deel van de preek niet begrijpt, hoe denk je dan dat dat komt?
5. a) Kun jezelf ook een zaaier zijn?
b) Kan dat als je onbekeerd bent?
6. Hoe kun je je hart verharden?
7. Noem voorbeelden van vogels die in de kerk het zaad wegpikken.
8. Waarover praat jij na de kerkdienst?
9. In Johannes 12 : 24 staat: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort." Wat betekent deze tekst?
10. In jesaja 37 : 31 staat: "Want het ontkomene, dat overgebleven is van het huis van juda, zal wederom nederwaarts wortelen en het zal opwaarts vrucht dragen."
a) Wat betekent deze tekst?
b) Waarom zijn de wortels zo belangrijk?
c) Kan het ook zonder vruchten?
11. a) Wat is het verschil tussen de vogels en de doornen in de gelijkenis van het zaad?
b) Wat gebeurt er in beide gevallen met het zaad?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998
Mivo +14 | 20 Pagina's
