Ezechiel

Pagina 1

Om over na te denken 

1. Het is verootmoedigend. De profeet moest leren dat hij niet meer was dan een ander. Ook hij zit vol met de zonden net als het volk. Het is ook bemoedigend. Ondanks zijn afkomst, wilde de Heere hem gebruiken in Zijn dienst.
2a. Om Ezechiël voor te bereiden op zijn zware taak en op de uitwerking van zijn boodschap. Ze zullen niet horen...
b. Ook wij zijn hard van aangezicht en stijf van hart, dat wil zeggen: ook wij hebben een afkeer van een oordeelsprediking. We worden niet graag op onze concrete zonden gewezen. We komen dan in verzet, tenzij de Heere ons door Zijn Geest overtuigt.

Pagina 2 en 3

1a. Hij ziet een beeld der ijvering. Een afgodsbeeld.
b. Aan het eerste en tweede gebod. Het eerste gebod gaat over andere goden en het tweede gebod over God op een andere wijze dienen dan Hij wil. Dit beeld wijst naar de eigenwillige godsdienst van het volk, daarom heeft het meer te maken met het tweede gebod, eigenwillige godsdienst. In de andere zonden die Ezechiël te zien krijgt, komt het eerste gebod aan de orde, want dan gaat het over andere goden dan de Heere.
c. De Heere wil dat Hij alleen gediend wordt en niet de afgoden. Hij is een jaloers God op Zijn eer. Zijn eer wil Hij aan geen andere goden geven.
d. Denk aan sport, geld, hobby, carrière maken... Dit zijn andere goden dan de Heere (eerste gebod).
2.a. De oudsten offeren aan Egyptische afgoden.
b. Niemand mocht het weten. Het werd niet in het openbaar gedaan. De schijn werd opgehouden dat men de Heere diende, maar intussen vertrouwde men op Egypte.
c. Een zonde die je voor anderen wilt verbergen, maar die je toch niet los kunt laten. Een zonde die je het meest aankleeft.
d. In de wereld zijn veel zonden geaccepteerd: je doet gewoon waar je zin in hebt, dus je kunt de zonden ook in het openbaar doen. In de kerk is dat niet gewoon (denk aan de tucht). Maar om nu te zeggen dat kerkmensen schijnheiliger zijn, gaat te ver. Weliswaar komen verborgen zonden ook voor binnen de kerk, denk aan incest, schunnige blaadjes lezen, belastingpapieren niet eerlijk invullen, zwart werken...

Stel je eens voor...

't Is in de eerste plaats de bedoeling dat jongeren hier over na denken en niet dat ze de vraag openlijk beantwoorden.

De Heere heeft ons verlaten
1. Ze hadden zich voor de Heere moeten verootmoedigen. Ze hadden hun zonden voor de Heere moeten belijden en zich moeten bekeren van hun verkeerde wegen.
2a. Dat er weinig mensen zijn die de Heere dienen, die met berouw over hun zonden tot de Heere gaan. Wees voorzichtig met dit soort uitdrukkingen. Het mag geen verontschuldiging zijn in de zin van: dat ik de Heere niet dien komt door de donkere tijd. Als er maar meer mensen de Heere zouden dienen, zou ik het misschien ook wel doen. 
b. Schuld belijden. Tot de Heere gaan in het gebed en Hem smeken om vergeving. Wanneer aan de orde komt, dat je zo toch niet kunt bidden, mag gewezen worden op de almacht van God. Hij kan bekering geven en Hij wil er om gevraagd zijn (Ezechiël 36: 26, 31 en 37).

Bijbelstudie 

1a. De Heere Jezus Christus, Hij weet wie tot Zijn kinderen behoren.
b. Degenen die zuchten en uitroepen over al de gruwelen. 
c. Die werden door de zes volgelingen gedood. Mannen, vrouwen en kinderen die de Heere niet vreesden en daarom geen teken kregen. Allen werden gedood. Wijs er bij de beantwoording op dat de Man met de inktkoker nog rondgaat. Nog steeds werkt de Heere; de genadetijd is nog niet voorbij.
2a. Aan de uittocht uit Egypte. De Israëlieten moesten toen het bloed van een lam aan de deurposten smeren. Dan waren ze veilig.
b. Een ieder van ons moet persoonlijk geborgen zijn in Christus. Je kunt het niet doen met de genade van je vader of moeder. Alleen achter het bloed van Christus ben je veilig. Daar wijst ook het water van de doop op, maar gedoopt zijn betekent nog niet dat je veilig bent. Je moet de betekenis van de doop zelf bezitten. 
c. Aan de vruchten: berouw over je zonden, de Heere liefhebben en Hem dienen (al is het met veel gebrek), graag naar de kerk gaan, Zijn Woord liefhebben.

Stel je eens voor...

Het is de bedoeling dat jongeren hier over na denken. Het is fijn als ze hier open over durven praten, maar eis het niet.

Pagina 4 

Bijbelstudie

1. De bedoeling van de Heere was dat Israël zich zou bekeren van zijn verkeerde weg en de Heere zou gaan zoeken. De Heere zendt Zijn straffen niet uit lust tot plagen. Hij heeft het behoud van Israël op het oog. En zo is het nog!
2. Drie dingen:
- Ze zullen terug gebracht worden in hun land.
- Hij zal ze sprengen met rein water (vergeving van zonden).
- Hij zal ze een nieuw hart geven, opdat ze in Zijn wegen zullen wandelen (heiligmaking).
3. De heidenen spotten met de God van Israël. Ze zeiden: 'Onze god Mardoek is machtiger dan de God van de Joden, want wij hebben dit volk overwonnen.' Het ergste is dat de Israëlieten zelf daartoe de aanleiding hebben gegeven, omdat de Heere hen moest straffen vanwege hun zonden. En nu zegt de Heere dat Hij zal laten zien aan de heidenen wie nu machtiger is: Hij, Jehova, of de god Mardoek. De Heere helpt het volk om Zijn eigen Naam groot te maken. 
4a. Een stenen hart is koud, hard en emotieloos. Het kan de Heere niet dienen en geeft er niet eens om dat het de Heere niet kan dienen. Alles laat het koud. Een vlesen hart is het tegenovergestelde. Het is een hart dat de Heere lief heeft en wil dienen. Het is een hart dat er verdriet van heeft, dat het de Heere zo vaak verlaat en vergeet. 
b. Het is zeker belangrijk. De Heere wil erom gevraagd zijn, dat zegt Hij zelf in Zijn Woord! Zie Ezechiël 36: 37, Psalm 81: 11, Mattheüs 7: 7-8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen