Hebt gij Mij lief?

Paas-declamatorium naar aanleiding van Johannes 21: 15 - 19

Opening

Zingen: Psalm 118: 13

Gezegend zij de grote Koning, 
Die tot ons komt in 's HEEREN Naam.
Wij zeeg'nen U uit 's HEEREN woning.
Wij zegenen u al te zaam. 
De HEER' is God, door Wie w' aanschouwen
Het vrolijk licht, na bang gevaar;
Bindt d'offerdieren dan met touwen
Tot aan de hoornen van 't altaar.

Voorlezen:

Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom den discipelen aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich aldus: Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, en Nathanaël, die van Kana in Galilea was, en de zonen van Zebedéüs, en twee anderen van Zijn discipelen. Simon Petrus zeide tot hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit en traden terstond in het schip.

Spreekstem:

Zo vissen zij de hele nacht
in diepe duisternis.
Maar als de zon weer wint in kracht
zijn alle netten ongedacht
nog altijd zonder vis.

Maar hoor, op het verlaten strand 
roept hen een Vreemdeling.
Het net, dat zij met moede hand
nu werpen aan de rechterkant
wordt vol van wat het ving.

De vissers op het stille meer
nu zien zij als voorheen:
daar op de oever staat de Heer'
Die nu al voor de derde keer
na Pasen hen verscheen.

Spreekstem: 

Ernstig kijkt Petrus naar het kolenvuur dat nog nagloeit. Bij zo'n vuur heeft hij zich gewarmd in de zaal van Kajafas. De Heere Jezus heeft hem zijn zonde vergeven, maar zou Hij, zouden de anderen hem nog wel willen hebben als discipel?

Voorlezen: 

Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen?

Spreekstem:

Simon, Jonaszoon, noemt Hij hem.
Petrus voelt: meer ben ik niet;
Met mijn vreselijke zonde
Deed ik Jezus' zo'n verdriet.

Spreekstem:

"Hebt gij Mij liever dan dezen?" vroeg de Heere Jezus. Petrus kijkt de kring rond. Heeft hij de Heere Jezus meer lief dan de andere discipelen? Vroeger zou hij misschien "Ja" gezegd hebben. Nu durft hij dat niet meer. Toch weet hij één ding zeker: hij houdt ontzettend veel van de Heere Jezus. Meer dan ooit, want hij weet best hoe groot Jezus' vergevende liefde is.

Voorlezen:

Petrus zeide tot Hem: Ja Heere! Gij weet, dat ik U liefheb.

Voorlezen: 

Jezus zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.

Spreekstem: 

Jezus vraagt niet naar trouw,
niet naar standvastigheid.
Hij vraagt naar liefde,
naar genegenheid.

Voorlezen: 

Jezus zeide wederom tot hem ten tweede maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief?

Zingen: (melodie Psalm 136)

Christus vraagt het nog een keer.
Petrus antwoordt Jezus weer.
Pleit op Zijn alwetendheid.
Door de Geest van God geleid.

Jezus stelt hem nu gelijk
aan de and'ren in Zijn rijk.
Vraagt naar Petrus' liefd' alleen
Vergelijkt het met niet één.

Voorlezen:

Petrus zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.

Spreekstem:

Wéér vraagt Jezus naar Zijn liefde,
voor de derde keer zegt Hij:
"Simon, Simon, zoon van Jonas,
houd je werkelijk van Mij?"

Voorlezen:

Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derde maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen. Gij weet, dat ik U liefheb.

Spreekstem:

Petrus zegt bedroefd: "U weet het,
U weet alles van mij af,
niets is toch voor U verborgen?
Ik verdien slechts eeuw'ge straf.

Drie maal heb ik U verloochend,
'k Heb gezegd: "Ik ken Hem niet."
Daarom ben ik het niet waard Heer'
Dat ik Uw gena geniet.

Drie keer vraagt U: ""Heb je liefde,
Liefde tot Mij in je hart?"
"Heer', Gij weet dat ik U liefheb
en dat mij mijn zonde smart."

Voorlezen:

Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.

Spreekstem:

In diepe verwondering kijkt Petrus naar de Heere Jezus. Hij mag discipel zijn. Visser der mensen. Hij, Simon Petrus, zal anderen de blijde boodschap mogen verkondigen.

Voorlezen:

Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet, maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt. En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanige dood hij God verheerlijken zou.

Spreekstem:

Petrus' leven als discipel, als apostel zal niet gemakkelijk zijn. Hij zal zelfs sterven voor zijn Meester. Dan zal hij niet wegvluchten voor de dood bij de Bron van het Leven vandaan, zoals hij deed in de hof van Gethsémané. Door zijn dood zal hij God verheerlijken.

Voorlezen:

En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.

Spreekstem:

Volg Mij. Drie jaar geleden hoorde Petrus dit woord van Jezus ook en hij volgde. Nu weet hij, dat hij alleen kon volgen, omdat de Heere Jezus de dood in wilde gaan en weer opgestaan is. Alleen in de kracht van zijn opgestane Meester zal Petrus Jezus ook kunnen blijven volgen.

Spreekstem: 

Volg Mij. Volg jij de Heere Jezus al? Hij kan het je leren. Hij wil het ook, omdat Hij gestorven, begraven én... opgestaan is. Hij deelt nog steeds Zijn genade uit aan zondaren. "Volg Mij", zegt Christus. Volg jij?

Dankgebed

Zingen:

Er juicht een toon, er klinkt een stem
die jubelt door Jeruzalem.
Een heerlijk morgenlicht breekt aan:
De Zoon van God is opgestaan!

Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan.
Wie in 't geloof op Jezus ziet.
Die vreest voor dood en duivel niet.

Geen graf hield Davids Zoon omkneld:
Hij overwon, die sterke Held!
Hij rees uit 't graf door eigen kracht,
want Hij is God, bekleed met macht.

Want nu de Heer' is opgestaan
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven, door Zijn dood bereid,
een leven in Zijn heerlijkheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen