JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Vraaggesprek met Izi-tieners

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vraaggesprek met Izi-tieners

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet alleen in Irian Jaya, maar ook in Izi in Nigeria is een jonge zendingskerk. Door middel van een vraaggesprek dat de twee jeugdwerkadviseurs Ad de Pater en Joseph Nwibo in Izi met vier jongeren hadden, willen we jullie kennis laten maken met de manier waarop christen-jongeren van jullie leeftijd in Izi leven. En voor welke verleidingen ze komen te staan.

Even voorstellen: in ons jeugdwerkkantoor in lboko zijn gekomen: 
Nnenna Nwogha: een meisje van veertien jaar uit het dorpje Nduosa, nabij lboko. Zij zit niet op school en woont bij haar ouders thuis. Haar vader heeft twee vrouwen getrouwd. 
Felicia Nwibo: een meisje van ongeveer veertien jaar uit lboko. Zij heeft net de lagere school afgerond en gaat in september naar de eerste klas van de middelbare school. Felica woont bij haar moeder, haar vader (een heiden) leeft gescheiden.
John Ozibo: een jongen uit Okworeka. Hij zit in de derde klas van de senior middelbare school en moet dit jaar examen doen (vergelijkbaar met onze havo/vwo). Hij woont bij zijn moeder. Zijn vader is overleden. John is belijdend lid van de N.R.C., de kerk in Izi.
Salem Mba: een al wat oudere jongen uit lboko. Hij heeft net het examen van de junior middelbare school gedaan (vergelijkbaar met onze nieuwe basisvorming).

Om maar met de deur in huis te vallen: hoe ziet een gemiddelde dag er bij jullie uit?

Nnenna: Als ik 's morgens wakker word, groet ik eerst mijn ouders. Daarna veeg ik de hut en de compound (het erf) schoon met een bezem, samen met mijn zusjes. En dan koken we het ontbijt voor alle mensen op de compound, of we maken klaar wat de vorige avond is overgebleven. Daarna moet ik aan het werk. Dan is het tussen acht en negen uur. Dat werk draagt mijn vader of mijn moeder mij op. Meestal is het op het land werken, zoals onkruid wieden. We werken de hele dag door met maar een korte etenspauze. Tegen het eind van de dag, als de avond gaat vallen, ga ik terug naar huis. Ik was me en trek andere kleren aan. Dan is het tijd om de hoofdmaaltijd te gaan klaarmaken. Dat doen we met verschillende mensen, meestal meisjes onder leiding van onze moeder. Dit vergt veel tijd, soms wel drie of vier uur. Ondertussen is het donker en is iedereen thuis. Na het eten ben ik vaak zo moe dat ik meteen ga slapen op mijn matje in mijn moeders hut.
Felicia: Mijn dag ziet er anders uit, omdat ik naar school mag. Na het wakker worden, groet ik mijn moeder en iedereen op de compound. Na het ontbijt, als dat er is, ga ik gauw naar school. Ik moet daar om acht uur zijn. Als ik te laat ben, krijg ik met de stok! De school is meestal rond twee uur uit. Ik ga dan naar huis. Mijn moeder heeft dan eten voor mij klaar staan. Als ze naar de familie of naar de markt is, kook ik zelf vlug wat eten. Dan moet ik nodig wat huiswerk doen. Om vijf uur is het tijd om de hoofdmaaltijd klaar te gaan maken, samen met m'n moeder en zusjes. 
Salem: Ik leef op mezelf. Na het ontwaken ga ik gauw naar school in m'n schooluniform. Als ik 's middags thuis kom, kook ik voor mezelf wat eten en doe dan gauw mijn huiswerk. 's Avonds ga ik het dorp vaak in met vrienden. Soms eet ik bij deze of gene. De zaterdag heb ik hard nodig oom m'n kleren te wassen en om het land te bewerken.
John: Ook mijn dag wordt beheerst door de school. Vooral veel huiswerk! Maar ik vergeet niet de dag met gebed te beginnen. Verder moet ik thuis veel doen en regelen om mijn moeder te helpen.
Joseph: Ter verduidelijking: het is de vaste taak van de meisjes om dagelijks voor voldoende water en brandhout te zorgen. Ook het wassen van kleren is hun vaste taak. Jongens helpen soms. Dat ligt vaak aan de instelling en de samenstelling van de familie.

Jullie komen allemaal naar de Nigeria Reformed Church en zijn daarin trouw. Komen je ouders ook?

Salem: Alleen mijn moeder gaat soms mee naar de kerk. 
John: Ja, mijn moeder en broertjes en zusjes ook.
Nnenna: Niemand van onze compound gaat naar de kerk, soms gaan mijn broertjes en zusjes met me mee. 
Felicia: ledereen van onze compound gaat naar de kerk; mijn moeder en alle broers en zussen. Mijn vader is gescheiden van mijn moeder omdat hij als heiden wil blijven leven. 

Ondervinden jullie moeilijkheden thuis of daar buiten? Wordt het jullie weleens lastig gemaakt om als christen te leven en naar de kerk te gaan? 

Nnenna: Vaak word ik gedwongen om voedsel dat mijn vader aan de afgoden heeft opgedragen te eten. Het kost me moeite om te blijven weigeren. Vaak krijg ik dan straf. Mijn ouders laten me dan bijvoorbeeld niet naar de kerk gaan op zondag. Ook geven ze me werk te doen op zondag. Maar vaak kan ik, als ik zaterdag dubbelhard werk het al af hebben, zodat ik toch naar de kerk kan. Ik vind het ook heel jammer dat ik niet naar school mag van mijn vader. Hij vindt het niet nodig. Het is volgens hem te gezagsondermijnend.
John: Ik heb geen problemen thuis, maar wel veel te lijden van de omgeving. Vooral heidense leeftijdgenoten maken het me moeilijk door hun minachting en buitensluiting.

Vinden jullie het moeilijk om als christen te leven?

Salem: Ja, nou! Het is altijd maar weer vechten tegen de zonden en de verleidingen. Dat is heel moeilijk. Je moet altijd op je hoede zijn. Vooral de verleiding op seksueel gebied. Dat is de hoofdzonde onder ons. Je wordt verleid door het losse leven van de heidenen en daarbij komt de zondige begeerte die in jezelf leeft.
John: Niets doet zo'n pijn dan om buitengesloten te worden. Daarom ben je geneigd om toch maar mee te doen. Je wilt er bij horen! Daarom toch maar met een meisje naar bed, toch maar stelen. Dan kun je ook over je eigen belevenissen opscheppen. Vaak is ons hart ook ontevreden als we de voorspoed van andere jongelui zien.
Felicia: Ik hou van mooie kleren, maar weet dat er niet genoeg geld voor is om ze te kopen. Ik moet leren om tevreden te zijn. Het is ook moeilijk om jongens van je lichaam af te houden. Ik bid God of ik het vol mag houden om heilig en kuis te leven.
Nnenna: Vooral heidense jongens maken het mij erg moeilijk. De een komt met geld voor kleren en zo. Een ander komt met hele mooie beloften.

Zondigen wordt onder jullie jongeren bijna altijd gelijk getrokken met de overtreding van het zevende gebod. Is stelen en liegen en dronkenschap dan geen zonde?

Salem: Drinken van alcohol was een probleem voor me. Sinds ik naar de kerk kom, ben ik met drinken gestopt en ik heb er geen moeite mee. Maar ik weet dat er anderen zijn die er wel moeite mee hebben. Het drankprobleem is niet zozeer een probleem van de jongeren, maar van de ouderen. Zij hebben meer redenen om hun verdriet, hun zorgen en ongeluk met alcohol weg te spoelen naar de tijdelijke vergetelheid. Maar er zijn jongeren die uit bravoure en stoerheid zich vaak dronken drinken. Maar wij zien zulke jongeren niet als serieuze christenen.
John: Liegen is vooral een kwaad dat bij meisjes en vrouwen vaak voorkomt.
Felicia: Nou ja..., dat valt wel mee, hoor.

Als je aan de toekomst denkt, welke gedachten komen dan naar voren?

Felicia: Verlangen om elke dag genoeg te kunnen eten. De middelbare school afronden en dan trouwen. Met wie? Weet ik niet, gewoon een leuke jongen.
Nnenna: Hoe moet het allemaal? Ik ben ongerust en onzeker over de toekomst. Ik hoop dat mijn vader en moeder er in toe zullen stemmen als er een jongen uit de kerk komt om met me te trouwen. Ik ben bang om aan een heidense man te worden uitgehuwelijkt. Die kans is groot. Alleen al om mij tegen te werken. Wat doe je daar aan? Bidden!
John: Veel lezen. Ik wil verder studeren. Wat? Weet ik nog niet.

Hoe denk je het leven van de Nederlandse jongeren in?

John: Zij hebben het goed. Allemaal een fiets of een motorfiets. Ze gaan allemaal goed gekleed. Er is altijd genoeg koffie en eten.
Salem: De Nederlandse jongere is rijker, is actiever, is eerlijker.
Nnenna: Als ik hier de blanke zendelingen zie, vraag ik me af hoe ze alles toch voor elkaar krijgen.
Felicia: Ik denk dat de Nederlandse jongelui allemaal erg knap en wijs zijn.
John: Nee dat ben ik niet met je eens. Daar zullen toch ook wel gehandicapten zijn.

Wat zouden jullie tegen de jongelui in Nederland willen zeggen?

Salem: Een mens is een mens. De zonden maken ons kapot. En dan is er geen verschil in ras en kleur. Als zij nu iets meer weten over ons, jongelui in Izi, dan vraag ik hen het goede na te volgen en het kwade na te laten. De jongelui in Nederland moeten ook bidden om een christelijk leven te leiden.
John: Ik ben dankbaar voor het meeleven van de jeugd in Holland. Als we horen en merken wat zij doen voor ons. Ik zou hen willen aanmoedigen om door te gaan. Het is zeker geen verloren moeite. Het gaat om de eer van Gods naam!
Nnenna: God heeft jullie in Nederland grotelijks gezegend. Jullie kennen God beter dan ik. Kunnen jullie niet hier komen om ons meer te vertellen?
Felicia: Ik zou jullie willen aanmoedigen om ook vol te houden. Dat is niet gemakkelijk.
John: Denk aan de naderende eeuwigheid! Denk aan de Heere, ook jullie Schepper!

Hartelijk dank, Nnenna, Felicia, Salem en John voor jullie antwoorden. We hopen dat onze jongelui in Nederland er veel aan zullen hebben. En misschien krijgen we ook nog wel een persoonlijk woordje terug van jongens en meisjes uit Nederland. Schrijven jullie eens een briefje? Doen hoor! Het hoeft echt niet in de Izi-taal, Engels is goed; dat kunnen de meeste jongelui redelijk lezen. 


Om over te praten

1. Welke verschillen zie je tussen het leven van christen jongeren in Izi en Nederland?
2. Vind je de verleidingen in Izi groter als in Nederland? Waarom?
3. Demas is een waarschuwend voorbeeld voor jongeren in Nederland en Izi. Hoe?
4. Veel jongeren in Izi trekken van het platteland naar een grote stad, bijvoorbeeld naar Abakaliki. Daar gaan ze wonen en studeren. 's Avonds kunnen ze in de stad op een groot scherm televisie kijken. Als jij nu evangelist bent in Abakaliki, wat zou jij dan tegen deze jongeren van de kerk zeggen?
5. Ergens in een hutje woont een jongen. Hij komt vaak naar de kerk. Jeugdwerkadviseur De Pater gaat een keer bij hem op bezoek. Als hij het hutje binnenstapt, komt de popmuziek hem tegemoet. Liggend op de grond luistert de jongen naar zijn transistorradio. Hij zegt dat hij dat heel vaak doet. Ook is hij heel regelmatig in de kerk. Als jij nu Ad de Pater was, wat zou je dan doen of zeggen?


Correspondentie

De jongeren in Izi stellen post uit Nederland op prijs. Schrijf als vereniging of als groepje eens een brief (in het Engels) over hoe jongeren in Nederland leven.
Het adres is:
Youth Ministry Nigeria Reformed Church
P.O. Box 538
Abakaliki
Ebonyi State
Nigeria

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Mivo +12 | 51 Pagina's

Vraaggesprek met Izi-tieners

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Mivo +12 | 51 Pagina's