Eén ding is nodig

Bladzijde 1

De Bijbel gaat open, en dan...

*En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? (Romeinen 10: 14). Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. (Romeinen 10: 17)
* De Heere werkt door Woord en Geest. De Heilige Geest geeft het Woord kracht in de harten van de uitverkorenen. 
* Mensen die het Woord horen komen niet altijd tot het geloof
- omdat zij dat Woord niet geloven, niet aannemen.
- omdat zij het niet met heel hun hart aannemen, hun geloof is tijdelijk, dus niet echt.
- omdat zij het te druk hebben met de dingen van deze tijd, zij verstikken het zaad van het Woord. Voorbeelden zijn Agrippa, Judas, Simon de Tovenaar, Ananias en Saffira. 
* Dat mensen tot geloof komen, is niet aan henzelf te danken, maar dat is het werk van de Heere. Hij verkiest, roept, schenkt geloof en bekering, roept uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Omdat Hij alles doet, zal Hij alleen de eer ontvangen. Voorbeelden zijn. Lydia, Onesimus, de kamerling, de Samaritaanse vrouw
* Het Woord is ook tot versterking van het geloof, tot opwas in het geloof. Bovendien zal ieder kind van God steeds zijn hart willen onderzoeken of zijn geloof echt is.

Uitspraak

Zo mogen wij niet praten. We weten dat de Heere wil werken door Zijn Woord. Daarom hebben wij de plicht de genademiddelen te gebruiken.

Bladzijde 2 en 3

Om over te praten 

1. Martha handelde uit liefde voor de Heere Jezus, de rijke dwaas leefde alleen voor zichzelf.
2. Ze hadden het beiden te druk met de aardse dingen, ze vergaten het ene nodige.
3. Op dat moment had zij beter als Maria kunnen doen, Jezus was er, zij kon Zijn Woord horen. Dat moest op dat moment voor alles gaan. Verder de liefdeloze manier waarop zij Maria benaderde. Zij dacht de Heere Jezus terecht te moeten wijzen. Haar wensen kwamen op de eerste plaats. 
4. Nee, hij had van zijn rust mogen genieten, God dankend voor Zijn gaven. 
5. Nee, het is goed om te werken voor ons dagelijks brood. 
6. Ja, maar: 
- je mag daarbij niet alleen aan jezelf denken.
- gierigheid is afgoderij.
- je mag je hart niet op je rijkdom zetten; het moet ons gaan om de God van alle goed!
Mattheüs 6: 25 - Wij moeten niet al te bezorgd zijn over de bijkomstige zaken van dit leven. Bang zijn voor de toekomst is niet goed.
Mattheüs 6: 33 - Ons leven, onze tijd, kracht, gaven en goed moeten wij in dienst stellen van God en Zijn Koninkrijk. Het leven naar Gods geboden is belangrijker dan eten, drinken en kleding.
1 Timotheüs 5: 8- Zorgeloos leven is niet christelijk!
Johannes 6: 27 - Het werken om de spijs die blijft, moet het belangrijkste zijn in ons leven.
Mattheüs 16: 26 - Al ben je nog zo rijk aan aardse goederen, als je zonder God leeft, ben je nameloos arm.
8. Als vrienden praat je elkaars fouten niet goed, maar durf je elkaar in liefde op fouten te wijzen.

Wat vind jij er van?

Christus leert geen armoede. Wij moeten echter een goed gebruik maken van onze goederen. Van onze overvloed moeten wij de nood van onze naaste lenigen.

Bladzijde 4

Van boven naar beneden staat: "Vergadert u schatten in den hemel" (Mattheüs 6: 20)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen