Petrus rondom Pasen

Het is enkele uren na middernacht. Door het Kedrondal trekt een groep gewapende mannen. Voorop loopt Judas, een van de twaalf discipelen van Jezus. Achter hem lopen enkele Levieten van de tempelwacht met gewapende slaven. Daarachter dreunt de stap van een groep Romeinse soldaten, aangevoerd door een overste over duizend. Wie... zal de schuldige toch zijn waar deze bende op afgaat zo in het holst van de nacht? Weldra bestijgen ze de Olijfberg. Hun brandende fakkels houden zij omhoog en ze verspreiden in het donker van de nacht een grillig licht. Voor de ingang van de hof van Gethsémanée houden ze halt. Daar stapt uit de schaduw van de hof een man naar voren. Zou hij het zijn? De misdadiger, voor wie zij hier nu allen bij elkaar zijn? En aan wiens leven zo spoedig mogelijk een eind moet komen? Maar dat kan hij niet zijn. De man die daar naar voren treedt, is immers Jezus, de Zoon van God. Nimmer heeft Deze Man iemand kwaad gedaan. Integendeel. Heel Zijn leven heeft Hij niet anders dan goed gedaan. Mensen heeft Hij gezond gemaakt en doden zelfs levend. Nee, deze Man kan het het onmogelijk zijn. En toch... toch loopt de aanvoerder van deze gewapende bende, Judas, recht op Jezus af. Wees gegroet Rabbi en hij kust Hem. Maar 't is geen kus van een vriend die men lange tijd niet heeft gezien. Nee, het is de kus van het verraad. Het afgesproken teken voor de anderen. Deze is het, die ge grijpen moet. Laaghartiger kan het niet. Maar oneindig groot is het medelijden dat de Heere Jezus heeft met dit gevallen mensenkind. Vriend, zegt Hij nog tegen hem, waarom ben je nu hier en verraad je de Zoon des mensen met een kus? Nog kan Judas op zijn knieën vallen en vragen om vergeving. Maar... hij doet het niet. Inmiddels zijn ook de anderen dichterbij gekomen. Wie zoeken jullie, vraagt de Heere Jezus. Wij, wij zoeken Jezus de Nazarener. Dat ben Ik, zegt Jezus en op datzelfde moment vallen allen op de grond. Even later komen ze overeind. En werkelijk, dan maken ze aanstalten om Jezus gevangen te nemen en te boeien. Als Petrus dat ziet, laait een wild verzet hoog in hem op. Dit laat hij niet toe. Hij gaat voor Jezus staan. Wild zwaait hij met zijn zwaard in het rond. Rakelings suist het langs het hoofd van Malchus een slaaf. Maar Jezus wil geen verzet. Hij geneest zelfs het afgeslagen oor van Malchus. Een misdadiger...? Nee, een onschuldige...! Daar gaan ze door de nu nog stille straten van de stad. Naar het paleis van de hogepriester Kajafas. Petrus volgt Zijn meester op een afstand. Hij wil en hij zal zien hoe dit afloopt. Op de binnenplaats bij het brandende vuur staat hij even later te kijken hoe het zal aflopen. Vanaf deze plaats kan hij precies zien wat er gebeurt. Hij probeert gewoon te doen. Maar het lukt hem slecht. Hij ziet hoe zijn Meester wordt beschuldigd, bespot en geslagen. Zijn hart krimpt ineen. Op dat moment komt de portierster bij het vuur staan. Oplettend kijkt ze eens naar de man die naast haar staat. Dan schrikt ze. Ze herkent hem. Het is een van de volgelingen van die Man die ginds in de Raadszaal wordt verhoord. Opeens roept ze het uit. Gij waart ook bij die Jezus, die Nazarener. Nu... komt het er voor Petrus werkelijk op aan. Zal hij, die nog maar enkele uren geleden sprak: 'Ik zal mijn leven voor U geven' dit woord waar kunnen maken? Nee, integendeel. Angst maakt zich van hem meester. En in plaats dat hij de naam van Zijn Heiland belijdt voor de mensen, verloochent hij Zijn Meester. Tot drie maal toe. Met vloeken en zweren. 'Ik ken de mens niet'. Dan kraait er een haan. En op datzelfde ogenblik kijkt Jezus Petrus aan. Met een blik van oneindige smart. Maar ook met een blik van oneindig medelijden. Deze blik boort in Petrus' ziel. Boort door het harde pantser van zijn verloocheningen heen. Hij herinnert zich zijn Meesters woord. En dan kan hij het niet langer uithouden. Hij gaat naar buiten. Wenend en klagend loopt hij daar door de straten van de stad. In zijn ziel is een kreet om ontferming.
Gena, o God, gena hoor mijn gebed.
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden.
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden.

Bij Petrus is berouw, oprecht berouw. Hij roept het uit.
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden.
Zie mijn berouw, hoor, hoe een boet'ling
En reinig mij van al mijn vuile zonden.

En dat wil de Heere Jezus. Reinigen van alle vuile zonden van wie zo bidt. Dat geldt ook voor jou en mij. Ja Hij doet meer. Hij vergeeft Petrus niet alleen zijn zonden. Maar Hij herstelt hem ook in zijn ambt en geeft hem opnieuw de opdracht om het Evangelie te gaan verkondigen aan alle mensen. Dat gebeurt echter niet direct maar na de opstanding van de Heere Jezus uit de doden.

Petrus is met de andere discipelen gaan vissen. Maar helaas, ze hebben een hele nacht gevist en niets gevangen. Dan staat daar in de vroege morgen op de oever een vreemdeling, de Heere Jezus, Die hen beveelt het net aan de andere zijde van het schip te werpen. Honderd drie en vijftig grote vissen worden gevangen. Met elkaar gaan ze eten. Brood en vis. Als de maaltijd is afgelopen, roept de Heere Petrus tot Zich en vraagt hem tot driemaal toe of hij Hem liefheeft. Wat wordt Petrus daar bedroefd van. Het lijkt wel of de Heere Jezus hem niet gelooft en aan zijn liefde twijfelt. Maar tot drie keer toe mag Petrus het belijden: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik U liefheb. Drie keer heeft Petrus Zijn Meester verloochend. Tot drie keer toe hoort Petrus dan uit de mond van Zijn Meester dat hij mag zorgen voor Zijn gemeente. Niet gebouwd op de rots Petrus. Maar gebouwd op De Rotssteen, Jezus Christus.

Aanwijzingen voor het gebruik

Deze schets gaat over de strijd van Petrus rond Pasen. Het Bijbelse thema daarbij is de geestelijke wapenrusting. De geschiedenis is bekend. Daarom wordt in de verwerking dieper op het onderwerp ingegaan. Probeer vooral de jongeren zelf met voorbeelden te laten komen. Laat uitkomen dat de geestelijke strijd in ons leven niet gemist kan worden. Maar laat ook zien dat de Heere helpt! Ondanks de bekende stof is een goede voorbereiding toch noodzakelijk. Lees bijvoorbeeld het boek 'De geestelijke wapenrusting', geschreven door ds. B. van der Heiden. Het wordt verkocht in het kader van de actie 'Onder-dak'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen