Avondsluiting

De Heere weet alles. Daarover hebben we het vanavond gehad. En hoe duidelijk staat dat in Psalm 139. De Heere kent zelfs je gedachten. En nu aan het eind van de dag de vraag: vind je het fijn dat de Heere alles van je weet? Weet je, toen jij dat boek of dat stripverhaal of dat tijdschrift las, dat je eigenlijk niet mag lezen, toen las de Heere over je schouder mee. En toen jij naar de radio of naar die CD met popmuziek zat te luisteren, toen luisterde de Heere mee. Toen jij fluisterend die mop vertelde, toen luisterde de Heere ook mee. En die avond toen jij een keer met je vriend meeging. naar die plaats waarvan je best weet dat je daar niet mag komen, toen is de Heere meegegaan Alles wat je doet, ziet de Heere. Ales wat je zegt, hoort de Heere. Alles wat je denkt, weet de Heere. Zou je dan niet huiveren als je aan Gods alwetendheid denkt?
Maar er is ook een andere kant. Misschien zijn er wel eens nare dingen in je leven. Misschien was je wel eens zo ziek dat je bang werd dat je niet meer beter zou worden. Misschien kun je 's nachts wel eens niet slapen omdat je bang bent. Bang voor de dood. Of omdat je je zo eenzaam, zo alleen voelt. Niemand begrijpt je. Weet je... Ook dat weet de Heere. Toen jij verdriet had. wist Hij dat. Toen jij je zo alleen voelde, was Hij bij je. Heb je daar toen aan gedacht? Wat zou je gelukkig zijn als je door genade als troost mag weten dat de Heere altijd bij je is en alles van je weet. Misschien zeg je: ja ik weet dat de Heere alles ziet en weet. Hij weet van mijn zonden. Iedere keer probeer ik om goed te leven. Maar iedere keer mislukt het. Heb je daar verdriet over? Ook dat weet de Heere. Zeg dan maar tegen de Heere: 'U weet dat ik het telkens verkeerd doe. U weet van mijn zondige gedachten, woorden en daden. Wilt u ze vergeven. Wilt u mij kracht geven om tegen de zonde te strijden.' Ook dat gebed hoort de Heere. Hij hoort immers alles! Wat zou je gelukkig zijn als je bij alles op de Heere mag vertrouwen. Net zoals een kind op zijn vader vertrouwt. Stel je eens voor dat het kind over een brede sloot moet. Er ligt alleen een smalle plank over die diep doorbuigt. Het kind durft niet. Het is bang dat het in het water zal vallen. Dan zegt de vader: 'Kom maar. Geef mij maar een hand.' Dan grijpt het kind de hand van de vader en loopt. Het vertrouwt zijn vader.
Wat zou je gelukkig zijn als je zo op de Heere mag vertrouwen. Als je de Heere de hand mag geven Dan zou je blij zijn met Gods alwetendheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen