Immanuël
Koning Achaz
(Zie ook 2 Kon. 16 en 2 Kron. 28)
Achaz was een van de meest goddeloze koningen van Juda. Hij richtte beelden van Baäl en Moloch op, deed zijn zonen door het vuur gaan en verving zelfs het altaar in de tempel door een afgodsaltaar, waarop dagelijks werd geofferd. Hij heeft zijn volk meegesleept in zijn afval van de Heere. Het oordeel bleef niet uit. Rezin, de koning van Syrië, viel het land binnen, versloeg Achaz' leger en voerde vele gevangenen naar Damascus. Bij hem voegde zich Pekah, de koning van het tienstammenrijk. Naar het schijnt, wilden zij Juda dwingen mee te doen met hun strijd tegen Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië. Achaz zoekt bescherming bij deze Tiglath-Pileser. Dit heeft hem echter spoedig berouwd, het middel bleek erger dan de kwaal. De man, bij wie Achaz bescherming zocht, werd zijn grootste vijand.
Jesaja
De profeet Jesaja wordt wel genoemd de evangelist van het Oude Testament. Wat heeft hij door het licht van de Heilige Geest een heerlijk gezicht gehad op de komende Zaligmaker. Jezus Christus vormt het middelpunt van dit gehele Bijbelboek. Jesaja is al jong tot de dienst des Heeren geroepen. Hij heeft Gods Woord verkondigd in een voor Israël donkere tijd. In het bijzonder tijdens de regering van koning Achaz tierde de afgodendienst welig. En toch: Jesaja mag komen met de boodschap van de komende Messias. Als dat geen Evangelie is! Genade verkondigd aan een van God afwijkend volk! Jesaja spreekt van de Heere Jezus als een Profeet (55: 4), een Priester (53: 12), een Koning (32: 1, 2). Een van de duidelijkste profetieën over Jezus' Borgwerk vinden we bij deze profeet, in het bekende hoofdstuk 53. In ons hoofdstuk horen we Jesaja spreken over de komende Verlosser als de Zoon van God.
De betekenis van het teken
Immanuël
Jesaja komt met een boodschap van de Heere tot koning Achaz. Deze hoeft niet te vrezen voor de koning van Syrië of van het tienstammenrijk Israël. De Heere zal deze vijanden verslaan. Toch is het niet alleen een boodschap van troost voor Achaz en zijn volk. Er zit een waarschuwing aan vast: "Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden." (vers 9) Als Juda in dit kritieke ogenblik niet op God vertrouwt, zal het net als Efraïm (het tweestammenrijk) vergaan, zij het ook door een andere vijand, dan die twee, voor wie het nu zo vreest. Hier wordt ook in de oudtestamentische openbaring op heldere wijze het geloof op de voorgrond gesteld, als het middel waardoor de weldaden van de Heere ontvangen worden. Achaz geeft hierop geen antwoord. Dan gaat de Heere in Zijn goedheid zover, dat Achaz zelfs om een teken mag vragen. De koning weigert, schijnbaar vroom. De ware grond van de weigering is, dat Achaz de aanbevolen weg des geloofs niet wil inslaan. Hij zoekt zijn troost elders dan in de belofte van God. Waarschijnlijk koesterde hij toen reeds het plan, de koning van Assyrië te hulp te roepen, wat hij dan ook al spoedig deed. De Heere geeft dan Zélf een teken. Het is het teken van IMMANUËL. Deze profetie is hoogst belangrijk, daar ze heenwijst naar Christus' komst in het vlees, Matt. 1: 23. Vaak wordt de tekst zó verstaan, dat deze profetie uitsluitend en rechtstreeks ziet op de geboorte van de Messias. Hier is tegen, dat volgens vers 16 dit kind zal geboren worden binnen korte tijd, nog vóór de ophanden zijnde verwoesting van Samaria en Efraïm. Veel pleit ervoor, de rechtstreeks-Messiaanse opvatting van onze tekst los te laten en hem te verstaan in middellijk-Messiaanse zin. Met andere woorden: al is onze tekst eerst door Christus' geboorte volkomen vervuld, daarom kan hij wel allereerst zien op een ander feit, waarin hij een voorlopige vervulling vond. Zo kan de tekst gaan over een kind, dat in Jesaja's dagen geboren zou worden. Het woord maagd is hier niet de Hebreeuwse aanduiding voor maagdelijke ongereptheid, maar heeft meer de betekenis van jonge vrouw, die nog niet eerder een kind heeft gebaard. Deze moeder noemt haar zoon Immanuël, dat is: God-met-ons. Zij bezit dus het geloof, dat van Achaz was gevraagd. Hier is het van God gegeven teken. Tegenover koning Achaz met zijn ongeloofspolitiek staat deze jonge moeder met haar kind: het toonbeeld van hen, die, in zichzelf zwak, sterk zijn door het geloof. En dat geloof wordt niet beschaamd. God is met haar en haar kind. In hoe bange tijd het ook geboren is. Op het tijdstip, dat het weet te onderscheiden tussen goed en kwaad, dus als het 2 à 3 jaar oud is en zelfstandige spijze nodig heeft, zal het boter en honing eten, vers 15. Immers - zo zegt vers 16 - eer het die leeftijd bereikt zal hebben, zal het land, voor welks beide koningen gij vreest (dit is Syrië en Efraïm, hier als eenheid voorgesteld) verlaten zijn en dus hun tegen Juda gerichte bedreiging reeds lang zijn opgeheven. Het gegeven teken is dus inderdaad een bevestiging van Jesaja's boodschap, dat het plan van Syrië en Efraïm niet zal gelukken, hun macht zal gebroken worden, eer dat kind 2 à 3 jaar oud is. Dit is letterlijk vervuld; zie 2 Kon. 15: 29 en 2 Kon. 16: 9. Deze profetie heeft echter een veel verdere strekking. Dit geloofskind is type van de Messias. Tegenover de wereldmacht, waarop Achaz bouwt, is dit kind met zijn wonderrijke naam het teken van het werk Gods tot verlossing van Zijn volk; en het voorbeeld van Hem, in Wie het God-met-ons volle werkelijkheid is. Ook in de manier, waarop de profeet hier, zonder een vader te vermelden, gewaagt van een maagd, die moeder wordt, is op te merken de Goddelijke wijsheid, die zo Christus' geboorte uit de maagd Maria, zonder toedoen van een man, van tevoren reeds aanduidde; zoals de Verlosser ook in het Paradijs al het "zaad der vrouw" is genoemd.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992
Mivo +12 | 27 Pagina's
