JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Vrijheid ontnomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijheid ontnomen

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aantekeningen bij Hand. 16 : 16 - 40

vs. 16: tot het gebed: de plaats waar dat werd gedaan. dienstmaagd: slavin,
vs. 17: volgden Paulus en ons: Paulus, Silas, Timotheüs, Lukas. die ons de weg...: die u een weg van behoud verkondigen,
vs. 18: Ontevreden: over de ellende van het meisje, maar ook over de bedriegerij van de satan, die door haar de mensen verleidde,
vs. 19: de heren: van deze slavin. de markt: de gerichtplaats.
vs. 20: de hoofdmannen: deze hadden in deze Romeinse kolonie het oppergezag en de rechtspraak. Joden: deze naam was zeer gehaat onder de Romeinen.
vs. 21: zeden: andere wijzen van God te dienen dan de Romeinen en heidenen hadden.
vs. 22: hun: Paulus en Silas. geselen: met stokken slaan.
vs. 23: stokbewaarder: gevangenbewaarder; cipier. zekerlijk: heel goed.
vs. 24: stok: een houten blok, waarin de voeten gesloten werden.
vs. 25: zongen Gode...: zij waren verblijd, omdat ze om Christus' Naam leden.
vs. 26: bewogen: ten teken, dat God het gebed van Zijn dienaren verhoord had. geopend: door de kracht Gods.
vs. 27: omgebracht: om de schande te ontgaan, die hem zou worden aangedaan, als de gevangenen ontvlucht waren.
vs. 30: buiten: uit de binnenste kerker in zijn huis.
vs. 31: uw huis: huisgezin; uw vrouw en kinderen, als kinderen van het verbond (zie Hand. 2 : 39).
vs. 33: wies: van het geronnen bloed door het geselen, om de wonden te verzachten.
vs. 34: de tafel: met voedsel.
vs. 35: stadsdienaars: 'roededragers'; de dienaars van de steden werden zo genoemd, omdat zij stokken droegen.
vs. 37: tot hen: de stadsdienaars, die Romeinen zijn: het recht hebben van de Romeinse burgers, die men niet mocht geselen, onveroordeeld: niet alleen onschuldig, maar ook zonder enige vorm van proces, niet alzo: zo zal het niet gaan.
vs. 38: horende: toen zij hoorden. Romeinen: die zij tegen het recht van de Romeinse burgers hadden laten geselen.
vs. 39: uit de stad: opdat er geen nieuw oproer tegen hen zou komen.
vs. 40: tot Lydia: in haar huis. vertroostten: tegen de ergernis van de smaadheid hen aangedaan. zij: Paulus en Silas.

De tweede zendingsreis

De geschiedenis van Paulus en Silas in de gevangenis vond plaats tijdens de tweede zendingsreis van Paulus. Paulus had met Barnabas de eerste zendingsreis gemaakt. Barnabas wilde nu, op de tweede zendingsreis, Markus meenemen. Daar was Paulus het niet mee eens. Markus had hen al een keer verlaten en daarom wilde Paulus hem niet meenemen. Barnabas wilde dat Markus wèl meeging, maar Paulus gaf niet toe. Toen zei Barnabas: ga dan maar alleen, ik neem Markus mee. En zo gebeurde het ook; Barnabas en Markus gingen samen op weg. Paulus nam toen Silas mee. Op het kaartje kun je zien hoe zij reisden. Eerst bezochten ze de gemeenten in de plaatsen Derbe, Lystre, Ikonium en Antiochië. Daarna kwamen ze in Troas, waar Paulus 's nachts een gezicht te zien kreeg. De Heere liet hem een Macedonisch man zien, die hem vriendelijk vroeg: 'Kom over in Macedonië en help ons'. Dit was een goddelijke aanwijzing dat Paulus naar Europa moest gaan, want Macedonië ligt in Griekenland en dus in Europa. In Macedonië woonden vooral heidenen, maar in de loop van de jaren waren daar ook wat Joden komen wonen. Nu moest Paulus oversteken, naar dat heidense land om daar Gods Woord te verkondigen. Vanaf de havenstad Neapolis reisden ze naar Filippi, de hoofdstad van Macedonië. Daar bleven ze een paar dagen. Op de sabbat kwamen de Joden samen bij de rivier om met elkaar te bidden. Paulus en Silas verkondigden daar het Evangelie aan de aanwezige vrouwen. Eén van die vrouwen was Lydia.

Lydia de purperverkoopster

Lydia de purperverkoopster was afkomstig uit de stad Thyatira. Thyatira was een stad in Klein-Azië in de landstreek Lydië. Haar naam was dus een herinnering aan het land waar zij vandaan kwam. Oorspronkelijk was zij, volgens dr. J.H. Bavinck, een heidense, maar zij was in aanraking gekomen met de Joden en dus met de Joodse godsdienst. De God van de Joden wilde zij ook dienen. Daarom heeft zij de Joodse godsdienst aangenomen. In de Bijbel staat dat zij God diende. Lydia had in de stad Filippi een winkel waar purperen kleden verkocht werden. Purper is een verfstof van dieprode kleur en is bereid uit de purperslak. De kleur kan worden gebruikt om andere stoffen als wol, katoen en linnen te verven. De purpergekleurde stoffen waren weeldeartikelen. In de Romeinse staat mochten slechts de hoogsten in rang het purper dragen. Deze Lydia zat bij de oever van de rivier, buiten de stad, toen Paulus daar aankwam. Omdat er geen synagoge in Filippi was, kwamen de Joden samen bij de oever van de rivier die buiten de stad stroomde. (In steden waar geen synagoge was, hadden de Joden de gewoonte, zich op de sabbatdagen te verzamelen ergens buiten de stad, liefst in de nabijheid van water). Daar opende de Heere het hart van Lydia. Ze geloofde de woorden van Paulus. De Heere schonk haar het waar zaligmakende geloof, zodat ze door dat geloof de Heere Jezus als haar Zaligmaker mocht leren kennen. Daarna werd zij gedoopt.

Timotheüs

Timotheüs was geboren in de stad Lystre in Klein-Azië. Zijn moeder was een gelovige Joodse vrouw, zijn vader een Griek. Omdat de gemeenten van Ikónium en Lystre een goed getuigenis aflegden wat betreft Timotheüs' persoon en wandel, wilde Paulus dat hij met hem mee zou reizen. Vóórdat Timotheüs mee kon reizen, moest hij besneden worden. Paulus vond dit op zichzelf wel niet noodzakelijk, maar voor het werk was het wel nodig. Als Timotheüs niet besneden zou zijn geweest, had hij niet in de synagoge mogen komen. Nadat hij besneden was, ging Timotheüs met Paulus mee als metgezel. In de brief van de apostel Paulus aan de Filippenzen schrijft hij over zijn voornemen Timotheüs naar hen te zenden. Hij schrijft daarover: 'En ik hoop in de Heere Jezus, Timotheüs haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben. Want ik heb niemand, die even alzo gemoed is, dewelke oprechtelijk uw zaken zal bezorgen.' Timotheüs was dus een medewerker van Paulus. Vanaf de tweede zendingsreis was hij Paulus' metgezel.

Silas

Silas wordt in de brieven van Paulus ook wel Silvanus genoemd. Zie bijvoorbeeld de tekst in 1 Thessalonicensen 1:1. In Handelingen 15 staat dat Silas een voorganger was onder de broeders te Jeruzalem. In Jeruzalem werd er besloten dat er nog twee mannen, waaronder Silas, met Paulus en Barnabas mee zouden gaan naar Antiochië. Op de tweede zendingsreis van Paulus nam hij Silas mee. Hij was dus een medewerker van Paulus. Evenals Paulus, was Silas een Romeins burger. Beiden werden ze in Filippi, zonder verhoord te zijn, gegeseld en in de gevangenis gezet. En dat onschuldig!

Een dienstmaagd met een waarzeggende geest

De slavin die Paulus nariep had een waarzeggende geest, die het afgodische volk te Filippi naar de god van de waarzeggerij Python (of Appollo) noemde. Door deze bezeten slavin hield de satan de Filippenzen in zijn macht. Zulke waarzegsters waren er in de heidense wereld veel. In korte raadselachtige, dubbelzinnige spreuken gaven zij toekomstige en verborgen zaken te kennen. Hun tongen moesten door geschenken losgemaakt worden. De voorspellingen kwamen in veel gevallen als schijnbaar of werkelijk overeen met de wens van de vrager. De godsspraak van de waarzegster was een geschenk, het loon. In veel gevallen zei zo'n persoon op goed geluk, wat zij wilde, soms wat ze moest, zonder de betekenis te begrijpen. Het was een valse, maar toch werkelijke (demonische) ingeving.

Deze mensen zijn dienstknechten Gods...

De duivel probeerde hierdoor de voortgang van het Evangelie tegen te staan.
1. Hij probeerde het zelfbehagen van de apostelen op te wekken door hun ijver door wereldse lof te verzwakken.
2. Hij zocht hen te vleien, zodat de apostelen hem in de persoon van de dienstmaagd zouden laten begaan.
3. Hij wilde het laten voorkomen aan de mensen dat de apostelen zijn vrienden waren en op die manier zou het christendom worden tegengestaan.

De apostelen vervolgd

De vervolging hier in Filippi is niet alleen één van de weinige vervolgingen, die door de heidenen werd verwekt, maar is ook de eerste vervolging van deze aard. Waren het vroeger de Joden geweest, die de haat tegen het Evangelie hadden geopenbaard, hier in Filippi vertoont zich ook een heidense vijandschap tegen hen die het Evangelie brengen. De verborgen grond is bij beide hetzelfde: de menselijke zelfzucht, die zich gestoord voelt door de kracht van de Heilige Geest, Die in het Evangelie werkzaam is. De vorm is anders. Bij de Joden krijgt die haat een godsdienstige, bij de heidenen van het Romeinse wereldrijk, een politieke vorm: ze verkondigen en verbreiden zeden, die in tegenspraak zijn met de Romeinse gewoonten.

...vele slagen gegeven hadden

Deze slagen werden waarschijnlijk gegeven met 'roeden' of stokken. Het was het werk van de stadsdienaars (zie vs. 35), die als teken van macht 'roedenbundels' droegen. Ze bestonden uit een bos olmen- of berkentakken met een leren riem vastgebonden. In deze bundel was ook de steel van een bijl gebonden met het staal naar buiten. Deze werd gebruikt om veroordeelden te onthoofden. De roeden (of stokken) werden gebruikt om te geselen. Eerst werd de gevangene met de leren riem vastgebonden om daarna met de stokken geslagen te worden.

In de gevangenis

Ook de gevangenbewaarder, die gedood werd als een gevangene ontsnapte (Hand. 12: 19), wil nog iets doen. Hij werpt Paulus en Silas, die door de rechters mishandeld zijn en hem ter bewaring overgegeven zijn, in de binnenste kerker en sluit hun voeten in de stok. De binnenste kerkers waren vochtige, koude plaatsen, waar het erg stonk en waar volkomen duisternis heerste. Het woord 'sprong' schijnt neerspringen in een onderaardse cel aan te duiden. Zulke kerkers waren bijna onbereikbaar; de enige toegang was een ronde opening in de vloer van de 'bovenste kerker'. Door deze opening werden de gevangenen in de 'binnenste kerker' neergelaten, waar ze vaak de hongerdood stierven. De 'stok' was zo samengesteld, dat de benen naar willekeur door de stokbewaarder van elkaar getrokken konden worden, waardoor een verschrikkelijke marteling werd veroorzaakt. Het huis van de stokbewaarder hoorde waarschijnlijk bij de gevangenis.

Het Romeinse burgerrecht

Niet alleen Paulus had het Romeinse burgerrecht (omdat hij van geboorte uit Tarsen was Hand. 21: 39), maar ook Silas. Het geselen van Romeinse burgers was ten strengste verboden en werd ook zwaar gestraft. Ook het zonder verhoor geselen van iemand was verboden (gold ook voor een niet Romein). Door een Romein zo te behandelen, maakte men zich schuldig aan hoogverraad, dat gestraft werd met de dood en verbeurdverklaring van goederen. Het is niet duidelijk waarom de hoofdmannen de volgende morgen een boodschap hebben gezonden 'die mensen los te laten'. Misschien had de aardbeving ook hun geweten doen ontwaken. Het leek hen bij nader inzien beter deze onverhoorde mensen los te laten om niet in problemen te komen.

Vrijheid ontnomen

Als u een avond wilt besteden aan het gevangeniswezen kunt u gebruik maken van de volgende extra achtergrondinformatie.

Gevangen

Wanneer je in de gevangenis terechtkomt, dan zal dat zijn omdat je iets gedaan hebt. Je bent in overtreding geweest, je was strafbaar. Je zult je straf moeten uitzitten tot de straftijd voorbij is. In de Bijbel wordt ook gesproken over gevangennemen en het zitten in de gevangenis. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Jozef en de geschiedenis van Paulus en Silas in de gevangenis. Bij deze geschiedenissen kun je nagaan dat de gevangenen (onschuldig) veroordeeld werden. En toch moest het zo gaan, want elke gevangenneming leidde tot de eer van de Heere! In deze schets gaat het over Paulus en Silas in de gevangenis. Onschuldig zijn ze in de gevangenis van Filippi terecht gekomen, terwijl het hun bedoeling was het Evangelie aan de heidenen te verkondigen. Ook nu zitten er mensen in de gevangenis. Die mensen zijn meestal niet onschuldig, want de rechtsspraak in ons land is erg zorgvuldig. De wetten regelen precies wanneer iemand straf krijgt en hoe zwaar die straf mag zijn. Daar moet een rechter zich aan houden.

Jeugdhuis van bewaring 'De Sprang'

Om een indruk te krijgen hoe het er in een huis van bewaring voor jongeren aan toe gaat, volgt hier een beschrijving van een jeugdhuis van bewaring.

Het doel van het jeugdhuis van bewaring is: het 'bewaren' van gedetineerden in de leeftijd van zeventien tot drieëntwintig jaar, tótdat er een uitspraak gedaan wordt door de rechters. Alle gedetineerden zijn personen die 'vast' zitten, dus zowel de verdachten als de gevangenen. De verdachten wachten op de uitspraak en de gevangenen wachten hier totdat er ergens een cel voor hen vrij is in de gevangenis. Eén zo'n jeugdhuis van bewaring is: Jeugdhuis van Bewaring 'De Sprang' in Den Haag.

Het gebouw

De Sprang is een gelijkvloers gebouw. Er is één hoofdgang waar vijf zijgangen op uit komen. Aan die hoofdgang zijn kantoorruimten voor directie, maatschappelijk werk, bureau sociale dienstverlening en administratie.

Indeling

In het jeugdhuis van bewaring kunnen 129 mensen geplaatst worden. Deze 129 plaatsen zijn verdeeld over vijf vleugels. Zo'n vleugel is dus één van de vijf zijgangen, die op de hoofdgang uitkomt.
De A-vleugel is de inkomstenvleugel. Iedereen die in het jeugdhuis van bewaring terecht komt, komt het eerst op deze vleugel. Op deze vleugel kunnen 22 gedetineerden verblijven. Hier blijven de verdachten twee of drie weken. Dan wordt er gekeken naar welke vleugel de verdachte gaat (waar hij of zij het beste past).
De B-vleugel is de bewaardersvleugel. Op deze vleugel zijn wel wat activiteiten te doen, maar de gedetineerden die daar zitten, willen dat meestal niet.
De C-vleugel is de groepswerkvleugel. Hier lopen behalve de bewaarders ook groepsleiders en groepleidsters rond. De verdachten krijgen werk dat hen moet vormen: vormingswerk. Zo is er bijvoorbeeld een groep die kantoren schoonmaakt. Deze vleugel is bestemd voor gedetineerden die voor de eerste keer in een huis van bewaring komen èn geen ervaring hebben met harddrugs.
De D-vleugel is de onderwijsvleugel. Op deze vleugel krijgt men taal (Nederlands). De meesten hebben kort of helemaal niet op school gezeten, zodat dit wel nuttig is.
De laatste vleugel, de E-vleugel is de bewaardersafdeling. Hier zitten de gedetineerden de hele dag in hun cel. Op deze afdeling zitten vaak drugsverslaafden en/of alcoholverslaafden. Er werken op deze afdeling meestal ook mensen van het C.A.D., het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugsverslaafden.

Dagprogramma

Omdat er heel wat te doen is in een huis van bewaring, is er een tijdsschema opgesteld. Dit tijdsschema ziet er ongeveer als volgt uit:
- 07.00 tot 07.30 uur: na het wekken: opstaan en wassen;
- 07.30 tot 08.00 uur: ontbijt in de cel;
- 08.00 tot 12.00 uur: arbeid of onderwijs, vorming, sport en lichaamsbeweging, onderbroken door een koffiepauze;
- 12.00 tot 13.00 uur: warme maaltijd in de cel;
- 13.30 tot 17.00 uur: arbeid of onderwijs, vorming, sport en lichaamsbeweging, onderbroken door een theepauze;
- 17.30 uur: broodmaaltijd in de cel;
- 19.00 tot 21.30 uur: vrijetijdsbesteding;
- 22.00 uur: de celdeuren gaan dicht;
- 23.00 uur: licht uit.

Tussen de activiteiten door kunnen de gedetineerden dagelijks overdag een frisse neus halen, het zogenaamde 'luchten' op de binnenplaats. Overdag kunnen ook de advocaten, familie e.d. op bezoek komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo +12 | 24 Pagina's

Vrijheid ontnomen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo +12 | 24 Pagina's