Een vrouw als Debora
Blz. 3
Richteren 2: 11-13 spreekt met name over het verlaten van de Heere en over het dienen van andere goden, zoals de Baäl en de Astharoth. In de wet der tien geboden wordt in het eerste gebod gesteld: Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. In het tweede gebod wordt ook nog gesproken over het dienen van beelden en/of gelijkenissen daarvan. Alleen de Heere mag gediend worden!
'Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen'. Het boek Richteren geeft steeds aan dat het volk van Israël afweek van de Heere en Zijn dienst. Als dat gebeurt, straft de Heere. In de tijd van Debora werd het volk al twintig jaar zwaar onderdrukt. Toch wil de Heere uithelpen. Het moge duidelijk zijn dat dit nu nog geldt. Als wij de Heere verlaten, staat ons smart op smart te wachten. De Heere kan straffen in dit leven. Maar als we volharden in het verlaten van de Heere staat de eeuwige smart te wachten. Daar moeten we voor waarschuwen. Gelukkig dat het nog zo is dat de Heere ons de genadetijd geeft, waarin wij opgeroepen worden: bekeert u!
Blz. 4
Er zijn vele voorbeelden in de Bijbel van wonderlijke uitreddingen door de Heere. Om er enkele te noemen: David tegen Goliath, Gideon tegen de Midianieten, Jozua tegen de stad Jericho.
Barak wilde dat Debora meetrok in de strijd, omdat zijn vertrouwen op Gods belofte zwak was. Die belofte moest hem genoeg zijn. Natuurlijk was het niet nodig dat Debora meeging. Barak stelde het als voorwaarde, daarom bestraft Debora hem ook eigenlijk. De eer van de overwinning zal niet voor Barak zijn, maar een vrouw zal de eer krijgen. Het is moeilijk om de daad van Jaël te beoordelen. Zij heeft een list gebruikt om Sisera in haar tent te lokken en om hem gerust te stellen, zodat hij in slaap durft te vallen. Toch blijkt duidelijk uit het verhaal, en ook uit de lofzang van Debora in Richteren 5, dat Jaël hier een daad gedaan heeft, die ingegeven is door de Geest Gods.
Blz. 6
Debora grijpt niet naar de macht. Zij krijgt een opdracht van de Heere, die zij niet zomaar zelf gaat uitvoeren. Ze roept Barak op om de strijd te gaan voeren. Pas als hij er op aandringt gaat ze mee in de strijd. Het doel van het werk van Debora op dat moment was de overwinning op de vijand en de verlossing van het volk Israël. Toch was het uiteindelijke doel nog groter: met het volk Israël terug naar de dienst van de Heere, de God van Israël. Dit werk kon zij zo goed doen omdat zij het niet deed in eigen kracht. Zij was een vrouw, die in afhankelijkheid van de Heere leefde en handelde. Lees de geschiedenis maar na: elke keer als zij een opdracht geeft, noemt ze de naam van de Heere.
Blz. 7
Achtereenvolgens de volgende personen:
1. Abraham,
2. Jona,
3. Judas,
4. Samuel,
5. Jakob,
6. Mozes,
7. Daniël,
8. Lot.
Van deze personen kozen de nummers 2, 3, 5 en 8 eigen wegen. De nummers 1, 4, 6 en 7 volgden Hem.
Bij de beantwoording van deze vragen moet onderkend worden dat sommige van de personen, die eigen wegen kozen later wel de Heere gingen navolgen.
Blz. 10
Het plaatje op bladzij 10 is een goede afspiegeling van hetgeen de regering wil met de emancipatiegedachte: de hamer en de afwasborstel geplaatst tussen man en vrouw geeft aan dat rolpatronen doorbroken kunnen/moeten worden, de hamer bij de vrouw geeft aan dat haar achterstand in de maatschappij ingehaald kan/moet worden, de afwasborstel bij de man geeft aan dat zijn achterstand in de huishouding en in het gezin achterhaald kan/moet worden, terwijl beide symbolen bij man en vrouw geplaatst aangeven dat eigenschappen van vrouwen voor mannnen gelden en andersom.
Blz. 11
Woordenboek:
* gelijkwaardig: gelijk in waarde
* gelijk: even(als)
Dat geeft duidelijk aan dat er verschil is tussen de woorden. Man en vrouw zijn niet gelijk aan elkaar. Ieder heeft zijn persoonlijke eigenschappen, en mogelijkheden en beperkingen. Man en vrouw zijn wel gelijkwaardig aan elkaar. Voor beide geldt dat ze in zonden ontvangen en geboren zijn. Voor beide geldt ook dat ze zich moeten bekeren tot God.
In Spreuken 31:
1e: vers 11;
2e: vers 14, 16, 18, 24;
3e: vers 20;
4e: vers 21;
5e: vers 22;
6e: vers 26;
7e: vers 28 en 29.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1990
Mivo +12 | 24 Pagina's
