JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Het Licht der wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Licht der wereld

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op'
'Het volk dat in de duisternis wandelt, zal een groot Licht zien.'

Dat heeft de profeet Jesaja gezegd. Maar over welk volk spreekt de profeet? En wat is dan dat Licht?
De profeet zegt dat over het volk van Israël. Maar waren die dan in het donker? Werd het daar dan nooit licht? Jawel, de profeet bedoelt iets heel anders.
Weet je wanneer de duisternis begonnen is? Toen Adam en Eva in het Paradijs niet naar God luisterden, werden ze weggestuurd uit het Paradijs. Ze mochten nooit meer terugkomen. Adam en Eva en alle mensen hebben straf verdiend. Ze zullen moeten sterven voor hun kwaad, ze zullen de dood moeten sterven. En dat betekent dat ze nooit in de hemel, bij God mogen komen. Wat werd het toen donker. Donker in de harten van mensen. Maar toen over Adam en Eva de straf werd uitgesproken, beloofde de Heere ook iets. Eens zou er Iemand komen Die wel alles zou doen wat God vroeg. Dat is Gods eigen Zoon, Die op aarde zou komen en een mens zou worden. Hij zou de straf krijgen in plaats van mensen, in plaats van Zijn kinderen. Nu kunnen er toch weer mensen van God een nieuw hart krijgen. Die mensen mogen geloven dat de Heere eens zal komen om voor hen te sterven. Weet je wie dat geloofden? Abram, Jakob en Mozes.
Later vertellen heel veel profeten over het Licht dat komen zou aan de mensen. Maar het is zo verdrietig dat er zo weinig luisteren. De Joden moeten daarom zelfs weg uit hun land. Het tweestammenrijk moet naar Babel en het tienstammenrijk naar Assyrië. Maar ook in Babel zijn er mensen die spreken over de komst van Gods Zoon. Denk maar eens aan Daniël! Hij vertelt het zelfs aan koning Nebukadnezar. Hij droomt van een beeld dat verpletterd wordt door een rollende steen. En Daniël legt het uit. Die steen? Dat is de Mesias, de Heere Jezus. Eindelijk mogen de Joden terug naar hun eigen land, Kanaän. Ze mogen de tempel opnieuw bouwen en ook Jeruzalem wordt herbouwd. Maar nog komt de lang beloofde Zoon van God niet. Er zijn wel nog steeds profeten die erover vertellen, maar nog luistert er bijna niemand. Dan zorgt God ook niet meer voor profeten.
Stel je voor dat er bij ons, in ons land, helemaal geen dominees meer zijn die ons van God vertellen en die ons waarschuwen. Wal zou dat erg zijn. In Israël is het net zo erg. En dan wordt het helemaal donker voor Israël. De Romeinen komen en veroveren het land. Zij zijn de baas en de Joden worden knechten in hun eigen land. De farizeeërs maken zoveel wetten dat de mensen niet meer weten wat ze wel en wat ze niet meer mogen doen. Maar hebben deze farizeeërs wel liefde voor het volk? Wijzen ze naar God, en Zijn beloofde Zoon? Welnee, deze leraars zijn heel streng en houden alleen maar van zichzelf. Niemand spreekt meer over de Verlosser van de zonde. Denk je dat het dan niet donker is? Er zijn nog wel mensen die het God vragen, maar dat doen ze heel stil en bijna zonder hoop. Zal God hen wel horen? Het lijkt wel alsof God hen vergeten is. Alles is somber en niets lijkt meer blij. De Zoon van God zal nooit komen, denken ze verdrietig.
Weet je wie er zo denken? Arme, eenvoudige herders. Ze spreken er vaak over met elkaar, maar niemand weet een oplossing. Op een nacht zijn ze weer bij elkaar op het veld. Ze moeten voor de schapen zorgen, over hen waken. Rustig zitten ze bij elkaar. Sommigen spreken met elkaar, anderen luisteren, maar allen zijn somber. Donker is het buiten, maar ook in hun hart. En daar in die donkere nacht, buiten op het veld, schijnt ineens hemels licht. De herders schrikken zo erg dat ze voorover vallen en hun gezicht bedekken. Ze kunnen niet in het licht kijken, ze zijn er ook te bang voor. Wat is dat? Waar komt dat licht vandaan? Dan klinkt er een stem. Ze kijken op en worden nog banger. Een engel, een hemelbode! Maar de engel spreekt vriendelijk, hoor maar: 'Wees niet bang, want ik breng jullie een blijde boodschap. Een boodschap voor alle volken. Nu is de Zaligmaker geboren, Christus de Heere, in de stad van David. En dit is een teken: jullie zullen Hem vinden in doeken gewonden en Hij ligt in kribbe.' Met angst hebben de herders eerst geluisterd, maar dat verandert snel. Hun harten worden licht en blij als ze verder luisteren. De Zaligmaker? Wat heerlijk, eindelijk is Hij gekomen. Maar nog terwijl ze elkaar met grote blijdschap aankijken, gaat hun blik omhoog. En wat ze daar zien is een nieuw wonder. De hemel gaat open en ze zien duizenden engelen die het mooiste lied tot Gods eer zingen. 'Ere zij God in de hoogste hemelen', maar ook 'vrede op aarde in de mensen een welbehagen.' Kun je je dat voorstellen? Duizenden engelen die zingen in een hemels licht? De herders zagen en hoorden het.
Even plotseling als de engelen er waren, zijn ze ook weer weg. De hemel is weer gesloten, het licht is weg, het is weer donker. Maar wat een verschil met eerst. Het hemelse licht is nog wel in de harten van de herders en het straalt uit hun ogen als ze elkaar aankijken. De stad Davids, zeggen ze tegen elkaar, dat is Bethlehem. Kom, laten we gaan en zien dat wat God ons heeft verteld. En ze lopen niet langzaam, ze aarzelen niet, nee, ze gaan met haast.
Kijk, daar is Bethlehem. Nu naar een plaats waar een kribbe staat, een voederbak voor dieren. Die weten ze wel. En niet lang daarna komen ze bij de tkribbe. En er ligt een kind in de kribbe. Voor de herders is dat Het Kind, de Heere Jezus, Die al zo lang beloofd is. Dal Kind zal voor hen sterven. Ze kunnen niet spreken, als ze Hem zien. Ze kunnen alleen knielen voor de kribbe en dat Kind aanbidden dat voor hen een plaats in de hemel zal bereiden. God heeft Zijn belofte gehouden. 'Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.' En dat Licht hebben de herders gezien. Ze hebben er ook over gesproken in Bethlehem. Maar de mensen willen niet eens naar hen luisteren. Die domme herders, denken ze, die hebben altijd van die verhalen. De Zoon van God in een kribbe? Ze geloven er niets van en nemen niet de moeite om te gaan kijken. Maar de herders zijn zo gelukkig. Het donker is weg. Het Licht der wereld is gekomen.
En nu kan het ook in jouw hart nog licht worden. Wanneer? Als je tegen de Heere zegt dat het donker in je hart is omdat je iedere dag tegen Hem zondigt. Vraag of Hij die zonden vergeven wil. Dat kan! Want de Heere Jezus werd geboren en is gestorven voor de zonden en daardoor kunnen ook jouw zonden vergeven worden. Als de Heere jouw zonden vergeeft, wordt het ook in jouw donkere hart weer licht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Mivo +12 | 20 Pagina's

Het Licht der wereld

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1990

Mivo +12 | 20 Pagina's