Breng vruchten van bekering voort
Dan gaat Johannes zijn eigenlijke werk beginnen. Wat zal zijn verschijning bij de Jordaan een opzien gebaard hebben! Wat is dat voor iemand, in een kemelsharenmantel zoals vroeger de profeten? Als ze dan dichterbij komen, spreekt hij de mensen direct aan: Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen'. Wat? Hebben zij als Joden nog nodig dat ze bekeerd worden. Ze zijn toch het zaad van Abraham? Kinderen der belofte! Zij zijn toch besneden? De farizeeërs horen ook van Johannes. Speciaal voor hem komen ze uit Jeruzalem om eens te horen wat deze man nu eigenlijk te zeggen heeft. Als ze er aankomen, wijken de mensen vol eerbied uiteen. Voor de overste van het volk heeft men ontzag. Vol verbazing luisteren ze dan naar wat Johannes zegt. 'Gij adderengebroedsels! Wie heeft u aangewezen te ontvlieden de toekomende toorn?' Horen ze het goed? Hij gebruikt geen mooie woorden om het ze eens vriendelijk te zeggen. Hij vergelijkt ze met eieren van slangen die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen... Scherp en bestraffend wijst hij hun zonden aan. Johannes gaat dan ook verder: 'Brengt dan vruchten voort der bekering waardig'. Ze moeten andere, betere vruchten voortbrengen. Vruchten die voortkomen uit de bekering. Zij zeggen wel te geloven, God te dienen, naar Johannes de Doper vraagt als het ware: 'Laat daar nu in je leven eens iets van zien.
De doop van Johannes
De Joden vonden het maar vreemd dat Johannes Joden doopte. Als er in Israël mensen gedoopt werden dan waren dat heidenen die zich tot het Joodse geloof aangetrokken voelden. Ze moesten dan eerst gedoopt worden. Deze doop heette 'proselietendoop'.
De doop van Johannes was echter geen proselietendoop. Van zijn doop moest hij getuigen: 'Ik doop wel met water, maar Die na mij komt zal u met de Heilige Geest dopen'. Zijn doop was een afbeelding van wat er nu eigenlijk gebeuren moest: zoals het water het vuil afwast, zo moesten de zonden afgewassen worden. De doop waarmee wij gedoopt zijn, is weer anders. Het is niet alleen een laten zien dat de zonden afgewassen moeten worden. Wij zijn gedoopt in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Bij ons is de doop een teken en zegel van Gods genade.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 1990
Mivo +12 | 24 Pagina's
