JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Augustinus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noord-Afrika

Het land

De streek waar Augustinus geboren is en zijn leven heeft doorgebracht - slechts vijf jaar heeft hij in Italië gewoond - ligt aan de noordkust van Afrika in de oostelijke helft van het tegenwoordige Algerije. De oorspronkelijke bevolking waren de Numidiërs, Mauriërs en Gaetuliërs. Samen vormden ze de Berbers die ook nu nog hun eigen berbertaal spreken.
In de negende eeuw voor Christus kwamen de Phoeniciers uit Tyrus die de Berbers onderwierpen. Zij stichtten de wereldberoemde stad Carthago. De Romeinen verdrongen de Phoeniciërs en maakten van het gebied een Romeinse provincie. Het latijn ging als taal overheersen. Augustinus heeft al zijn werken in deze taal geschreven.
Het land was bergachtig. Enkele wegen zorgden er voor dat je door het land kon reizen. Het paard en het muildier maakten het mogelijk de lange afstanden door het warme land af te leggen. Vooral het noorden was een vruchtbare landstreek: een belangrijke graanleverancier voor Italië. Het zuiden, dat arm was aan water, produceerde vooral olijven. Daar lagen grote bedrijven. Het kapitaal was in handen van weinigen. Veel grote landhuizen zijn reeds opgegraven.

De cultuur

Sinds het begin van de vierde eeuw was het christendom de overheersende godsdienst. Maar het heidendom is er eigenlijk nooit geheel uitgestorven. Augustinus heeft als jonge man de heidense feesten gezien en bijgewoond. Het land van Augustinus lijkt in een uithoek te liggen van het Romeinse Rijk, maar geestelijk was het in die tijd van decadentie een middelpunt van christelijke cultuur: de Bijbel is er voor het eerst in het Latijn vertaald, de kerk werd er bewaard voor de ergste dwalingen en de christelijke Latijnse literatuur had hier haar oorsprong. Tertullianus, Cyprianus en Augustinus kwamen er vandaan. Groot was de invloed van deze cultuur op de ontwikkeling van de Europese cultuur.

Politiek

In de tijd van Augustinus liep het oude Romeinse Rijk ten einde. Noordelijke volken drongen binnen, de Vandalen overmeesterden Noord-Afrika. Grote tegenstand werd hun niet geboden. De gezindheid van de christenen was in het algemeen nogal anti-militaristisch. De bevolking interesseerde het niet zoveel wie de baas was. De verschillende steden werden gemakkelijk ingenomen en het is een uitzondering dat Hippo-Regius, de stad van Augustinus veertien maanden belegerd moest worden, voordat het in handen van de vijand viel. Dit kwam onder andere door de zienswijze van Augustinus die in tegenstelling tot andere kerkvaders meende dat een christen in een oorlog mee mocht strijden. Tijdens het beleg stierf Augustinus.
In het midden van de zevende eeuw drongen de Arabieren op. In 698 viel Carthago in handen van de Mohammedanen. Het land dat eens het hart was van het christendom en zijn cultuur werd ten prooi van de Islam.

De donatisten

De donatisten waren van mening dat de heiligheid van de kerk afhing van de personen. Als bisschoppen die niet heilig waren, de Sacramenten bedienden, waren deze ook niet heilig, omdat niemand de reinheid kan meedelen, wanneer hijzelf onrein is. Augustinus stelde hier tegenover dat het ambt het sacrament geeft en dat de wettigheid van het sacrament afhangt van de wettigheid van het ambt. Het sacrament wordt niet ongeldig wanneer aan de dienaar gebreken kleven. De heiligheid van de kerk is bij de donatisten subjectief, bij Augustinus objectief.

Pelagius

Paulus zegt ons dat het geloof een genadegave is (vgl. Ef. 2: 8). Augustinus is de eerste kerkvader die werkelijk rekening houdt met de uitverkiezing Vóór hem was hier weinig rekening mee gehouden. Dit als reactie op de heidense noodlotsleer. Augustinus beleed dat het geloof een gave van God is. Hierin stond hij tegenover Pelagius die de vrije wil van de mens leerde. Pelagius stond bekend om zijn stipte levensheiliging. Hij spoorde ook anderen aan om te komen tot een leven in afzondering en onthouding. Hierbij deed hij een beroep op de wilskracht van mensen.

Enkele punten uit de leer van Pelagius.

* Hij neemt als uitgangspunt de vrije wil van de mens. Vanuit de schepping heeft de mens de vrije wil om te kiezen tussen het goede en het kwade. De zonde heeft deze vrije wil niet aangetast. De mens moet immers, aldus Pelagius, in staat zijn te kunnen doen wat God hem gebiedt.
* Verder leert Pelagius dat de zonde niet bestaat uit een zondige gezindheid, maar zich beperkt tot bepaalde zondige daden. Hiermee loochent hij de erfzonde. Ieder kind komt volgens Pelagius ter wereld in de staat van Adam voor de val: er wordt een keus gevraagd tussen goed en kwaad. Volgens Pelagius is de dood dan ook een natuurlijk gebeuren en geen straf op de zonde.
* Dat de zonde zo algemeen is onder het menselijk geslacht verklaart Pelagius uit de navolging van Adam, dus uit kracht van de gewoonte.
* Genade is in dit geheel een ingeschapen wet waaraan de mens door vrije keuze kan voldoen. Het voorbeeld van Christus strekt ook tot voorbeeld waardoor de mens uit vrije keuze tot het goede komt. Ook het geloof is in deze leer een keuze van de met een vrije wil begiftigde mens.
* Tenslotte stelt Pelagius dat God de mensen verkiest op grond van voorgeziene goede werken.

Augustinus stelde daartegenover een aantal zaken.

* De zonde is een radicale breuk, een volledig verderf van het goede. Door de zonde is de gerichtheid van de menselijke wil totaal bedorven. De mens doet niet alleen zondige daden, maar zijn gehele bestaan is zondig!
* Genade is vrucht van het werk van Christus en wordt geschonken door het werk van de Heilige Geest. Door deze onwederstandelijke genade wordt de wil in beginsel vernieuwd, zodat ze zich in beginsel verenigt met Gods wil.
* Het geloof berust niet op de keus vanuit de vrije wil, maar is een gave Gods. "God rechtvaardigt de goddelozen niet alleen door de boze daden die hij doet te vergeven, maar ook door hem de liefde te geven waardoor hij afwijkt van het kwade en het goede doet door de Heilige Geest".
* De verkiezing berust in het welbehagen van Gods wil en niet op voorziene goede werken. God verkiest vrijmachtig en onverdiend uit de verloren massa der mensen. Augustinus schrijft ergens: "We kunnen tot de verheven zaak der verkiezing pas geraken vanuit de verwondering over het verlenen van de ganade aan de gans onwaardige".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

Mivo +12 | 20 Pagina's

Augustinus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

Mivo +12 | 20 Pagina's