Wat doe jij?
Samuël leefde in een wereld vol zonde. Denk alleen maar aan de twee zonen van Eli: Hofni en Pinehas, die ook dagelijks in de tabernakel waren. In onze tijd zie je dat we ook in een zondige wereld leven. In de krant lees je elke dag van zedeloosheid, moord, diefstal en dergelijke. Maar de zonde is ook heel dicht bij je In de buurt, op school. Jij hebt misschien wel vrienden of vriendinnen die in een heleboel dingen geen kwaad zien, terwijl jij weet dat het niet goed is. Blijf je dan ook net als Samuël staande, of geef je maar liever toe? Durf jij voor jouw mening uit te komen?
Bedenk eens een paar situaties waarin jij tot zonde verleid kunt worden.
1...............................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................
2...............................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
3...............................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
Nog twee vragen om samen over te praten:
1. Hoe kun je voor de zonde bewaard worden?
2. Wal wordt in dit verband bedoeld met farizeïsme?
Stellingen
Ben je het met de volgende stellingen eens of oneens?
1. Samuel had het gemakkelijker dan de jongeren nu.
Ja/nee, want...............................................................................................................................................................................................
2. Jongeren zoals Samuel zijn er nu niet meer.
Ja/nee, want...............................................................................................................................................................................................
3. Ook nu kunnen jongeren veel doen voor de dienst van God.
Ja/nee, want...............................................................................................................................................................................................
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989
Mivo +12 | 20 Pagina's
