JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Samuël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuël

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ramathaïm-Zofim

Elders in de Bijbel wordt deze plaats gewoon Rama genoemd. Zij behoort tot het erfdeel van Benjamin en ligt twee uur ten noorden van Jeruzalem. Tegenwoordig heet deze plaats Er Ram.

De afkomst van Elkana

Zoals uit 1 Kron. 6: 22-27 en 33-38 blijkt, komt Elkana uit de stam Levi en uit het geslacht van diens zoon Kehat. De Levieten hebben geen afzonderlijk stamgebied, maar wonen bij de andere stammen. Het voorgeslacht van Elkana wordt in 1 Sam. 1: 1 vermeld tot aan Zuf, naar wie ook een landstreek vernoemd schijnt te zijn (1 Sam. 9: 5). "Zuf" moet in de onmiddellijke nabijheid van Bethlehem gelegen hebben. De streek van Bethlehem wordt ook vaak Efratha genoemd (Gen. 35: 16 en Micha 5: 1). Nu is wellicht duidelijk, waarom Elkana een Efrathiet genoemd wordt. Waarschijnlijk is Elkana's voorgeslacht van Zuf naar Rama verhuisd.

De tabernakel

Dit is het heiligdom, dat Mozes op bevel van de Heere heeft gemaakt. In de tabernakel ontmoeten God en Zijn volk elkaar. Ze is te verdelen in het heilige en het heilige der heiligen. In het heilige der heiligen staat de ark des verbonds, waarop een massief gouden plaat ligt: dat is het verzoendeksel. Daarop staan de twee gouden cherubs (engelen) met uitgespreide vleugels, het gezicht naar elkaar en tegelijk ook naar het verzoendeksel gericht. In de ark worden de twee stenen tafelen van de wel, een kruik met manna en de staf van Aiiron bewaard. In het heilige staan: de gouden kandelaar, de tafel der toonbroden en het gouden reukofferaltaar. De tabernakel staat in de voorhof. Dit is een door zware gordijnen afgesloten ruimte. De voorkant van de tabernakel staat in het midden van de voorhof. Op het plein, tussen de voorkant en de voorhof staan het brandofferaltaar en het koperen wasvat. Sinds Israël in het heilige land is, is de tabernakel opgericht in Silo, en later uitgebouwd tot een "huis" of een "tempel".

Eli

Het werk van de priester bestaat uit:
1. de offerdienst, het reinigen van het altaar, het in orde brengen en ontsteken van de lampen in het heilige;
2. de zegening na het dagelijkse offer (Ex. 29: 36); 
3. het leiden van de gebedsdienst (Lev. 10:21).

Eli is geen krachtige persoonlijkheid. Zijn zonen Hofni en Pinehas laat hij hun gang gaan. Hij vermaant hen wel, maar straft hen niet, zodat het kwaad hoe langer hoe erger wordt. Hij is te goed voor zijn zonen en staat daardoor schuldig voor God. Wel is hij een gelovig man, die zich buigt onder de straffende hand van God.

Meerdere vrouwen

Meer dan een vrouw hebben, was in de oudtestamentische tijd niet uitdrukkelijk verboden. Ook aartsvaders (Abraham, Jakob) en koningen (David, Salomo) hadden meerdere vrouwen. Toch wordt telkens duidelijk dat dit tegen de wil van God is. Het is tegen de scheppingsorde van God. Ook gezien het feit, dat dit altijd spanningen gaf in de gezinnen. Denk maar aan Sara en Hagar of Rachel en Lea en ook hier bij Hanna en Peninna zien we dit.

Het leed van Hanna

Hanna's verdriet is maar niet een kwestie van een begrijpelijke begeerte naar een kind, maar haar leed wordt ten diepste veroorzaakt omdat zij geen kinderen mag voortbrengen voor de Heere en Zijn verbond. De gelovige Israëlitische vrouw verlangde dat onder het volk ook haar nageslacht zou leven om de Messias te verwachten en Hem in die heerlijke toekomst te dienen.

De troost van Elkana

Elkana probeert Hanna wel te troosten, maar zijn woorden bereiken niet de kern van haar leed. Hanna vlucht naar God. Uiteindelijk zal Hij alleen haar kunnen helpen.

Het gebed van Hanna

Hanna vreest God. Door haar geloof in de belofte van de Zaligmaker is zij rechtvaardig voor God. En nu gaat Hanna bidden. En een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel. Dat is bij Hanna bewezen. Hanna's gebed is een een gebed des geloofs, dat bleek duidelijk.

De vervulling van de belofte

Samuël is geboren en hij wordt door Hanna zelf gevoed. Niet een paar maanden, maar een paar jaar, omdat de oosterse vrouwen veel langer hun kinderen zelf voeden, dan de moeders in het westen. Als Samuël niet meer door Hanna gevoed wordt, staat zij hem af aan de Heere. Als dat gebeurd is, lezen we van een dienende Samuël: "En hij bad aldaar de Heere aan". We mogen daarin de zelfovergave zien van jonge Samuël aan zijn God.

De smaad voorbij

In Zijn voorzienig bestel gaf de Heere aan Hanna, na Samuël nog twee dochters en drie zonen (1 Sam. 2: 21).

De lampe Gods

Dit is de gouden kandelaar (Ex. 26: 35), die 's avonds met olie gevuld moet worden om 's nachts te blijven branden (Ex.27: 21, Ex. 30: 8). De roeping van Samuël vindt plaats eer de lampe uitgedaan is, dat wil zeggen: niet lang voor het aanbreken van de dag.

De verschijningsvorm

God verschijnt Samuël niet in een droom, maar in een gezicht (vergelijk 1 Sam. 3: 10 met Ex. 34: 5). De nadruk moet niet vallen op wat hij ziet, maar op wat hij hoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989

Mivo +12 | 20 Pagina's

Samuël

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1989

Mivo +12 | 20 Pagina's