C Achtergrondinformatie

1. Zie 1 Tim. 6:9,10 en 6 De kanttekeningen van de Statenvertaling verklaren "geldgierigheid" als "liefde des gelds". Wij zouden zeggen een groot verlangen naar materiële welvaart. De Bijbel waarschuwt voor hebzucht, want er komt allerlei kwaad uit voort. Vergelijk hiermee vers 6 en de kanttekeningen waarin o.a. staat: "wie Christus heeft, heeft alles".

2. Hoe oud Gehazi was weten we niet.In het hebreeuws wordt een v/oord gebruikt dat betekent: een jonge man, die nog niet getrouwd is. Wellicht was hij tussen 16 en 20 jaar. In ieder geval iemand, die (menselijk gesproken) het leven nog vóór zich had.

3. De leugen van Gehazi was slim verzonnen. Op het gebergte van Efraïm lagen Bethlehem (2 Kon. 2:3) en Gilgal (2 Kon. 4:38) waar profetenscholen waren. Naaman hoefde niet achterdochtig te worden, want bij navraag kon hij gemakkelijk te weten komen dat er grote groepen profetenzonen waren, dat Elisa veel met hen omging en dat armoede onder hen een heel gewoon verschijnsel was.

4. Een talent zilver weegt ongeveer 44 kg. Waarschijnlijk heeft Naaman dat zilver in staven bij zich gehad, waarvan hij er meerdere tot één talent samenpakt, voor een vracht van 2 talenten, bijna 90 kg. kan Gehazi wel twee knechten van Naaman gebruiken .

Wisselklederen: feestgewaden. Twee talenten zilver is een flink bedrag. Hiervoor heeft koning Omri heel de berg van Samaria gekocht (1 Kon. 16:24). Gehazi kan zich voor zo'n bedrag dus wel akkers, veen en slaven aanschaffen.

5. Als Gehazi op "de hoogte" komt (vers 24) stuurt hij de knechten van Naaman terug. Met "de hoogte" wordt waarschijnlijk een heuvelrug bedoeld, waarover de stadsmuur van Samaria liep. Binnen deze muur, iets lager gelegen, stond dan het huis van Elisa. Gehazi brengt zijn schatten in een huis. In het hebreeuws staat hier het huis. Hier zal wellicht het huis van Elisa bedoeld zijn, waarin de (ongetrouwde) Gehazi een eigen kamer had.

6. "Ging mijn hart niet mede" (vers 26). Met het stellen van deze vraag laat Elisa duidelijk merken, dat hij weet wat er gebeurd is. Hij weet zelfs met welke bedoeling Gehazi het geld wilde bezitten, nl. om daarvoor akkers, vee en slaven te kopen. De Heere heeft hem alles geopenbaard.

Gehazi had veel van Gods almacht en alwetendheid gezien. Hij had juist meer dan anderen moeten weten dat ook zijn daad de profeet niet onbekend zal blijven. Hoe duidelijk blijkt dat de zonde -hier de hebzucht- een mens verblindt en beheerst.

7. Gehazi wordt straatarm.

- arm aan gezondheid, want melaatsheid is een ongeneeslijke ziekte;

- arm aan menselijke kontakten, want een melaatse wordt uit de gemeenschap verstoten;

- arm aan God, want hij maakt door zijn zonde de scheiding tussen God en hem des te groter. De Bijbel vermeldt ons niet of Gehazi ooit nog tot God bekeerd is.

8. Naaman heeft een totaal verkeerde indruk van de Heere en de manier waarop hij zal genezen worden. Hij denkt aan zijn eigen afgoden, die altijd goed betaald moeten worden voor hun hulp, en aan de bezweringen en toverspreuken van heidense priesters. Hoe Naaman het dienden van de Heere in praktijk brengt, daar zwijgt de Bijbel over. Elisa wil in geen geval geld aannemen om duidelijk te laten zien dat de Heere anders handelt. Hij helpt uit genade. Niemand kan en behoeft hem daarvoor iets te betalen.

Door Gehazi's handelen zouden Naaman en zijn knechten kunnen denken dat de Heere en Elisa toch lijken op een afgod en een heidense priester.

9. Melaatsheid is een huid- en vlekziekte, die zowel personen als huizen en kleding kan treffen, en dikwijls in Israël voorkwam. In Lev. 13 en 14 zijn allerlei voorschriften en reinigingswetten die verband houden met melaatsheid opgenomen. Melaatsheid is een algemeen begrip waaronder onschuldige, maar ook zeer ernstige huiduitslagen vallen. Bij voorwerpen, zoals kleding en muren, moeten we denken aan vochtvlekken, of schimmel en woekerplanten.

De joodse traditionele opvatting is, dat melaatsheid een straf van God is op een bepaalde zonde, en wel op die der boze tong (Mirjam, Num. 12:8,10, Gehazi). In de Bijbel vinden we echter geen grond voor deze opvatting. Wel wordt door melaatsheid de onreinheid van de dood, de straf op de zonde, afgebeeld. De vuilheid van de zonde wordt door deze ziekte ons voor ogen gesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen