JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

John Bunyan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Bunyan

30 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets

Lezen; Lukas 14 : 16-23

Zingen:
Psalm 25 : 4, 5, 6
Psalm 27 : 1 en 7
Psalm 32 : 1, 5 en 6
Psalm 73 : 1, 11 en 12
Psalm 119 : 5, 7
Psalm 123 : 1, 2
Psalm 138 : 1, 3, 4
Psalm 143 : 1, 2, 9, 10

Kerntekst: En nog is er plaats. En de heer ze/de tot de dienstknecht Ga uit in de wegen en heggen: en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde (Lukas 14: 22, 23).


Over de weg door de heuvels in Engeland loopt een jongen. Op zijn rug draagt hij een kist met gereedschap. Hij loopt stevig door. Dat had zijn vader gezegd! "Zo John," zei vader Thomas Bunyan, "vandaag moet je een aardig eind uit de buurt van ons dorpje om wat potten te repareren. Loop door, want anders ben je niet voor de nacht terug. En je weet het, de mensen zullen je heus geen plekje geven om te overnachten, want dat is verboden. Ketellappers zijn blijkbaar mensen die je niet kunt vertrouwen." Met een vloek had vader Bunyan de schouders opgehaald. Hij is het gewend dat er op hem neergekeken wordt. Het repareren van potten en pannen is een veracht beroep. In elk geval kan hij z'n brood ermee verdienen. En daar gaat het tenslotte maar om. John is het helemaal met zijn vader eens.

En nu is John op pad. Het leven als ketellapper bevalt hem best, heel wat beter dan de schoolbanken. De weinige vrije tijd die hij heeft, weet hij best door te brengen met z'n vrienden. Vanzelf gaan z'n gedachten terug naar die vaartocht van vorige week. Dat was toch maar net op het nippertje. Hoe het kwam, weet hij nog steeds niet. Maar opeens had hij z'n evenwicht verloren en was in het water gevallen. Vreselijk was dat! Want zwemmen kon hij niet. Met veel gespartel was hij nog even boven gekomen. Hij had geschreeuwd van angst! Z'n vrienden hadden hem nog net op tijd gegrepen en in de boot kunnen trekken. Stil had hij in een hoekje gezeten om bij te komen. Bijna verdronken! En dan...? Of die andere keer, dat hij met zijn vrienden in het veld liep, vlakbij hun dorpje Elstow. Ineens hadden ze een giftige adder gezien die de weg overschoot. In zijn overmoed had hij met de stok die hij in zijn hand had, de adder een snelle slag toegediend. Versuft bleef het dier liggen.
Met de stok had hij de bek van de slang opengebroken en zijn giftige tong eruit gehaald. Zijn vrienden hadden het stoer gevonden, maar zijn vader had hem een standje gegeven, 't Had hem zijn leven kunnen kosten...
Vloekend schopt John een steen weg. Wat is hij toch een piekeraar. Daar moet hij nu eens mee ophouden. Al toen hij tien jaar was, werd hij 's nachts vaak wakker. Dan had hij naar gedroomd, over de oordeelsdag, als de Heere wederkomt. Het duurde altijd lang eer hij weer in slaap viel. Gelukkig was hij het 's morgens weer kwijt. En als hij dan met z'n vrienden naar school ging, had hij de meeste praatjes. Kom op, weg met die sombere gedachten! Hij kan beter van het leven genieten.
Voor de Heere is in het leven van John Bunyan geen plaats...
Nieuwsgierig luistert John naar de boodschapper die het nieuws komt brengen. Oliver Cromwell heeft een leger bij elkaar geroepen om te vechten tegen koning Karel I van Engeland. Hij kan nog steeds soldaten gebruiken. Hoe het zit met die strijd weet John niet precies; in elk geval vecht Cromwell voor vrijheid van godsdienst. Wat doet het er eigenlijk ook toe. Het zou een goede kans zijn om uit Elstow weg te kunnen.
Als hij soldaat wordt, hoeft hij tenminste niet meer elke dag thuis te komen. Dan wordt hij ook niet elke keer herinnerd aan zijn moeder en zus die nog maar zo kort geleden gestorven zijn. Daar heeft John, hoe onverschillig hij ook is, verdriet over. Hij nog maar zestien jaar, maar er zijn genoeg soldaten van die leeftijd. Snel maakt John Bunyan zijn besluit: hij wordt soldaat in het leger van Cromwell!
Op een dag staat John samen met een groep soldaten klaar om een stadje te gaan belegeren. Opeens hoort hij zijn naam roepen. "John, mag ik in jouw plaats gaan? Ik heb toch niets te doen." 'O best," zegt John, en hij kijkt z'n maat na als die met de soldaten afmarcheert. De volgende dag hoort John dat die makker bij het wachtlopen door een kogel in het hoofd is gedood. John schrikt, maar hij buigt niet voor God. Voor de Heere is bij hem nog steeds geen plaats.

Het is een paar jaar later. In een lege, kale kamer zitten John en zijn vrouw. Ze zijn pas geleden getrouwd. Ze zijn verschrikkelijk arm. Meubels staan er niet in hun huis. Maar John zal hard werken om over een poosje wat spullen te kunnen kopen! In zijn ruwe handen houdt hij een boek. Een beetje spottend kijkt hij z'n vrouw aan. "Ik ben het lezen toch niet helemaal verleerd.
Alleen, zo'n boek hoort niet bij mij: 'Het voetpad van de eenvoudige naar de hemel'. Maar goed, jij hebt twee boeken meegenomen toen we trouwden en om jou een plezier te doen, zal ik er af en toe in lezen. Ik wil ook best voor jou naar de kerk gaan hoor."
Zo begint John Bunyan regelmatiger naar de kerk te gaan. Maar zodra de kerk uit is, vertrekt hij 's middags naar het dorpsplein om een spel te gaan doen met z'n vrienden. Wat maakt het nou uit of je dat op zondag doet? John Bunyan vindt het prima om naar de kerk te gaan, maar hij wil wel graag z'n pleziertjes houden.
Op een zondag loopt hij snel naar het veld waar ze het pinkelspel zullen gaan doen. 'Tip-cat' noemen ze het in Engeland. Ze moeten met een plankje tegen een ovale houten bal, de 'cat' slaan. Eerst de bal naar boven wippen en hem dan met een enorme klap zo ver mogelijk wegslaan. Gelukkig is hij niet meer zo onrustig als vanmorgen! Die preek over het houden van de zondag was niet mis. Hij had duidelijk gehoord, dat de manier waarop hij de zondag doorbrengt, niet goed is. Maar na het eten was zijn onrust weer bijna over. Waar maakt hij zich ook druk over! Hij kan maar beter aan het spel denken. Wie weet wint hij nog!
Even later staat John klaar om het houtje zo ver mogelijk weg te slaan. Hij zwaait met z'n knuppel. Dan hoort hij een stem: "Wilt gij uw zonden loslaten en naar de hemel gaan, of uw zonden vasthouden en naar de hel gaan?" Verbijsterd laat John Bunyan zijn knuppel zakken en kijkt omhoog naar de hemel. Het is net of hij de Heere Jezus naar zich ziet kijken. Hij hoort niet dat zijn vrienden hem aanmoedigen om te slaan. Zonden loslaten en naar de hemel gaan? Hij naar de hemel? Zo'n vloeker, zo'n spotter? Nee, dat kan niet meer. Zoveel zonden zal Christus toch nooit vergeven. Het is al te laat. Hij zal toch naar de hel gaan. Daarom maakt het ook niets meer uit of hij om vee! of om weinig zonden verloren gaat. Hij kan maar beter zoveel mogelijk van de zonden genieten. Gejaagd raapt hij z'n knuppel op en geeft een keiharde klap tegen het houtje.

Vanaf die tijd vloekt en spot Bunyan meer dan ooit. Zelfs zo erg, dat een buurvrouw boos naar hem toeloopt als hij voor haar winkelraam staat te vloeken. "Wat ben jij toch een vreselijke kerel. Niemand in ons dorpje vloekt zo erg als jij. Straks gaan de kinderen in het dorp het ook nog doen. Dat is dan jouw schuld!" Boos slaat ze de deur achter zich dicht. Geschrokken staart Bunyan haar na. Zijn buurvrouw is ook niet zo'n beste en vindt zij nu dat hij te erg vloekt? Stil gaat Bunyan naar huis. Vanaf die tijd probeert hij te praten zonder vloeken. Ook probeert hij niet meer aan allerlei spelen mee te doen op zondag. Dat valt de mensen op. Ze praten erover met elkaar. "Heb je het al gemerkt? Die ketellapper vloekt niet meer. Hij schijnt zelfs uit de Bijbel te lezen! Had je dat ooit gedacht?" John Bunyan is er best tevreden mee. Hij vindt het wel fijn dat de mensen zo over hem praten. De Heere zal hem nu ook wel een goede man vinden. Is er in Bunyans hart nu plaats gekomen voor de Heere?

Op een dag moet John Bunyan in het dorpje Bedford zijn om wat potten te maken. Terwijl hij aan het werk is, hoort hij een groepje vrouwen praten. Ze hebben het over de liefde van de Heere Jezus. Over de troost die ze kregen bij het lezen van de Bijbel. Nieuwsgierig luistert Bunyan. Troost bij het lezen van de Bijbel? Nee, dat kent hij niet. Wat zou dat eigenlijk zijn? De liefde van Christus? Hij heeft geen Idee wat dat is.
Vol vragen gaat Bunyan naar huis. Hij voelt dat die vrouwen iets hebben wat hij niet heeft. Hij dacht dat hij al een goede, godsdienstige man was, nu hij niet meer vloekt en zich netjes gedraagt. Maar dit? Nee, hier weet hij niets van. Als John Bunyan thuis is, gaat hij weer in de Bijbel lezen, maar nu anders. Hij gaat op zoek. Op zoek naar Christus, want met heel zijn nette leven is hij toch nog zonder God. Dat voelt hij maar al te goed.
Langzaam maar zeker komt er een vreselijke gedachte in Bunyan op. Hij kan nu wel de Heere Jezus zoeken, maar zou Jezus hem nog wel willen hebben? Hij heeft zo verschrikkelijk veel gevloekt en gespot. Hij heeft zo vaak de zondag ontheiligd. Hij heeft zelfs bij het pinkelspel besloten om nog zoveel mogelijk zonden te doen... Zou zijn genadetijd niet voorbij zijn?
John Bunyan weet geen raad meer. Maar de Heere wel. De Heere laat iemand die Hem zoekt nooit tevergeefs bidden. Terwijl Bunyan in zijn Bijbel zoekt, ziet hij de tekst: En nog is er plaats... Dwingt ze in te komen opdat Mijn huis vol worde (Lukas 14: 22, 23). Vooral dat eerste: 'en nog is er plaats' geeft hem moed. Er is nog plaats bij de Heere, zelfs voor hem. Het is nog niet te laat! Als Bunyan weer eens in Bedford potten moet maken, ziet hij dezelfde vrouwen terug. Hij begint met hen te praten over zijn zoeken naar God. "Weet je wat je moet doen?" zeggen ze, "je moet eens meegaan naar de samenkomsten bij dominee Gifford." "Ja maar," zegt Bunyan, "die dominee preekt nooit in de staatskerk." "Dat klopt," zeggen de vrouwen, "maar die predikant begrijpt waar jij het moeilijk mee hebt. Hij kan je veel leren uit de Bijbel."
Vanaf die tijd gaat Bunyan regelmatig naar de kerk bij dominee Gifford. Ook praat hij veel met hem over zijn ongeloof, over zijn strijd. En de Heere zegent het!
Op een zondag preekt dominee Gifford over Hooglied 4 : 1 Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin; zie gij zijn schoon. Diep onder de indruk loopt Bunyan na de preek naar huis. Steeds klinkt deze tekst na zijn hart. De Heere geeft Bunyan zoveel liefde en zoveel geloof, dat hij wel kan zingen van blijdschap. Hij, de zóndaar, de vloéker, de spótter, mag Gods kind zijn! De Heere Jezus wilde ook voor zijn zonden sterven aan het kruis. En daarom is er nog plaats bij de Heere, ook voor hem. Nu weet Bunyan waar de vrouwen uit Bedford het over hadden toen ze met elkaar aan het praten waren. Nu mag hij zelfde liefde van de Heere in zijn hart voelen. Ook voor Bunyan geldt: Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen (Johannes 6 : 37). Dat komt omdat er bij de Heere plaats is voor zondaren, ook voor John Bunyan.

Bunyan wordt nu lid van de gemeente van dominee Gifford. Na een paar jaar vraagt de kerkenraad of hij niet eens kan preken in de samenkomst. Aarzelend zegt hij dat het goed is. En de Heere zegent hem. Niet alleen in Bedford preekt hij, maar ook in andere plaatsen. Zo wordt Bunyan predikant. Nu mag hij de mensen dwingen om in te komen. Om de Heere te zoeken. Overal komen de mensen vandaan om In schuren of andere gebouwen naar Bunyan te luisteren. Veel mensen worden door middel van zijn preken bekeerd.

Dan komt er een moeilijke tijd voor Bunyan en veel andere christenen. De koning wil dat iedereen naar de staatskerk gaat. Ook mag je alleen nog preken als je ervoor geleerd hebt op de universiteit. Wat moet Bunyan nu doen? Hij wil niet naar de staatskerk, want die is half rooms. Hij wil ook niet stoppen met preken, want hij weet dat de Heere hem geroepen heeft. Daarom gaat hij door. Alleen moet hij zijn werk nu veel voorzichtiger doen. Af en toe verkleedt hij zich als koopman en gaat hij met paard en wagen naar de plaats waar hij moet preken.

Alles gaat goed tot dinsdag 12 november 1660. Bunyan heeft net de tekst voorgelezen waarover hij zal preken. Dan wordt de staldeur opengerukt en de knechten van de rechter dringen naar binnen. John Bunyan wordt gevangen genomen. Wat later staat hij voor de rechter. "U preekt in een samenkomst en u gaat niet naar onze staatskerk. U doet dingen die niet mogen en daarom heb ik u laten arresteren. U moet voortaan naar de staatskerk waar iedereen lid van is en u mag niet meer preken." Afwachtend kijkt de rechter naar Bunyan. Wat denkt die ketellapper wel! Hij zal hem die ongehoorzaamheid afleren! Even kijkt Bunyan de rechter aan. Dan zegt hij kort: "Als ik vandaag vrij zou komen, zou ik met Gods hulp morgen weer preken." Woedend kijkt de rechter hem aan. "Dan bent u vanaf nu een gevangene!"

In de vochtige, volle cel zit Bunyan. Met snelle bewegingen zet hij ijzeren stiftjes aan de uiteinden van veters. Straks zal zijn dochter weer een vol kistje op komen halen om ze te kunnen verkopen. Zo kan hij toch nog een beetje geld verdienen voor zijn arme gezin. Misschien heeft ze wel wat eten bij zich. Bunyan heeft honger en voelt zich moe. Al zoveel jaren zit hij hier gevangen. Hoe vaak heeft zijn vrouw niet geprobeerd om hem vrij te krijgen? Ook z'n vrienden hebben hun uiterste best gedaan, maar het heeft allemaal niets geholpen. In het begin mocht hij van de gevangenbewaarder weleens stiekem even naar huis. Hij heeft zelfs af en toe ergens gepreekt, maar de laatste tijd kan dat niet meer. Hij mag de cel niet meer uit. Bunyan zucht. Wat is het soms moeilijk om goed te vinden wat de Heere doet. Bunyan voelt de moedeloosheid in zich opkomen. Daar helpt maar één ding tegen: uit de Bijbel lezen en bidden. Dat geeft hem steeds opnieuw moed.
Hij pakt z'n Bijbel en begint te lezen. Gelukkig weet de Heere precies wat hij nodig heeft. Ook dit keer troost Hij Zijn verdrietige kind. In de wereld zult gij verdrukking hebben, leest Bunyan, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Goede moed, want de Héére heeft de wereld overwonnen. Ja, zo kan Bunyan het volhouden. Zo is er vrede in zijn hart. De Heere kan hem zelfs hier in de gevangenis gebruiken. Al kan hij dan niet preken, hij kan wel schrijven. Hij pakt z'n pen en doopt hem in de inkt. Het moet een boek worden en hij zal het 'De Christenreis' noemen. Zo gebruikt de Heere Bunyan nog, zelfs als hij gevangen zit.
Na twaalf lange jaren komt Bunyan vrij. Groot is de blijdschap in zijn gezin en in de gemeenten. Om voor zijn gezin te zorgen, maakt hij overdag potten en ketels. Maar de tijd die hij over heeft, gebruikt hij om te preken! Bunyan weet dat dat zijn taak is. "Dwingt ze om in te komen."

Hij preekt... totdat de Heere zegt: "Het is genoeg." Ver bij zijn gezin vandaan ligt John Bunyan ziek op bed. Verdrietig staan zijn vrienden bij hem. Bunyan weet dat hij zal gaan sterven. Hij kijkt zijn vrienden aan. "Wees niet bedroefd over mij," zegt hij. "Ik ga naar de Heere Jezus, Die voor mijn zonden gestorven is. Ik hoop dat wij elkaar daar weer terug zullen zien om het nieuwe lied te zingen. Om eeuwig gelukkig te zijn. Amen." Zo sterft Bunyan. Bunyan, die een vloeker was, maar een kind en knecht van God mocht worden. Voor deze zondaar was er plaats bij God, omdat de Heere Jezus plaats wilde maken. Door Zijn lijden en sterven.

Je hebt het levensverhaal gehoord van John Bunyan. Misschien heb je af en toe gedacht: zo is het ook bij mij. Misschien ben je ook onverschillig, net als John Bunyan vroeger. Misschien ben je een nette jongen of meisje, zoals Bunyan later was. Misschien denk je: "Zou de Heere nog iets met mij te maken willen hebben?"
Misschien denk je: "Hoe kan ik de Heere Jezus leren kennen?" Of... misschien heb je ook wel eens in de kerk gezeten, toen je merkte dat de Heere tot je sprak, net als Bunyan.
Hoe het bij jou ook is, jij mag nu ook dezelfde boodschap horen als Bunyan: En nog is er plaats... Dwingt ze om in te komen, opdat Mijn huis vol worde! Er was plaats voor John Bunyan, er is ook nog plaats voor jou!

Aantekeningen bij de tekst 

Bij deze vertelling zijn verschillende verwerkingen mogelijk:

ZINGEN
Na de vertelling kunt u het lied 'Eens was ik een vreemd'ling' samen zingen. U vindt het lied achter in dit leidingblad.

WERKBLAD MIVO -12
U kunt met de kinderen de vragen en opdrachten in het verwerkingsblad behandelen dat bij deze schets hoort, of een deel ervan.

PRESENTATIE DE CHRISTENREIS
Bij deze schets is een presentatie gemaakt over de Christenreis. Hij is geschikt voor kinderen tot twaalf jaar. De duur van de presentatie is ongeveer twintig minuten. De presentatie is verkrijgbaar bij de Jeugdbond.

Achtergrondinformatie

STAATKUNDIGE GEGEVENS UIT DE TUD VAN BUNYAN
Tijdens de regering van Hendrik VIII (1509-1547) over Engeland kwam er verschil van mening tussen de koning en de paus. De paus wilde namelijk de koning geen toestemming geven om van zijn vrouw te scheiden en te trouwen met een hofdame (Anna Boleyn). Daarom brak de koning met de paus en liet zichzelf tot hoofd van de Engelse (Anglicaanse) kerk aanstellen. De kerken werden van pracht en praal beroofd, beelden, relikwieën en aflaathandel werd verboden. Protestanten en roomsen werden vervolgd. Dit veranderde onder zijn opvolger Eduard IV (1547-1553). Deze koning bevorderde het protestantisme.
De doorvoering van de hervormingen werd echter gestuit door koningin Mary Tudor (1554-1558). Zij was getrouwd met Philips II. Veel protestanten werden vermoord.
Van 1558-1603 regeerde de protestantse Elisabeth. Zij herstelde de Anglicaanse kerk in ere. Daardoor werd ze gehaat door de roomsen. Bovendien wilden de puriteinen (nauwgezette protestanten) zich niet bij haar voegen. Deze laatste groep had onder andere bezwaar tegen het officiële dienstboek 'Book of Common Prayer' waarin de eredienst nauwkeurig beschreven werd.

Tijdens Elisabeths opvolgers, Jacobus I (1603-1625) en Karel I (1625-1649), nam de strijd tussen puriteinen en de Anglicaanse kerk in hevigheid toe. Jacobus I vervaardigde zelfs het 'Book of Sports' waarin de spelen en vermakelijkheden, die volgens hem op zondag beoefend mochten worden, opgesomd werden. Dit was gericht tegen de strenge zondagsviering van de puriteinen. Op deze manier ontstond binnen het Engelse volk een tegenstelling tussen de koning, met de door hem gesteunde Anglicaanse kerk, en de puriteinen met het parlement als vertegenwoordiger. Toen het parlement in 1629 een wijziging die Karel I in de kerkorde wilde hebben, weigerde goed te keuren, werd het ontbonden. Er ontstond een burgeroorlog onder leiding van Cromwell. Deze versloeg Karel I en liet hem terechtstellen. Zo werd Engeland een republiek (1644-1660). Deze tijd was een tijd van rust voor de puriteinen.
In 1660 kwam daar een einde aan toen Karel II koning werd. Hij maakte het de puriteinen steeds moeilijker.

Kerkelijke gegevens

ANGLICANEN
Deze kerk toont veel overeenkomst met de rooms-katholieke kerk (aanwezigheid van altaren, beelden, kruisen, priestergewaden). Ook in de liturgie is dit merkbaar. De leer heeft een calvinistischer stempel: geen transsubstantiatieleer, de grond van zaligheid is alleen de verdienste van Christus en goede werken zijn niet verdienstelijk.

PURITEINEN
Deze stroming wilde de kerk zuiveren van alle roomse dwaling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan tegenstand tegen het 'Book of Commo n Prayer' (het dienstboek voor de eredienst in de kerk), verzet tegen de uitgebreide liturgie die hierin werd voorgeschreven en de weerstand tegen het bisschoppelijk stelsel. Men stond een reine, echt evangelische levenswandel voor. Ook hield men zich aan een strenge zondagsheiliging en meed men alle weelde. Tot de puriteinen behoorden zowel calvinisten als baptisten.

BAPTISTEN
Bunyan behoorde bij de baptisten. Zelf rept hij in zijn levensbeschrijving 'Overvloeiende genade voor de grootste der zondaren' niet over zijn herdoop. In veel boeken wordt daar echter wel van uitgegaan.
Bunyan sloot zich aan bij een Free Church. Deze 'Vrije Gemeente' stond tegenover de Strict Baptists (nauwgezette Baptisten). De kenmerken van een Free Church waren: geloof in Christus en heiligheid van het leven. Men stond een onafhankelijke, vrije gemeente voor, Ook ais je een wat afwijkende mening over de doop had, kon je lid worden van de Free Church; dit in tegenstelling tot de Strict Baptists.
Hoewel Bunyan baptist was, vond hij dat de volwassendoop te sterk benadrukt werd. Zijn kinderen heeft hij in de Anglicaanse kerk laten dopen en in zijn prediking liet hij nauwelijks merken dat hij baptist was.

HET LEVEN VAN BUNYAN
1. Bunyan wordt in november 1628 in Elstow (Zuid-Engeland) geboren. Zijn vader was ketellapper. Dit beroep stond ongunstig bekend.
2. Bunyan gaat naar de Latijnse school ondanks het geringe beroep van zijn vader. Hij leert net genoeg om te kunnen lezen en schrijven.
3. Al jong heeft hij allerlei dromen over de dood, de hel en het oordeel. Toch leidt hij een goddeloos leven en staat hij bekend als een vloeker. Waarschijnlijk is de uitdrukking 'vloeken als een ketellapper' aan zijn leven ontleend.
Verschillende keren wordt hij wonderlijk bewaard. Twee keer valt hij in de rivier. Een andere keer trekt hij in een overmoedige bui een adder de giftanden uit.
4. Bunyan komt in dienst bij het parlementsleger. Daar wordt hij wonderlijk bewaard.
5. Hij trouwt met een arm meisje (haar naam is niet bekend). In zijn levensbeschrijving zegt hij: Hoewel we armer waren dan arm (we hadden helemaal geen huisraad, geen schotel, geen lepel, niets) bracht zij twee boeken mee, (...): 'Het voetpad van de eenvoudige naar de hemel' en 'De praktijk der godzaligheid'. Hij begint onder haar invloed vaker naar de kerk te gaan, maar laat het spelen (bijvoorbeeld pinkelen) en klokluiden niet. Hierin wordt hij overigens maar al te zeer gestimuleerd door het 'Book of Sports'. Dit 'Book of Sports' had Karel I in 1633 namelijk laten herdrukken. De predikanten werden gedwongen de bepalingen hiervan vanaf de kansel bekend te maken. Sport en spel op zondag werden hierdoor aangemoedigd.
6. Een preek van dominee Hall over zondagsontheiliging maakt hem onrustig, maar zet hem niet stil. Bij het pinkelspel 'schoot er plotseling een stem uit de hemel in mijn ziel en zei: "Wilt gij uw zonden loslaten en naar de hemel gaan, of uw zonden vasthouden en naar de hel gaan? (.,.)" Ik keek omhoog naar de hemel. Het was alsof ik met de ogen van mijn verstand de Heere Jezus op mij neer had zien kijken, zeer hevig ontstemd over mij.' (Genade in overvloed, par. 22)
Dit pinkelspel staat bekend als katknuppelen. Het was een spel waarbij een ovale houten bal -het zogenaamde pinkelhoutje- met een slaghout omhoog werd gewipt en daarna zo ver mogelijk werd weggeslagen, in het Engels staat het spel bekend als 'tip-cat' of 'cat'. Vandaar misschien de vertaling 'katknuppelen'. Het pinkelen wordt wel beschouwd als de voorloper van 'cricket'.
7. Na zijn bekering wordt hij eerst diaken en vervolgens predikant in de Free Church. 8. In 1658 sterft zijn vrouw. In 1659 hertrouwt hij met de veel jongere Elisabeth. Na de vier kinderen die hij al had (Mary, Elizabeth, John -later ketellapper- en Thomas -later predikant) krijgt hij nog twee kinderen (Sara en Jozef). Zijn beide vrouwen zijn lid van de staatskerk gebleven. Ze zijn hem wel tot grote steun geweest bij zijn (geestelijke) strijd.
9. In 1660 wordt hij gevangen gezet. Gevangenen moesten zelf in hun onderhoud voorzien. Vandaar dat hij veters maakt en die laat verkopen door zijn blinde dochter Mary. Ook schreef hij een aantal boeken. In 1668 sterft Mary.
Waarschijnlijk heeft de regering niet goed geweten wat ze met Bunyan aan moest. In eerste instantie was hij veroordeeld tot verbanning. Dat dit niet gebeurd is, komt waarschijnlijk omdat men bang was dat het volk dan in opstand zou komen. Bunyan was namelijk een bekend en geliefd prediker bij het gewone volk. Toen hij eens op zondag in Londen preekte had hij drieduizend mensen onder zijn gehoor. Op een doordeweekse wintermorgen waren er om 7 uur 1200 mensen. Zelfs de bekende doctor Owen, een vooraanstaand Presbyterlaan, ging bij hem naar de kerk. Hij had zijn eigen geleerdheid willen inruilen voor de preekgave van die ketellapper, zo zei hij eens tegen koning Karel II. Eigenlijk kan hij gezien worden als een 'nationaal symbool' in de strijd voor de godsdienstvrijheid. Men kon Bunyan echter ook niet loslaten, want dan zou hij gaan preken, waardoor hij een strengere straf zou moeten krijgen. Hierdoor zou het gevaar van opstand weer groter worden. Vandaar dat men hem maar door gevangenschap het zwijgen heeft willen opleggen.
10. In 1672 gaf Karel II vrijheid van godsdienst. Bunyan kreeg toestemming om buiten de officiële staatskerk te preken.
11. In 1675 worden alle vergunningen weer ingetrokken en wordt Bunyan opnieuw gevangen gezet. Hij wordt in één der slechtste gevangenissen ondergebracht. In het halve jaar dat hij gevangen zit, schrijft hij zijn beroemde werk 'De Christenreis'. In de vertelschets zijn deze twee gevangenschappen beschreven als één.
12. Op 31 augustus 1688 overlijdt hij. Bij zijn poging om een vader met een zoon te verzoenen (wat lukte), werd hij op de reis naar Londen door een regenbui overvallen. Een korte ziekte volgt, waarna hij, twee dagreizen van zijn gezin verwijderd, sterft.

DE PERSOON EN PREDIKING VAN JOHN BUNYAN
We moeten ons John Bunyan voorstellen als een lange, sterke man. Hij was niet zwaarlijvig, had levendige ogen, een snor en rossig haar. Na veel strijd is in het hart van Bunyan het licht opgegaan. Veel van die persoonlijke strijd vinden we terug in zijn boek 'De Christenreis'. Om dit boek goed te kunnen plaatsen, is het zinvol om Bunyans levensbeschrijving ernaast te lezen (Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren). Over zijn roeping tot predikant schrijft Bunyan zelf: "Enkelen van de bekwaamsten onder de heiligen bij ons -ik bedoel de bekwaamsten in oordeel en heilige wandel- vonden dat God mij waardig geacht had om iets te verstaan van Zijn wil, zoals Hij die in Zijn Woord geopenbaard heeft, en dat Hij mij in zekere mate het vermogen had geschonken om wat ik zag onder woorden te brengen, tot stichting van anderen." (G.O., par. 265)
Zijn prediking uit de beginperiode beschrijft hij als volgt: "Ik predikte wat ik voelde, wat ik zeer pijnlijk voelde, dat waaronder mijn arme ziel radeloos zuchtte en beefde." (par. 276) "Ik was echt als iemand, die van de doden tot hen gezonden werd. Geketend predikte ik tot hen, die geketend waren, en in mijn eigen geweten droeg ik het vuur, waarvoor mijn woorden hen zeiden op hun hoede te zijn." (par. 277) Gedurende twee jaar preekte hij zo. Daarna kwam er een zekere vrede en vertroosting door Christus in zijn hart, zodat hij in zijn prediking Christus meer ging voorstellen in Zijn ambten en weldaden voor de wereld.
Daarna leidde God hem in in de vereniging met Christus. Ook dat was merkbaar in zijn prediking. Werkelijk de Schrift verstaan, betekent voor hem de wet ervaren te hebben in al zijn bedreigingen en het Evangelie te kennen als troost voor een aangevochten geweten.
Het doormaken van deze drie fasen besloeg ongeveer vijf jaar.

DE BOEKEN VAN JOHN BUNYAN
Bunyan bezat de gave om de ervaring van het geestelijk leven als realiteit in het dagelijks bestaan te tekenen. Dit wordt met name zichtbaar in zijn levensbeschrijving: Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren.
De Christenreis is eigenlijk een vertaling van zijn levensbeschrijving, in zijn autobiografie had Bunyan geleerd zichzelf de geestelijke dingen goed te realiseren en op een begrijpelijke manier ook voor anderen te beschrijven. Nu ging hij de Goddelijke zaken weer overbrengen in allegorieën. Toen hij in de gevangenis aan dit boek werkte, had hij alleen een Bijbel, de Concordantie en het Martelarenboek bij de hand. Als waardevolle aanvulling op de Chrlstenrels verscheen in 1684 De Christlnnerels. In dit boek word t veel op nederigheid gewezen. Bovendien krijgen sacramenten, het kerkelijk leven en zielszorg meer de aandacht. Er word t minder van felle strijd gesproken.
Een tegenhanger van de Christenreis is het boek 'Het leven en sterven van de heer Kwaad'. In het boek 'De heilige oorlog' (1682) wordt de ziel van de mens beschreven als een stad. De wettige Heer van die stad, El-Schaddai, laat Zijn Zoon Immanuël alle moeite doen om de gevallen mensenziel weer terug te brengen van het verderf.
Tenslotte heeft Bunyan ook gedichten geschreven voor kinderen, bijvoorbeeld het 'Boek voor Jongens en meisjes'.

Antwoorden bij het ledenblad

Weet je het nog?

1. Elstow
2. De wederkomst
3. Cromwell
4. Twee boeken
5. Tlp-cat
6. Vloeken
7. Gifford
8. Een stal of schuur
9. Preken
10. Twaalf jaar
11. De Christenreis

Uitkomst: Ketellapper

Om over te praten
VRAAG 1
Toen John Bunyan long was, vond hij dat hij best mee kon doen met de spelen in het dorp op zondag. Totdat de Heere Jezus tot hem sprak,
a. Was het verkeerd wat John Bunyan deed? Waarom dan?
Een spel op zich hoeft niet verkeerd te zijn. Ook het spel tip-cat was op zich niet verkeerd. Maar het was niet goed dat John Bunyan daar de zondag mee doorbracht. Zo dacht hij niet meer aan de Heere. Hij verdrong juist wat hij 's morgens had gehoord! Het gezelschap waarin John Bunyan zich bevond, waren ook geen mensen waar John mee kon praten over de dienst van de Heere.
b. 'Je moet niet steeds bedenken wat er niet mag op zondag, maar juist wat er wel mag'. Wat vind je daarvan? Hoe kun je de zondag besteden tot eer van God, op een gezellige manier?
Wij denken vaak teveel aan wat niet mag op zondag. Daarmee laten we zien dat we de door de weekse dingen eigenlijk veel leuker vinden dan de dienst van de Heere. Dat is erg. De Heere heeft recht op ons hart en ons leven. Als we de Heere liefhebben, zijn we juist blij dat we een dag hebben waarop we echt tijd hebben om met het Woord van de Heere bezig te zijn. Dat betekent niet dat je op zondag alleen maar een boek mag lezen. Je bent ook met z'n allen thuis. Je hebt tijd om gezellig samen koffie te drinken en te eten, iets wat door de week ook niet altijd kan. Het is goed als je vader of moeder dan even tijd heeft om een spelletje met je te doen. Dat kan een spel zijn waarin Je meer leert over de Bijbel of de kerkgeschiedenis. Je kunt samen zingen, psalmen of bijbelse liederen. Zeg je: "Dat vind ik niet leuk"? Vraag dan of de Heere je wil leren om Hem lief te hebben en te dienen. Zeg: "Heere, mijn hart houdt zoveel van de wereld, maar wilt U me Zelf leren om van U te houden."

VRAAG 2
Toen Bunyan de Heere echt lief kreeg en wilde dienen, gebeurde er iets ergs met hem. Hij kwam in de gevangenis terecht en moest daar veel jaren blijven.
a. Waarom gebeuren er soms erge dingen met kinderen van God? Waarom laat de Heere dat toe? Waarom zou de Heere soms ook in jouw leven erge dingen laten gebeuren?
Als je een kind van God bent, betekent dat niet dat er geen erge dingen meer kunnen gebeuren in je leven. Dat zie je bij Bunyan ook. Twaalf jaar in de gevangenis, dat is niet niks! Waarom doet de Heere dat? Omdat Hij zijn kinderen dingen wil leren die ze anders niet hadden geleerd. In de gevangenis heeft John Bunyan veel nagedacht over zijn leven. Hij is dichter bij de Heere gekomen. Ook in jouw leven wil de Heere je soms stilzetten. Dat kan door iets ergs: een ziekte of sterfgeval. Dan zegt de Heere: "Leef toch niet zomaar door. Luister naar Mijn roepstem." Soms begrijp je niet waarom iets ergs is gebeurd. Maar ook als je niet ziet waarom de Heere het doet, heeft Hij daar zijn wijze bedoelingen mee. De Heere kan zoiets ergs gebruiken tot iemands behoud. Wij zien immers niet alles en weten niet alles. We weten wel dat de Heere geen fouten maakt en dat Hem niets uit de hand loopt. We mogen bidden om een hart dat in alle omstandigheden in ons leven rust mag vinden bij de Heere.
b. Hoe heeft de Heere John Bunyan toch gebruikt in de gevangenis?
Bunyan heeft in de gevangenis boeken geschreven, bijvoorbeeld de Christenreis. Die boeken bestaan nog steeds. Veel mensen lezen ze graag en de Heere gebruikt ze nog steeds om mensen meer te leren over de weg van de bekering. Dat had John Bunyan nooit kunnen denken! Zo bereikt hij veel meer mensen dan hij ooit in zijn preken heeft bereikt.
c. In de Bijbel staan ook voorbeelden van dienaren van God die gevangen werden genomen, maar waar de Heere hen juist daar wilde gebruiken tot Zijn eer. Kun je een voorbeeld noemen?
Jozef, die in de gevangenis de dromen uitlegde van de schenker en de bakker en van Farao. Zo werd hij onderkoning van Egypte.
Paulus, die tijdens zijn gevangenschap in Rome verschillende brieven heeft geschreven.
De apostel Johannes die gevangen zat op het eiland Patmos, kreeg daar een openbaring van de Heere Jezus en schreef het bijbelboek Openbaringen.

VRAAG 3
Je kent het boek 'De Christenreis' misschien wel. Christen gaat weg uit de stad verderf. Op zijn rug draagt hij een groot pak.
a. Wat bedoelt Bunyan met dit pak?
De last van de zonden, die Christen zo zwaar woog. Dat vergelijkt hij met een pak op zijn rug.
b. Had Bunyan zelf ook last van dit pak? Hoe dan?
Bunyan had hier zelf ook last van. Denk maar aan de zonde van het vloeken of de zondagsontheiliging. Hij vroeg zich af of de Heere ooit nog wel met hem te maken wilde hebben. Bunyan wilde zelfs de maat van de zonde vol maken, omdat hij dacht dat hij toch wel verloren zou gaan. Daar heeft hij later veel verdriet van gehad!

VRAAG 4
Evangelist wijst Christen de weg naar een poortje. Lees eens Mattheüs 7 : 13 en 14. Daarin gaat het ook over een enge (dat is een nauwe) poort. Lees ook Johannes 10 : 9.
a. Weet je nu wat Bunyan bedoelt met het poortje?
Met het poortje bedoelde Bunyan de Heere Jezus. De Heere Jezus zegt Zelf dat Hij de deur is tot het eeuwige leven.
b. Waarom moest Christen door het poortje gaan?
Omdat hij zo op de weg naar het eeuwige leven kwam. Op een andere manier kon hij daar niet komen.
c. Wat zou Bunyan hiermee tegen jou willen zeggen?
Dat wij met onze zonden naar de Heere Jezus moeten gaan en Hem om vergeving moeten vragen. Alleen door het geloof in de Heere Jezus kunnen we zalig worden.

Puzzel
De zin die overblijft, is: En nog is er plaats!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 2008

Mivo -12 | 27 Pagina's

John Bunyan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 2008

Mivo -12 | 27 Pagina's