JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Simeon en Anna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simeon en Anna

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vlakbij het winkelcentrum Zuidplein in Rotterdam staat een groot bejaardentehuis. Op een van de enorme stenen muren ervan staat met grote letters de naam te lezen: Simeon en Anna. Meestal ben je niet jaloers op de bewoners van zo'n tehuis. Zij hebben het leven achter zich! Toch ben je gelukkig, als je kerstfeest mag vieren zoals deze beide oude mensen, Simeon en Anna. Hun kerstfeest was echt kerstfeest .

Na acht dagen; na veertig dagen

In de voorhof van de tempel zijn de priesters druk aan het werk. Elke dag opnieuw moet er weer heel veel gebeuren. Elke mórgen wordt op het grote brandofferaltaar het morgenoffer aangestoken. Elke avond wordt daar het avondoffer gebracht. Op het gouden reukofferaltaar in het Heilige wordt bij het aansteken en uitdoven van de kandelaar het reukoffer gebracht. Behalve deze dagelijkse offers door de priesters voor het hele volk, komen er ook veel mensen om bijzondere offers voor zichzelf te brengen. Als iemand om vergeving bidt voor een erge zonde, dan brengt hij een offer in de tempel. Ook als iemand erg ziek geweest is en weer beter geworden, dan gaat hij naar de tempel om een offer te brengen. Soms komen er rijke mensen met hun schapen of koeien, om ze door de priesters te laten slachten. Soms komen er ook arme mensen met kleinere dieren, zoals een duif. Alle ouders in Israël moeten, als er een kindje geboren wordt, met dit kindje van veertig dagen oud naar de tempel in Jeruzalem gaan. Voordat dit gebeurde, werden de jongetjes eerst besneden De eerste zeven dagen na de geboorte van een zoon mocht de moeder in Israël geen contact hebben met andere mensen. Pas op de achtste dag werd het pasgeboren jongetje besneden en ontving hij zijn naam. Zo was het al aan Abraham bevolen en zo was het door de Joden onderhouden, eeuwen lang. Het bloedige teken van de besnijdenis, teken van het verbond, teken van de reiniging van de zonde. Zonder bloedstorting is er geen vergeving. Ook de Heere Jezus ontving dit teken.

Acht dagen na de geboorte hebben Jozef en Maria hun kindje besneden. Zij hebben Hèt Kind besneden. De Zoon van God. Hij had geen vergeving nodig van de zonden; Hij heeft geen zonden gekend of gedaan. Toch werd Hij bloedig besneden. Hij kreeg de naam Jezus. De engel had het tegen Jozef gezegd: "Want Hij zal Zijn volk zaligmaken van hun zonden". Als kindje van acht dagen al boog de Heere Jezus Zich onder de zonden van Zijn volk. In hun plaats werd Hij besneden, opdat al Zijn kinderen vergeving van zonden zouden ontvangen in Zijn Naam.

Veertig dagen na de geboorte van een zoon, mocht de moeder pas in de tempel komen. Met het pas geboren jongetje kwamen de ouders in de tempel, zoals de Heere het in de wet van Mozes geboden had. Bij de uittocht uit Egypte doodde de Heere alle eerstgeborenen in Egypteland. Alleen daar, waar bij de Israëlieten het bloed gestreken was aan de deurposten en aan de bovendorpel, ging de verderfengel voorbij. Maar, zo gebood de Heere, alle eerstgeborenen zijn Mij geheiligd, moeten Mij afgezonderd worden. Zij behoorden de Heere toe. Bij de wetgeving op Sinai zijn de Levieten aangewezen om in de dienst van de Heere bezig te zijn. Zij namen de plaats in van de eerstgeborenen. De ouders brachten voor hun oudste zoon het reinigingsoffer: rijken een lam ten brandoffer en een duif ten zondoffer; armen twee duiven. De priester nam het kindje in zijn armen, hief het omhoog en stelde het de Heere voor. Zo had de Heere het geboden.

Zo, naar de wet des Heeren, gaan ook Jozef en Maria na veertig dagen naar de tempel. Hun Kind is niet in zonden ontvangen en geboren. Hij is de volmaakt heilige. Toch stelt ook Hij Zich onder de wet. Ook voor Hem wordt het reinigingsoffer gebracht. Het is het offer van de armen, twee duiven.

Als de priester het kind Jezus omhoog heft en de Heere voorstelt, is Hij als het ware gewillig, om aan de dienst van de Heere overgegeven te worden. Hij heeft Zich gebogen onder de vloek der wet in de plaats van al Zijn kinderen.

Simeon

Die dag gebeurde er in de tempel niets, wat ongewoon was. Zoals elke dag weer kwamen veel Israëlieten met hun kind naar de tempel om het reinigingsoffer te brengen. Ook aan Jozef en Maria, die het armenoffer brachten, was er niets, dat opviel. Toch zorgt de Heere voor Zijn eer. De heerlijkheid en de Naam van Zijn Zoon zal worden grootgemaakt.

Juist als Jozef en Maria in de voorhof van de tempel zijn, komt daar ook Simeon. Veel Joden uit die dagen droegen deze naam. Er is niets bijzonders met hem; hij is maar een gewoon mens. Zijn naam betekent "verhoring". Hij draagt deze naam met recht, want de Heere Zelf zegt van hem, dat hij rechtvaardig en godvrezend is. Van nature was hij een hater van God, en een hater van de naaste. Maar er is een moment in zijn leven gekomen, dat God door genade de eerste plaats in zijn leven kreeg, en hij de naaste liefkreeg als zichzelf. Niet dat hij in eigen kracht dit alles volbrengen kon. Zijn werken zijn hem tot schuld geworden voor de Heere. Daarom moest het van een andere kant komen. Hij verwachtte de vertroosting Israëls. Hij keek uit naar de van God door de profeten voorzegde verlossing. Had niet Lamech, toen hij zijn zoon de naam Noach gaf, voorspeld, dat de beloofde Trooster komen zou? En Jesaja sprak: "Troost, troost mijn volk, zal ulieder God zeggen". Simeon mocht, geleid door de Heilige Geest, uitzien naar de komst van de beloofde Zaligmaker. Door een bijzondere openbaring van de Heilige Geest mocht hij weten, dat hij niet zou sterven, voor hij de beloofde Zaligmaker zou zien. Wat leefde deze man dicht bij de Heere.

Het is ook de Heilige Geest, Die hem dringt naar de tempel te gaan. Zoekend kijkt de oude Simeon rond. Andere keren keek hij altijd alleen maar naar het altaar, maar nu zoekt hij iets anders. Daar, ja daar! Hij weet het zeker; dat is Hij, daar in de armen bij die vrouw. Zo vlug zijn oude benen kunnen, loopt hij naar de man en de vrouw, die op het altaar toelopen. Het zijn Jozef en Maria, die hun offer komen brengen. Zonder iets te vragen, strekt Simeon zijn oude armen uit, om het kind van Maria over te nemen. Hij is het, ja, Hij is het. Simeon weet het zeker. Hij vergeet de ouders, hij let niet op de priester en op de andere mensen, die verbaasd naar hem kijken. Hij neemt het kind in zijn armen. Met zijn ogen ziet hij een arm kind, voor wie de ouders het armenoffer brengen. Maar door het geloof ziet Simeon Hét Kind. Hij ziet de beloofde Zaligmaker, de Verlosser Israëls. Simeon weet het: dit Kind is ook zijn Zaligmaker. Door Hem zal hij verlost worden van al zijn zonden. Dan is het voor Simeon kerstfeest, echt Christusfeest. Zie jij alleen maar met je verstand naar dat geboren kind in Bethlehems stal? Dan geldt ook voor jou het woord van Jesaja: "Er was geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben". Vraag of de Heere je laat zien, wat Simeon in Hem mocht zien. Dan heb je genoeg in leven en in sterven.

Simeons lofzang

Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Simeon kan er niet van zwijgen. De belofte, die Hij van de Heere gekregen had, namelijk dat hij de Christus des Heeren zou zien, was nu vervuld. Nu werden de banden, die hem aan dit aardse leven bonden, losgemaakt. Hij kon nu heengaan in vrede. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Hij mocht zijn zaligheid, de Zaligmaker, aanschouwen. Maar niet alleen zijn Zaligmaker. De zaligheid, die de Heere bereid heeft, is wereldwijd.

Zij is voor alle volken. Jood en heiden wordt van dat heil deelgenoot. Uit alle geslachten, volken, tongen en natiën zullen ze komen, om deze Zaligmaker te aanbidden. Zul jij daar ook bij zijn? In de zwarte nacht van het heidendom zal het Licht gaan schijnen. De genade, ook aan de Joden bewezen, zal heerlijk uitkomen tot Gods lof. Gedreven door de Heilige Geest gaat Simeon profeteren. De Geest der profetie geeft Simeon de voorzegging in de mond over het werk van deze Zaligmaker. Hij zal gesteld worden tot een val en tot een opstanding veler in Israël. Zij die menen te staan in eigen kracht en Hem niet nodig hebben, zullen vallen. Maar zij, die zich voor de Heere in het stof buigen, en van Hem hun heil verwachten, worden door Hem weer opgericht. Geloof en ongeloof zullen voor de dag komen. Christus' komst zal een scheiding teweeg brengen. Hij wordt tot een teken gesteld, dat wedersproken zal worden. Als een steen, waaraan de één zich stoot, en de ander zich opricht. Simeon richt zich ook tot Maria. Haar ziel zal als door een zwaard vanéén gescheurd worden bij het zien van het lijden en de smarten, die haar kind overkomen zullen. Wat kunnen deze woorden van Simeon voor Maria later tot troost geweest zijn, toen Jezus de weg moest gaan van de kribbe naar het kruis.

Het teken van de Heere Jezus is ook in jouw leven opgericht. Is Hij nog de steen, waaraan jij je stoot? Of is Hij door genade ook in jouw leven die Steen, van de bouwlieden wel verworpen, maar van God tot een hoofd des hoeks gelegd? Nog mag Hij worden voorgesteld als de van God gegeven Zaligmaker. Ook jij hoort vandaag van deze van God gegeven Zaligmaker. Heb jij die Zaligmaker nodig? Zoek Hem dan, terwijl Hij te vinden is; roep Hem aan, terwijl Hij nabij is. Wie Hem vindt, vindt het leven. Die mag door genade Zijn zaligheid zien.

Anna

In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. Niet alleen Simeon wordt door de Heilige Geest gedreven om de Heere te belijden. Er loopt nog een vrouw, Anna, een oude weduwe, die de Heere vreesde. Zij diende de Heere dag en nacht met vasten en bidden. Ze week niet uit de tempel, zo staat er in de Bijbel. Ze komt er iedere dag om er met andere mensen te praten en om de offers te zien, maar vooral komt ze er om te bidden. En als de offers gebracht worden in de tempel, 's morgens en 's avonds, is Anna er ook. Elke dag opnieuw mag zij haar zonden voor de Heere belijden.

Zij vraagt de Heere om hulp. Niet alleen voor zichzelf, maar voor haar gehele land en volk. Net als bij Simeon vinden wij ook bij Anna zo'n teer leven dichtbij de Heere. De stormen zijn haar niet bespaard gebleven in het leven. Nog maar zeven jaar was ze getrouwd, toen haar man overleed. Al tientallen jaren lang gaat ze alleen door het leven. Nee, toch niet! Eenzaam, maar niet alleen! Zij mag de Heere tot haar deel hebben. Zij is een vriend en metgezel van allen, die Zijn Naam ootmoedig vrezen.

Daar komt ze in de tempel. Ze ziet Simeon staan, ze kent hem wel. Maar kijk, hij heeft een kind in zijn armen. En hoor! Simeon zingt. Anna komt dichterbij. En als ze hoort waar de oude Simeon van zingt, dan wordt ze heel erg blij. Is dat de Zaligmaker? O, daar wachtte zij ook op. Daar heeft zij ook zo dikwijls om gebeden. Ook zij mag nu vertellen, dat haar Zaligmaker gekomen is. Ook in Jeruzalem zijn er nog, die de verlossing verwachten. Anna mag hen vertellen, wat zij gehoord en gezien heeft. Wat zal het in haar hart geleefd hebben: Komt, maakt God met mij groot (Ps. 34:2). Kun jij het van harte met haar meezingen ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Mivo -12 | 20 Pagina's

Simeon en Anna

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1986

Mivo -12 | 20 Pagina's