Het Tiende Gebod

Diep in gedachten fietst Sem naar huis. Vanavond hebben ze het op club gehad over het tiende gebod: Gij zult niet begeren. Dat gebod hoort hij elke zondag, maar hij heeft er nooit zo bij nagedacht wat het betekent. En nu schaamt hij zich eigenlijk wel. Want wat was hij jaloers op Joas met zijn mooie smartphone. Hijzelf wil er ook zo graag één, maar zijn moeder vindt dat helemaal niet nodig. Joas heeft er wel één en soms was hij gewoon bóós op Joas als hij het ding weer tevoorschijn haalde. Hij heeft zelfs wel eens bedacht dat hij hem zou afpakken… Maar nu beseft hij dat dit ‘begeren’ en dus zonde is. En dat van de ene zonde zomaar de andere kan komen. Sem zucht ervan. Maar gelukkig stond er ook in het verhaal dat de Heere álle zonden kan en wil vergeven. Ook die tegen het tiende gebod. En dat je Hem mag vragen om kracht om tegen de zonde te strijden, elke dag.

Kies het goed antwoord

Weet je het nog?

1. Koning Achab wilde graag de wijngaard van Naboth hebben.

A Naboth zou dan een andere wijngaard krijgen.

W Naboth zou er geld voor krijgen.

N Naboth mocht kiezen tussen een betere wijngaard of geld.

2. Naboth weigerde zijn wijngaard aan de koning te verkopen, omdat

R de Heere de Israëlieten verboden had hun land te verkopen.

G hij zijn wijngaard zelf wilde houden.

IJ hij er te weinig geld voor kreeg.

3. A Achab verzon een plan om de wijngaard toch te krijgen.

G Izebel beloofde er voor te zorgen dat Achab de wijngaard kreeg.

R Achab bleef bij Naboth aanhouden tot hij de wijngaard toch van hem kreeg.

4. N Izebel liet Naboth bij zich komen.

R Izebel ging naar haar knechten.

W Izebel schreef brieven aan de oudsten van de stad.

5. Izebel zei, dat ze moesten zeggen, dat

A Naboth God en de koning gevloekt had.

W Naboth iemand gedood had.

D Naboth gestolen had.

Beantwoord de vragen

6. De oudsten van Jizreël

A deden niet wat Izebel zei, omdat ze de Heere wilden gehoorzamen.

D deden wat Izebel zei, omdat ze bang voor haar waren.

R deden wat Izebel zei, omdat ze niet wisten dat het een leugen was. 7. N Naboth werd beschuldigd, maar vrijgesproken.

W Naboth werd beschuldigd en naar de gevangenis gebracht.

IJ Naboth werd beschuldigd en gestenigd.

8. Toen Achab de boodschap van Elia hoorde

G kreeg hij berouw van zijn zonde.

A schrok hij van de straf.

D geloofde hij niet wat Elia zei.

Maak met de letters van de goede antwoorden een woord.

Om over te praten

1. Achab begeerde de wijngaard van Naboth. Dat is zonde tegen het tiende gebod: gij zult niet begeren. Toen Achab de wijngaard niet kreeg, werd hij boos. Naboth werd zelfs gedood. Dat is zonde tegen het zesde gebod: gij zult niet doden. De ene zonde leidde tot de andere zonde. Dat is heel vaak zo. Zoek de volgende Bijbelgedeelten eens op. Tegen welke geboden zondigden deze mensen?

Gehazi (2 Koningen 5)

Judas ( Mattheüs 26)

Ananias en Saffira (Handelingen 5)

Absalom (2 Samuël 15)

2. a. Niet elke begeerte is zonde. Wat mogen we wel begeren? Zie H.C. vraag 118 en Psalm 81: 11b.

b. Noem eens voorbeelden van mensen uit de Bijbel die een goede begeerte hadden en die ook vervuld werd.

3. a. Welke overeenkomsten zie je tussen de veroordeling van Naboth en de veroordeling van de Heere Jezus?

b. Wat is het belangrijke verschil?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen