Leren omgaan met teleurstelling
Wat kun je als ouder doen?
Iedereen krijgt in zijn of haar leven te maken met teleurstellingen en tegenslagen. Teleurstellingen ontstaan als iets anders gaat dan we hadden verwacht of gehoopt. Een kind van twee kan teleurgesteld zijn, omdat het geen snoepje krijgt. Een jongen van zeven kan het heel moeilijk vinden om niet uitgenodigd te worden op een verjaardagsfeestje van een klasgenootje. Bij een pubermeisje van veertien kan het pijn doen om steeds als laatste gekozen te worden tijdens een gymles, omdat ze niet zo handig is als haar klasgenootjes. Ook als we ouder worden, krijgen we te maken met teleurstellingen. Als het bijvoorbeeld niet lukt om te voldoen aan de eisen van de werkgever of als een beste vriendin jouw geheim doorvertelt aan een ander.
Wanneer kinderen (en volwassenen) te maken krijgen met teleurstellingen, reageren ze veelal vanuit emotie. Hierbij kunnen allerlei emoties komen kijken, zoals boos worden, zeuren, mokken, teruggetrokken gedrag, huilen of verdrietig zijn. Kinderen ervaren dan pijnlijke gevoelens die hen diep kunnen raken. Als ouder beschermt u uw kind het liefst tegen teleurstellingen. Het kan pijn doen om te zien dat uw kind met teleurstellingen te maken krijgt. Teleurstellingen horen echter bij het leven. Als uw kind nooit met teleurstelling om leert gaan, kan het later heel negatief reageren als het niet krijgt wat het wil. Veel kinderen vinden het moeilijk om te gaan met teleurstellingen. Om te voorkomen dat een kind zich waardeloos voelt of boos wordt, is het belangrijk dat het teleurstelling leert accepteren. Kinderen die hiertoe in staat zijn, kunnen zich gemakkelijker herpakken bij tegenslag.
Leerproces
Als ouder kunt u in dit leerproces een belangrijke rol spelen. Er zijn teleurstellingen (zoals het niet krijgen van een snoepje), waarin u als ouder het gedrag van uw kind moet begrenzen. Allereerst is het altijd verstandig om te benoemen hoe uw kind zich voelt: “Je wilt heel graag een snoepje. Je wilt het zo graag dat je nu even boos bent omdat je het niet krijgt.” Om vervolgens de reden uit te leggen waarom uw kind geen snoepje krijgt: “We gaan bijna eten, daarom krijg je nu geen snoepje meer.” Als uw kind boos blijft, is het verstandig om er geen aandacht aan te geven, anders beloont u uw kind met aandacht terwijl het boos is. U kunt wel proberen uw kind af te leiden. Laat uw kind ongewenst gedrag zien (bijvoorbeeld slaan), dan is het belangrijk dat u daar een consequentie aan verbindt.
Omgaan met teleurstelling
Kinderen en jongeren kunnen ook te maken krijgen met situaties die hen echt pijn doen, bijvoorbeeld het niet uitgenodigd worden op een verjaardagsfeestje. Als u aan uw kind merkt dat het teleurgesteld is, kan het helpen om het kind daar even de ruimte voor te geven (zeker als het een wat ouder kind betreft). Uw kind voelt dan dat het teleurgesteld mag zijn en voelt zich begrepen. Daarnaast helpt het om uw kind vragen te stellen, bijvoorbeeld ‘Waarom ben je nu zo boos of verdrietig?’ of ‘Hoe zou je het graag anders hebben gewild?’. Hiermee voelt een kind zich door u serieus genomen en anderzijds helpt u uw kind zijn gevoelens te verwoorden, zodat uw kind zijn eigen gevoelens ook beter gaat begrijpen. Het is belangrijk om er voor uw kind te zijn en de gevoelens van uw kind te erkennen. Maak er anderzijds geen drama van, laat het zijn zoals het is. Dit klinkt eenvoudiger dan het is, want als uw kind te maken krijgt met een dergelijke teleurstelling, voelt u als ouder ook vaak pijn en verdriet. U bent op dat moment een voorbeeld voor uw kind.
Teleurstelling en zelfvertrouwen
Teleurstelling heeft alles te maken met zelfvertrouwen. Als een kind genoeg zelfvertrouwen heeft, zal het een teleurstelling wel moeilijk vinden, maar zal het daar vooral een levensles uit halen. Kinderen met weinig zelfvertrouwen focussen zich veelal vooral op de negatieve dingen. Als een jongere met weinig zelfvertrouwen afgewezen wordt na een sollicitatiegesprek, kan deze afwijzing ervoor zorgen dat de jongere zich waardeloos voelt. Hij kan dan denken dat hij nooit een baan zal vinden en dat dat helemaal aan hem zelf ligt. Een jongere met genoeg zelfvertrouwen zal deze afwijzing wel even moeilijk vinden, maar er ook vooral uit leren wat hij bij een volgend sollicitatiegesprek anders kan doen.
Heeft u een kind met weinig zelfvertrouwen, dan is het belangrijk dat u uw kind genoeg positieve feedback geeft. U kunt het zelfvertrouwen van uw kind vergroten door te zeggen dat u van uw kind houdt. Ook laat u uw liefde blijken door tijd en aandacht aan het kind te geven (bijvoorbeeld door het doen van een spelletje of door op een rustig moment te vragen wat hij die dag gedaan heeft) en geregeld een compliment te geven. U zult bij deze kinderen erg voorzichtig moeten zijn in het benoemen van negatieve eigenschappen en daartegenover veel nadruk moeten leggen op hun positieve eigenschappen. Let hierbij wel op dat u uw kind niet voortrekt ten opzichte van de andere kinderen.
Leiding van God
Teleurstellingen staan niet los van Gods leiding over het leven. Het is dan ook goed om kinderen uit te leggen dat de Heere alles in Zijn hand heeft. Als u met uw kind praat over de leiding van God in zijn leven, is het wel van belang om rekening te houden met het taal- en begripsniveau van uw kind. Baby’s en peuters zijn zich nog niet bewust van Wie God is en hoe Hij het leven bestuurt. Ze hebben hiervoor nog niet voldoende denkvermogen en taalvermogen. Als een kind wat ouder wordt (4-10 jaar), onderscheidt het steeds meer de fantasie van de werkelijkheid. Beeldspraak nemen ze nog wel vaak letterlijk. Ook op deze leeftijd is het nog moeilijk te begrijpen dat de Heere de leiding heeft over het leven en ook over hún leven, maar ze begrijpen wel steeds beter dat God voor de mensen zorgt. In deze leeftijdsfase is het zeker al mogelijk om het kind te vertellen dat ze hun zorgen en teleurstellingen tijdens hun gebed aan de Heere kunnen vertellen. Vanaf een jaar of tien is een kind steeds meer in staat om te beseffen dat God ook de leiding heeft over zijn leven. Dit ontwikkelt zich door de jaren heen steeds sterker. In de puberteit kan dit voor innerlijke conflicten zorgen. Jongeren kunnen zich bezighouden met vragen als ‘Wat is Gods doel met deze teleurstelling’ en ‘Waarom laat God toe dat ik zak voor mijn examen’.
Het zal niet bij elke teleurstelling mogelijk zijn om een dergelijk gesprekje aan te knopen. Ook zal een kind of jongere het soms moeilijk vinden te begrijpen waarom de Heere hen iets moeilijks laat meemaken. Maar het kan hen ook troost geven als ze weten dat de Heere hun leven in Zijn hand heeft en zij niet alleen een teleurstelling hoeven te verwerken of op te lossen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2015
Eigenwijs | 28 Pagina's
