Jan de Bakker
Door een raam, meters boven de grond, schijnt wat daglicht de cel in van de gevangenpoort. Zo kunnen de vijftien gevangen elkaar toch zien. Een heerlijke lucht van gebraden vlees en gebakken brood dringt tot hen door. Maar dat voedsel is niet voor hen bedoeld… Alleen rijke gevangen, die daarvoor kunnen betalen, krijgen dat. Toch staat het gezicht van gevangene Jan niet boos of verdrietig. Hij zit al maanden in deze cel. Weet je wat hij gedaan heeft? Hij preekte het Evangelie.
Jan de Bakker wordt in 1499 geboren in Woerden. Hij heet eigenlijk Jan Dirksen. Van zijn vijftiende tot zijn twintigste studeert Jan in Utrecht. Op deze school van Hinne Rode werkt een directeur, die de boeken van Luther heeft gelezen. Hij laat ze ook zijn studenten lezen. Daarnaast studeert Jan ook veel in de Bijbel.
Na zijn studie wordt hij schoolmeester. Hij helpt ook zijn vader bij zijn werk als koster in de kerk. Maar vader wil dat hij priester wordt. Daarom gaat hij de priesteropleiding volgen. Op zijn 22 e is hij daarmee klaar. Al snel blijkt dat Jan de lessen van zijn vroegere school, de Hinne Rode, niet vergeten is. De jonge priester draagt geen mis op, maar hij preekt het Evangelie.
Op een dag wordt Jan gevangengezet. Ze willen niet dat de priester preekt. Maar de inwoners van de stad Woerden, waar hij woont en werkt, komen in opstand. Ze eisen dat Jan weer vrijkomt. Dat gebeurt ook.
Jan preekt op veel plaatsen en reist daarom door heel Holland. In die tijd trouwt hij, ook al was dat voor priesters verboden. Het priester-zijn wordt steeds moeilijker voor Jan. Hij besluit dat hij geen priester meer wil zijn. Hij scheert zijn hoofd niet langer. Ook draagt hij geen priesterkleed meer.
Om geld te verdienen gaat hij broden bakken. Vandaar zijn naam: Jan de Bakker. Ondertussen blijft hij preken. Niet meer in de kerk, maar in zijn eigen huis of bij andere mensen.
Maar dan verzint de paus dat de aflaten niet meer voor veel geld gekocht moeten worden. De kerkgangers mogen zelf de prijs bepalen. Heb je een aflaat? Dan zijn je zonden vergeven. Als Jan dát hoort, trekt hij zijn priesterkleed weer aan en gaat naar de kerk! Bij hem mogen de mensen gratis biechten. Op die manier wil hij de mensen duidelijk maken dat genade niet te koop is. Alleen God kan de zonden vergeven!
De pastoor van Woerden merkt dat hij minder inkomsten binnenkrijgt. Hij is vastberaden om aan de praktijken van Jan de Bakker een einde te maken. Uiteindelijk stuurt hij een brief naar landvoogdes Margaretha van Parma. Die geeft opdracht om Jan te verhoren. Soldaten dringen – in het geheim, anders zou er oproer in Woerden uitbreken – in de nacht Jans woning binnen. Ze brengen hem naar een klaarliggende boot en daarna met een wagen naar Den Haag.
Daar zit hij nu. In de cel van de Gevangenpoort. Ze proberen Jan steeds op andere gedachten te brengen. Ze laten zelfs zijn oude vader uit Woerden komen. Maar hierdoor weet hij het juist nog zekerder!
Jan wordt op 15 september 1525 ter dood gebracht. Net voordat hij sterft, bidt hij voor zijn vijanden: ‘O God! Wil het hun vergeven, die dit over mij brengen, want zij weten niet wat zij doen. O Heere, ontvang mijn geest!’ Zijn vrienden in de gevangenis zingen. Jan beantwoord hun gezang met de woorden van Psalm 31: ‘Op U, o Heere, heb ik gehoopt en in der eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.’
Dan maakt de beul een eind aan Jans leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
Daniel | 36 Pagina's