Gevlucht uit Egypte
Al lopend kijkt Mozes naar de Israëlieten, wat moeten ze hard werken! Hij ziet hoe ze als slaven behandeld worden door de Egyptenaren. Wat zal dat moeilijk geweest zijn voor Mozes, hij was zélf een Israëliet. Al droeg hij dan wel de kleren van een Egyptenaar, was hij opgevoed als een Egyptenaar en heeft hij veel geleerd op Egyptische scholen… Toch voelt Mozes zich één met het volk van Israël.
Opeens ziet hij dat er een man geslagen wordt door een Egyptenaar. Hij kijkt om zich heen, niemand te zien? Dan slaat hij de Egyptenaar dood. Gelijk begraaft hij hem in het zand. Niemand heeft het gezien…
De volgende dag loopt Mozes weer bij de Israëlieten. Hij ziet dat er twee mannen aan het ruzie maken zijn. Hij loopt naar ze toe en vraagt: “Waarom slaat u uw naaste?” De schuldige antwoordt Mozes: “Waar haal je het recht vandaan om je met onze ruzie te bemoeien? Gisteren heb je al een Egyptische man gedood, wil je mij ook doden?”
Wat wordt Mozes bang! Er was dus wél iemand, die hem gisteren heeft gezien.
Die angst is wel terecht ook. Als Farao hiervan hoort, geeft hij bevel om Mozes te laten doden.
En Mozes? Hij vlucht. Weg uit Egypte!
Hij vlucht naar Midian. De streek Midian ligt in de woestijn tussen Egypte en Kanaän.
Ondanks de zonde van Mozes, het vermoorden van een Egyptenaar, is de Heere hem daar toch genadig. Hij krijgt een plaatsje in het gezin van Rehuël (dat is een andere naam voor de priester Jethro) en trouwt na verloop van tijd met zijn dochter Zippóra.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022
Daniel | 36 Pagina's