4. Bijbellezen en Bijbelstudie
Zonder eten kan niemand leven. Eten geeft energie, nieuwe krachten. In de darmen wordt het voedsel verwerkt en de voedingsstoffen komen in het bloed terecht. Het bloed brengt het naar de cellen. Eten en drinken leveren zo de energie die het lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren en te bewegen. Niet eten betekent de dood... In dit hoofdstuk gaat het over het lezen van de Bijbel en het doen van Bijbelstudie.
In de Bijbel gaat het, zo bleek uit de vorige twee hoofdstukken, om de vragen hoe God aan Zijn eer komt én hoe een zondaar zich tot Hem bekeert. In hoofdstuk 1 werd Paulus geciteerd die aan Timotheüs schreef dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is (2 Timotheüs 3: 15).
Die Heilige Schrift is dus van levensbelang. Zoals eten niet gemist kan worden, zo is Gods Woord onmisbaar op weg naar de eeuwigheid. Petrus vergelijkt Gods Woord met melk. En als nieuwgeboren kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen (1 Petrus 2: 2). En David vergeleek de woorden van God met honing. De woorden van God waren zelfs nog zoeter dan honing (Psalm 119: 103).
Lezen en lezen is twee. 's Morgens vroeg even vijf verzen lezen met een boterham half achter de kiezen, is Bijbellezen. Een boterham is goede voeding, maar het is de vraag of dat ook geldt voor het vluchtig lezen van de Bijbel... Het is daarom goed de dag met het lezen van Gods Woord te beginnen. Tegelijkertijd is het praktisch misschien lastig 's morgens vroeg uitgebreid de Bijbel te bestuderen. In de volgende hoofdstukken wordt daarom uitgebreid ingegaan op het lezen van het Woord van God. Hieronder volgen een aantal tips voor het 'gewone' Bijbellezen:
1. Vooraf
Zoek een rustige plek. De Heere Jezus zegt: Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bid uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden (Mattheüs 6: 6).
2. Lees biddend
Bid vooraf om Gods licht en lees de tekst biddend: Zend, Heer', Uw licht en waarheid neder (Psalm 43: 3, berijmd).
3. Lees hardop
Door hardop te lezen, dwing je jezelf om langzaam te lezen. Dat betekent dat je meer tijd hebt om de tekst te laten doordringen. Bovendien weet je zeker dat je op die manier geen woorden overslaat. En als je op toon leest - dus niet alles als één lange zin - dan wordt duidelijker wie wat precies zegt. Het is handig om in gedachten aanhalingstekens te zetten bij de tekst.
4. Lees korte stukjes
Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Het gaat er niet om hele hoofdstukken te lezen, zonder het te begrijpen. Verstaat gij ook hetgeen gij leest? (Handelingen 8: 30b).
5. Parafraseer de tekst
Als je aan het eind van een vers of een zin bent, kun je de tekst parafraseren. Dat wil zeggen: 'vertalen' naar alledaags Nederlands. Op die manier word je gedwongen over ieder woord na te denken: wat betekent het, waarom staat het hier? De tekst wordt dan begrijpelijker voor jezelf. Je kunt ook proberen de tekst voor je zelf samen te vatten of kort met je eigen woorden te zeggen.
6. Kijk naar de structuur van de tekst
Om een tekst goed te begrijpen, is het belangrijk de structuur van de tekst te zien. Sommige zinnen zijn hoofdzinnen, andere zinnen bijzinnen. Door te kijken naar de structuur wordt duidelijk wat de hoofdlijn is van de tekst.
7. Stel vragen bij de tekst
Als je een hoofdstuk of tekst hebt gelezen, kun je jezelf vragen stellen om de boodschap van het hoofdstuk of de tekst duidelijk te krijgen. Belangrijke vragen zijn: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Maar je kunt ook denken aan vragen als: tegen wie zegt de schrijver dit, waar wordt het accent gelegd, wat is de onderbouwing?
Voorbeelden van die vragen zijn:
• Waar gaat het over?
• Over wie gaat het?
• Wat zegt dit over de Heere?
• Wat zegt dit over jou?
• Wat zegt de Heere tot jou?
8. Zoek naar verbanden
Een tekst staat niet op zichzelf, maar heeft alles te maken met wat er voor en wat er na staat. Door te letten op het verband wordt duidelijk of het in de tekst gaat om oorzaak en gevolg, vraag en antwoord of bijvoorbeeld een vergelijking. Hebreeën 12 bijvoorbeeld, begint met: Daarom... Om te weten waarom, moet eerst hoofdstuk 11 worden gelezen.
9. Hulpmiddelen
Om te weten wat er precies wordt bedoeld, zijn de kanttekeningen een heel handig hulpmiddel. Niet alleen wordt daar de vertaling vanuit de grondtekst toegelicht, ook de betekenis van de tekst wordt vaak verduidelijkt. Ook andere vertalingen, zoals bijvoorbeeld de Engelse 'King James'-vertaling, kunnen bruikbaar zijn. Of gebruik een Bijbelverklaring of Bijbelse encyclopedie.
Obstakels
Ondanks deze tips, zijn er obstakels als het gaat om het lezen en begrijpen van de Bijbel. Zo staan in de Bijbel een aantal teksten die tegenstrijdig lijken. Een voorbeeld is de bekering van Paulus. In Handelingen 9: 7 staat: En de mannen die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende. Maar een aantal hoofdstukken verder zegt Paulus: En die met mij waren, zagen wel het licht, en werden zeer bevreesd, maar de stem Desgenen Die tot mij sprak, hoorden zij niet (Handelingen 22: 9). Hoe kan dat?
Wat op het eerste gezicht misschien niet lijkt te kloppen, is echter voor meerdere uitleg vatbaar. Sommige uitleggers denken dat het in Handelingen 9 over de stem van Paulus gaat, die door de medereizigers werd gehoord. Andere theologen denken dat hier ook wel van de stem van Christus gesproken wordt, maar dan op zo'n manier dat de mensen wel geluid hoorden, maar de woorden niet konden verstaan. In Handelingen 22 zou het dan gaan om het horen én het verstaan van de woorden.
De vraag is of het een probleem is dat teksten tegenstrijdig lijken. Hoe groot is het probleem als de ene evangelist dit zegt en de andere evangelist dat? Een praktijkvoorbeeld om te laten zien dat dat probleem wel meevalt: In de Tweede Kamer is weer eens een relletje. Een journalist heeft iets ontdekt; Kamerleden gaan vragen stellen aan de premier. Een journalist haast zich naar de voorlichter van de minister-president. "Heeft de premier al een reactie?" De voorlichter doet uit de doeken hoe de premier het ziet: "Nee, er is geen sprake van fraude, maar wellicht is er wel een vergissing gemaakt door iemand." De volgende morgen staat een grote kop boven een artikel in de krant. "Premier: geen sprake van fraude". Liegt de journalist? Klopt de krantenkop niet?
In het voorbeeld spreekt de voorlichter namens de minister-president. De journalist weet dat en schrijft daarom dat de premier dat heeft gezegd. Als in Gods Woord een situatie vanuit een verschillend gezichtspunt wordt beschreven, kan dat letterlijk een verschil opleveren. Maar een echt verschil is het niet, want het blijkt om dezelfde gebeurtenis te gaan. Voorzichtigheid is dus geboden, ook als het even niet lijkt te kloppen.
Toch kunnen er verschillen blijven: vaak onbelangrijke dingen, die soms - bijvoorbeeld vanuit verschillende handschriften - als overschrijffouten kunnen worden gezien. Maar veel vaker ligt het probleem niet in de tekst, maar in de lezer.
Recherchewerk
Kritiek op het Woord van God is al zo oud als het paradijs. De slang vroeg aan Eva: Is het ook dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hof? (Genesis 3: 1b). Een kritische vraag, die na de zondeval steeds weer klinkt. In Numeri 12 bijvoorbeeld: Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes gesproken? (vers 2). Eigenlijk is die kritiek in drieën te splitsen: kritiek op de openbaring van Gods Woord, kritiek op de werkelijkheid en kritiek op het gezag.
In het eerste geval - kritiek op de openbaring - proberen mensen een andere verklaring te vinden voor wat zij zien. De Joden zeiden bijvoorbeeld: Hij werpt de duivelen uit door Beëlzebul, den overste der duivelen. Maar Jezus wees die kritiek van de hand: Maar indien Ik door den vinger Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen. Wat Hij deed was Gods vinger, Gods werk (Lukas 11: 15 en 20).
Kritiek op de werkelijkheid is bijvoorbeeld te vinden in de leugen die het Sanhedrin liet verspreiden na de opstanding van de Heere Jezus: Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, als wij sliepen (Mattheüs 28: 13).
De laatste vorm van kritiek is de kritiek op het gezag van Gods Woord: de Bijbel is niet het Woord van God, maar mensenwerk. Zo uiten moderne theologen zware kritiek op de Schrift. Het 'zo zegt de Heere' wordt in twijfel getrokken. Soms lijkt het moderne Bijbelonderzoek op recherchewerk: Wie zou die teksten zo verdraaid hebben? Want van goddelijke inspiratie kan geen sprake zijn, is vaak de vooronderstelling. Dus iemand moet ergens gefraudeerd hebben. Ergens moet iemand hebben zitten knippen en plakken. De verschillende tekstfragmenten bewijzen dat, zo wordt gedacht. En de tegenstrijdigheden ook. Bovendien: wonderen kunnen natuurlijk niet... Dus er moet met de tekst van de Bijbel geknoeid zijn.
Schriftkritiek is overigens iets anders dan tekstkritiek, ook al is het verschil soms flinterdun. Bij Schriftkritiek gaat het om kritiek op de inhoud van het Woord. Schriftkritiek betekent dat het geheel of delen van de Bijbel niet meer als historisch betrouwbaar worden gezien. Bij tekstkritiek gaat het niet om kritiek op de inhoud van een tekst, maar wordt geprobeerd de meest zuivere - oorspronkelijke - tekst te achterhalen.
Verduisterd
Het grootste obstakel is de mens zelf. Met een hart dat naar de zonde neigt, is het niet mogelijk de Bijbel te begrijpen. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten (Jesaja 55: 9). De boodschap van de Bijbel is ook een boodschap die mensen niet willen begrijpen. Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust. Wat is de Almachtige, dat wij Hem zouden dienen? (Job 21: 14b-15a). Daarom is het werk van de Heilige Geest nodig. Zend Uw licht - Uw Geest - en Uw waarheid, dat die mij leiden (Psalm 43: 3).
Maar mensen met een verduisterd verstand kunnen de Bijbel ook niet begrijpen. Zo begreep de kamerling uit Morenland ook niet wat hij las. Tot de evangelist Filippus begon uit te leggen over Wie het hoofdstuk ging (Handelingen 8). Wie de Bijbel wil uitleggen, krijgt met heel wat valkuilen te maken. Niet voor niets volgen predikanten een studie voor zij de preekstoel op mogen... Maar dat wil niet zeggen dat de Bijbel niet te begrijpen zou zijn door 'gewone' mensen. Integendeel: de Bijbel is geschreven voor mensen. Zondige mensen, met een verduisterd verstand, dat wel. Maar toch mensen.
De Bijbel is geen makkelijk te begrijpen boek. Tegelijk is de Bijbel een onmisbaar boek. Wilhelmus à Brakel schrijft dat de Bijbel "het enige door God ingestelde middel tot geloof en bekering is. Zonder het Woord komt niemand tot geloof en zonder het Woord wordt niemand wedergeboren". Verder schrijft hij: "Het Woord van God is het enige middel waardoor men zalig wordt. Het is een kracht van God tot zaligheid, het Evangelie van uw zaligheid en het kan uw ziel zalig maken". Dat is kort samen te vatten: het lezen van de Bijbel is nodig om bekeerd te worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009
AanZet | 79 Pagina's