JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Wij en de politiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij en de politiek

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Belangstelling in procenten

In 1964 is er een onderzoek ingesteld naar de belangstelling voor politiek bij jonge mensen. De resultaten waren niet erg opwekkend: 44 % van de jongens en 19 % van de meisjes was min of meer bij de politiek geïnteresseerd. Hoe zouden deze cijfers voor onze kring uitvallen? Ook in de Gereformeerde Gemeenten tref je jongeren aan, die zeggen: „Politiek? Nee, géén interesse, 'k Weet wel wat ik liever doe!" Of: „Politiek? 'k Wil er niets mee te maken hebben. Je kunt je als christen beter niet met de politiek inlaten". Deze uitspraken „doen" het wel. Ze klinken stoer en zelfs een tikje „principieel". Hebben deze jongelui gelijk? Kunnen we ons aan de politiek onttrekken? Wat zegt Gods Woord?

2. Politiek raakt iedereen

Zo op het eerste gezicht heb je weinig met de politiek te maken. De verkiezingen zijn nog ver weg. Maar vergis je niet, we komen ook buiten de verkiezingstijd met de politiek in aanraking!

Wat denk je b.v. van de winkelsluiting en de reinigingsdienst in je eigen gemeente? Als je het licht aanknipt, als je een oproep voor militaire dienst ontvangt, als je aan het eind van de week meer salaris krijgt, steeds kijkt de politiek om de hoek. Zelfs de samenkomst van onze jeugdvereniging heeft met politiek te maken, want onze grondwet garandeert o.a. aan iedere Nederlander vrijheid van vereniging en vergadering.

Het zal je niet moeilijk vallen zélf meer voorbeelden te vinden. Vraag je daarvoor bij alles wat je doet, hoort of ziet steeds af: Heeft dit iets met politiek te maken? Kijk vooral in de krant — gemeenteraadsverslag niet vergeten — en noteer wat je gebruiken kunt om in je inleiding te laten zien, dat wij dag in, dat uit, bijna overal en altijd, direct of indirect op de een of andere manier bij de politiek betrokken zijn.

3. Wat zegt de Schrift?

Al wordt het begrip politiek zelf niet gebruikt, toch spreekt Gods Woord vaak over uiterst belangrijke zaken die de kern van het staatkundige leven raken. Let eens op:

A. God heerst als Opperheer. Heel duidelijk zegt Gods Woord ons, dat het politiek-bezig-zijn van mensen gehéél door de Heere wordt bestuurd (Dan. 2 : 31, 37). Met alle dingen is de politiek onderworpen aan Hem die alle macht in hemel en op aarde heeft ontvangen (Dan. 7:13, 14; Matth. 11:27a; 28: 18). We noemen dit de leer van Gods soevereiniteit. Het woord soeverein komt van het Latijnse „superanus". Dit woord, het werd in de middeleeuwen gevormd, betekent: zich aan de top bevindend. Telkens wijst de Bijbel je erop, dat de Heere de opperste Gezagsdrager, de volstrekte soeverein is, die deze wereld leidt en regeert.

Lees voor de uitwerking van dit gedeelte ook eens Hozea 13 : 11; Ps. 2 : 8, 47 : 9 (de volken!); 1 Cor. 15 : 27; 1 Tim. 6 : 15; Fil. 2 : 10, 11; 1 Kol. 1 : 16, 17.

B. Alle macht komt van God. Denk je eens in wat er gebeuren zou als we geen regering hadden. De verwoestende kracht van de zonde had dan geheel vrij spel: er kwam een grote chaos! Onze goede God — lees art. 36 N.G.B., le zin — heeft na de zondeval een geordende samenleving mogelijk gemaakt door het instellen van de overheid. Deze overheid heeft de Heere ge-mach-tigd in Zijn Naam het gezag te oefenen (= regeren bij de gratie Gods). Zie Rom. 13:1; Spr. 8:15.

De overheidspersonen worden in de Schrift ,,goden" genoemd. Deze naam herinnert aan de goddelijke afkomst van hun ambt (Ex. 22 : 8, Ps. 82 : 1). Calvijn noemt hen — vgl. Rom. 13 : 4, 6 — „dienaren, officieren en plaatsbekleders Gods". De overheid ontleent haar gezag dus nooit aan het volk, zoals de Fransman Rousseau (1712—1778) leerde. Zijn gedachte van de volkssoevereiniteit is volkomen in strijd met het Woord van God.

C. Onderwerping, eerbied en gebed. Dat vraagt de Heere van ons t.a.v. de overheid. Zie 1 Petr. 2:13, 14, 17; Titus 3:1; 1 Tim. 2 : 1—3. Is Hand. 5 : 29 hier ook van belang ? Ga eens na welke Romeinse keizer er regeerde toen de apostelen hun brieven schreven! In welk verband noemt het Avondmaalsformulier de overheid ?

Welke conclusies kun je nu reeds trekken? Moeten we als jongeren niet uitgesproken positief staan tegenover de overheid, de politiek? Worden we geroepen tot meeleven, tot meewerken op politiek terrein? Vgl. Calvijns uitspraak over de „burgerlijke macht" in zijn Institutie, boek IV, hfst. 20, 4.

4. Invloed van het volk

A. Volksinvloed is onmisbaar. Heb je er wel eens op gelet, dat in sterk door het calvinisme beïnvloede landen, o.a. Nederland, dictatuur, tyrannie en revolutie zich niet hebben ontwikkeld? (Vergelijk Spanje, Portugal, Frankrijk, Duitsland, en geef recente voorbeelden!) Ongetwijfeld is dit mede te danken aan de grote waarde die het calvinisme hecht aan het handhaven van de rechten en vrijheden van het volk (Vgl. b.v. Inst. Calvijn, IV, 20, 8).

De overheid ontleent haar gezag en macht aan God.

Haar taak is met krachtige hand het beleid te voeren. Dit wil niet zeggen dat een regering haar macht on- gebreideld behoort uit te oefenen. Ook overheidspersonen zijn immers zondige mensen, die verkeerde begeerten en onjuiste inzichten kunnen hebben Daarom is het nodig dat de overheid wordt gecontroleerd, dat er een geregeld overleg plaats heeft met de vertegenwoordigers van het volk. Vgl. Ex. 4 : 29—31, Jozua 23 : 2, Inst. Calvijn boek IV, hfst. 20, 31, s.g.p.- beginselprogram-1958, art. 11. Deze volksvertegenwoordiging wordt in ons land gevormd door de Staten-Generaal: de Eerste en Tweede Kamer.

B. Het staatkundig dualisme. Naar calvinistische overtuiging komt noch de Kroon (= Koning én ministers), noch de volksvertegenwoordiging een oppermachtige positie toe,

Is de macht van de Kroon te groot, dan worden de vrijheden van het volk beknot. Dit was in Nederland het geval voor 1848, toen de Koning bij een meningsverschil de Kamers naar huis zond. Wordt de macht van de Staten-Generaal te groot, dan wordt het land onbestuurbaar. Denk aan het Frankrijk van vóór De Gaulle!

Daarom is het van het grootste belang, dat er evenwicht is tussen Kroon en Staten-Generaal, want zo alleen wordt machtsmisbruik voorkomen. Deze evenwichtsverhouding staat bekend als het dualistisch stelsel (duo = twee). Zo kan de Koningin geen wet uitvaardigen zonder de medewerking van de Kamers. Anderzijds is de Koningin niet verplicht om een wetsontwerp, afkomstig van de Staten-Generaal, met haar handtekening te bekrachtigen.

C. Rechten van de Kamerleden. Om hun taak goed te kunnen vervullen, beschikken de Kamerleden over verschillende rechten. Daarbij hoort b.v. het budgetof begrotingsrecht. De regering mag geen uitgaven doen zonder het „we gaan akkoord" van de Staten- Generaal. Het recht van amendement stelt de Kamer in staat zelf wijzigingen aaan te brengen in wetsont- werpen. Ga eens na wat de inhoud is van het vragenrecht, het recht van interpellatie, het recht van enquête, het recht van initiatief, en de parlementaire onschendbaarheid. Probeer een paar aktuele voorbeelden te vinden. Krant!

5. Kiesrecht en de komende verkiezingen

In 1966 zullen de leden van Gemeenteraden en Provinciale Staten gekozen worden. En in 1967 kiest ons volk de 150 leden van de Tweede Kamer. (Wie kiest de leden van de Eerste Kamer?)

In de vorige eeuw waren alléén kiesgerechtigd de mensen die een bepaald bedrag aan directe belastingen betaalden. Dit was het z.g.n. ceneuskiesrecht, spottend ,,mammonkiesrecht" genoemd.

In 1917 kregen alle mannen en in 1919 alle vrouwen het recht om tte kiezen, mits ze 23 jaar oud waren {algemeen kiesrecht). Bij de jongste grondwetsherziening is de leeftijdsgrens voor dit aktieve kiesrecht verlaagd tot 21 jaar! Dit betekent dat in 1967 meer dan 1 miljoen jongeren (geboortegolf na 1945!) voor de eerste keer ter stembus zullen gaan. (Wat is het passieve kiesrecht?)

6. De staatkundig gereformeerde partij

De politieke partijen hebben hun visie op de overheid en haar beleid neergelegd in beginselprograms. In het algemeen zullen wij de meeste aansluiting vinden bij het program van de s.g.p., die „streeft naar een regering van ons volk geheel op grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods" (art. 1). Deze partij werd in 1918 (waarom juist in dat jaar?) te Middelburg opgericht door leden van de Gereformeerde Gemeenten, omdat a r.p. en c.h.u. niet langer de oude calvinistische koers kozen. Zij tekenden o.a. protest aan tegen de a.r.-gedachte, dat overheidspersonen niet onvoorwaardelijk en rechtstreeks gebonden zijn aan Gods Woord; zij moeten zélf in hun consciëntie maar uitmaken wat zij in overeenstemming met Gods geboden achten. Ook keerden de oprichters van de s.g.p. zich tegen de samenwerking met Rome (coalitie) en tegen de opvatting, dat de overheid zich moet onthouden van elke rechtstreekse bemoeiing met de geestelijke onhvikkeling van het volk.

De stuwende kracht bij oprichting en uitbouw van de partij was de bekende Ds. G. H. Kersten (1882— 1948), een man van groot formaat. In 1922 gekozen tot Kamerlid riep hij met grote bewogenheid de regering op haar beleid te richten naar het Woord van God. Scherp onderkende hij dat de politiek van de z.g.n. christelijke partijen uiteindelijk de ontkerstening en het materialisme bevorderde. Ds. Kersten bezat dan ook maar één begeerte, kende één veldtochtsplan: „Het doel in het oog gevat. Noch her-, noch derwaarts omziend, regelrecht aansturend op de herleving der beginselen van de Hervorming".

7. Onze taak

De politiek in 't algemeen, de s.g.p. in 't bijzonder, mag ons niet onberoerd laten, 't Gaat om het doortrekken van de gereformeerde lijnen voor staatkunde en maatschappij. Laten we tevens bedenken, dat het concreet vormgeven, het praktisch uitwerken van een waarlijk gereformeerde politiek een uitermate moeilijk werk is. Die arbeid vraagt veel studie, zelfkritiek en zelfverloochening, geloof en voortdurend gebed om de wil des Heeren uit Zijn Woord te mogen verstaan. Het is goed dat wij dit ook als jongeren beseffen. Dan valt het niet moeilijk onze taak te zien:

— Lees en studeer, verdiep je grondig in je problemen.

— We moeten de s.g.p. onze sympathie, onze steun geven, ook al hebben we op een enkel punt misschien een wat andere gedachte dan haar program. Een partij steunen betekent niet: alles klakkeloos onderschrijven, 't Betekent wèl: uit overtuiging instemmen met de hoofdlijnen.

— Neem, als het even kan, je plaats in op de kiesvereniging, de studieclub of jongerengroep van de s.g.p. In partijverband wordt immers de gezamenlijke bezinning mogelijk op hetgeen de Schrift te zeggen heeft voor het politieke leven van deze tijd.

— De s.g.p. heeft vooral nodig een biddend „thuisfront".

Enkele wenken

1. Verwerk de aangegeven Schriftplaatsen zoveel mogelijk in je onderwerp. Bij enkele teksten zal het nodig zijn iets te zeggen over het verband, waarin deze teksten voorkomen.

2. Het is niet direct nodig alle onderdelen van de schets uitvoerig uit te werken. Je kunt eventueel een keuze doen. B.v. 1, 3, 4A en C, 6. Of: 2, 3B en C, 5, 6, 7.

3. Je zou, enige tijd voordat je 't onderwerp houdt, een klein „onderzoek" kunnen instellen naar de politieke belangstelling bij de leden van jouw vereniging. Doe het — in overleg met je bestuur — onaangekondigd en doe het zó. Laat de leden de namen opschrijven van de ministers die zij kennen (portefeuille? politieke richting?). Andere mogelijkheid: namen van Kamerleden, gemeenteraadsleden (politieke richting?). Maak de resultaten niet bekend, maai vlecht ze in bij punt 1 van de schets.

4. Vraag een beginselprogram, verkiezingsfolders e.d. aan bij het partijbureau van de s.g.p.: Frankenslag 123, 's-Gravenhage. Voor enkele proefnummers van „De Banier" moet je schrijven aan de administratie: Kapelweg 10, Utrecht. Bij het adres Mr. Slote- maker de Bruïnestraat 27, Rijswijk (ZH) kun je een proefnummer vragen van „Onderling Kontakt" (s.g.- jongeren).

Je kunt met dit materiaal — er is voor dit doel nog veel meer te vinden — een „kijktafel" inrichten, waarop de leden tijdens de pauze het een en ander kunnen inzien.

Diskussievragen:

1. In Frankrijk en Zwitserland wordt de regering beschouwd als een „commissie uit het parlement". En in Nederland spreekt de P.v.d.A. nogal eens over „haar ministers". Is deze visie op de overheid in overeenstemming met het Woord van God?

2. Welke mogelijkheden zie je om de belangstelling voor de politiek en voor de s.g.p. bij onze jongeren te vergroten ?

3. Af en toe hoort men onder ons de mening dat de s.g.p. de overheid moet wijzen op haar plicht overeenkomstig Gods Woord te regeren. De praktische uitwerking daarvan is een taak van de regering. De s.g.p. behoeft zich daarop niet te bezinnen. Vind je deze kijk op de taak van de s.g p. juist?

4. Is het gewenst, dat bij een kabinetsformatie bindende en gedetailleerde afspraken gemaakt worden over het te voeren beleid tussen formateur en Kamerfracties?

5. Is vrouwenkiesrecht in strijd met Schriftplaatsen als 1 Tim. 2 : 12, 1 Cor. 14 : 34, 35?

Literatuur

1. Dr. D. J. de Groot: ,,De Reformatie en de Staatkunde", Uitg. T. Wever, Franeker, 1955. Hoofdstuk II en III. (Bezit je vereniging dit boek niet, vraag het dan aan bij een gemeentelijke bibliotheek of schrijf naar de bibliotheek van de Dr. A. Kuyperstichting, Dr. Kuyperstraat 5, Den Haag. Je moet dan de portokosten betalen.)

2. Ds. P. Zandt: ,,Uiteenzetting Beginselprogram S.G.P.". dl. I (Historisch overzicht). Uitg. N.V. De Banier, Utrecht.

3. Ds. P. Zandt en Ir. C. N. van Dis: „Uiteenzetting Beginselprogram S.G.P." dl. II. Uitg.: Zie no. 2. Vooral blz. 5-23, 55-58, 74-79, 98, 121-122.

4. Een leerboek voor staatsinrichting, dat op de middelbare school wordt gebruikt. Leen het van een kennis. Of: Dr. E. van Raalte: „Het Nederlandse Parlement", uitgave: Staatsdrukkerij en Uitgeverij, 's-Gravenhage, 1963 (pocket, ƒ 3,90). Gebruik het register!

5. Fase, 5e jrg. nr. 3. Dit tijdschriftnummer gaat over ,Jongeren en Politiek". Te verkrijgen door storting van ƒ 0,80 op giro 309394 t.n v. Penningmeester Moderne Jeugdraad, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's

Wij en de politiek

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's