Wie is God?
Inleiding
"Wie is God?" is een vraag waar massa's mensen zich al mee hebben beziggehouden. Een vraag waarop nog niemand een volledig antwoord heeft kunnen geven. Tegelijkertijd ook een vraag waar velen mee lopen. Wie is God voor mij? Welk beeld heb ik van God? Hoe denk ik eigenlijk over God, en denk ik wel op de goede manier over God? Is God een boeman? Een Man met een groot boek voor zich die alle goede en slechte dingen van ons leven noteert? Een angstaanjagend beeld. Of is God Iemand die alleen maar goede dingen uitdeelt?
We kunnen allerlei beelden van God hebben. Van jong tot oud hebben we een beeld van God. Welk beeld hebben jongeren, leeftijdgenoten en wat valt daarin op? Hierover gaat het in hoofdstuk één. Er kan scheefgroei plaatsvinden in het beeld dat we van God hebben. We hebben het dan over een eenzijdig Godsbeeld, het overbelichten van een bepaalde kant van God. Dit wordt bekeken In hoofdstuk twee. Tenslotte Is het dan belangrijk te luisteren naar wat God Zelf zegt in Zijn Woord en welke houding ons past in het spreken en denken over God. In hoofdstuk drie wordt hiertoe een poging gedaan.
1. Jongeren aan het woord
ALS HET GAAT OVER GOD EN WIE HIJ IS, HEBBEN WE ALLEMAAL EEN BEPAALD BEELD VAN HEM. BIJ DE ÉÉN ZAL DAT EEN MEER VISUELE VOORSTELLING ZIJN, EEN PLAATJE ZOGEZEGD. BIJ DE ANDER ZULLEN DAT MEER GEDACHTEN OF DENKBEELDEN ZIJN. VOOR DE ZONDEVAL KENDEN WE GOD ZOALS HIJ IS. DEZE KENNIS IS ECHTER AL LANG GELEDEN VERLOREN GEGAAN. SINDSDIEN HEBBEN WE EEN ONVOLLEDIG BEELD VAN GOD. WE DENKEN NOGAL EENS OVER GOD ZOALS WE OVER MENSEN DENKEN. IN VERS 21 VAN PSALM 50 STAAT HIER- OVER:'.„GIJ MEENT DAT IK TE ENENMALE BEN GE- LIJK GIJ...'. ALSOF GOD GELIJKWAARDIG AAN ONS MENSEN ZOU ZIJN. ER ZIJN OOK VEEL MENSEN DIE HET BESTAAN VAN GOD ONTKENNEN. ZIJ WORDEN IN DE BIJBEL DWAZEN GENOEMD (PSALM 14). DIT ALLES NEEMT NIET WEG DAT GOD HET ER NA DE ZONDEVAL NIET BIJ HEEFT LATEN ZITTEN. HIJ ZOCHT DE MENS OP OM DE VERBROKEN RELATIE TE HERSTELLEN EN DE KENNIS OVER GOD WEER TERUG TE GEVEN. DIT BLIJFT WELISWAAR HIER OP AARDE ONVOLLEDIG, MAAR DIE ONVOLLEDIGHEID STAAT GOD NIET IN DE WEG OM ZICH AAN DE MENS TE OPENBAREN EN ZLCH TE LATEN KENNEN. HET LIJKT DUS WEL NODIG OM OVER ONS BEELD VAN GOD NA TE DENKEN.
Aan een aantal jonge mensen, veelal in de leeftijd van 16 tot 23 jaar, werd gevraagd iets over hun Godsbeelden op te schrijven. Het betreft vijftien jongeren die schriftelijk een drietal vragen werd voorgelegd. Deze vragen worden nu achtereenvolgens besproken. De eerste vraag luidt als volgt:
'Stel je voor dat iemand die de Bijbel niet leest en van God niet afweet je de volgende vraag zou stellen: "Wie is God eigenlijk?" Wat zou je dan antwoorden?'
Op een heel openhartige manier worden diverse antwoorden gegeven. Bij het lezen van de antwoorden (die tussen dubbele aanhalingstekens staan) is het goed te bedenken dat jongeren dit willen meegeven aan hun onwetende medemens die niets van God weet. Het lijkt erop dat ze God op zo'n manier willen voorstellen dat de ander interesse krijgt om meer van God te weten te komen. In elk geval wordt geprobeerd een overwegend positief beeld te schetsen.
Vader
Veel antwoorden wijzen op het feit dat God van ons afweet, alwetend is en van daaruit zorg draagt voor ons mensen. Dit is iets wat rust en steun geeft en wat vertroostend is. "God is Iemand Die weet wat goed voor ons is", "Hij weet van ons af en wil voor ons zorgen", "Een Vader in de hemel die altijd voor je zorgt", "Je kunt altijd bij God terecht", "Hij geeft kracht naar kruis."
Je zou kunnen zeggen dat het hier gaat over eigenschappen die eigenlijk bij een vader passen. Hoewel dit lang niet voor iedereen geldt, is een vader normaal gesproken iemand die zorgt, steunt, het goede voor je zoekt en bij wie je terecht kunt.
Schepper
God wordt ook gezien als Schepper van alle dingen die er zijn, Hij heeft de aarde gemaakt en is ook nog betrokken bij deze aarde. "God is mijn Schepper", "De aarde is door Hem geschapen met alles wat erop leeft", "God is Diegene Die alles en iedereen schiep en aan wie wij daarvoor dank en eerbied en liefde verschuldigd zijn."
JONGERE: "GOD IS IEMAND DIE WEET WAT GOED VOOR ONS IS. HIJ KAN IE TROOSTEN EN JE RUST GEVEN. HIJ GEEFT KRACHT NAAR KRUIS. HIJ IS EEN ALWETENDE GOD; NIETS BLIJFT VOOR HEM VERBORGEN. ZONDER GOD KUNNEN WE EIGENLIJK NIET LEVEN."
Een drie-enige Geest
Sommigen geven aan dat het moeilijk is over God te spreken en zoeken daarin naar woorden. Zij komen dan terecht bij omschrijvingen van God zoals ze in de Bijbel staan en ook door de eeuwen heen zijn gegroeid. "God is geen tastbaar Wezen, maar een Geest", "Hij is als God voor mensen eigenlijk niet te begrijpen", "God is een Geest, Die drie-enig is (God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest)". "God is de volmaakte drie-eenheid waarin en waardoor je zalig kunt worden: God de Vader is vertoornd over onze zonde; God de Zoon is gestorven voor onze zonden als we bekeerd zijn; God de Heilige Geest werkt Zijn Woord in ons hart."
Betrokken
Opvallend is dat veel jongeren aangeven God te zien als Iemand die heel betrokken is bij de wereld en het welzijn van de mensen. "God is de Verlosser, Die mensen van hun zonden afhelpt en God is Degene Die bij mensen in hun hart wil komen wonen." Hij is "Iemand die ernaar verlangt een relatie met je te hebben."
"Hij houdt van ons en heeft zelfs Zijn Zoon gegeven om onze zonden te verzoenen." "God is zo'n ontzettend goede God, dat Hij zelfs Zijn enige Zoon Jezus Christus naar de aarde heeft gestuurd voor ons." "God wacht op een antwoord van onze kant." Een eenzijdig, soms ook ongereformeerd beeld is dan regelmatig het geval.
In een aantal reacties is echter ook te zien dat er gezocht wordt om een evenwichtig beeld te laten zien. Hij is niet alleen een zorgende Vader die uitsluitend uit is op ons welzijn. Hij heeft ook een afkeer van verkeerde dingen. "God de Vader is vertoornd over onze zonden" en "Hij is ook een eerlijk en rechtvaardig God, want wie niet in Hem gelooft, zal naar de hel gaan."
Bij de tweede vraag aan de jongeren is geprobeerd iets persoonlijker te worden door het stellen van de volgende vragen: 'Hoe zie jij God eigenlijk, wie is God voor jou?'.
In soms zeer openhartige antwoorden liet men iets van het eigen Godsbeeld zien.
De antwoorden kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën.
JONGERE: "GOD IS DE SCHEPPER VAN ALLE DINGEN DIE ER ZIJN, HIJ HEEFT DE AARDE GEMAAKT. HIJ IS OOK NOG BETROKKEN BIJ DEZE AARDE, HIJ ZIET EN WEET WAT ER GEBEURT, HIJ WEET DUS OOK VAN ONS AF. EN GOD WEET NIET ALLEEN VAN ONS AF, HIJ WIL OOK VOOR ONS ZORGEN EN HIJ WIL OOK DAT WIJ VAN HEM AFWETEN. DAAROM HEEFT GOD ONS DE BIJBEL GEGEVEN, DAARIN IS VAN ALLES TE LEZEN OVER WLE GOD IS. DAARIN STAAT ON- DER ANDERE DAT GOD VAN DEZE WERELD HOUDT, VAN DE MENSEN VAN DEZE WERELD, EN DAT HIJ DAAROM ONS HEEFT OPGEZOCHT, ONDANKS DAT MENSEN VAAK NIKS VAN GOD AF WILLEN WETEN."
JONGERE: "GOD LEIDT MIJN LEVEN, DOOR LEUKE EN MINDER LEUKE DINGEN, DIE TOCH ALLEMAAL HUN BETEKENIS HEBBEN. ZONDER GOD ZOU IK NIET WETEN WAAR IK VOOR LEEF. HIJ GEEFT BETEKENIS AAN MIJN LEVEN. CHRISTUS WEET TOCH OOK HOE HET IS OM MENS TE ZIJN. HIJ HEEFT VAN ALLE MENSEN HET MEEST GELEDEN. DLT KAN EEN ENORME TROOST ZIJN."
Vertrouwen en houvast
De eerste categorie zouden we kunnen samenvatten met de woorden 'vertrouwen' en 'houvast'. Voor een aantal jongeren is God de basis en ook het doel van het leven. Alles wat niet op God is gericht of "wat zijn basis niet in God heeft, is nutteloos." God is een Vader Die vasthoudt en niet alleen als het makkelijk gaat in het leven. Ook in slechte tijden houdt God vast en kun je bij Hem schuilen. Hij steunt als het moeilijk is." God is "Iemand Die van me houdt, mij mijn zonden vergeeft als ik daar oprecht berouw over heb en tot Wie ik altijd, door Christus' bloed, mag gaan."
Voor sommigen is het een benauwend, maar tegelijkertijd een veilig gevoel dat God alles weet.
Strijd
Bij de tweede categorie antwoorden past het woord 'strijd'. Het leven komt God als Schepper toe, maar dat is in de praktijk erg moeilijk. "Ik kan dat niet en soms denk ik wel eens dat ik het ook niet wil". "Ik zie God zelf als Iemand waar je met alles terecht kan, al maak ik er weinig 'gebruik' van. Vaak schiet het er, om wat voor reden dan ook, bij in, al wil ik het eigenlijk niet." Men doet dingen die men eigenlijk niet wil. Tussen kerk en wereld wordt dan een spanningsveld ervaren. De kerk, JeV en catechisatie inspireren en wekken op om te doen wat God vraagt. Door de week op het werk en op school gaat het echter weer fout.
Maar toch: "hoe tegenstrijdig je jezelf ook voelt, God heeft eigenschappen die voor ons mensen ook tegenstrijdig zijn. En dat vind ik het onbegrijpelijke van God: dat Hij echt alles is!"
JONGERE: "VOOR MIJ IS GOD HEEL VER WEG. HIJ VRAAGT VAN ONS DINGEN DIE WIJ NIET KUNNEN OPBRENGEN. HOEWEL IK WEET MET MIJN VERSTAND DAT GOD BESTAAT, HEB IK NIET HET GEVOEL DAT IK DAAR REKENING MEE MOET HOUDEN OF DAT IK VERANTWOORDING SCHULDIG BEN OVER MI|N DADEN."
Ver weg
Sommigen spreken over God als Iemand Die ver weg is.
Men weet wel dat God er is en spreekt op een rijke manier over Hem tegenover de onwetende naaste, maar "Hij lijkt soms zo ver weg. Ik weet dat Hij er altijd is, ook al voel ik Hem niet altijd." God is echter genadig omdat Hij "toch nog met mij te maken wil hebben, geloof ik."
Tenslotte de laatste vraag van de enquête: 'Als je vragen hebt over God, welke zijn dat zoal?'
Een aantal jongeren heeft geen vragen over God. "Zoals ik in de Bijbel lees staat er alles in wat ik nodig heb en bovendien is het een kwestie van geloof en niet van met het verstand benaderen."
Gods leiding
Veel jongeren hebben vragen over de leiding van God in deze wereld. "Waarom zijn Gods wegen zo moeilijk te volgen en te begrijpen?" "Als God liefde is, waarom gaan er dan mensen dood die niets over Hem weten?" "Waarom krijgt de een wel van God te horen en de ander niet?" "Waarom zijn er zoveel mensen die anderen pijn doen en waarom gebeurt er zoveel waar ik het nut niet van in zie?" "Er is erg veel verdriet op aarde, waarom doet God daar niet wat aan?"
Enorm lastige vragen waar iedereen in zijn of haar leven wel een keer tegenaan loopt. Er is zoveel dat wij mensen niet begrijpen, zeker als het over lijden, pijn, verdriet gaat. Allemaal weten we dat dit komt door onze verwerping van God, maar als lijden persoonlijk ervaren wordt, zijn deze vragen niet gemakkelijk te beantwoorden.
Een aanzet om bij het denken hierover te helpen is de +16 Mivoschets over 'De zin van het lijden' (Jaargang 22, nr. 3). Hierin wordt dieper ingegaan op deze vragen.
Tenslotte heeft men vragen van allerlei slag. Over de zekerheid van bekering; over het verwarrende van Gods veelzijdigheid; over het al dan niet mogen hebben van een voorstelling van God en over het feit dat bidden nogal eens wordt ervaren als praten tegen een muur. Ook zijn er vragen over verkiezing en verwerping. "God roept iedereen op zich te bekeren en te leven. Toch weet Hij dat alleen uitverkorenen bekeerd worden en dat lijkt inconsequent."
Het is niet gemakkelijk om op al deze vragen een bevredigend antwoord te geven. Veel vragen zullen we met ons mee moeten dragen. Misschien moeten we het antwoord wel zoeken in de richting die een jongere als volgt verwoordt: "een kwestie van geloven en niet met het verstand benaderen."
2. Eenzijdige godsbeelden
"WAAROM GAF GOD AAN JOZUA HET BEVEL OM ALLE KANAÄNIETEN TE DODEN? ALS GOD LIEFDE IS ZOU HlJ ZE TOCH HEBBEN LATEN LEVEN OM ZE ZO GENADETIJD TE GEVEN. Hij KON ZE TOCH EERST HET EVANGELIE LATEN VERKONDIGEN?" EÉN VAN DE JONGEREN STELDE DEZE VRAAG. HET IS EEN VRAAG DIE ALTIJD OPKOMT BIJ HET NADENKEN OVER GODSBEELDEN. HET GAAT DAN OVER GODS LIEFDE EN GODS TOORN; HOE KUNNEN DIE NU SAMENGAAN? IS DAT NIET TEGENSTRIJDIG? VELEN HEBBEN DE NEIGING OM EEN VAN BEIDE ALLE AANDACHT TE GEVEN. HET GEVAAR VAN EENZIJDIGHEID DREIGT DAN.
Gods toorn
Gods toorn. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Betekent het dat God, als een machtige alleenheerser, velen willekeurig straft voor de zonden en een enkeling redt? Een God op afstand? Een verterend vuur, een eeuwige gloed die onbenaderbaar is?
Het gebeurt nogal eens dat over God en Zijn toorn op een oneerbiedige en kwaadwillende manier wordt gesproken. Men spreekt over toorn en verdoemenis zonder dat het zo iemand dan lijkt te raken en zonder dat men iets ziet van de pijn in het hart hierover. Zonder blikken of blozen wordt dan gezegd dat er voor het grootste deel van de wereld geen redding wacht maar toorn van God. Ook Kaïn had alleen maar oog voor Gods toorn toen hij zijn broer vermoordde. Zijn zonde was groter dan dat hij vergeven zou kunnen worden, zo meende hij. Hij was alleen maar bang voor God en had daardoor geen oog voor andere zijden van God. Zo spreken over God maakt hard en koud en houdt uiteindelijk juist van God af.
Al heel vroeg in de kerkgeschiedenis, in de tweede eeuw na Christus, was er een man die met Gods toorn niet uit de voeten kon. Deze man, Mardon, 'loste het probleem op' door van één God twee goden te maken. De God van het Oude Testament was een wraakzuchtige en kwaadaardige God. De God van het Nieuwe Testament was een andere God, ruimhartig en liefdevol. Een gevaarlijke oplossing die Gods openbaring in Zijn Woord niet serieus neemt. Het blijft een lastig vraagstuk, maar we kunnen er wel iets over zeggen.
Al lezend in de Bijbel worden we opgeroepen te vrezen en te sidderen voor God, voor de heilige God. Dat gebeurt dan ook als ontmoetingen met God worden beschreven. Mozes doet zijn schoenen van de voeten als Hij God ontmoet in de braamstruik en 'hij vreesde God aan te zien', Jesaja roept 'wee mij' als hij God ontmoet in een visioen en Johannes valt op Patmos als dood aan jezus' voeten.
'God is een rechtvaardig Rechter en een God, Die te alle dagen toornt' (Psalm 7 : 12). Over Gods toorn wordt niet alleen in het Oude Testament geschreven. Ook in het Nieuwe Testament heeft toorn een nadrukkelijke plaats, zoals bijvoorbeeld in Romeinen 2 : 5: 'Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat (...)'.
Spreken over Gods toorn maakt huiverig. Veel mensen hebben de neiging deze kant van God te mijden terwijl anderen hier minder last van lijken te hebben. Zij vertonen de neiging alleen Gods toorn sterk te belichten. Het is niet altijd helder wat daarvan de bedoeling is. Het gevolg is echter vaak dat bij anderen angst wordt veroorzaakt.
Bij Gods toorn is het goed te bedenken dat God niet impulsief reageert. Mensen hebben die neiging als ze boos zijn. Zij kunnen overspoeld en meegesleept worden door woede, toorn of boosheid. Deze reactie lezen we van God niet. Gods toorn is altijd oprecht en gericht tegen het kwade. Het toont Gods afkeer van zonde, kwaad en ongeloof. Hij is Rechter en strijdt voor gerechtigheid. God vergeldt uiteindelijk een ieder naar zijn eigen werken (Rom. 2 : 6) en persoonlijke verdiensten (Lukas 12 : 47, 48). God is daarin niet wreed. Degene die Gods toorn ervaart, ervaart niets anders dan de gevolgen van eigen gemaakte keuzes. Wie niet gelooft is namelijk al veroordeeld. Daarbij heeft de mens de duisternis liever dan het licht (Joh. 3 : 18, 19).
God geeft de mens dus waar hij zelf voor kiest. Als we zo naar Gods toorn en straf kijken, verdwijnt ook de willekeur die we God toeschrijven.
JONGERE: "ER IS ERG VEEL VERDRIET OP AARDE, WAAROM DOET GOD DAAR NIET WAT AAN? OKÉ, 'T KOMT DOOR DE ZONDEVAL, MAAR ER ZIJN TOCH OOK 'BEKEERDE MENSEN' MET VEEL PIJN, LIJDEN EN VERDRIET, ZIEKTES, ETC.?"
"WAAROM GAAN ER MENSEN DOOD DIE NOG NIETS OVER GOD WETEN. ZO KUNNEN ZE TOCH OOK NIET IN HEM GELOVEN?"
Wij mensen hebben de neiging zonde en ongeloof te verbergen, te vergoelijken, makkelijk op te nemen. Als we echter even durven stilstaan bij het ontzagwekkende van Gods toorn zien we dat de zonde iets vreselijks moet zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan die zin in het Avondmaalsformulier: 'Aangezien de toorn Gods tegen de zonde zó groot is, dat Hij die (eer Hij ze ongestraft liet blijven) aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus met de bittere en smadelijke dood des kruises gestraft heeft'.
Er wordt wel van Gods toorn gezegd dat het geen wezenskenmerk is. Hiermee wordt bedoeld dat we, als we over God spreken, niet moeten denken aan een van nature toornige of boze God. Gods toorn is een reactie. Een reactie op zonde en ongeloof, zoals we zagen. Het feit dat God zo ontzagwekkend toornt heeft er alles mee te maken dat Hij zo diep liefheeft. De wortel van Gods toorn ligt juist daarin dat Zijn heilige liefde en rechtvaardigheid zo enorm is gekwetst door ons mensen. De ballingschap van Israël en Juda bijvoorbeeld was een uiting van Gods toorn over het verlaten van de Heere. Het was duidelijk een straf op de zonde, maar óók een middel tot bekering. 'En het zal geschieden, nadat Ik hen zal uitgerukt hebben, zo zal Ik wederkeren, en Mij hunner ontfermen; en Ik zal hen wederbrengen, een iegelijk tot zijn erfenis, en een iegelijk tot zijn land.' (Jer. 12 : 15)
JONGERE: "OOK VIND IK HET MOEILIJK HOE HET KOMT DAT ER ZOVEEL MENSEN ZIJN WAARIN GOD REN, DIE EVEN ONGEÏNTERESSEERD EN SLECHT ZIJN, GOD WEL BEZIG IS: KAN GOD DAT NIET BIJ VEEL MEER MENSEN DOEN? WAAROM BIJ DE ÉÉN WEL EN DE ANDER NIET?" (VOOR HET OOG) NIET WERKT TERWIJL BIJ ANDE-
Gods liefde
We zagen dat er nogal eens een verkeerde voorstelling gemaakt wordt van Gods toorn. Hetzelfde kan gezegd worden van Gods liefde. 'God is liefde' staat er in 1 lohannes 4:16. Een veel gebruikte, maar ook nogal eens verkeerd gebruikte uitspraak. Het is heel menselijk om de liefde van God te benadrukken ten koste van Zijn toorn. Uiteindelijk houden we niet van narigheid, onrust, ruzie en onvrede. We streven ernaar om alles harmonieus te hebben. Het ligt dan voor de hand om van God een liefhebbende Vader te maken die vriendelijk op ons neerkijkt, altijd begrip heeft en ons nooit iets verwijt of in de weg legt. Een God die altijd het goede voor ons zoekt en daarbij onze zonden ziet als een zwakheid die Hij ons niet kwalijk neemt. Met zo'n God kan eigenlijk iedereen wel leven en te bedenken dat God alleen maar liefde is maakt niet onrustig. Het is waar, God zoekt ons heil en is ook een liefhebbende Vader. Echter, alleen hierover spreken en over andere zijden van God te zwijgen geeft een eenzijdig beeld. Dan hebben we het meer over "God is lief" in plaats van over "God is liefde".
Waar gaat het eigenlijk over als we het over Gods liefde hebben?
Als het hart vol is van de kennis van Gods liefde wordt het wel vergeleken met een overstroomd dal dat vol is en blijft. Het belang van het kennen van Gods liefde wordt omschreven in 1 Korinthe 13. Zonder Gods liefde is alles waardeloos. God laat veel van Zichzelf zien met de woorden 'God is liefde'. Zeker daarom moeten we proberen deze uitspraak goed te begrijpen. De gedachte dat God liefde is, en daarom de ongehoorzaamheid en de zonde niet zou straffen is onjuist. Net zomin als Gods toorn impulsief of willekeurig is, is ook Gods liefde niet impulsief of wisselvallig. 'Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?' (Rom. 8 : 35). Dit geeft de standvastigheid van Gods liefde weer. Als we spreken van Gods liefde hebben we het niet over iets zoetsappigs, iets weekhartigs of sentimenteels. Veel mensen hebben zo'n 'lievige' God. Gods liefde is echter heilige liefde. Gods liefde toont de heiligheid van God, maar vraagt ook heiligheid van de geliefde.
Dat Gods liefde niet bewaart voor moeilijkheden laten talloze voorbeelden zien. Hierover staat echter wel in Romeinen 8:28 'dat, degenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede'.
Gods liefde is een uiting van Zijn goedheid en staat recht tegenover dat, wat de mens verdient. Zijn liefde komt tot mensen die niets aantrekkelijks of begerenswaardigs hebben. Dat is anders dan zoals wij vaak liefde onderling ervaren. Gods liefde is er echter tot de mens omdat God hier Zelf, helemaal vrijwillig, voor heeft gekozen.
Gods liefde is ook niet vaag of onbestemd, maar heeft een doel en is heel persoonlijk. God trekt Zich het welzijn van een zondaar aan. Er is dan ook grote blijdschap in de hemel als er één zondaar is die zich bekeert. (Luk 15 : 10).
Als Gods liefde ergens zichtbaar wordt, is het wel in het overgeven van Zijn Zoon aan de dood. Een Zoon, Die in het diepst van Zijn lijden aan Zijn Vader vraagt de drinkbeker te sparen en zo aangeeft hoe zwaar Hem dit lijden valt. Gods liefde gaat zover dat Hij zelfs dit verzoek, op deze manier gebeden, weigert. Even daarna verbergt Hij Zich drie uur lang tijdens een dieptepunt van het lijden van Jezus aan het kruis. Probeer hier eens een aardse voorstelling van te maken: voor een vader zou het onmogelijk zijn om te weigeren als zijn zoon op die manier tot hem bad. God had alle macht en kon het lijden van Zijn Zoon direct verlichten. Dat God dit toch niet deed, is een overduidelijk bewijs van Gods liefde voor zondige mensen. God had de zondige mens zo lief, dat Hij Zijn Zoon wel moest laten bidden zonder Hem te verhoren! Het is ook daarom dat Johannes na de uitspraak 'want God is liefde' vervolgt met: 'Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem'. (1 Joh. 4 : 9).
Liefde én toorn
Liefde en toorn: twee woorden die voor onze begrippen moeilijk bij elkaar zijn te krijgen. Tussen beide, wordt wel gezegd, heerst hoogspanning. De ene vorm van de openbaring van God, Zijn toorn, sluit de andere, Zijn liefde, echter niet uit. Dat God liefde is, betekent niet dat Hij niet toornig kan zijn. Dat Hij toornig kan zijn wil nog niet zeggen dat Hij niet kan liefhebben. Dit is moeilijk te begrijpen als we kijken naar de vraag waarmee dit hoofdstuk begint. Hoe kon God het bevel geven al die Kanaanieten te doden? Toch had dit zowel met zijn toorn over de zonde als met Zijn verkiezende liefde te maken. Voor ons mensen lijkt dit niet mogelijk, niet logisch en voor ons fs dat ook niet logisch. We kunnen allerlei verklaringen verzinnen en misschien komen we daarmee een heel eind. Een antwoord zal uiteindelijk toch onbevredigend blijven.
In elk geval komen we er niet door het één tegen het andere uit te spelen, het één tegenover het andere te zetten. We komen er ook niet door het één uit te vergroten en het andere daarbij te vergeten of onbelangrijk te vinden. Dat geldt zowel voor Gods liefde als voor Zijn toorn.
EEN VRAAG VAN EEN JONGERE: 'HOE HIJ - DE HEERE (RED.) - IS, KAN OP ZOVEEL MANIEREN WORDEN UITGELEGD, ZODAT HET HEEL VERWARREND KAN ZIJN'.
Logica schiet tekort. Logica schiet altijd tekort in het spreken en denken over God. Met een tegenstelling maken komen we er niet.
Uiteindelijk is het, om weer met die jongere te spreken, "een kwestie van geloven en niet met het verstand benaderen". Dat klinkt misschien als een dooddoener, maar dat is het niet. Wij mensen zijn geneigd om veel dingen met het verstand te benaderen. Dat is een gave van God waarvoor we Hem mogen danken. In het denken over God is het echter Gods gave als we onze manier van benaderen 'in kunnen wisselen' voor Gods benadering: 'Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods' (1 Kor. 2 : 5).
3. Schroom bij Gods heiligheid
VEEL VRAGEN BLIJVEN OPEN. WAAROM IS ER ZOVEEL LIJDEN DAT GOD TOELAAT? WAAROM KRIJGT DE ÉÉN ZOVEEL ELLENDE OP ZIJN BORD EN DE ANDER MINDER? WAAROM LAAT EEN LIEFDEVOLLE GOD TOE DAT ZOVELEN NOOIT VAN HET EVANGELIE HOREN? VELEN HEBBEN GEPROBEERD HIEROP EEN ANTWOORD TE GEVEN. JE HOORT ANTWOORDEN DIE WIJZEN OP ONZE EIGEN SCHULD: WIJ LIETEN EN LATEN SATAN TOE IN ONS HART. DAT IS WAAR, MAAR WAAROM ZIJN SATAN EN HET KWAAD ER EIGENLIJK? ALS HET OVER LIJDEN GAAT, HOOR JE ANTWOORDEN DIE EROP WIJZEN DAT GOD HET GEBRUIKT OM MENSEN TOT ZICH TE TREKKEN. MAAR MOET DAT DAN ECHT OP DIE MANIER?
Je hoort antwoorden die het voorbeeld van een borduurwerk gebruiken. Wij mensen zien nu slechts de onbegrijpelijke achterkant, alle draden lopen door elkaar. Al deze antwoorden zijn verrijkend, goedbedoeld en soms ook bijbels. Maar het is vooral goed in dit verband voor ogen te houden wat God zegt in Jesaja 55 : 9: 'Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten'. De Bijbel gebruikt het beeld van een pot en een pottenbakker aan wie de pot 'waaromvragen' stelt. (Rom. 9 : 20, 21). Misschien wordt het inderdaad tijd dat, hier met onze vragen aangeland zijnde, een zekere huiver ons bekruipt. Wie zijn wíj om God op deze manier te bevragen. Natuurlijk, deze vragen zijn in de gedachten van velen aanwezig. Ze mogen ook gesteld worden, ook aan God. We zien daarvan voorbeelden van Job, Asaf en zelfs de Heere Jezus aan het kruis. Belangrijk is wel de manier waarop we deze vragen aan God stellen. Misschien komt het woord 'schroom' of 'eerbied' nog het meest in de buurt.
God laat soms iets zien van Zijn beleid. Aan Asaf bijvoorbeeld in 'Gods heiligdom'. Wat Asaf daar echter ook ziet, is zichzelf en zijn eigen positie tegenover God. Beeldend schrijft hij daarover in Psalm 73. Zowel bij Asaf als bij lob geeft God geen rechtstreeks antwoord op de gestelde vragen. Wat Hij doet is de vragenstellers iets van Zichzelf laten zien.
De genoemde schroom en eerbied klinken ook door in de vraag die een jongere stelt: ''In hoeverre mag je een voorstelling van God hebben? Alle menselijke voorstellingen doen namelijk tekort aan de grootheid van God."
Als er helemaal geen Godsbeeld zou mogen zijn, zou elk spreken over God onmogelijk zijn. Het gaat erom dat ons spreken over God en ons Godsbeeld overeen moeten komen met wat in de Bijbel staat. Daarin openbaart God Zich immers. Dat is ook wat God in het eerste gebod van ons vraagt.
Onbegrijpelijk
Jesaja spreekt in hoofdstuk 40 vers 18 zijn verwondering uit over de grootheid en macht van God. 'Bij wien dan zult gij God vergelijken' schrijft hij, 'of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen?' God is eigenlijk onbegrijpelijk, niet te 'omgrijpen', niet te omvatten. Zoals bij een kind dat gevraagd wordt een dikke boom te omvatten met z'n kleine armpjes. Zo onbevattelijk is God ook.
Toch openbaart Hij Zich in de natuur en in de Bijbel. Hij bepaalt dus Zelf hoever Hij Zich laat kennen. Uiteindelijk laat God Zich zover kennen als nodig is om met Hem verzoend te worden. God Zelf heeft er voor gezorgd dat Zijn openbaring, Zijn bekendmaking, aan de mensen op schrift werd gesteld. Voor onze kennis van God, voor ons Godsbeeld, zijn we dan ook op Zijn Woord aangewezen. Niet door redeneren, niet door filosoferen maar door te luisteren naar het spreken van God en de verlichting van de Heilige Geest kunnen we ons een bijbels verantwoord beeld vormen van God.
De Bijbel geeft een enorm veelzijdig beeld van God. Het wordt wel eens vergeleken met een diamant met veel verschillende facetten. Als we kijken naar de hoeveelheid namen die in de Bijbel te vinden zijn, de beelden die God Zelf gebruikt, de eigenschappen zoals we die tegenkomen kan het ons mensen al duizelen. Als we spreken over God, raken we nooit uitgepraat en komen we altijd woorden tekort. Eén zaak moeten we altijd in het oog houden als we spreken over God of vragen stellen aan God, namelijk Gods heiligheid.
Gods heiligheid
Als het gaat over de heiligheid van God wordt wel gezegd dat Gods heiligheid alle andere eigenschappen van God bepaalt. Met 'heilig' wordt in het algemeen iets bijzonders bedoeld, iets waar geen smet op mag liggen. God is heilig en maakte dit in het verleden duidelijk door te wonen in het heilige der heiligen, het achterste deel van de tempel. Het gedeelte dat helemaal afgesloten was voor mensen. Slechts één keer per jaar mocht de hogepriester er binnen komen om verzoening te doen met offerbloed. Als Jesaja de tempel betreedt in een soort visioen ziet hij de Heere zitten op een troon en de engelen bedekken hun gezicht en voeten. Zelfs zij mogen Gods gezicht niet zien. Met schroom en eerbied wordt 'heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen' gezongen. God is volledig anders, majestueus en onaantastbaar. Als het gaat over Gods heiligheid en Zijn heerlijkheid wordt er vaak gesproken over verschijnselen als storm, vuur, wolken, bliksemstralen en donderslagen. Ook in Jesaja's visioen beeft de tempel en wordt hij vervuld met rook. Geconfronteerd met Gods heiligheid ziet Jesaja direct de kloof die er is tussen de heilige God en de mens. "Wee mij, zegt hij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden van een volk, dat onrein van lippen is" (Jesaja 6 : 5). De heilige God is ver verheven boven mens en wereld, gescheiden van kwaad, zondigheid en onreinheid. God geeft echter aan dat Hij juist als de Heilige met de mens te maken wil hebben. God verbindt zich aan Israël en laat Zijn volk niet los: "Want Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige Israëls, uw Heiland" (Jesaja 43 : 3). Hij wil bij de mensen wonen en daarom mag de engel naar Nazareth om Maria het volgende te vertellen: "dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden" (Lukas 1 : 35).
Volledig herstel
Dit brengt ons tenslotte bij een laatste opmerking. We zagen dat we het juiste beeld van God zijn kwijtgeraakt. Dat was al op het moment dat we God niet meer nodig hadden. In het paradijs gebeurde dat voor het eerst. In ons leven gebeurt dat telkens weer opnieuw. Ongehoorzaamheid, ongeloof, zonde: keuzes die ons van God afhouden en waarmee we buiten de kennis van God blijven.
Als God de goede keus in ons hart heeft gewerkt, gaan we God leren kennen. Echter, ook dan maar voor een beperkt gedeelte. En ook dan, zagen we, krijgen we heus geen antwoord op al onze vragen.
Wel krijgen we een helderder beeld van God, ook van Zijn leiding en de manier waarop Hij Zich openbaart. Kijk maar naar David in bijvoorbeeld Psalm 13 en 38. In het begin van deze psalmen is er geen zicht op God: 'Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen?' (Ps. 13 : 2). David huivert voor Gods aangezicht in Ps. 38 : 2: 'O HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid'. Maar als hij door het geloofde HEERE in beeld krijgt, wordt het anders. 'Maar... ik vertrouw op Uw goedertierenheid; mijn hart zal zich verheugen in Uw heil; ik zal de HEERE zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft' (Ps. 13 : 6) en 'Haast U tot mijn hulp, Heere, mijn Heil!' (Ps. 38 : 23).
Midden in zijn strijd kijkt David naar boven en krijgt hij zicht op de Heere, zijn Heiland. Dat beeld van God is voor hem vervolgens genoeg om weerverder te kunnen. De Heere zal alles goed maken. 'Het heil is des HEEREN' riep Jona uit terwijl hij nog in de vis zat...
God gaat in de bekering het Godsbeeld langzaam maar zeker vernieuwen. Deze vernieuwing is mogelijk vanwege het offer van Christus. Aan het kruis van Golgotha hebben Gods rechtvaardigheid en barmhartigheid elkaar begroet als in een heilige kus. Door in Christus te geloven wordt ons Godsbeeld weer hersteld. '(...) alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, (...).' (Hebr. 3 : 3m). De gelovigen gaan God dan meer en meer zien zoals Hij werkelijk is. Ze verwonderen zich over Zijn eigenschappen waar ze het eerst zo moeilijk mee hadden. Het zicht op God blijft hier op aarde weliswaar vertroebeld door de zonde en het beperkte vermogen tot begrijpen. Een volmaakt Godsbeeld is er pas in de hemelse heerlijkheid, die er dan ook uit bestaat eeuwig bij God te mogen zijn. Daar zal er geen sprake meer zijn van beperkingen en zullen Gods kinderen een beeld van God hebben zoals Hij ook daadwerkelijk is. 'Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien zoals Hij is'. (1 Joh. 3 : 2).
Ook gaat God het beeld van Hem, zoals dat in ons mensen bij de schepping te zien was, herstellen. God schiep ons naar Zijn beeld en dat zijn we grotendeels kwijtgeraakt. Christus gebiedt ons ons kruis op te nemen en Hem te volgen. Dat betekent dus achter Hem aan, Zijn voetstappen drukken en de weg volgen die Hij voor ons bepaalt. Ook hierin gaan we dan op Hem lijken. 'Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis op en volge Mij' (Matt. 16 : 24).
DE DENKER B. PASCAL (1623-1662) ZEGT IN ZIJN BOEK , 527: 'GEDACHTEN' (NR. 527): 'GOD KENNEN, EN NIET ZIJN EIGEN ELLENDE, MAAKT HOOGMOEDIG. ZIJN EIGEN ELLENDE KENNEN, EN GOD NIET, DRIJFT TOT WANHOOP. DE KENNIS VAN JEZUS CHRISTUS VERTEGENWOORDIGT DE GULDEN MIDDENWEG, WANT DAARIN VINDEN WE ZOWEL GOD ALS ONZE ELLENDE.'
De verenigingsavond
Een avond over 'Wie is God?' zal wezenlijk bijdragen aan de bezinning rondom Gods Woord op een jeugdvereniging. Het is dan ook zeer de moeite waard om dit onderwerp aan de orde te stellen. De manier waarop is natuurlijk heel belangrijk, Op zo'n avond heb je het niet over zomaar iemand. Het gaat over God, de Schepper en Onderhouder van ons leven, Over de HEERE, de Verbondsgod, Die trouw is aan Zijn beloften éen bedreigingen. Over Christus, in Wie God Zijn liefde voor zondaren het duidelijkst laat zien. Over de Heilige Geest, Die ons verduisterde verstand verlicht zodat we God gaan zien zoals Hij is.
Een avond dus, die we met schroom, eerbied en ootmoed moeten vormgeven. Met het gebed of de Heere Zelf in het midden wil zijn.
In de schets worden in het eerste hoofdstuk vragen aan jongeren gesteld. HeT is goed om diezelfde vragen ook aan de eigen JeV-leden te stellen. Het beste is om dit een paar weken van tevoren te doen. De antwoorden kun je in het programma van de avond verwerken. Dat kan op verschillende manieren:
1. Verwerk de reacties in de inleiding zoals ook in de schets is gebeurd. Je zou enkele jongeren hun eigen reactie kunnen laten verwoorden.
2. Presenteer de reacties, aan het begin van de avond door middel van grote vellen, een beamer of overheadprojector.
3. Verwerk de reacties in de verwerking van hel onderwerp.
Ideeën voor de opzet van de avond kun je vinden In de 'Verwerkingsmap +16', uitgegeven door de JBGG en in het bezit van de jeugdvereniging.
Verwerking
1. Vragen aan jongeren (Zie hoofdstuk 1)
(1) 'Stel je voor dat iemand die de Bijbel niet leest en van God niet afweet je de volgende vraag zou stellen: "Wie is God eigenlijk?" Wat zou je dan antwoorden?'
(2) 'Hoe zie jij God eigenlijk, wie is God voor jou'
(3) 'Als je vragen hebt over God, welke zijn dat zoal'
Verschillende jongeren hadden vragen naar aanleiding van vraag (3). Hieronder staan ze.
"Als er momenten zijn dat ik vastloop, dat ik weer heb gefaald, vraag ik me wel eens af waarom God dat toelaat in mijn leven. En als ik niets van Hem zie vraag ik me wel eens af waarom Hij dat doet, wat het nut daarvan is." "Hoe krijg je nou zekerheid dat je echt een kind van God bent? Hoe weet je dat nou zeker? Hoe en waardoor kan God jou dat laten zien?"
"De verkiezing/verwerping staat bij God vast. Toch maant God iedereen om zich te bekeren en te leven. Terwijl Hij weet dat alleen de uitverkorenen uiteindelijk bekeerd zullen worden. Is dat niet inconsequent?"
"God zegt: Al wat u ontbreekt schenk Ik zo gij het smeekt. Hoe komt het dan dat ik als ik bid zo vaak het gevoel heb of ik tegen een muur aanpraat?"
"Is er een verschil in Godsbeelden bij bekeerden en onbekeerden? Moet dat er zijn?"
"Wanneer je het hebt over 'het kennen van God', in hoeverre leer je dan God kennen zoals Hij werkelijk is?
"Kan God berouw hebben om wat Hij gedaan heeft, bijvoorbeeld de zondvloed?"
"Waarom zijn er vaak mensen die anderen pijn doen?"
"Waarom zijn Gods wegen zo moeilijk te volgen en te begrijpen?"
Deze vragen of vragen die jullie eigen JeV-leden hebben (zie onder het kopje 'De verenigingsavond) kun je op verschillende manieren terug laten komen in de verwerking van de avond.
2. Stellingen
1. 'God is groot en wij begrijpen het niet' (Job 36:26a). We kunnen de JeV-avond dus beter beëindigen.
2. Je opvoeding bepaalt hoe je tegen de Heere aankijkt.
3. Liefde en toorn zijn bij God twee kanten van dezelfde medaille.
4. We moeten niet over Godsbeelden praten, maar over God.
3. Bijbelstudie
Mozes heeft veel van God leren kennen in zijn bewogen leven. Denk bijvoorbeeld aan de ontmoeting met de HEERE bij het brandende braambos in Exodus 3. In Exodus 33 vindt weer zo'n bijzondere ontmoeting met de Heere plaats. Lees dit hoofdstuk met elkaar.
a. Vers 1: wat zegt dit vers over de HEERE?
b. Vers 3: Wat was de aanleiding van Gods toorn? Wat zien we terug van het onderwerp 'Wie is God?' in de manier van doen van het volk Israël?
Zou de Heere ook concrete aanleiding hebben om op jou vertoornd te zijn?
c. Vers 10: Welke houding namen het volk aan als de wolkkolom neerdaalde? Waarom? Hoe is jouw (innerlijke) houding in de ontmoetingen met de Heere - in het gebed, het lezen van Zijn Woord, zitten in de kerk?
d. Vers 11: Hoe kon Mozes met de HEERE spreken zoals 'een man met zijn vriend spreekt'? Kun jij je God zó voorstellen?
e. Vers 15: Wat zou Mozes hier met 'Uw aangezicht' bedoelen? Hoe menselijk mogen wij over God spreken?
f. Vers 18: Wat vraagt Mozes hier?
g. Vers 19: Wat is de reactie van de HEERE?
h. Vers 20: Hoe verhoudt zich dit tot vers 11,14 en 15? Wat zegt dit vers over de HEERE?
i. Vers 21 t/m 23: Ook de Heere spreekt soms op een menselijke manier over Zichzelf. Waarom? Hoe zie jij God?
In hoofdstuk 34 verschijnt God werkelijk aan Mozes. In vers 6 en 7 maakt Hij Zichzelf - sprekend over Zichzelf- bekend.
j. Schrijf naar aanleiding van vers 6 en 7 zoveel mogelijk eigenschappen van God op.
k. Geloof je wat de Heere over Zichzelf zegt? Wat betekent dit voor jou?
I. Vers 8: Ook Mozes, de vriend van God, verootmoedigt zich voor de Heere. Hoe kunnen wij dan ooit tot Hem naderen?
4. Beelden
a. Waarom mogen we van God geen beeld maken (3e gebod)?
b. Toen de Romeinen in 70 na Chr. de tempel te Jeruzalem binnendrongen tot in het Heilige der Heiligen, ontdekten ze tot hun verbazing dat daar geen beeld stond. Waarom verbaasde hen dat?
c. De stem van God is in Zijn openbaring heel belangrijk. Zie bijvoorbeeld Deut. 4 : 12. Dit zien we in de Bijbel vaker. Noem namen en omstandigheden waarbij de Heere Zich door middel van Zijn stem openbaart.
d. In wezen is heel de Bijbel 'Gods spreken'. Hoe moeten we dat zien?
e. Hoe openbaart Hij Zich nog meer? Wat voegt dat toe aan het spreken in de Bijbel?
f. Wat is essentieel in het leren kennen van God? Zie bijvoorbeeld Hebr. 11 : 6 en Gen. 15 : 6.
g. Als de dominee 's zondags in zijn preek de gemeente uitnodigt: 'Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!', wat bedoelt hij dan eigenlijk? Wat is 'zien' hier?
h. Heb jij zo de Heere gezien?
Literatuur:
'De gereformeerde dogmatiek', Ds. G.H. Kersten
'Heilig is Zijn naam', Prof. Dr. H.G.L. Peels
'Ik geloof in God', Ds. C. Harinck
'Onze godsbeelden en Gods zelfopenbaring' dr. G. v.d. Brink; in: Beeld en werkelijkheid
'God leren kennen' J.l. Packer 'De zin van het lijden' Mivo jaargang 22, nr. 3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Mivo +16 | 20 Pagina's