JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

4. Wat verwacht de gemeente van mij?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Wat verwacht de gemeente van mij?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iemand die (doop)lid van de gemeente is, mag zich de vraag stellen: Wat verwacht de gemeente van mij? Wat wordt er van mij als (doop)lid van een christelijke gemeente verwacht?

Lidmaatschap schept verwachtingen. Aan het lidmaatschap zijn bepaalde voorrechten, maar ook bepaalde verplichtingen verbonden.

De gemeente verwacht een belijdenis

Het lid zijn van de gemeente betekent dat ik lid ben van de gemeente van Jezus Christus. In hoofdstuk 1 is verwezen naar Rom. 1: 6 waar gesproken wordt over de "geroepenen van Jezus Christus". Gewezen is op de kanttekening die niet alleen op de uiterlijke roeping wijzen, maar ook op de innerlijke roeping door de kracht van de Heilige Geest.

Paulus spreekt de gemeente aan als "geroepenen van Jezus Christus" (gemeente in Rome), "de heiligen die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus" (gemeente in Efeze), "al de heiligen die te Filippi zijn, met de opzieners en diakenen" (gemeete in Filippi) enz. Natuurlijk zijn er in deze gemeenten huichelaars. Niet iedereen in Rome was innerlijk geroepen, niet iedereen in Efeze en Filippi was geheiligd in Jezus Christus. Er was kaf onder het koren! Toch spreekt Paulus hen op deze wijze aan.

Wat verwacht de gemeente van mij? In de eerste plaats dat ik tot de belijdenis kom dat Jezus is de Heere (1 Kor. 12:2). Het lid zijn van de gemeente eist van de leden de belijdenis dat zij "geroepenen van Jezus Christus" zijn.

Iedere zondag legt de gemeente belijdenis van haar geloof af met de woorden van de twaalf artikelen van "ons algemeen en ongetwijfeld Christelijk geloof". En een iegelijk spreke in zijn hart aldus: "... Ik geloof een heilige, algemene Christelijke Kerk...". Wat houdt deze belijdenis in? " Dat de Zoon van God uit het ganse menselijk geslacht Zich een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren..., vergadert, beschermt en onderhoudt; en dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven". Belijden betekent nazeggen De gemeente verwacht van ieder gemeentelid dat zij de bovenstaande woorden belijdt, naspreekt! Niet alleen met de mond, maar ook met het hart.

"Tot een Geest gedrenkt"

In de tweede plaats verwacht de gemeente van mij dat ik "tot één Geest gedrenkt ben (1 Kor 12: 13). De gemeente mag van ieder gemeentelid verwachten dat het vervuld is van de Heilige Geest. De gemeenteleden moeten leven vanuit de kracht des Geestes.

Het leven buiten de Heilige Geest is geen leven. Paulus zegt: "Indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven. Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods" (Rom. S: 13 en 14)

In het tweede hoofdstuk hebben we gezien dat de invloed van het moderne denken de christelijke gemeente niet voorbij gaat. Hoe belangrijk is het dan dat de leden van de gemeente krachtig worden in de Heere "en in de sterkte Zijner macht" (Ef. 6 10). Alleen in Christus" kracht kan de gemeente staande blijven.

Verschillende («den

Paulus heeft de gemeente vergele ken met een menselijk lichaam dat uit verschillende leden bestaat. Wanneer ik lid ben van Christus" lichaam (de gemeente van Christus) mag de gemeente ook het volgende van mij verwachten:

1. Dat ik me bewust ben van de gaven die de Heere me heeft gegeven. Deze gaven dien ik vervolgens ten dienste van de gemeente te gebruiken.

2. Dat ik met de andere leden van de gemeente de eenheid binnen de gemeente zoek. Dit is alleen mogelijk wanneer ik de liefde heb: liefde tot God en tot de naaste. Wanneer er door andere leden fouten worden gemaakt, moet ik daar niet over spreken met anderen. Integendeel, ik dien geduld te hebben met de zwakheden van de ander. Ik dien de nadruk niet te leggen op de gebreken van anderen, maar juist op de gaven.

Wanneer iemand in de ge meente lijdt, moet ik me als lid van het lichaam betrokken weten en mee-lijden. Wanneer een ander lid blij is. wordt van mij verwacht dat ik mee-leef. mee-verblijd ben.

3. Dat ik zoek naar de "beste gaven". Dat houdt in dat ik me telkens de vraag stel: hoe kan ik nog meer tot nut zijn van de gemeente? Hoe kan ik het lichaam van Christus nog meer dienen?

Al met al: het lid zijn van de gemeente vereist liefde, inzet en betrokkenheid. Op deze wijze die nen mensen binnen de gemeente het goede voor elkaar te zoeken

En nu de praktijk

In het bovenstaande wordt beschreven wat de gemeente op grond van de Bijbel van haar leden mag verwachten. Hoe zien jongeren in onze tijd het gemeente-zijn? We nemen een gedeelte van een vraaggesprek over dat in Daniël (46ste jrg. nr. 19) is gepubliceerd.

De vraag die gesteld werd handelde over artikel 27 van de Nederlandse Geloofdsbelijdenis. In dit artikel worden de kenmerken van de algemene christelijke kerk beschreven. Harry: Uit dit artikel blijkt dat de gemeente in de eerste plaats een vergadering van ware christgelovigen behoort te zijn. In de gemeenten zijn de mensen bijeengebracht die het geloof in Christus zouden moeten kennen.

Hanna: Het gaat vooral om de laatste zin van dit artikel: de gemeente hoort met hart en wil in eenzelfde wil, door de kracht des geloofs, samengevoegd en verenigd te zijn.

Matthijs: Ik heb het idee dat binnen onze gemeenten het geloof vaak heel persoonlijk beleefd wordt en dat er over het geloof nauwelijks met elkaar gesproken wordt. Het wordt niet naar buiten of naar elkaar uitgedragen. Er wordt in de gemeente niet die eenheid in het geloof gevonden, waarvan in dit artikel gesproken wordt.

Annemarie: De gemeente hoort ten diepste een afspiegeling te zijn van de bruid van Christus. Zo zou je leven moeten zijn.

Carla: Het zou moeten zijn zoals het in 1 Korinthe 12 beschreven staat, waar gesproken wordt over leden van een lichaam.

Harry: Inderdaad, alle leden vullen elkaar aan tot een lichaam. Het ene lid hoort een relatie met het andere lid te hebben. Ze horen bij elkaar. Ik denk dat je het zo mag zien: ik ben er als lid van het lichaam voor de gemeente en de mensen uit de gemeente zijn er als leden voor mij. Dat geldt voor iedereen. Zo kun je als gemeente iets voor elkaar betekenen.

Matthijs. Ik denk dat alles in de eerste plaats op Christus gericht moet zijn, als Hoofd van Zijn gemeente. Het hoort een heilige vergadering van ware christgelovigen te zijn.

J.H. Mauritz: Hef is natuurlijk wel de vraag: behoort iedereen wezenlijk tot de vergadering van christgelovigen? De Bijbel spreekt toch ook over kaf en koren?

Carla Uiterlijk horen allen erbij, maar niet iedereen behoort tot hel wezen van de gemeente, terwijl dat wel heel erg is. We hebben het recht niet om onbekeerd te zijn.

Harry: Je verzaakt je plicht als je onbekeerd in het midden van de gemeente staat. Dat werkt in alles door.

Matthijs: Ik denk dat kaf en koren samen de gemeente vormen. Kijk bijvoorbeeld naar Ananial en Saffira. Hoewel ze niet tot het wezen van de gemeente hoorden, waren ze wel uiterlijk in de gemeente opgenomen.

Hanna: Ook'in de brieven van Paulus vind je dat terug. Paulus richt zijn brieven aan de gelovigen, maar noemt in die brieven wel de dwalingen die er gevonden worden in de gemeente en bestraft deze. Hij spreekt ze aan zoals ze behoren te zijn, namelijk: gelovigen. Paulus gaat dan in zijn brieven wel separeren of ze ook werkelijk gelovig zijn.

J.H. Mauritz: Er blijft een spanningsveld als we over de gemeente spreken. Niet alle leden behoren wezenlijk tot de gemeente van Christus, maar wel worden alle leden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Maar nu een ander aspect. In de gemeente waar wij mogen samenkomen, staat het Woord centraal. Vinden jullie dat Gods Woord het belangrijkste is binnen de gemeente? Frans:

Frans: Heel duidelijk. In de gemeente draait alles wat we doen om Gods Woord: in de prediking, de jeugdvereniging, tijdens bijbelstudies, enzovoort. Alles behoort daarop gericht te zijn. Anthonie:

Anthonie: Hoe de gemeente behoort te zijn, zie je duidelijk beschreven in Handelingen 2:42- 47. Er staat bijvoorbeeld dat de gemeenteleden al hun goederen en have verkochten en die verdeelden aan degenen die behoeftig waren, dat ze dagelijks eendrachtig in de tempel bijeenkwamen. God prezen en genade hadden bij het ganse volk.

J.H. Mauritz. Wat is volgens jullie de roeping van de gemeente als je dit hoofdstuk leest?

Hanna: De gemeente moet een lichtend licht en een zoutend zout zijn, ook in de getuigenis naar buiten.

Anthonie: De gemeenschap, het dienen is belangrijk.

Carla: Ik denk dat het in de eerste plaats om de gemeenschap der heiligen gaat, het elkaar dienen binnen de gemeente, de zorg voor elkaar, de huisgenoten des geloofs. En dan pas de getuigenis naar buiten toe.

Anthonie: Ik vind dat de gemeente eigenlijk veel te weinig naar buiten toe getuigt.

Harry: Dat komt denk ik ook door onze houding. De gemeente in de tijd van Paulus was heel anders gericht op de wereld waarin ze stond dan de gemeente in onze tijd. Wij nemen een verdedigende houding aan tegenover de boze wereld en trekken ons terug in ons eigen wereldje.

Hanna: Misschien moet je eerst de verbondenheid voelen als gemeente, wil je het uit kunnen dragen.

Frans: Ik denk dat getuigen naar buiten toe moeilijk is als je het onderling niet eens bent. Matthijs:

Matthijs: Dat vind ik niet. Ook al zijn we het onderling niet eens, neemt dat onze plicht om te getuigen niet weg! We moeten toch handelen, zoals beschreven staat in Handelingen 2. Je leest dat er dagelijks tot de gemeente toegedaan werden. De gemeenten in de tijd van Handelingen zijn natuurlijk wel heel anders en op een bijzondere manier tot stand gekomen dan de gemeenten van nu. Volgens mij kun je de kenmerken van de gemeente, genoemd in Handelingen 2, niet zomaar op onze tijd toepassen.

J.hi Maurtiz. Ik denk dat we inderdaad een onderscheid kunnen maken tussen onze tijd en de tijd, waarin de gemeente van Handelingen, kort na Pinksteren, ontstond. Toch worden er ook kenmerken genoemd die wel in onze gemeente teruggevonden zouden moeten worden. Ik zou hier ook de brieven aan de zeven gemeenten uit Openbaring 2 en 3 willen noemen. De verschillende situaties van de gemeenten die daar genoemd worden, kun je door de tijd heen terugvinden en ook vandaag nog.

Carla: Ik denk dat de brieven aan die gemeenten voor ons ter waarschuwing en tot beschaming staan opgetekend; het kan ook met onze gemeente zo gaan. Alles wat in deze brieven beschreven staat, is heel herkenbaar. Door zelfonderzoek zouden we iedere keer ons hart ernaast moeten leggen, opdat het tot onze bekering zou lijden.

En nu?

Lid zijn van de gemeente betekent lid zijn van een geheiligd volk. De Israëliet droeg het teken van het verbond; de besnijdenis. Voor hun gold: "Ik ben de HEERE, uw God, die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb". Op de Sinaï werd het verbond tussen God en Israël gesloten. De Israëlieten waren verbondskinderen. En toch blijkt telkens de ontrouw van dit afgezonderde volk.

Tegen Israël zegt de Heere: "Bekeert u, gij afkerige kinderen! spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd, en Ik zal u aannemen, een uit een stad, en twee uit een geslacht, en zal u brengen te Sion" (Jer. 3: 14).

Lid zijn van de gemeente betekent dat we verbondskinderen zijn. Hoe vaak blijkt onze ontrouw uit onze daden. Ds. Vreugdenhil schrijft dat er tweërlei kinderen des verbonds zijn. "Dat wil zeggen: enerzijds de 'uitwendige belijders', die wel het teken van het verbond dragen, maar de zaligmakende genade Gods midden en ten diepste onbekeerd voortleven. Anderzijds zijn er de ware kinderen Gods, die niet alleen het verbondsteken dragen, maar door waarachtige wedergeboorte in het wezen van het verbond begrepen zijn. Daar valt dus de scheidslijn: gelovigen of ongelovigen...

Geloof en bekering zijn juist de weg waarlangs de Heere Zijn kinderen brengt tgot de waarachtige gemeenschap met Christus, de Verbondsmiddelaar. Dat geloof en die bekering, die nieuwe gehoorzaamheid is geen prestatite (van de mens) maar goddelijke gratie (genade alleen). Zo leefden er dus onder Israël tweeërlei kinderen des verbonds. Het was niet alles Israël, dat Israël genaamt werd".

De liefde van de Verbondsgod blijkt echter sterker te zijn dan de ontrouw van Zijn volk. "Bekeert u, gij afkerige kinderen! spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd..." Ds. C.G. Vreugdenhil merkt hierbij op: "De Heere zinspeelt hier op wat kort na de uitleiding uit het diensthuis bij de Sinaï plaats had. Toen werd het trouwverbond tussen God en Israël gesloten. Toen heeft Israël als de gelukkige bruid haar hand mogen leggen in die van de hemelse Bruidegom. En dat gold heel het volk! Heel Israël was het volk van Gods verbond. Zeker, er zijn tweeërlei kinderen des verbonds, maar van heel het volk zegt God: "Gij zijt Mijn volk. Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn! Ik zal niet feilen in Mijn trouw, noch Mijn verbond ooit schenden".

Daarom roept God Zijn volk hier op tot bekering. Het genadeverbond heeft zijn vastheid in Hem, niet in het ontrouwe Israël. Als het aan Israël lag, zou de breuk volkomen zijn geweest. Maar de Heere gedenkt aan Zijn verbond, dat vast ligt in het bloed van Christus. Hij die Israël trouwde, kan en wil haar niet vergeten. Van deze eigendomsrelatie droeg Israël sraei een teken , . in n het j. vlees, aan ae name- ••' - = - n^U a a n (Jg ^Ae tef Sc^is nieuwtestamentische y een teken en zegel gegeven Heilige Doop als teken van Gods genadeverbond! In dat teken zegt God:"Ik heb u getrouwd! Ik heb het recht op uw leven"! Als volk heeft God Israël getrouwd en op grond daarvan mogen zich de afzonderlijke personen bekeren. Zo is het nog. Aan heel de gemeente heeft God de bediening van het verbond geschonken en op grond daarvan mogen we wederkeren tot Hem".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

Mivo +16 | 32 Pagina's

4. Wat verwacht de gemeente van mij?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

Mivo +16 | 32 Pagina's