JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

7. Nuchter zijn en waken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

7. Nuchter zijn en waken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de schets over het occultisme (Mivo + 16, 9de jaargang, nummer 7) werd aan de woorden "Nuchter zijn en waken" ook al aandacht geschonken. Dat wordt nu niet herhaald. Toch moeten deze fundamenten van een bijbelse standpuntbepaling ten aanzien van de Nieuwe Tijdbeweging ook hier genoemd worden.

Bijbelse nuchterheid moet ons laten zien, dat er in de Nieuwe Tijdbeweging veel religiositeit opnieuw verschijnt, die tekenend is voor wat we lezen in onder andere Jesaja 44 en Romeinen 1. De van God vervreemde mens vult zijn religieuze leemte met machten en goden van eigen maaksel. Juist daarom zijn ze zo sterk. En de eigen verbeeldingen zijn de invalspoorten voor de satan en de demonische machten. De wijsheid, die niet van boven is, is immers naar het woord van Jakobus 3: 15 "aards, natuurlijk ('psychisch' staat er in de grondtekst), duivels ('demonisch' staat er in de grondtekst)". Daarin is een geweldige tegenstelling te zien met de wijsheid die van boven is (zie daarvoor de verzen 17 en 18 van datzelfde hoofdstuk).

In de Nieuwe Tijd-beweging komen we een groep stromingen tegen, die weliswaar niet meer geheel geseculariseerd is, en dus termen en begrippen hanteert, die een "godsdienstige" klank verspreiden. Maar dat "godsdienstige" betreft niet zozeer het luisteren naar het bijbels getuigenis, als wel het vereren van de kosmos zelf (en daarmee ook de mens) als goddelijk.

Eindtijd

Bijbelse nuchterheid moet ons ook voorzichtig maken om met sommige "eindtijd"-profeten te gemakkelijk te denken dat nu wél het einde der tijden is aangebroken. Want wat er ook in het verleden beweerd is over het aanbreken van de eindtijd, één ding is zeker: tot nu toe heeft men zich vergist. Toen de discipelen na de opstanding vroegen of in die tijd het koninkrijk weer zou worden opgericht, zei Jezus zelf: "Het komt u niet toe te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft" (Hand. 1:7). En de apostel Paulus schreef: "Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders, hebt gij niet van node dat men u schrijve. Want gij weet zelf zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in de nacht" (1 Thess. 5: 1-2).

Wij weten dus niet, wanneer het einde van deze aardse bedeling zal zijn. Hierbij moeten we bedenken dat de woorden "het laatste der dagen betrekking hebben op heel de periode tussen de hemelvaart en de we- derkomst. Wij weten wel, dat er grote afval zal zijn, dat de antichrist zich zal manifesteren en velen verleiden. Wij weten niet, of de Nieuwe Tijd beweging de inleiding tot de eindtijd vormt. Wij weten wel dat het onze taak is om met woorden en daden te getuigen van het grote werk dat God in Christus voor Zijn kerk heeft verricht. Dat getuigenis zal blijven klinken, hoe lang de wereld ook nog bestaat. Jezus heeft de Farizeeën en Sadduceeën verweten dat ze wel weersvoorspellingen deden, maar de "tekenen der tijden", die namelijk naar het profetisch woord op de komst van de Messias wezen, niet konden onderscheiden (Matth. 16: 3).

Wij weten niet of de Wederkomst in de twintigste eeuw zal geschieden. Wij weten wel dat er ook in de Nieuwe Tijd-beweging, net als in vele andere bewegingen die de geschiedenis tot nu toe heeft gekend, allerlei dingen gezegd worden die de toets der kritiek, zoals die door Gods Woord gegeven wordt, niet kan doorstaan.

En zo komt naast het nuchter zijn ook het waken onder de aandacht. Het waakzaam zijn wordt ons op zo vele plaatsen in de Schrift opgedragen.

Zo'n waakzaamheid speurt niet zozeer naar de tekenen van de komst van de Antichrist in de eigen tijd, maar stelt wel de antichristelijke machten aan de kaak. Wat zich verzet tegen het bijbels getuigenis, wat van een zondige en anti-goddelijke aard is, kan door nuchtere waakzaamheid onthuld worden. Daarom is het zo belangrijk dat we gewapend zijn met grote Schriftkennis. En dan gaat het niet om een theoretische kennis alleen, maar om doorleefde kennis. Lees daarom biddend wat er ge schreven staat over de wapenrusting Gods in Efeze 6: 11 en volgende verzen. Die wapenrusting is van geestelijke aard en heeft ook in onze "moderne" tijd nog niets aan betekenis ingeboet, integendeel.

De Toekomende Eeuw

Maar er is nog iets. In alle drukte van het moderne leven en alle bezigheid met wat zich in onze wereld aandient, zouden we kunnen vergeten, dat de Bijbel zelf spreekt over de "Nieuwe Tijd", al worden daarvoor andere woorden gebruikt. Daarbij gaat het niet over menselijke toekomstdromen, maar om het Woord van God.

Juist als we nagedacht hebben over stromingen die zich als bewegingen van een Nieuwe Tijd aandienen, is het van groot belang om het bijbels perspektief van het komend Koninkrijk van God niet uit het oog te verliezen. Het marxisme is gebleken een krachtige heilsboodschap te zijn, juist omdat het een bijbels element overnam, maar weliswaar op een volstrekt wereldse wijze invulde: de komst van de heilsstaat. Het lijkt erop dat, tegen ieders verwachting in, de marxistische heilsstaat-verwachting heeft afgedaan. Tegelijkertijd lijkt er een nieuwe heilsstaat-verwachting op te komen: de hoop op een Nieuwe Tijd van de door mensen gemaakte 21-ste eeuw. Juist omdat die tijd door mensen gemaakt zou moeten worden, zal zo'n verwachting tekort schieten op een zeer menselijk punt:

de zonde. Dromen over een nieuwe samenleving vergeten zo gemakkelijk dat het juist daaraan bij de mensen schort, hun afval van de Schepper.

Daarom zal elke menselijke heilsstaat de tekenen van broosheid blijven vertonen. We mogen blij zijn over de zegeningen van menselijke inspanning als ze betrekking hebben op het terugdringen van ziekte en het beschermen van de zwakken, op het behoud van en het als rentmeesters omgaan met het natuurlijk milieu, en zo vele andere zaken, maar met zoveel goeds zijn we nog niet in de "toekomende eeuw" waarover de Bijbel spreekt.

Het is onze taak ieder op zijn plaats om op verantwoordelijke wijze bezig te zijn en zorgvuldig om te gaan met wat er in de schepping gegeven is, maar daarmee bouwen we het "nieuwe Jeruzalem" (zie Openb. 3.12 en 21.2) niet zelf. Dat zal "van God uit de hemel" neerdalen.

De Kerk ziet uit, niet naar de Nieuwe Tijd, maar naar "de tijden der wederoprichting van alle dingen" (Hand. 3: 21). De Kanttekenaren zeggen daarbij: 'Dat is, tot de dag des algemenen oordeels, op welke alle dingen, die nu om der zonden wil aan de ijdelheid onderworpen zijn, weer terecht zullen gebracht en hersteld worden; of, totdat alles volkomen zal vervuld zijn, wat door de profeten is voorzegd geweest". En ze verwijzen daarbij onder andere naar de tekst in Romeinen 8: 20. In de kontekst van dat Bijbelwoord lezen we over het schepsel dat der ijdelheid onderworpen is en de openbaring van de kinderen Gods verwacht. Ook het schepsel zelf zal eenmaal "vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid van de kinderen Gods" (Rom. 8: 21). Dat is een geweldig uitzicht. En het is heel erg, wanneer iemand die "het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw" gesmaakt heeft, afvallig wordt (lees Hebr. 6: 4-6). Bij alle bezinning op een eventuele Nieuwe Tijd zouden mensen zo gemakkelijk kunnen vergeten dat hun eigen aardse leven niet eindeloos is en dat de dag van het einde van het aardse leven er veel spoediger zou kunnen zijn, en daarmee het oordeel, dan de dag van de

Wederkomst en het Laatste Oordeel.

In de toekomende eeuw ontvangen de gelovigen het eeuwige leven (Mark. 10: 30 en Luk. 18: 30). En, "de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens" (1 Tim. 4: 8). De Heere Jezus Christus zal dan verheven worden boven "alle naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende" (Ef. 1: 21; lees de hele perikoop, vs. 15-23, waarin ook gesproken wordt over wat ware wijsheid en kennis is, over het werk dat God in de gelovigen doet, en wat de plaats van de gemeente is). De Kerk heeft een voorsmaak van de heerlijkheid, die gegeven zal worden; zij heeft immers de "nieuwe mens" aangedaan, "die vernieuwd wordt tot kennis naar het evenbeeld desgenen die hem geschapen heeft" (Kol. 3: 10). Dat vraagt van de Kerk ook een nieuwe ethiek, zoals we in Kol. 3: 11 en volgende kunnen lezen. Hier wordt ons meer getekend en een grotere rijkdom voorgehouden dan de "Nieuwe Tijd" ooit zal brengen.

Met de Nieuwe Tijd-beweging kunnen we slechts uitzien naar een verlengstuk van de geschiedenis, met wat van de goede schepping nog over is, maar ook met alle kwalen die bij de zondige mensheid horen. In Openb.

10: 6 lezen we niet van een nieuwe tijd die zou komen, maar integendeel dat er "geen tijd meer zal zijn"; geen tijd, zoals die door de hemellichamen wordt ingedeeld, maar ook geen tijd meer van bekering, noch van vervolging en verdrukking van Gods kerk. Dan zal God alles zijn en in allen.

Dat is meer dan het holisme ooit kan bedenken.

Johannes heeft het gezien: "En ik hoorde een grote stem uit de hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen, en hun God zijn.

En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbijgegaan" (Openb. 21: 3-4).

Lees en herlees, ook met het oog op de uitdaging van de Nieuwe Tijdbeweging, wat de beloften van het Woord van God zijn als het gaat over de toekomst. We kunnen dat onder meer vinden in het bekende hoofdstuk 3 uit de tweede zendbrief van Petrus. Dat geeft een echt nieuw perspektief en het roept ons op tot een "heilige wandel en godzaligheid" (vs. 11). "En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid" (vs. 15).

Deze aarde en de hemelen zullen door vuur vergaan, de elementen zullen brandende versmelten.

"Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont" (2 Petr. 3: 13).


Niet het eigen "ik" dient centraal te staan in het leven. Niet het "ik" dat in hogere sferen verkeerd, maar de Heere moet de belangrijkste plaats in ons leven hebben.

"Ik stond midden in mijn eigen schilderij" is een illustratie van het feit dat men binnen de New Age geen scheiding kent tussen het 'ik' en het 'niet-ik'.

Het schilderij illustreert dat de mens op kan klimmen tot de hemel door eigen meditatie. Hoe mysterieus en vaag!

Hoe helder en veilig klinken dan de woorden van de psalmdichter: "Gij doorgrond en kent mij.. Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie Gij zijt daar. Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee; ook daar zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden. Indien ik zei: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij" (Ps. 139: 1, 8-11).


"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man verseird is... En Die op de troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw"

(Openb. 21 : 1, 2 en 5).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

Mivo +16 | 60 Pagina's

7. Nuchter zijn en waken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

Mivo +16 | 60 Pagina's