2. In de wereld, maar niet van de wereld
De uitdrukking die de titel van dit hoofdstuk vormt, wordt nogal eens gebruikt als het gaat over de plaats van de christen in deze wereld en hoe dat dan vooral ook in uiterlijke zaken te zien moet zijn. Hoewel dat gebruik op zich niet verkeerd is, zegt de uitdrukking ook wat - ja, in de eerste plaats - over het innerlijk van een christen. Trouwens: kun je uiterlijk en innerlijk wel van elkaar scheiden, mag dat wel? Met die vraag raken we direkt de kern van het gesprek dat we met ds. G.J. van Aalst, predikant te Benthuizen, voerden. Uiterlijk en innerlijk, levensstijl en alles wat daarmee samenhangt; wezenlijker zaken dan je zo op het eerste gezicht misschien zou denken!
In de wereld...
Wat wordt er nu precies bedoeld met "In de wereld maar niet van de wereld" en waar komt de uitdrukking vandaan?
Ds. van Aalst: In het algemene gebruik betekent de uitdrukking: we moeten in deze wereld staan met een taak, maar we behoren niet zoals de wereld te zijn. Toch is dat een wat oppervlakkige invulling, vooral als je ziet waar de uitdrukking vandaan komt, namelijk uit Johannes 17; het Hogepriestelijk gebed. In vers 11 en 14 staan in twee gedeelten de onderdelen van de uitdrukking. Het is jammer dat in het dagelijkse gebruik van deze uitdrukking het verband van dit hoofdstuk weg is. Het is namelijk geen gebod - zo wordt het wel vaak gebruikt - maar een gebed. Het is het gebed van de Middelaar voor Zijn Kerk. Wat kunnen we hieruit leren? Dat het er op aan komt om, temidden van de bedreiging van een oprukkende wereld en de haat van die wereld, door wederbarende genade Hem te kennen en Zijn Woord te bewaren, zodat de kracht van Zijn voorbede ervaren kan worden.
Innerlijk en uiterlijk
De haat van die wereld is niet zo verwonderlijk. In Johannes 15:18-21 wordt daar al over gesproken. Het duidelijke verschil dat er tussen kerk en wereld hoort te zijn wekt de haat van die wereld op. Hoe is dat hij ons? Kunnen wij het wel vinden met de wereld en voelen we ons hier thuis? Weten we nog raad met het "gasten en vreemdeling" zijn? Dat wil niet zeggen dat je je bij iedereen gehaat moet maken. Maar toch..., op vijands grondgebied. Op doorreis. Dat is ook aan de buitenkant te zien. En dan komen we op het verband tussen het innerlijk en het uiterlijk van een christen. Innerlijk en uiterlijk horen hij elkaar. Haal je ze uil elkaar, dan is het gevaar groot dat je vervalt in een dode vorm zonder inhoud òf dat men zegt "Het gaat om het hart, het uiterlijk is niet zo belangrijk". Scheiding van innerlijk en uiterlijk is ook onbijbels. Luister maar eens naar de bekende tekst in dit verband, in Romeinen 12:2: "En wordt dezer wereld niet gelijkvormig" - letterlijk staat er: ga niet leven volgens het schema van deze wereld - en dan staat er geen punt maar een komma, "maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds". Daar heb je nu innerlijk en uiterlijk. Dus vanuit de vernieuwing van je gemoed - dat is nodig - niet leven naar het schema van deze wereld. En dan vragen in de praktijk van elke dag of je door Woord en Geest "moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is".
Hoe dan precies dat uiterlijk, die buitenkant, eruit zal zien, is niet altijd zo maar aan te geven. Over bepaalde zaken, zoals huwelijk, seksualileit en gezagsverhoudingen, geeft de Schrift duidelijke aanwijzigingen. Andere zaken liggen minder duidelijk. Het gaat dan in de eerste plaats orn een houding van liefde, die de Heere in het hart heeft uitgestort, tot Hem en Zijn dienst. Om van daaruit en vanuit bepaalde grondlijnen die we in de Schrift kunnen vinden, keuzes te maken. En dan mogen en moeten we best konkreet worden, als het bijvoorbeeld gaat over kleding, haardracht enzovoort. Maar er ligt inderdaad een stuk vrijheid... in gebondenheid aan de Heere en Zijn Woord. Je mag hierin jezelf zijn... voor het aangezicht van de Heere, dat laatste zeg ik er wel nadrukkelijk bij!
Het gevaar van vermenging
Het gevaar dat het volk Israël in het Oude Testament bedreigde, was de vermenging met de omliggende heidense volken en hun gewoonten. Het is duidelijk dat daar Gods toorn op rustte, ons tot voorbeeld, zegt de apostel in Hebreeën 4. Want dat gevaar bedreigt ook de kerk van het Nieuwe Testament. Die kerk heeft evenals het volk Israël de opdracht alleen te wonen en zich niet te vermengen met de wereld rondom, met de wereld die geen rekening houdt met God en Zijn gebod. Ook de kerk moet afstand behouden. Dat dit niet gemakkelijk is, blijkt wel uit de kerkgeschiedenis. Een negatief voorbeeld van een poging om afstand te houden van de wereld zijn de kloosters. De klooslerlingen onttrokken zich aan de opdracht om in deze wereld Ie staan en te arbeiden in hun goddelijk beroep.
Een positief voorbeeld is de Nadere Reformatie. Hoewel de kerk in deze periode in een uitzonderlijke en bevoorrechte positie verkeerde moest er toch gestreden worden tegen oude heidense gewoonten en wereldzin. Maar men benadrukte tegelijkertijd het staan in deze wereld, ook heel praktisch. Denk aan Udemans en Smytegelt. Daar waar we in de kerkgeschiedenis zien dat men Gods Woord losliet en zich langzamerhand vermengde met de wereld, daar zijn de kerken nagenoeg verdwenen. Bijvoorbeeld in Klein-Azië en Noord-Afrika, maar ook in Frankrijk en Duitsland, waar toch de bakermat van de reformatie ligt. Wat is daar nog van over?
Het gaat dus om het anders zijn. In distantie (= afstand) tot de wereld leven. Je hebt echter mensen die zeggen: als ik bekeerd word, dan zal ik me wel veranderen. Maar daarmee ben je niet klaar. Denk aan de doop. Zoals het water van de zondvloed scheiding maakte tussen Noach met zijn acht zielen en de wereld, zo maakt het water van de doop scheiding tussen ons en de wereld (vgl. het gebed in ons doopformulier). Zo spreekt ook antwoord 74 van de Heidelberger Catechismus erover. We zijn "onderscheiden van de kinderen der ongelovigen", afgezonderd. We moeten dat in de eerste plaats positief vullen en niet gelijk denken aan een hele berg voorschriften. Het is een afgezonderd zijn onder de openbaring van het genadeverbond. Onder de prediking, het Woord, onder het gebed, onder de noodzaak van waarachtige bekering èn de mogelijkheid daarvan. Zo geeft de doop vele voorrechten en plichten, ons ten goede.
Het verlies van distantie ten opzichte van de wereld, de verwereldlijking, bedreigt ook ons. Het wezenlijke van die verwereldlijking ligt hierin dat we geen gasten en vreemdelingen meer zijn. Dat we het hier best naar ons zin hebben en dat we vergeten dat we een ziel hebben en op doorreis zijn. Verwereldlijking gaat dus dieper dan die lange broek voor meisjes. Want waarom wordt de distantie niet in acht genomen? Ten diepste omdat men onbekeerd voortleeft. We moeten de waarschuwing uit Openbaring 2:5 opmerken: "...en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert".
Hoe staande blijven?
Zoals wij hier in Nederland als kerk geleefd hebben, als meerderheid met allerlei voorrechten, is een situatie die de Bijbel niet zo kent. Als we nu echter om ons heen zien, dan kunnen we opmerken dat de wereld steeds godevijandiger wordt, steeds minder rekening houdt met Gods geboden. Dat we een minderheid zijn geworden. De haat van de wereld zal alleen nog maar toenemen. We moeten die haat van de wereld niet onderschatten. Lees maar in Johannes 15:18-21. Hoe kun je daarin staande blijven? In de eerste plaats door de voorbede van de Middelaar bij de Vader. Het is dus in de eerste plaats nodig Hem door wederbarende genade te kennen. Maar dan zal er strijd blijven. De kerk hier op aarde is een strijdende kerk. Dat zal offers vragen. De Heere zegt in Johannes 17:19: "Ik heilig Mijzelven voor hen" - je mag ook vertalen: "Ik offer Mijzelven voor hen" - en dan: "opdat ook zij geheiligd (geofferd) mogen zijn in waarheid". Wij willen daar eigenlijk niet aan...
Staande blijven: ook elkaar tot steun
Staande blijven: dicht bij de Schrift, Gods inzettingen, het gebed. En met elkaar! Uit onderzoek is gebleken dat de grootste invloed op jongeren uitgaat van leeftijdsgenoten. Wat is het dan belangrijk dat je de juiste vrienden zoekt. Met wie ga je om? Om staande te blijven in deze wereld en je weg te vinden, heb je ook elkaars steun nodig! Dit onderstreept ook het belang van het verenigingswerk. Wat kan het fijn zijn om na een week waarin je misschien als een eenling wat apart staat, op de vereniging gelijkgezinden te ontmoeten. Probeer toch vooral voorzichtig en dicht bij de Heere en Zijn inzettingen te leven. Paulus schrijft aan de gemeente van Éfeze: "Ziet dan hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen maar als wijzen, den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn" (Éf. 5:15 en 16).
De Heere wil meekomen in een ernstige en voorzichtige levenshouding, het wandelen naar Zijn inzettingen. Daar betoont Hij Zijn gunst over. En dan gaat het erom, dat we vanuit die grondhouding schriftuurlijke lijnen proberen te vinden, om in konkrete situaties keuzes te kunnen maken. Maar die grondhouding is zo belangrijk: "Opdat gij moogt beproeven..." - je staat er elke keer weer voor - "welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is". (Rom 12:2b). Dat is een zoekend en tastend leven voor Gods aangezicht. Bang zijn om te zondigen, met de bede "Heer', ai maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend."
Denk in dit verband dan ook eens aan Daniël. Hij stond midden in de de wereld, maar driemaal daags knielde hij in gebed voor de Heere. Dat was het geheim van zijn leven. Hoe is dat bij ons?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1989
Mivo +16 | 36 Pagina's
