5. Ons kind in een inrichting
Hoe ervaar je het als je kind in een inrichting voor verstandelijk gehandicapten verblijft? En hoe kom je als ouder ertoe je kind in zo'n inrichting te laten opnemen? Enkele vragen die in deze bijdrage aan de orde zullen komen.
Wat is een inrichting voor verstandelijk gehandicapten? In ons landje verblijven ruim 20.000 verstandelijk gehandicapten in een internaat. In zo'n internaat verblijven minimaal ± 100 en maximaal ± 1000 gehandicapten.
Door het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne wordt er aan gewerkt de internaten te spreiden over het gehele land om dan tegelijkertijd de kapaciteit te brengen op 200 à 300 plaatsen per internaat. Een inrichting is een zogenaamde 24-uurs voorziening, dat wil zeggen dat gedurende 24 uur per dag hulp en begeleiding verleend wordt aan de aldaar verblijvende gehandicapten. Men noemt het dan ook wel een intra-murale (binnen de muren) voorziening, hetgeen tot uitdrukking brengt dat vrijwel alle aktiviteiten zich op het terrein van de inrichting afspelen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een dagverblijf waar de gehandicapte zich tijdens vaste uren op werkdagen bevindt, terwijl hij/zij verder op het ouderlijk huis is aangewezen.
De gehandicapten in een inrichting verblijven daar meestal voor hun gehele verdere leven.
Waarom geef je als ouder nu je kind over? Is het niet erg liefdeloos om je kind, soms zelfs op zeer jeugdige leeftijd, in zo'n inrichting te plaatsen? Je bent toch als ouder verantwoordelijk voor de opvoeding van je kinderen? Je hebt toch bij de doop beloofd dat je ze zult opvoeden in de voorzeide leer en mag je jezelf daarvan op deze wijze ontslaan? Kun je zoiets doen onder biddend opzien?
Deze vragen leven bij de meeste van onze ouders, niet in het minst bij hen die voor een dergelijke ingrijpende beslissing komen te staan. Die vragen blijven ook nog als de beslissende stap is gezet, als het kind eenmaal "daar woont". Heb ik er wel goed aan gedaan? Heb ik niet te vlug deze beslissing genomen? Vaak wordt het nog lang als een "nederlaag" ervaren, je hebt gekapituleerd en je kind is de dupe. Vooral de band tussen de moeder en haar gehandicapte kind is vaak zo hecht dat een dergelijke daad als een misdaad wordt aangevoeld. Alle argumenten van maatschappelijk werkers, van de huisarts, van specialisten en van de omgeving kunnen deze gevoelens niet wegnemen. Wél als op verstandelijke gronden wordt beredeneerd dat dit toch wel de beste oplossing is. Verstandelijk: ja!, gevoelsmatig: nee!
Dan je kind maar liever thuishouden, zul je zeggen, dat is dan toch het meest eenvoudige. Dat is nu net het probleem. De uithuisplaatsing is in het algemeen geen mogen, maar een moeten. Er moet wat gebeuren omdat het gehele gezin onder een bepaalde situatie kan gaan lijden. De beslissing wordt genomen omdat het moet.
Meermalen is het de huisarts die, nadat hij de ouders al vele keren op zijn spreekuur gehad heeft, op een gegeven moment op het onhoudbare van de situatie wijst.
In ons geval was het tijdens de langdurige ziekenhuisopname dat ons gezegd werd dat terugkeer naar huis niet verantwoord was. Als je dan eenmaal hebt ingestemd, komt er een opnameprocedure op gang waarin je zelf niet veel inbreng hebt, maar die er wel toe leidt dat je als ouders met je kind op een bepaald moment in een inrichting verwacht wordt.
En dan woont je kind daar met allemaal andere gehandicapten, soms erger gehandicapt dan hijzelf, soms minder. In het begin kun je daar veel moeite mee hebben. Later heb je er niet zo'n erg meer in. Dat geldt ook voor het personeel dat jouw kind moet begeleiden. In het begin heb je er veel moeite mee dat ze zo jong zijn, te jong, denk je, om je kind te begeleiden. Later zie je wel dat het allemaal best meevalt, dat ze veel hartelijker zijn dan je op het eerste gezicht gedacht had.
Dan zijn er van die symptomen die erop wijzen dat de aanvaarding van de situatie nog niet volledig is. De onvrede over de genomen beslissing wordt op de inrichting afgewenteld. Er worden aanmerkingen gemaakt over de behandeling van de kleren, vooral in de was, het zoekraken van kleding, de wijze waarop de kinderen erbij lopen. Dit duurt zolang totdat...
Ja, totdat een ouder ziet dat zijn/haar kind het toch eigenlijk wel naar zijn zin heeft tussen de anderen en dat de leiders en leidsters toch wel lief zijn voor je kind. Vooral ook omdat je op bezoek kunt komen als je wilt en je je kind kunt halen en brengen wanneer je wilt.
Als je (schuchter) vertelt dat je kind bepaalde dingen graag lust of een opmerking over iets maakt, merk je dat er rekening mee gehouden wordt. Zo groeit er langzamerhand een goede verstandhouding met het personeel. Je kunt kwijt wat je op je hart hebt en men houdt er rekening mee. Je leert ook dat je het eerst moet vragen. Ze kennen de ouders niet zo goed dat ze gedachten kunnen lezen. Als je wilt dat er met je kind gebeden wordt, moet je dat wèl zeggen en ook vertellen hoe je kind het gewend is. Desnoods kun je het gebedje op schrift stellen en bijvoorbeeld, in het geval van een avondgebedje, boven het bed hangen.
Als je wilt dat er in plaats van Hilversum 3 eens wat andere muziek ten gehore wordt gebracht, moet je dit ook naar voren brengen. Desnoods kun je zelf de leiding hierbij behulpzaam zijn en eens vragen of ze die muziek nu werkelijk wel zo mooi vinden. Het zachter zetten van de radio is altijd wel te realiseren.
Als je als ouders gevraagd wordt eens een team-bespreking bij te wonen, moet je niet weigeren. Het is juist een goede gelegenheid om naar voren te brengen hoe je vindt dat je kind begeleid moet worden en hoe je het zelf gewend bent. Juist omdat je samen, leiding zowel als ouders, probeert, voor zover mogelijk, het goede voor het gehandicapte kind te zoeken, ieder op zijn terrein, kan er een goede verstandhouding groeien.
Het is een voorrecht als je samen als ouders de zorgen over al je kinderen aan de Heere mag voorleggen in de wetenschap dat Hem geen handicap in de weg staat. En al zijn of worden ze dan voor ons onbereikbaar, dat staat Hem niet in de weg. Dan kunnen de zorgen voor de "gezonde" kinderen wel eens groter zijn dan voor het gehandicapte kind.
Het is al een tijdje geleden dat ik onze dochter voor de kerstdagen ging ophalen in de inrichting op een afdeling waar de zwaarst gehandicapten verblijven. Zo lopend langs de verschillende kamers en ziende al die levende wezens, waarvan sommigen ogenschijnlijk roerloos, hoorde ik haar ineens zingen: "Vrede op aarde". Op datzelfde moment zag het er opeens heel anders uit. In Efratha's velden zongen de engelen: "In mensen een welbehagen". En dan is het evangelie ook bestemd voor de zwaarst gehandicapte omdat deze ook een mens is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981
Mivo +16 | 83 Pagina's