JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Gespreksvragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gespreksvragen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de bijbelstudie "De vluchteling in bijbels licht" (hoofdstuk 2)

1. Wat is het bitterste leed voor David tijdens zijn vlucht uit Jeruzalem? (Zie 2 Sam. 18:33 en Psalm 3:3).

2. Hoe zou Ithai er toe gekomen zijn om asiel te zoeken bij koning David? Betrek hierbij Ex. 22:21; Ex. 23:9 en Deut. 14:29.

     - Hoe denk je in dit verband over 1 Kon. 20:30-32?

     - Waarheen wijst "de goedertierenheid" van Israëls koning?

3. In Israël werd aan de vreemdeling barmhartigheid verleend op grond van recht.

     a. Wie gaf de vreemdeling dit recht? (Ex. 22:21 en Ex. 23:9).

     b. Wat heeft dit ons nog te zeggen met het oog op de rechten van de vluchtelingen?

     c. Kunnen we deze lijn doortrekken naar het leven van de mens, die voor God op de vlucht is? (zie Rom. 2:4).

4. Op grond waarvan kunnen Gods kinderen als ze gezondigd hebben (denk aan David) toch genade vinden in des HEEREN ogen? (2 Sam. 15:25).

5. Er is weieens gezegd: Hét vreemde moeten we afwijzen, dé vreemde moeten we barmhartigheid bewijzen.

     a. Wat zegt dit over onze opstelling t.a.v. de godsdienst van de vluchteling?

     b. Op welke wijze kunnen we het best in onze tijd de vele vluchtelingen helpen? (Matth. 25:35).

 

Bij "Christelijk dienstbetoon en diakonaat" (hoofdstuk 10)

1. Waarvan is het woord diakonaat afgeleid? Noem eens enkele bijbelgedeelten waarin het diakonaat heel duidelijk naar voren komt.

2. Probeer eens met eigen woorden te zeggen wat het diakonaat eigenlijk inhoudt. Waarom is het diakonaat kenmerkend voor de christelijke gemeente?

3. Is het diakonaat alleen een opdracht voor de diakenen?

    Hoe denk je over de taak van de gemeente en over betrokkenheid van de jongeren daarbij?

4. Waardoor kenmerkt een diakonaal ingestelde gemeente zich?

     Geef eens enkele voorbeelden.

5. Is er verschil tussen het diakonaat in eigen omgeving en in wereldverband? Waarom (niet)?

     Uit welke bron komen beide, als het goed is, voort?

6. Kan werelddiakonaat beperkt blijven tot het geven van materiële hulp? Wat is nog meer nodig? Hoe moeten we dan voedselhulp in het algemeen en bijvoorbeeld financiële hulp aan een ziekenhuis in Israël waarderen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Mivo +16 | 102 Pagina's

Gespreksvragen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Mivo +16 | 102 Pagina's