JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

C Aantekeningen Bij De Tekst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

C Aantekeningen Bij De Tekst

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lukas 13

1. vers 1: Deze geschiedenis heeft zich waarschijnlijk afgespeeld in Jeruzalem op één van de grote feesten. Alleen dan kwam Pilatus van zijn residentie Cesarea naar Jeruzalem om de orde te handhaven. Ook waren er dan méér romeinse soldaten in de stad om de orde te handhaven.

2. vers 1: Te dierzelver tijd: de tijd waarin de Heere, zoals in Lukas 12 beschreven, het oordeel aankondigde, zowel bij het sterven als op de jongste dag.

3. vers 1: zoenoffers bij het brandofferaltaar. Op dit altaar mogen alleen runderen, schapen, geiten en duiven worden geofferd en dan nog alleen als het een beest is zonder gebrek. Het morgen- en avondoffer bestaat uit een éénjarige ram. Dit is een offer voor het hele volk. Daarnaast zijn er ook de persoonlijke offers, het offer is een afschaduwing van Christus' grote offer en moet, omdat het daar steeds weer heenwijst dagelijks worden herhaald. Toen de Heere Jezus Zijn offer gebracht had was dit niet meer nodig. Zijn offer is éénmalig en hiermee is verzoening gedaan voor al Gods volk.

Degenen die het offer brengt legt zijn hand op de kop van het dier. Hiermee wil hij zeggen: wat er met dit dier gebeurt moet eigenlijk met mij gebeuren. Het offerdier sterft in mijn plaats. Dat wijst op Christus Die in Zijn sterven de zonde van Zijn volk droeg. Duiven zijn de offers van de allerarmsten. Jozef en Maria brengen ook duiven ten offer als de Heere Jezus wordt voorgesteld in de tempel. De mensen mogen persoonlijke offers zelf slachten, alleen duiven niet, want hier is het weinige bloed te kostbaar om verloren te gaan.De gemeenschappelijke offers en het werk rond het altaar is priesterlijk werk.

De mensen mochten ook niet in de voorhof komen van de tabernakel. Later in de tempel van Salomo is er buiten de voorhof nóg een voorhof aangelegd: voor het volk. Het vuur moet altijd brandend worden gehouden en er mag nooit ander vuur gebruikt worden dan van het brandofferaltaar. Het vuur vernietigt het offerdier. Dit beeld wijst naar de straf op de zonde. God straft de zonde door de dood en ver-, nietiging. In de hel is ook het altijd verterende vuur, want de zondige mens kan niet bestaan voor Gods toorn en moet, als er geen vergeving gevonden is in Christus, betalen voor de zonde met de eeuwige dood.

4. vers 4: Siloam: deel van Jeruzalem. Komt voor in Jes. 8:6, waar de rijkdom van Damaskus en Saraaria vergeleken wordt bij het beekje Siloam, en in Joh. 9:7, waar de blindgeborene zich moet wassen in het badwater Siloam. Zie bijgaande kaart van Jeruzalem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Mivo -16 | 31 Pagina's

C Aantekeningen Bij De Tekst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1985

Mivo -16 | 31 Pagina's