JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

D Aantekeningen Bij De Tekst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

D Aantekeningen Bij De Tekst

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. vers 2: bewaarder mijns hoofds: mijn knecht.

2. vers 3: waarzeggers: bedoeld zijn mensen die beweren dat zij kontakt konden onderhouden met de geesten van gestorven personen. Zo iemand noemt men nu een medium.

Duivelskunstenaars: dit betekent letterlijk "wetenden". Deze mensen beroemen zich erop dingen te weten over de toekomst, dankzij het kontakt met de doden. Men dacht dat de doden meer wisten dan de levenden.

3. vers 6: de Heere .antwoordt hem niet. Saul is vol angst voor wat komen gaat. Daarom vraagt hij de Heere. Hij vernedert zich echter niet, komt niet met oprecht berouw.

Hij wendt zich alleen tot de Heere om zijn angstige gevoelens te verdrijven. Het gaat hem daarbij niet om de Naam en de zaak des Heeren, maar om zichzelf.

Zijn gebed is niet: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?

Integendeel; hij vraagt eigenlijk: "Doe Heere, wat ik wil".

Daarom antwoordde de Heere hem niet.

4. dromen, urim en profeten: Hierdoor sprak de Heere onder het Oude Testament.

-dromen: denk aan Jakob, Jozef en Farao

-urim: zie Ex. 28:30, voorwerpen in de borstzak van de priester. Hoe die eruit zagen is onduidelijk. Hierdoor wilde de Heere Zijn wil bekend maken.

Saul had de priesters laten doden. Alleen Abjatar was ontkomen en deze was bij David.

5. vers 8: verstelde zich: verkleedde zich, vermomde zich. Waarschijnlijk als boer, daar dit het minst opvallend was.

6. Zij kwamen tot haar: De Heere spreekt een streng oordeel daarover uit, in Lev. 20:6 "Wanneer er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziel zetten, en zal haar uit het midden van haar volk uitroeien".

7. opkomen: uit het dodenrijk opstaan.

8. vers 13:goden: dit woord duidt geestelijke wezens aan. Hier "dodengeesten".

9. vers 14:zijn gedaante: het gaat Saul alleen om een van deze geesten: Samuël. Vandaar het enkelvoud.

10. vernam: Saul trok zelf de konklusie dat het Samuël was. Hij zag echter zelf niemand.

11. vers 18:Amalek: zie over deze gebeurtenis 1 Sam. 15

12. vers 19 : bi j mij zijn: in de dood zijn.

13. vers 21:verbaasd: ontdaan

14. vers 24.-ongezuurde koeken: broden zonder gist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

Mivo -16 | 41 Pagina's

D Aantekeningen Bij De Tekst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1984

Mivo -16 | 41 Pagina's